een goeden raad voor je. Mocht het je soms
eens moeielijk vallen de juiste diagnose vast te
stellen en de middelen ter bestrijding van de
kwaal te vinden, ga dan naar huis, sluit je op
in je siudeerkamer, neem de recepten van een
aantal onschuldige huismiddeltjes, doe die in
je hoed, schud ze goed door elkaar en trek
Met dat tombola-recept behandel je je patient
en is de natuur je goedgunstig, dan geneest de
lijder. Weliswaar buiten je schuld, maar zijn
eventueelen dood heb je dan toch ook niet op
je geweten
Neef vestigde zich in Drente's achterhoek
en maakte naam.
De medische tombola deed, met behulp van
de goedgunstig gestemde natuur, wonderen.
Alleen bij verwondingen en beenbreuken liet
zijn hoed met huismiddeltjes hem in den.steek,
maar met behulp van den veearts en wat
handigheid, waar, later, routine bijkwam, wist
dokter ook hieraan een mouw te passen.
De doodgraver dacht er over zijn ambt neer
te leggen en groef, bij gebrek aan werk, alvast
zijn eigen kuil. De goede landlieden vertelden
overal, in dorp en stad, van den knappen
dokter en diens reputatie drong door tot de
academie, waar oom doceerde.
Deze lachte vergenoegd en mompelde//Mundus
vult de rest was onverstaanbaar.
Te midden van zijn drukke praktijk bereikte
neef op zekeren dag een tijding, die hem werke-
lijk ontstelde. Oom, de professor, was zeer
ernstig ziek. Een keelabces deed gevaar duchten
voor het leven.
Maar hoe gaarne hij den goeden man nog
eens voor diens dood wilde zien, erkentelijk als
hij was voor al hetgeen de professor voor hem
gedaan had, onmogelijk was het hem zijn stand-
plaats te verlaten.
Het ging toch niet aan, de geheimen van de
tombola aan een collega-plaatsvervanger mede
te deelen. En misschien zou oom nog wel
herstellen de bekwaamsten in den lande ston-
den hem ter zijde.
IJdele hoop. Drie dagen na het eerste be-
richt bereikte neef de tijding, dat de professor
op sterven lag.
Nu aarzelde de arts niet langer.
De veedokter nam bereidwillig voor eenige
dagen de praktijk, zonder tombola, over en de
jonge man snelde naar ooms ziekbed.
Hij vond den professor nog in het land der
levenden, maar hoe? Kort en snerpend was
de ademhaling, fluitend schoot de lucht uit de
longen, lijkbleek was het ingevallen gelaat, hoi
stonden de oogen. Het was de doodstrijd.
En om de sponde geschaard stonden de
corypheeen der medische faculteit, machteloos.
Met tranen in de oogen nam de jonge arts
de uitgeteerde klamme hand van zijn oom in
de zijne en drukte haar zachtjes.
De lijder, nog bij zijn voile bewustzijn, zag
zijn neef dankbaar aan en even lichtte de oude
guitige trek in zijn oogen.
God, oom, is er dan geen redding meer
mogelijk
Neen, mijn vriend, zei een grijze professor.
Wij hebben gedaan wat in onze macht stond
en een operatie moet falen. Oordeel zelf, gij
hebt den naam een bekwaam arts te zijn.
De aangesprokene liet het hoofd op de borst
zinken en dacht na.
Als ik het eens probeerde, zei hij eens-
klapser is niets mee te verliezen.
Verwonderd hief de kranke het hoofd op,
de pijnlijke trek in zijn gelaat maakte een oogen-
blik plaats voor een glimlach.
Zijn hoed nemend, verwijderde de arts zich
haastig en bij gebrek aan zijn studeerkamer,
begaf hij zich naar een zekere plaats.
Neef leed aan auto-suggestie. Het voort-
durend succes in Drente's achterhoek met de
tombola deed hem zoo'n vast vertrouwen stellen
in zijn methode, dat hij ook in dit ernstige
geval, waar niets meer te verliezen was, niet
aarzelde haar toe te passen.
Na eenigen tijd verscheen de arts weer aan
zijns ooms ziekbed.
