Hieuws A1 g 3 a s e a en Advertentieblad 2eeuwsch*?laanderen. No. 4267. Donderdag; 21 Augustus 1902. 42e Jaargang. Yiering verjaardag R.M. de Koningin. Y 0 0 J ONVEILIGHEID VAARWATER7 FEUILLETON. ONSCHULDIG VEROORDEELD. Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binuen Ter Neuzen f 1,—Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82*. Men abonneert zich bjj alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. ADVEBTENTlEjf: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10, Bij directs opgaaf ran driemaal plaatsing derzelfde adrertenti* wordt da prijjs slechts tweemaal berekend. Qrootere letters irorden naar plaatsrnimte berekend. De schoolstrijd in Frankrijk. Lesneven, 18 Augustus. Een commissaris van politie, vergezeld door troepen en gendarmes, sommeerde hedenmorgen de iuwonendeu ran de school te Ploudaniel, om de denren te openen. Toen zij dit weigerden, trad een slotenmaker naar voren, maar deze werd ontvangen met emmers water en vuil. De boeren zongen onderwijl gods- dienstige liederen. Een luitenant van de gendarmes, de commissaris en een gendarm beproefden deu muur met een ladder te beklimmen, maar zij werden met stokslagen ontvangen en vielen van de sporten, bedekt met slijk en uitwerpselen. Sommige boeren wierpen met stroowisschen, die zij in petroleum gedrenkt en aangestoken hadden. Men zegt, dat versterkingen noodig zijn. Te Folgoet en St. Mein is het verzet ook emstig. Qaimper, 18 Augustus. Na twee uren is men met de uitzetting te St. Mein onder zeer groot verzet klaar gekomen. De commissaris vau politie werd licht gekwetst. Te Ploudaniel en Folgoet zijn de scholen tenslotte ook ontruimd. Komaan, antwoord ronduit, zeide de com missaris op dringenden toon. Dat lange treuzeleo beuadeelt u. Ik zal u op weg helpen. Betrof uw uitvinding niet een scheikundig meugsel, waar- van ik den naam hier zie, boven aan deze pagina's De panclastique, een woord, dat gevormd is uit twee Grieksche woorden, die beduidenbreekt tiles. Gij ziet 't zelf, zie bier. Berard vergat een oogenblik zijn toestand. De uitvinder kwarn bij hem boven. Ja, mijnheer, antwoordde hij, en er kwam meer leven in de stem, 't is een buitengewoou mengsel, dat ik gemaakt heb, door eene uitvinding, welke ik in den laatsten tijd deed. Het kan de weten- schap groote diensten bewijzeu om mijnen te doen springen, bergen te doorboren en alle hinder- nissen omver te werpen. Het uitzettend vermogen van deze stof is tienmaal zoo groot als van dyuamiet. Plolseling zweeg hij, verschrikt en sidderend over het geheele lichaam. Hij begreep, dat bij nieuwe wapens tegen ziehzelf gegeven had. De commissaris van politie zeide dan ook En ge blijft nog steeds bij uw ontkentenis Denk dan tocb eens na. Alles bevestigt dat gij, driftig, prikkelbaar als gij zijt, krankzinnig van drift, vast besloten om u op den prins te wreken, gebruik gemaakt hebt van uw nieuwe en ver- sobrikkelijke uitvinding. Keen neenneen riep Berard opnienw, Lesneven, 18 Augustus. In Folgoet kwamen drie commissarissen van politie, vergezeld van gendarmes en twee compagnien infanterie, om 11 uur aan. Toen de commissarissen hun som- maties hadden gedaan, werd de deur niet geopend. Geniesoldaten sloegen toen de deur in. De betos- gende menigte wierp de soldaten met water. Ver- scheidene soldaten ontviugen stokslagen. De zusters erden tenslotte om 2 uur uit bet gebouw gezet. Te Ploudaniel openden de dorpsbewoners de deur van de school. De zusters kwamen naar buiten en werden met het geroep van ,/Leve de vrijheid" ontvangen. Bij de opstootjes zijn twee gendarmes gekwetst. Te St. Mein werden de onderprefect en de commissaris ontvangen met het geroep van u Weg met het ministerie Aan de troepen werd bevel gegeven, zich in uitgebreide linie op te stellen. De commissaris ging naar de dear van de schftol en deed de sommaties. De boeren achter de bar ricades roerden zich echter niet. Toen de gen darmes oprukten had een gevecht plaats. De boeren sloegen met knuppels op de paarden los. De soldaten verbraken de versperring en de gen darmes