A 1 g e m e e n
Hieuws* en Adverteatieblad
Zeouwsch-VUaadBrea,
AAWDESTEilliMi.
root
Het vergrooten
No. 427 i
Zaterdag; 30 Augustus 1902
42e Jaargang.
P I BLICAT 11.
aanbesteden:
fetjilleton.
Gemengde berichten.
OPENBARE SCHOOL
ONSCHULDIG VEROORDEELD.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
ElBRSTE BIj-A-XX
in de Dorpstraat aldaar, met bij le
vering van Bouwstoffen.
ZUID'AFRIKA.
ENGELAND.
TER SEIZEKSCHE (MRAST.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Iranco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82*.
Men abonneert zich bjj alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor si ken regel meer f 0,10.
Bij direete opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt da yrjjr
slechts tweemaal berekead.
Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend.
Pit blad ver.ahtjnt Woen.d»g- en VriJJag.YD.id, ,l«Ke.unde»J ep Feertdagen, htj de Flrma 1». J. L*AlflP*'
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN,
Gelet op artikel 203 der gemeentewet
Brengen bij deze ter kennis ran de ingezetenen, dat de
Beqrootinu van de pteatselijkc inkomsten en uitgaven dezer
<remeente, voor het jaar 1903 op heden aan den Raad la
aangeboden, en, voor een tijdvak van veertien dagenvoor een
ieder ter lezing is nedergelegd op de Secretarie der gemeente,
alwaar tegen betaling der kosten, afschriften van dezelve
kunnen worden verkregen.
Ter Neuzen, den 28 Augustus 1902.
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. L. OOSTERHOFF. Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente CLINGE (ZEELAND), zullen op
Woensdag den 10 September 1902,
dee namiddags te 2 ure, in het gemeentehuis
DBR
Plaatselijke aanwijzing zal geschieden Dinsdag
2 September a. S., des namiddags te een uur.
Bestek en teekening zijn vanaf 18 dezer ver-
krijgbaar a 1,- per stel, bij den Secretaris
der gemeente. Verdere inlichtingen bij den archi
tect J. WISSE Jz. te Zaamslag.
Clinge, den 29 Augustus 1902.
D. VERCAUTEREN, Butgemeester.
R. DE LOZANNE, Secretaris.
Dat 't met de beweging voor schorsing van de
Kaapsche grondwet, liederlijk was toegegaan, ver-
moedde reeds terstond iedereen, die de in Zuid-
18)
ZESDE HOOEDSTUK.
Slechts enkele personen herinueren zicb deze ge-
schiedenis to Parijs, hoewel zij indertijd genoeg
opgang maakte en betrekkelijk slechts kort geleden
is. Maar eenerzijds is Parijs vergeetachtig, morgen
stelt het reeds geen belaug meer in zaken, waar-
niede het zich gisteren bezig hieldhet gaat ge-
makkelijker over van de eene gedachte op de andere
en denkt nooit lang achtereen over dezeifde zaak.
Anderzijds hebben wij gemeend, dat wij zooveel
mogelijk deze ware geschiedenis zoo moesten m-
kleeden, dat men de voornaamste personen, welke
er eene rol in spelen, iiiet roetstoots kan her-
kennen. Een gevoel van bescheidenhoid dwingt
ons aldus te handelen.
Gedureude acht dagen hield gelieel Parijs zich
bezig met de bovenvertelde geschiedenisde naam
van het slachtoffer, zijn hooge plaats in de maat-
schappij, zijn groot fortuin, de vreemdsoortigheid
van de misdaad, de persoon van deu bescbuldigde,
een droomer maar een geleerde, en ten slotte de
geruchten, welke in omloop waren omtreut de
schoonheid zijner dochter, dat alles werkte er toe
mede, om de nieuwsgierigheid op te wekken en
de belangslelling gaande te houden.
Een oogenblik vroeg men zich af, of men hier
niet te doen had met een staatkundig misdnjf.
De Russchen te Parijs herinnerden zich, welke een
rusteloezen strijd de prins voorheen gevoerd had
tegen de nihilisten, de bedreigingen welke hiervan
het gevolg geweest waren en zijn vertrek uit bint
Afrika gevolgde jingo'istische politiek kent. En
later volgde van dat vermoeden de bevestiging.