Alle aanwezigen waren in gespannen ver-
wachting. Het besliste optreden van den jeug-
digen collega maakte indruk. Wat zou er
geschieden
Alleen de kranke lag als wezenloos met ge-
sloten oogen, wachtend op den dood.
Daar klonk het met vaste stem, bevelend
Onmiddellijk heete pappen op den buik
Een helle schaterlach schoot door het vertrek.
Hij kwam van den zieke.
Maar die lach deed wonderende buitenge-
wone inspanning had het abces doen doorbreken.
De professor was gered.
De neus wan kapitein Pieters.
De moeder. Luister eens, Annie. Je weet,
dat we vanavond een groot diner geven. hr
zullen veel menschen komen, ook kapitein
Pieters, die, zooals je weet, een slag op zijn
neus heeft gehad, met een sabel, van die leelijke
Atjehers. Nu waarschuw ik je, dat je niet
begint te roepen //Oh wat 'n neus als je
den kapitein ziet, Anniewant dat verzeker
ik jeals je een woord, een enkel woord zegt
over den neus van kapitein Pieters, dan krijg
je heel wat anders dan je zeker graag hebben
wilt. Je houdt je mond, hoor Annie, als je
iets van den kapitein zegt, dan zal je op je
broek hebben, dat 't je heugen zal.
Annie (zes jaar). Bah u zegt altijd het-
zelfde, en als 't er op aankomt, doet u nog niets.
De moeder. Doe ik nog niets Nou, spreek
eens een woord over den neus van kapitein
Pieters, en dan zullen we eens zien of ik niets doe.
Annie. 't Is goed, 't is goedik zal mijn
mond houden, ma.
De moeder. Dat wou ik maar zeggen,
maar je doet weleens anders dan je beloofd
hebt Je bent dikwijls heel, heel onaardig,
zoomaar, omdat je er plezier in hebtzelfs
zoo, dat de menschen van je zeggen, dat je een
onuitstaanbaar kind bentVerleden nog, toen
de familie Van Dam hier heeft gedineerd, heb
je 't in je hoofd gekregen om voor we aan
tafel gingen, de eetkamer binnen te sluipen en
met je vinger al de pitten uit de kersen te
peuteren
Annie. U hadt het mij niet verboden.
De moeder. Verboden Kon ik veronder-
stellen, dat je zoo'n weerzinwekkend ondeugend
kind zoudt zijn om al de pitten uit de kersen
te halen En veertien dagen geleden, Annie,
toen de chef de bureau van je pa bij ons is
komen dejeuneeren, weet je nog wel wat je
toen gedaan hebt
Annie. 't Is erg, niets anders dan't kruim
uit het brood gehaald.
De moeder. Ja, en van alle perzikken heb
je het vel afgedaan. Dat vergeet ik nooit
Zulke mooie perzikken waarvoor ik zeven-
en-een-halven cent het stuk betaald had, as-je-
blieft, en die ik zoo netjes had gerangschikt,
midden op de tafel, in een kristallen schaal
Heel mooi, wij komen de eetkamer binnen en
in plaats van mijn perzikken, wat zie ik
een soort gele balletjes, die transpireerden
(Bitter.) Mijnheer komt natuurlijk nooit weer
terug.
Annie. Ik geloofde goed te doen. Ik
dacht dat die mijnheer zou zeggenUit-
muntendDat is nog eens een flinke meid
Die heeft de perzikken geschild, om aan de
gasten de moeite te besparen.
De moeder. Je bent een vreeselijk on
deugend nest, dat ben je. En nu nog eens,
spreek eens, Annie, als je durft spreek eens,
als je het hart hebt, over den neus van kapitein
Pieters
Annie. Ik zeg u immers, mama, dat ik
er niet over spreken zal.
Tweede Tooneel.
Men is aan tafel. Einde van den maaltijd.
Talrijke gasten. Kapitein Pieters heeft de
eereplaats, naast de vrouw des huizes. Wel-
gedane buik, prachtige dikke snorbaard, lintje
van ridder in de orde van den Nederlandschen
Leeuw en Militaire Willemsorde. Maar totale
afwezigheid van alles wat maar aan een neus
kan doen denken. Annie gedraagt zich heel
behoorlijk, gedurende al den tijd, dien de tafel
duurthet meisje heeft geen woord gezegd
het heeft er zich toe bepaald met vragenden
blik te kijken naar de plaats waar kapitein
Pieters' neus behoort te zitten.