trokken met de blanks sabel op de boeren los, die antwoorden met stokslagen. Aan beide kanten werden eenige mannen gewond. Van alle kanten werd met steenen gegooid. De onderpre fect werd door een steen licht aan het hoofd ge kwetst. Metselasrs, die door de menigte met nitwerpselen en steenen geworpen werden, maakten een bres in den muur van de school. De troepen liepen daarna storm en er volgde een hevig ge vecht, waarbij men soldaten van pijn hoorden schreeuwen. De schooldenr werd met bijlslagen ingeslagen. De commissarissen verzochten daarna de znsters om heen te gaan, Dezen gehoorzaamden en de zegels werden nu aan de deuren gehecht. Brest, 18 Augustus. Nadat de inwoners van St. Mein, de zegels, die door den commissaris van politie aan de school waren aangebracht, hadden verbroken, gingen zij naar de zusters en boden dezen aan, haar naar de school terug te brengen. De overste weigerde echter. Bij de uitvoering der Regeeringsbesluiten te Folgoet, Ploudaniel en St. Mein werden 12 mannen 10 jonge meisjes, 2 gendarmes, 2 soldaten en 1 commissaris van politie gekwetst. Naar de Maasbode uit goede bron meent te weten, is aan het Ministerie van Binnenlandsche vergetende dat zijn dochter hem kon hooren. Corbin naderde thans den commissaris. Mijnheer, zeide hij fluisterend, wenscht ge wellicht het papier ook eens in te zien, dat ik twee uur geleden uit het vuur gered heb Ik heb de stukken bijeengevoegd, misschien vindt ge er nog iets belangrijks in. Geef 't hier. Het was een kladje van een brief, geheel ge- schreven met de hand van Berard, zooals dadelijk bleek als men dit kladje naast de andere ge- schriflen, door hem geschreven, legde. Het vuur had enkele woorden onleesbaar gemaakt, maar 't was gemakkelijk ze in te vullen. De commissaris van politie kon vlot het volgende lezen „Ge hebt ongelijk mij niet meer te ontzien. Gij weet niet over welke macht ik beschik, welk een kracht de wetenschap ten mijnen dienste stelt. Als ik wilde, zou ik met een slag alle huizen welke gij bezit kunnen ver- nielen, in puin herscheppen, uw hotel en uw paleizen in Rusland. Al uw mijnen, die u millioenen opbrengen, zou ik kunnen vernieti- gen. O, gij moest rekemng houden met een man als ik, en mij niet als vijand behandelen." Ik begrijp dat gij het voornemen gehad hebt dit papier te verbranden, zeide de commissaris na den brief gelezen te hebben. Dit is orgetwijfeld het kladje van een brief die gij aan prins Lavi- sine geschreven hebt. Berard maakte een toestemmend gebaar. Hebt ge dien brief verzonden Ja, ongeveer twee maanden geleden. Uw schrijven bevatte due werkelijk de be- dreigingen waarop ge zinspeeldet in uw brief van Zaken, in verband met de te wijzigen Scboolwet, een ontwerp tot herzieoing van de Leerplichtwet in bewerking. De Boerengeneraals in Nederland. Dinsdagmorgen half tien is de Batavier 111 te Rotterdam aan de Boompjes aangekomen met de drie generaals Botha, De la Rey en De Wet. Eene overgroote menigte had zich reeds lang te voren aldaar verzameld om de dapperen een hartelijk welkom toe te roepen. Toen de boat aanlegde, werd door het geheele publiek het Transvaalsche Volkslied aangeheven, hetwelk door de generaals blootshoofds werd aangehoord, terwijl zij bij herhaling groeten toewuifden. Namens het Rotterdamsche gemeentebestnur sprak de heer Hndig de generaals toe. »Gij ziet hier" zeide spreker „voor u de vertegenwuordiging van het dagelijksch bestuur onzer gemeente, waaraan de burgemeester ontbreekt, die zeker tot zijn spijt afwezig is. Wij weten dat gij geen feestelijke ontvangst wenscht en dat gij, mannen van de daad, niet hondt van veel woorden. Wij komen u dan ook niet met rede- voeringen lastig vallen. Maar wat wij niet wilden nalaten, waartoe wij ons gedrongen gevoelden, is die voor de onafhankelijkheid van uw land hebt gestreden, met een moed en volharding, die niet alleen aan uw vrienden, maar ook aan hen die kort geleden nog awe vijanden waren, be- wondering afdwiugen, hartelijk welkom te heeten bij het betreden van den Nederlandscheu bodem." Generaal Botha deed nitkomen, dat hij en zijn collega's niet anders hadden gedaan dan hun plicht, door te strijden voor de vrijheid van hun volk. Niets is te goed geweest om voor dien strijd te worden opgeofferd, waar het gold een strijd voor vrijheid en recht. Hij daukte zeer hartelijk voor de goede ontvangst te Rotterdam, een ontvangst die zij niet hadden verwacht. Namens de Ned.