Thaus scbrijft de correspondent van de //Daily
News" te Kaapstad over het adres ten gunste
van de bedoelde schorsing, een adres dat van
duizenden handteekeningen was voorzien. Men
heeft een onderzoek naar die handteekeningen inge-
steld en de correspondent geeft nu eenige bezworen
verklaringen weer, waaruit blijkt, hoe er weer met
dat inzamelen van handteekeningen geknoeid is.
Waar is nu het geld weer vandaan gekomen
voor dit petitionnement vraagt de correspondent.
Het moet scbatten gekost hebben. Zijn het de
goudmagnaten van den Rand die betaald hebben,
of draagt het geheime fonds van de De Beers de
kosten Men zou zeggen, de laatste, want alge-
meen is het geveelen, dat de vrees voor belasting
van de diamantmijnen de groote drijfkracht van
de beweging is.
Over de bekende kafferkwestie (schaarschte aan
kafferwerklieden) licht de //Daily Tel.-corres-
pondent" te Johannesburg ons heden in. Niet
alleen zijn er veel te weinig kaffers voor de mijnen,
schrijft hij, maar die er werken zijn dan neg
onhandelbaar. De kafFer is vooreerst ontevreden,
dat hij niet meer het loon verdiend dat hij voor
den oorlog kreeg. Bovendien is hij door den oorlog
bedorven. De kaffer van 1902 is een ander wezeu
dan die van 1899. ,/Ik zou niet durven zeggen",
bekent de schrijver, ,/hoeveel inboorlingen er in het
Engelsche leger gebruikt zijn" (in Transvaal alleen
tusschen de 50,000 en 70,000, verklaarde Dr. on
Rennenkampff), en de Engelsche Tommie heeft den
kaffer heelenal bedorven.
Dat de Engelschen nog last zullen hebben
van bun wapenen der kaffers, lijdt nauwelijks
twijfel gaat deze schrijver voort. Jammer
magr voegen wij er aan toe dat ook de
Boer daar denkelijk last van zal krijgen.
De Boeren doen tegenwoordig, om te voorzien
in hun gebrek aan vee, ook moeite om vee in
Duitsch Zuidwest-Afrika te koepen. De Duitsche
regeering ziet dat met bezorgdheid, omdat de
kelonie nadeel zou kunnen ondervinden, als er
te veel vee aan onttrokken wor^t. Daarom zal
nu op den verkoop van rundvee, van overheids-
wege toezicht gehouden worden, vooral onder de
naturellen, die hun runderen licht van de hand doen.
Reuter seint uit DurbanEen groot aantal
Boeren-gevangenen komen hier terug en worden
Petersburg, waar zijn leven niet meer veilig was,
naar men vreesde. Maar de rechler van instructie,
belast met het onderzoek dezer zaak, wilde er niet
auders in zieu dan een gewone misdaad, een per-
soonlijke wraakneming en hij wilde er niet van
hooren, dat hier de staatkunde in het spel kon
zijn.
Hij kon niet auders handelen. Van den aan
vang af, na het verslag van den commissaris van
politie gelezen, en ter plaatse zelve een enderzoek
ingesteld te hebben, waar hij tal van nieuwe aan-
wijzingen meende te vinden, had hij geloofd aan
de schuld van Berard. Hij zocht geen andere
schuldigen, omdat hij volgens eer en geweten
overtuigd was, dat er geen andere konden zijn.
En toch verdedigde Jeanne Berard haar vader met
alle geestkracht, die in haar was, zooals zij be-
loofd had; zij verdedigde hem met geheel haar
hart, met al haar verstand. Zij werd meermalen
in verhoor genomen door deu rechter van inatructie,
die haar goedwillig toestond alle punten der be-
schuldiging een voor een te bestrijden. Maar uoch
haar welsprekendheid noch haar slimheid, hadden
den minsten invloed op een man, wiens oardeel
vaststond, en er zich tee bepaalde haar te bewon-
deren, zonder zich te laten inpakken.
In het oog van den offlcier van justitie en
later in dat van de rechters was Berard niets
anders dan feen lastig mensch in de maatschappij,
wien niets gelukt was, een soort van dreomer,
een zieke, verbitterd door het ongeluk en de
ellende. Dat zulk een man, in een oogenblik
van opgewondenheid, prins Lavisine vermoord
had, die voor hem den rijkdom en het geluk
vertegenwoordigde, verbaasde niemand. Men had
de zaak niet willen brengen op staatkundig
terrein, maar onwillekeurig bracht men haar over op
maatschappelijk terrein. Men weigerde om in
met bekwamen spoed naar het Noorden gezonden.