Nu wordt de koffie rondgediend. Plotseling,
terwijl nagenoeg alien het schoteltje in de eene,
het kopje koffie in de andere hand hebben,
klinkt de heldere meisjesstem van Annie
Maar mama, hoe kon ik nu spreken over den
neus van kapitein Pietershij heeft er
geen een.
Gemeenterdad van Ter Neuzen.
Vergadering van Donderdag 28 Augustus 1902.
Voorzittcr de heer P. Moes, wethouder.
Verder aanwezig de heeren Van den Hoek, De Feijter,
Visser, De Koeijer, Grenu, Dees, De Jonge en Versluijs.
Afwezig de heeren Harte, wegens ongesteldheid, Wieland,
wegens uitstedigheid, Van de Velde, wegens familieomstandig-
heden, en Van der Hooft, zonder kennisgeving.
Na opening der vergadering worden gelezen de notulen
der voorgaande, welke worden goedgekeurd.
Na de lezing der notulen komt de burgemeester, de heer
Geill. ter vergadering en neemt het presidium over.
De openbare vergadering wordt geschorst en gaat over
in eene zitting met gesloten deuren.
Na het weder openbaar worden der zitting komt aan de
de orde
1, Ingekomen stukken.
a. Kennisgeving dat zij hunne benoeming tot lid of plaats-
vervangend lid ran de stembureaux aannemen van de heeren
J. A.° J. Sibmacher Zijnen, A. H. Donze, H. J. Vooren,
I. de Groot, J. Lijbaart, G. Jurrij, T. van Borssum Waalkes,
C. F. Kbhler, A. SchelTelaar Klots, W. S. J. Dieleman en
S. van Rces.
Aangenomen voor kennisgeving.
ft, Een schrijven van Ged. Staten van Zeeland, d.d.
2 Aug. 1.1., berichtende de goedkeuring van het raadsbesluit
van 26 Juli 1902, tot wijziging van het raadsbesluit van 10
April 1902, betreffende het aangaan van eene geldleening.
Aangenomen voor kennisgeving.
c# Een schrijven van Ged. Staten van Zeeland, d.d.
2 Aug. 1.1., berichtende de goedkeuring van het raadsbesluit
van 26 Juli 1902, tot beschikken over den post voor onvoor-
ziene uitgaven op de begrooting voor 1902.
Aangenomen voor kennisgeving.
il« Een schrijven van Ged. Staten van Zeeland, d.d. 2
Aug. 1.1., berichtende de goedkeuring van het raadsbesluit
van& 26 Juli 1902, tot wijziging der begrooting voor 1902.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Een schrijven van Ged. Staten van Zeeland, d.d. 2
Aug. 1.1., waarbij van het bewijs hunner goedkeuring voorzien
wordt teruggezonden het tweede suppletoir kohier van het
schoolgeld voor het jaar 1902.
Aangenomen voor kennisgeving.
Een schrijven van C. van der Hooft, dat hij zijne
benoeming tot lid van de commissie tot het nazien der ge-
meenterekening over 1901 niet aanneemt.
De Voorzitter deelt mede na ontvangst van dit schrijven
een ander raadslid in de commissie te hebben benoemd,
welke de benoeming aannam en met de andere heeren de
rekening reeds heeft onderzocht.
Een adres van R. Platteeuw, kalkblusscher en handelaar
in bouwmaterialen te Ter Neuzen,
dat hij 10 Febr. 1902 een verzoekschrift heeft gericht aan
Z.Exc. den Minister van Oorlog, om Militairen Rijksgrond,
bij zijne bestaande kalkblusscherij gelegen, in bedeleen te
mogen hebben teneiude daarop bergplaatsen te mogen bouwen
en tevens los- en laadplaats aan den nieuwen weg naar het
spoorwegstation te mogen hebben, eveneens op Militairen
Rijksgrond
dat het vrije gedeelte groot 300 M2. hem door den
WelEdelGestrenge heer kapitein eerstaanwezend ingenieur
der genie werd toegezegd, met de aanmerking, dat voor het
gedeelte achter zijne kalkblusscherij, alsmede voor het talud
van den weg zich tot de spoorwegmaatschappij Mechelen
Ter Neuzen moest wenden, met het verzoek om aan Z.Exc.