-Zuid-Afrikaansche Yereeniging sprak de heer P. R. Mees. Hij zeide hoe diep Nederland heeft meegeleefd dat Nederlands sym- pathie aan de Boeren verzekerd blijft. Hij dankte hen voor hnnne komst in Rotterdam en verwel- komde hen als helden zonder vrees en zonder blaam, op wie wij trotsch zijn. Vervolgens bood hij de dames Botha, Ferreira en De la Rey ruikers aan. Generaal De Wet dankte voor de ontvangst van de zijde van Rotterdamen voor alles wat het Nederlandsche volk heeft gedaan. »Het is" zeide bij wons een dubbel genoegen te mogen heden, en ge deedt alsof ge verbaasd waart, dat de prins zich tegenover u streng getoond heeft dat hij u uit zijn huis wilde zetten. Integendeel hadt ge u moeten verbazen, dat hij mij toen ter tijd dezen brief niet ter hand gesteld heeft. Hij heeft uw bedreigingen met een minachtend schou- derophalen beantwoord, die minachting kostte hem het leven. Dit laatste bewijs is mij vol- doende, mijne overtuiging staat onomstootelijk vast. In het oogenblik toen hij die woorden sprak, werd een vau de deuren van het vertrek geopend en Jeanne Berard verscheen. Jeanue Berard verdiende haar bijnaam van „konin- gin der schoonheid". Groot van gestalte, geheel volwassen, breede borst, tlinke schonders, had zij al de schoone rondingen van een goed gebonwde vrouw, die tot volkomen ontwikkeling gekomen is. Alleen het hoofd, dat het schoone lichaam kroonde, zeide dat Jeanne nog slechts een jong meisje was een nieuwelinge in het leven, vol frissche jeugd en onschuld. Blonde lokken, waarover een goud- glans lag, omlijsten het gelaat, dat gewoonlijk een weinig bleek was, maar dat kleurdo bij de minste ontroering. Zij had een hoog voorhoofd een fijn gevormde neus, donkerblauwe oogen, een eenigszins droomerige blik, waarnit oneindige zachtheid straalde, en de schoonst gevormde lippen, zacht rood getint. Verschrikt wakker geworden, door het geraas der stemmen, verbaasd, verontrust, was zij snel uit haar bed gesprongeu. In de haast had zij een witte ochtendjapon omgeworpen en verscheen thans in de geopende deur. Hevig ontdaan, bij het zien van al die menschen, bleef zij blozend staan, blijkbaar op het punt om hooren dat wij op Nederlands sympathie ook mogen rekenen in de toekomst. Wij nemen dit aan en leggen het in onze harten weg." De heer Th. Nolen, uit naam van de afd. Rotter dam van het Nederlandsch Verbond, zeide„Met hartelijke genegenheid, maar ook met diepen eer- bied zijn wij vervuld als wij dat welkom toeroepen aan mannen als gij zijt. Uwe vrouwen eu kiuderen zijn mishandeld, bij duizenden omgekomen. Nog stondt gij pal voor uw edel beginsel. Uw huizen werden in brand gestoken, de oogst vernield, akkers verwoest, vrouwen en kinderen weggesleept. Gij hieldt vol. Wij gevoelen ons klein in tegenwoar- digheid van zoo groote mannen. Gij hebt aan de wereld getoond dat het nog mogelijk isdathooge beginselen leven. Uw worstelstrijd heeft aan de menschheid het geloof in het hoogere weergegeven. Heel Enropa heeft den langen tijd van 2 jaren van uur tot uur medegeleefd, gejubeld bij uw overwinningen, betreurd bij uw rampen, maar vooral hebben wij, Nederlanders, met u geleden. Uw rampen troffen ons als leden van een gezin. Hoe gaarne hadden wij u met gejuich en gejubel ingehaald, maar het heeft niet zoo mogen zijn. Wij verhengen ons dat gij ontkomen zijt. Moge heel Nederland zooveel in haar is medewerken om u ook op te heifen en tot voorspoed te brengen. Uw voorbeeld van volharding is niet nntteloos geweest. Wij willen a helpen in het vaste ver- trouwen dat eenmaal uw land weer tot bloei zal geraken, dat waarheid en rechtvaardigheid eenmaal zullen zegevieren. Ik heet u welkom in Neder land". Toen de