De gezinnen in de concentratie-kampen worden
ook bijeengebracht. Allerwege is men dankbaar
over het sluiten van den vrede. Onder de terug-
keerende gevangenen zijn er verscheidenen, die van
rebellie verdacht wordendezen zijn in hechtenis
genomen.
De /Times of Natal" heeft, naar een Engelsch
blad meldt, geueraal Botha voor zijn vertrek van
Kaapstad telegrafisch gevraagd of 't waar was, dat
hij zijn bezittingen in Vrijheid, dat Natalsch gebied
zal worden, gaat verkoopen en zich in Transvaal
vestigen. Generaal Botha antwoorddeHet is
juist; ik zal later mijn redenen openbaar maken.
Het Parijsche //Journal" bevatte dezer dagen een
verhaal, zoogenaamd van den eenigen journalist,
die er bij tegenwoordig was toen de drie generaals
te Southampton op de ^Nigeria" met Chamberlain,
Roberts en Kitchener spraken, als zou het onder-
houd zeer pijnlijk zijn geweest. Chamberlain werd
wit en witter, Roberts waarschuwde de geueraals, dat
zij een groote fout zouden begaan als zij de
de uitnoodiging tot de vlootschouwing niet aan-
namen, en was ten slotte zoo boos, dat hq geen
afscbeid van hen nam, enz. De ,/N. R. Ct."
verklaart nu het verhaal uit goede bron te kunnen
tegenspreken. Lord Roberts was Zendags, toen
de generaals den Koning bezochten, zeer beleefd,
en reisde met hen mee terug naar Londen.
Naar aanleiding van het bericht, waariu gezegd
werd dat het hoofddoel van de reis der Boeren-
geueraals naar EBgeland was, van de Engelsche
regeering aanmerkelijk veel meer geld voor de
Boeren te krijgen dan zij in de vredesvoorwaardeu
toegestaan heeft, en dat de generaals hun mede-
werking in Zuid-Afrika van de inwilliging van
die eischen afhankelijk zouden stellen, merkt
de //Daily Mail" in een hoofdartikel op, dat het
Engelsche volk al veel voor het Boerenvolk heeft
gedaan en nu niet geneigd is maer te doen en
daardoor zijn vijanden in een beteren toesland te
brengen dan zij voor den oorlog waren.
Uit Apeldoorn wordt aan de »N. Arnh. Ct.'
gemeld
Toen H. M. de Koningin Maandagmiddag van
Berard een nihilist te zien, maar maakte er een
soort van socialist van, des te gevaarlijker, omdat
hij geheel in het duister leefde, zender zich ooit
met anderen te bemoeien.
Tegelijkertijd was het oordeel van den open
baren beschuldiger, dat de wraak niet de eenige
beweegreden van den misdaad had kunnen zijn.
De dood van den prins redde Berard uit alle
onmiddellijke moeilijkheden, welke hem bedreigden.
Hij bleef in zijne woning, men zou zijn meubels
deD volgenden dag niet verkoopen, hij had den
tijd om zijn schuld af te doen en misschien zou
hij wel nooit behoeven te betaleu, als de erfgena-
men zicb medelijdend betoondes.
Een enkel persoon te Parijs bad alle reden,
om de zaak uit een ander oogpunt te beschouwen.
Dat was baron Merieux. Evenals de geheele
wereld, geloofde ook hij aan de schuld van Berard,
maar hij vroeg zich af, of de man niet de mede-
plichtige, het werktuig was, van de staatkundige
vijanden van den prins. Die gedachte hield hem
zelfs zoo bezig, dat hij er een bezoek om ging
maken bij prins Orsilof, die sedert eenigen tijd te
Parijs teruggekeerd was.
Welnu, wat had ik u voorspeld? zeide de prins
hem de hand toestekende. Die arme Lavisine
kon niet lang meer leven.
Het zijn staatkundige vijanden, die hem
vermoord hebben, nietwaar
Tk geloof 't niet, antwoordde Orsilof. Zij
zijn voorkomeu door dien Berard, die waarschijnlijk
tot wanhoop was gebracht door hardvochtigheid.