den Minister van Oorlog ontheffing te vragen van dien grond
groot 174,50 M2.
dat die Militaire Rijksgronden met den nieuw aangelegden
weg thans aan de gemeente zijn overgegaan en hij daarom
die grond aan de gemeente vraagt om teneinde zijn plan te
kunnen ten uitvoer brengen, voor laad- en losplaats zijner
goederen aan zijne bergplaats en kalkblusscherij, geheel
buiten den weg aan den nieuwen weg te kunnen verkrijgen,
ter vermijding van ongelukken op den kanaaldijk.
Redenen waarom adressant zich tot den Raad wendt met
het verzoek het daarheen teleiden dat de gevraagde 174,50 M2.
in zijn bezit komen teneinde zijne plannen ten uitvoer te
kunnen brengen.
Bij het adres worden enkele teekeningen van het terrein
overgelegd.
Aangezien de Raad wel in principe tot overneming van
den stationsweg heeft besloten, doch de overdracht nog niet
heeft plaats gehad en de grond dus nog niet aan de gemeente
toebehoort, stelt de Voorzitter namens het Dag. Best, voor
dit adres ter zijde te leggen tot de gemeente den weg dednitief
in bezit heeft.
Aldus z. h. s. besloten.
Ii« Een schrijven van Ged. Staten van Zeeland, d.d. 9
Aug. 1.1., waarbij wordt bericht de goedkeuring van het
raadsbesluit van 9 Aug. 1902, tot overneming van den toe-
gangsweg naar het spoorwegstation.
Aangenomen voor kennisgeving.
De Voorzitter deelt mede dat door te bejammeren
omstandigheden de overneming van den nieuwen toegangsweg
naar het station nog steeds niet kan plaats hebben. Er is
nu namelijk gebleken dat de weg nog niet geheel aan de
spoor wegmaatschappij MechelenTer Neuzen behoortdaar
waar hij met een duiker over de sloot is heengelegd behoort
de weg aan den Vlooswijkpolder en het is beter dat de
gemeente den weg in zijn geheel overneemt dan dat het in
gedeelten zou geschieden wat dan ook 2 akten zou vorderen
en aanleiding geven tot hoogere kosten. De spoorwegmaat-
schappij heeft destijds van den Vlooswijkpolder verlof ge
kregen over de sloot een duiker te bouwen, mits aan ver-
schillende gestelde voorwaarden werd voldaan, die voor-
waarden zijn niet nagekomen en vandaar dat thans moeilijk-
heden rij^en. De maatschappij wendt nu evenwel pogingen
aan om dat stukje grond van den Vlooswijkpolder te koopen,
als hun dat gelukt kan de zaak in orde komen, dat is de
beste opiossing.
i. De Voorzitter deelt mede dat nog onderwijzers voor
het herhalingsonderwijs moeten worden benoemd. Om voor
het les geven bij dat onderwijs te worden benoemd hebben
zich aangemeld van school A het hoofd, de heer Vooren,
de onderwijzer Bierle en de onderwijzeres mej. Wisselvan
school B de onderwijzeres mej. Scheele, en de onderwijzers
Eekman, Buysse en W. D. de Vriesvan school Cde
onderwijzeres in de handwerken mej. Van der Heijden, en
de onderwijzers Kohier, Van den Broeke en W. Imandt
van school Dhet hoofd, de heer De Groot, en de onder
wijzers A. Scheffelaar Klots en N. J. Imandt, benevens de
volontaire mej. M. Scheffelaar Klots.
Zooals bekend is wordt het herhalingsonderwijs gegeven
aan de scholen A en D, en zijn de hoofden dier scholen
votgens de verordening belast met het toezicht op dat onderwijs.
Burg, en Weth. stellen voor aan iedere school te benoemen
2 onderwijzers en eene dame, aan school A zou dan 't best
zijn aan te wijzen het hoofd, de heer Bierle en mej. Wissel
en aan school D het hoofd en bf de heer Scheffelaar Klots,
bf de heer N. J. Imandt en mej. Scheffelaar Klots. Die zijn
geplaatst aan de scholen waar het herhalingsonderwijs gegeven
wordt. De onderwijzers van de andere scholen kunnen ook
wel benoemd worden, maar het verdient wellicht aanbe-
veling de genoemden te benoemen, omdat die met de scholen
waar zij werkzaam zijn beter zijn vertrouwd.