Generaals het schip verlieten, ging er opnieuw een daverend gejuich op. Langs den weg, dien het gezelschap in rijtuigen aflegde naar het station, stond het overal zwart van menschen, die de Generaals aanhoudend toejuichten. Op vele plaatsen waren de vlaggen nitgestoken. In de voorhal van het spoorwegstation werd andermaal het Transvaalsche Volkslied gezongen, en het gejuich hield niet op dan toen de trein met de drie Generaals was weggereden. Halftwaalf kwam de trein aan het Hollandsch spoorstation te 's-Gravenhage aan. Eene overtalrijke menigte op het perron en het buitenplein begroette hen met niet eindigende bijvalsbetuigingen. Aan hunne coupe werden zij ontvangen door eene deputatie van de Zuid-Afrikaansche Vereeniging, waarna zij in de 1" klasse wachtkamer werden toege- sproken door generaal Egter van Wissekerke, die zijn leedwezen uitsprak dat geen waardiger ontvangst weder terug te keeren. Toen zij echter bemerkte, hoe bleek, bevend en ontdaan haar vader daar neerzat, lette zij niet meer op de vreemden, maar liep naar hem toe en greep zijn handen. Wat is er?.... Wat hebt ge?.... Wat gebeurt er? vroeg zij op levendigen toon. Hij antwoordde niet. Hij dorst niet. Hij kon niet. Toen wendde zij zich tot al die onbekenden. Maar ook dezen bewaarden het stilzwijgen. O, ik wil 't weten, ik wil't weteiiriep zij. In hetzelfde oogenblik verdween plotseling de uitdrukking van zachtmoedigheid, welke over haar gelaat verspreid lag. Haar oogen fonkelden, haar tanden schitterden tusschen de half geopendelippeu. Het jouge meisje verdween om plaats te maken voor de vrouw vol geestkracht, die wist wat zij wilde. De commissaris van politie ontroerde tegen wil en dank, onder den indruk van die overweldigende schoonheid. Hij wilde het meisje een niet al te wreeden slag toebreugen, maar aan den anderen kant brandde hij van verlangen, om zijn werk voort te zetten, en door de dochter hoopte hij den vader te leeren kennen. Hij eindigde met te zeggen Mejuffrouw, in deze wijk is heden een groot ongeluk voorgevallen, en in de hoedauigheid van commissaris van politie heb ik een onderzoek moeten instellen. Uw vader kon mij inlichtingen verstrekken eu ik heb mij tot hem vervoegd. Van welk ongeluk spreekt ge, mijnheer? Prins Lavisinie, eigenaar van het huis door u bewoond, die ge zeker wel bij naam znlt kennen, ia eenige uren geleden vermoord. (Wordt vervolgd). TER SEIIZEUfSCHE (01 RUT. nit l,lal TenahUai HaaDda«-, Woenadas- en VrljdasaToad, aliaeionderd op Feeatdagen, bij de Flrma R. J. ¥1* MIDM te Ta* Neaaca. De Burgemeester van TER NEUZEN, brengt ter kennis van de ingezetenen 1. dat blijkens missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken H.M~! de Koningin het verlangen heeft te kennen gegeven om de openbare feestviering van den verjaardag van Hare Majesteit, die ditmaal op een Zondag invalt, niet op dezen dag, maar op den daarop volgenden Maandag te doen plaats hebben; 2. dat de Minister er op wijst, ter bevordenng van een- parigheid en ter voorkoming van misverstand, dat de openbare eerbewijzen onder de feestviering begrepen zijn; 3. dat de Minister mededeelt dat nu uit dien hoofde geen parade of vlagvertoon zal plaats hebben, het gewenscht is dat ook het vlaggen van de publieke gebouwen niet op Zondag maar op Maandag plaats hebbe 4. dat om bovengemelde redenen de vlaggen op 31 Augustus a. s. niet van de openbare gebouwen in deze gemeente zullen worden nitgestoken, doch wel op den daaropvolgenden dag. Ter Neuzen, 20 Augustus 1902. De Burgemeester voornoemd, J. A. P. GEILL. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN brengt ter kennis van zeevarenden dat bij de gecombineerde oefeningen van zee- en landmacht, van 1823 dezer in de stalling van het Hollantlscli Biep en het Volkerak te houden, nn en dan losse schoten zullen worden gedaan nit geschut, opgesteld op de schepen, op de forten en hier en daar in tuMchenbatterijen. Ter Neuzen, 20 Augustus 1902. De Burgemeester voornoemd, j: A. P. GEILL.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1902 | | pagina 1