De prins was blijkbaar even onhandelbaar in zijn
eigen zaken, als in zijn ambtelijk leven. Zelden
heb ik een hardvochtiger, strenger man ontmoet,
die geen medelijden kende met anderen. Maar
wat kan 't u schelea door wien en waarom de
prins vermoord is gewerden Hij is dood en
een wandelrit op Het Loo terngkeerde, werd H-
M. door een buitengewoon talrijke menigte, meest
logeergasten, opgewacht en hartelijk toegejuicht.
Geheel tegen de gewoonte in bleef H. M. een
oogenblik op het hordes toeven, en hetgeen nog
ongewoner of eigenlijk geheel nieuw was, fluks
zag men H. M. een hand-camera te voorschijn
halen, waarmede zij met een ondeugend lachje
drie kiekjes van de opgetogen menigte nam.
Toen neigde de Koningin vriendelijk en begaf
zich naar Hare vertrekken.
Te Loosdninen werd Dinsdag een zekere S.
plotseling krankzinnig. De man had 25 jaar in
Amerika vertoefd en was nu eens overgekomen
om zijn broeder op te zoeken. Toen hij in den
namiddag zelfs getracht had dien broeder te ver-
drinken, wejrd hij op last van de overheid naar
het kraukzinnigengesticht //Bloemendaal" over-
gebracht.
Dinsdagavond had te Leiderdorp het volgende
ongeluk plaats.
De 14jarige schippersleerling F. v. K., uit de
St. Martha-Stichting te Aarlanderveen, varende
op eeu motorpakschuit, had het ongeluk te
struikelen en zonder dat iemand het merkte in
den Rijn te vallen.
De schipper miste zijn leerling spoedig, en
alle pogingen werden in het werk gesteld om
hem terug te vinden.
Toen de knaap, nadat ongeveer een half uur naar
hem gedregd was', werd opgehaald, bleken de levens-
geesten te zijn geweken.
Een 13jarige jongen, die geen plaatskaartje
had, is Maandag uit den trein aan de Weesper-
poort te Amsterdam door den stations-chef ver-
wijderd en daar hij een vreemdeling was en zonder
geld, aan de politie overgeleverd die bij navraag
te weten kwam dat hij zonder voorkennis zijner
superieuren van de militaire opleidingsschool te
Postdam was weggeloopen.
Tusschen Zwolle en Dalfsen wordt over de
Wetering (Almeloosch Kanaal) een nieuwe spoorbrug
gelegd ten behoeve van deH Noord-Ooster Locaal-
spoorweg.
Dinsdag zou men de oude ijzeren brug wegnemen.
Het gevaarte werd daartoe op een vaartuig neer-
gelaten. Bij dit werk geraakte de heibaas Bart
Bouwmeester, uit Zwolle, met een been beklemd
goed ook. De prinses is weduwe en binnen het
jaar of een weinig later kunt ge haar huwen.
- Gelooft ge dat het zoo gemakkelijk zal
gaan
Voor u, ja.
Wat weet gij daar van
Ik weet alles. Dank zij dien moord, ging
hij voort met zijn onveranderlijke koelbloedigheid,
staat de zaak waartoe wij ons verbonden hebben,
beter dan ooit. Ook heb ik het voornemen 't u
zoo gemakkelijk mogelijk te maken en morgen
zal ik een nieuw bedrag te uwer beschikking
stellen.
Hij groete den baron met de hand en nam van
hem afscheid.
In het paleis van justitie is sedert den morgen
de zaak van Berard in openbare behandeling.
Het is thans acht uur in den avond. De lampen,
vrij spaarzaam opgehangen in de groote ruimte,
verspreiden slechts een flauw licht in do zaal.
De lucht is zwaar, verstikkend, en geen wonder,
want de menigte slaat opeengepakt als haringeu
in een ton. Men is overal tusschen gedrongen met
de volharding, de vastberadenheid, welke zich
door niets laat afschrikken de menschen wilden
zien en hooren. Reeds sedert lang waren de plaat-
sen, welke opengehouden werden voor de getuigen
en enkele bevoorrechte personen, ingenomen door
het publiek. In de bank der advocaten en der
pers hebben zich vreemden gedrongen. Op de
verhooging acbter den president, achter de rech
ters, hebben wel vijftig personen een plaatsje weten
te veroveren. Verscbeidene dames, waaronder vele
Russinnen, staan in de voorste rijen.
(Wordt vervolgd).