De Voorzitter voldoende aan het tot hem gericht verzoek,
schorst de openbare zitting, die overgaat in eene met ge
sloten deuren.
Na het weder openbaar worden der zitting ftelt de Voor
zitter aan de orde het benoemen van 2 onderwijzers en 1
onderwijzeres voor het herhalings-onderwijs aan school A.
Benoemd worden de heeren J. Bierle met 9 en C. F. Kbhler
met 8 en mej. A. Wissel met 9 stemmen. De heer H. J.
Vooren verkreeg 1 stem.
Daarna wordt overgegaan tot het benoemen van hetonder-
wijzend personeel bij het herhalings-onderwijs aan school D,
waarvoor Burg, en Weth. 1 onderwijzer en 1 onderwijzeres
voldoende achten.
Benoemd worden de heer I. de Groot en mej. M. Scheffelaar
Klots, met resp. 7 en 9 stemmen. De heer N. J. Imandt
verkreeg 2 stemmen.
j. Een verzoek van I. A. Koene, ambtenaar ter seeretarie,
om hem, wegens ziekte, nogmaals een verlof van 3 maanden
te willen vcrleenen.
De Voorzitter: Aangezien Koene ziekelijk is en we op
de seeretarie dringend werkkrachten noodig hebben, konden
Burg, en Weth. niet adviseeren dit verzoek in te willigen,
maar gaven Koene in overweging zijn ontslag aan te vragen.
Koene heeft daarop aan dien raad voldaan en zijn eervol
ontslag aangevraagd, wat hem door ons is verleend.
Burg, en Weth. zijn evenwel van meening dat Koene
zoo maar niet aan den dijk behoort te worden gezet, en
stellen voor hem een wachtgeld toe te staan van f 150
's jaars.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Daar door het aan Koene verleend ontslag vervolgt de
Voorzitter een nieuwe ambtenaar ter seeretarie moest
worden benoemd, is door Burg, en Weth. op grond van de
hen daarvoor door den Raad verleende machtiging en ook
overeenkomstig de gemeentewet, een ambtenaar benoemd,
n.l. de bode D. Tolhoek.
De raad moet echter diens salaris vaststellen, Burg, en
Weth. stellen voor dit op f 450 's jaars te bepalen.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen.
De VoorzitterAangezien de bode door den Raad wordt
aangesteld, moet hij ook door den Raad worden ontslagen.
In verband met de thans reeds genomen beslissingen vermeen
ik te mogen opmaken dat de Raad-er genoegen mee neemt
dat Tolhoek eervol als bode wordt ontslagen, zoodra een
nieuwe bode zal zijn benoemd.
Z. h. s. wordt aldus besloten.
Op voorstel van het Dag. Best, wordt besloten een bode
op te roepen voor f 300 's jaars en de instructie voor den
bode te herzien.
k. Een adres van het bestuur der Eerste Nederlandsche
Cobperatieve Beetwortelsuikerfabriek te Sas van Gent, waarin
om adhaesie verzocbt wordt aan haar adres in zake dc beet-
wortelsuikerindustrie, gericht tot de Ministers van Financien,
Waterstaat, Handel en Nijverheid en Buitenlandsche Zaken.
De Voorzitter vraagt wat de leden daarvan denken.
De heer De Koeijer is er voor adhaesie te verleenen.
De Voorzitter merkt op dat eigenlijk niet op het adres
mag beschikt worden, aangezien het op ongezegeld papier
gesteld is.
De heer VisserMisschien zouden we een zelfstandig
adres kunnen inzenden.
De heer Van den Hoek zou daar tegen zijn.
De heer Visser acht het voortbestaan der bedreigde beet-
wortelsuikerindustrie ook voor Ter Neuzen van groote bc-
teekenis, bij haren ondergang zou ook onze gemeente veel
nadeel ondervinden.
De heer Van den Hoek wil het tegendeel niet beweren, doch
acht het geen zaak waarin een gemeentebestuur zelfstandig
kan requesteeren.
Besloten wordt aan het bestuur der cooperatieve fabriek
te berichten dat op het verzoek als zijnde op ongezegeld
papier gesteld niet kan worden beschikt, maar dat, zoo op
den steun van den Raad prijs wordt gesteld, ten spoedigste
een gezegeld verzoekschrift moet worden ingezonden. Wel
licht zou dit voor de zitting van a. s. Dinsdag nog kunnen
inkomen en er alsdan op beslist worden.
1* De Voorzitter doet mededeeling van een schrijven van
het hoofd van school D, waarbij deze er op wijst dat het
onderwijs in de nuttige handwerken voor meisjes aan zijne
school nog steeds wordt gegeven na schooltijd, waarop ook
destijds reeds door de betrokken onderwijzeres werd gewezen,
omdat zij daardoor meer uren dienst doet dan hare collega's
in de kom. Ook in verband met den toestand van het
onderwijs in de kom acht het hoofd van school D de bestaande
regeling ongewenscht en zou ook voor het bedoelde leervak
den schooltijd om half Vier zien beeindigd. Deze regeling
zou te verkrijgen zijn door het aanstellen eener onderwijzeres
uitsluitend belast met het onderwijs in de nuttige handwerken,
dan zouden de meisjes van alle klassen 3 uren per week
les in de handwerken kunnen krijgen, welk onderwijs dan
eerst tot zijn voile recht zou komen, wat nu door combineering
van klassen niet mogelijk is.
Ten andere zou dan de onderwijzeres der eerste klasse
niet genoodzaakt zijn 4 dagen per week hare klasse naar de
tweede te zenden, wat natuurlijk een geregelden gang van
zaken in den weg staat.
Burg, en Weth. hebben hierop een schrijven tot het hoofd
van school 1) gericht, waarin hem in verband met de voor-
genomen algeheele wijziging van het leerplan zijner school,
werd verzocht te trachten eene regeling te maken waardoor
het onderwijs in de handwerken met 1 Augustus zonder
buitengewone hulp, onder de gewone schooluren zou worden
gegeven en ons met die regeling in kennis te stellen.
Het hoofd van school D heeft hierop geantwoord dat dit
hem geheel onmogelijk is, tenzij de vier eerste schooldagen
der week de le en 2e klasse samen genomen worden, waar
door in eene klasse tweemaal per week 74 en ook tweemaal
57 kinderen in een lokaal moeten plaats vinden, wat met de
in deze dagen toch reeds hooge temperatuur, in de
lokalen ook niet aanbevelenswaardig is.
Buitendien kan dan van onderwijs geven totaal geen sprake
zijn, terwijl dit juist voor het eerste en tweede jaar van zoo
groote beteekenis is, omdat dan moet getracht worden het
fundament zoo goed mogelijk te leggen. Bij eene dergelijke
regeling zou het onderwijs geven ontaarden in een politie-
toezicht.
Het hoofd der school acht daarom dringend verandering
noodig, en kan dit niet wachten tot de door Burg, en Weth.
bedoelde nieuwe regeling wordt ingevoerd.
Na overweging der bezwaren moeten Burg, en Weth.
erkennen dat de toestand onhoudbaar is en verandering
behoeft. Voorzeker, zooveel kinderen in die toch al niet
groote lokalen bijeenbrengen is niet raadzaam. Het Dag.
Best, stelt daarom voor haar college te machtigen tijdelijk
eene onderwijzeres voor de handwerken aan te stellen en daar
voor f 100 's jaars als salaris disponibel testellen. Zij zullen
dan trachten te Sluiskil daarvoor iemand te krijgen en ver-
moeden dat de volontaire mej. Klots die functie wel zal
willen vervullen.
Z. h. s. aldus besloten.
in- De Voorzitter brengt in behandeling de instructs
voor den gemeentebouwmeester.
Op voorstel van den heer Van den Hoek wordt besloten
deze ter visie te leggen en later te behandelen.
n. Een adres van L. R. de Witte en andere bewoners
ven den Noordkant der Dykstraat, waarin adressanten ver-
zoeken het met onbegaanbare steenen, die den naam van
straatkeien niet mogen dragen, bestraate trottoir, van eene
betere best rating te voorzien.
Dit adres wordt, als zijnde pas ingekomen, naar Burg,
en Weth. gerenvoyeerd om ad vies.
2, Benoeming onderwijzer met verplichte akte Fratische taal.
Op de voordracht komen voor de heeren W. J. M. A.
Spitzen te Groningen, L. H. C. Fick te Nijmegen en P. J.
Simons te Bergen op Zoom.
De stemming heeft tot uitslag dat met 8 stemmen wordt
benoemd, om zoo spoedig mogelijk in dienst te treden W.
J. M. A. Spitzen.
Een briefje was bianco.
2, Benoeming vroedvrouw te Sluiskil.
Op de voordracht zijn geplaatst de dames A. Gorter te
Sprang, C. D. de Witte te Rotterdam en R. van Veen
Boonstra te Meppel.
Met algemeene stemmen wordt benoemd, om zoo spoedig
mogelijk in dienst te treden, mej. A. Gorter.
41. Vaststelling gemeente-rekening 1901.
De Voorzitter doet mededeeling van het volgende rapport,
uitgebracht door de commissie tot onderzoek der rekeningen
RAPPORT van de commissie belast met het nazien
der gemeenterekening over 1901, en van die
van andere administratieve licharaen over dat
dienstjaar.
GemeenterekeningDe commissie heeft geene bemerkingeu
op de rekening der gemeente en adviseert haar vast te stellen
op een bedrag in ontvangst van 71935,57 en in uitgaaf
op 73914,02$ sluitende met een nadeelig slot van 1978,45$.
Het nadeelig slot ontstaat voornamelijk door mindere opbrengst
van den hoofdelijken omslag 1083,01$. schoolgeld 425,39,
tooneelvoorstellingen 100, rijksbijdrage f 200.
Rekening Burgerlijk Armbestuur. Het onderzoek der rekening
van het Burgerlijk Armbestuur heeft tot geenerlei opmer
kingen geleid, waarom de commissie adviseert haar vast te
stellen in ontvangst op f 4902,60 met eene uitgaaf van
5025,43, sluitende met een nadeelig slot van 122,83.
Rekening BrandweerDe rekening van het bestuur der
brandweer heeft geene aanleiding tot opmerkingen gegeven,
en adviseert de commissie deze vast te stellen in ontvang op
f 493,94$ en in uitgaaf op f 492,90, sluitende met een goed
slot van f 1,04$.
Rekening Kamer van Koophandel. Bij het onderzoek van de
rekening der Kamer van Koophandel en Fabrieken adviseert
de commissie de rekening der Kamer in ontvangst en uitgaaf
vast te stellen op een bedrag van 144,80, waarin reeds is
begrepen een nadeelig slot ten bedrage van f 19,80 door de
gemeente aan de Kamer uitgekeerd.
Rekening grintweg Ter NeuzenHoek. De door de com
missie van beheer over den grintweg Ter NeuzenHoek
opgemaakte rekening gaf geen oorzaak tot bemerkingen waarom
geadviseerd wordt deze vast te stellen op een bedrag in
ontvang van 1210 en in uitgaaf tot eene som van 1309,70,
sluitende met een nadeelig slot van f 99,70.
A. VISSER.
L. DE KOEIJER.
A. C. N. GRENU.
Overeenkomstig het advies der commissie worden voor-
noemde rekeningen z. h. s. goedgekeurd.
5. Aanbieding gemeente-begrooting 1903.
De Voorzitter legt over de gemeente-begrooting voor 1903
op een eindcijfer van 66572,87, met een post voor onvoor-
ziene uitgaven van 404,92. Deze wordt ter visie gelegd.
f». Wijziging gemeente-begrooting 1902.
Van Ged. Staten is ingekomen eene kennisgeviDg dat overeen
komstig art. 26 der gezondheidswet op de begrooting voor
dit jaar als aandeel der gemeente in de kosten voor de ge-
zondheids-commissie moet worden uitgetrokken 142,82 en
op de begrooting voor 1903 het dubbele van dat bedrag.
Z. h. 8. wordt op voorstel van het Dag. Best, besloten op
de gemeente-begrooting voor 1902 den post voor den gezond-
heidsdienst met f 142,82 te verhoogen en de onvoorziene
uitgaven met dat bedrag te verminderen.