A1 g e a e e a
JTUuws* ea Ad?ertentieblad
Zeeuwsch-Vlaaaderst
HI N DERW E T.
HINDEHWET.
No. 4263.
Dinsdag; 12 Augustus 1902.
42e .laargang.
0 0 f
ONVElLIftHEID VAARWATEK.
FEUILLET0N.
ONSCHULDSG YEROORDEELD.
Binnenland.
ABONNEMENT:
f§
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
De Engelsche kroning.
ZUID-AFRIKA.
SEEZEKSCHE COIIRAST.
Per drie roaanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,S2J.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
A D IJTBlf TflJ!.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voot Aiken regel m««r 0,1
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing demlfrte adverton'-).* «r«rd£ d*
slechts tweemial berekend.
Grootere letters worden naar plaxtsruimte berekend.
OK blad venthljat VI»M.riri»«-, tV«en«da?- en VriJilagaTond, ■Itgezomlerd op Feeridasen, tolj de Flrma P. J. Vlff tm Vmr «w*».
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter kennis
van zeevarenilen dat ScliieVoereningeii zullen worden
gehouden
1«. op 19, 20, 21 en 22 Augustus a. s. en zoo noodig op
2S en 25 Augustus van Uet fort op de Harssens
2°. in het tijdvak van 19 tot 2? Augustus e.k. van de
forten >De Ruijter" en .Prins Erederik."
Omtrent de voorzorgsmaatregelen, die daarbij in acht zullen
worden genomen, kunnen belanghebbenden inlichtingen be-
komen ter secretarie der gemeente op de uren, waarop deze
is geopend.
Ter Neuzen, 9 Augustus 1902.
De Burgemeester voornoemd
P. MOES, L». B.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, gezien
de artt. 6 en 7 der Hinderwet (Staatsblad no. 222 van 1896),
maken bekend
dat op heden ter gemeente-secretarie ter visie is gelegd
ecu verzoek van Gebrorders TAZELAAR, winkeliers, wonende
te Ter Neuzen, om vergunuing tot het oprichten van eeue
bewaarplaals van buskrult en twee van
patrunen, in het perceel, staande in de Noordstraat alhier,
wijk C no. 9, kadastraal sectie C 1799, en dat op Maandag,
25 Augustus 1902, das namiddags van 3 tot 4 uren, ten
raadhuize dezer gemeente, gelegenheid zal worden gegeven
om tegen het maken dier inrichting bezwaren in te brengen
en deze mondeling of schriftelijk toe te lichten.
Ter Neuzen, 11 Augustus 1902.
Burgemeester en Wethonders voornoemd,
J. A P. GEILL, Burgemeester.
J. L OOSTERHOFF, Secretana.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, gezien
de artt. 6 en 7 der Ilinderwet (Staatsblad no. 222 van 1896.)
maken bekend
dat op heden ter gemeente-secretarie ter visie is gelegd
een verzoek van JAN HARTE, smid, wonende te Ter Nenzen,
om vergunning tot het oprichten eener grofsmrderij.
in het perceel, staande in de Korte Dijkstraat alhier, wijk
K 114, kadastraul sectie C 3482 en dat op Maandag 25
Augnstns 1902, des namiddag van 3 tot 4 uren, ten raadhuize
dexer gemeente, gelegenheid zal worden gegeven om tegen
het maken dier inrichting bezwaren in te brengen en deze
mondeling of schriftelijk toe te lichten.
Ter Neuzen, 11 Augustus 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgsmeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretaris.
Londen, 9 Aug. Hedenochtend te 4,86 deed
het gebulder der kanonnen de stad bij zonsopgang
daveren, als aankondiging van het begin van den
Kroningsdag. Koninklijke saluutschoten werdenge-
lost dcor 41 kanonnen van den Tower en door 21
10)
Welnu, dan durf ik zeggen, dat't uw.man is.
Gelooft ge dat
Zeker. Gij geeft zijn portrot. Maar er is
nog iets, dat a zekerheid kan versckafl'eu. Heeft
bij kinderen?
Ja, hij heeft een dochter.
Dan valt er niet tneer to twijfelen.
Dat is hoogst waarschijnlijk mijn Berard.
Weet ge ook, of hij op 't oogenblik te huis is
Om tien uur in den avond, ik zou 't tvel
denkenIk beb hera even over zevenen langs
aiea komen. Hij kwam te^ huis en ik ben er
zeker van, dat hij niet meer uit is gegaan.
Hij is misschien naar bed en dan ben ik
bang, hem laslig te vallen.
O neen, bij gaat uonit vroeg naar bed, zooals
men8chen van ons slag. Hij werkt altijd gedurende
den nacht.
Och kom, wat voert bij dan uit.
Wat hij uitvoert, wel, die vind ik grappig
Wat zou ik daarvan nu afweten 't Is zoovee
als een geleerde, heeft men mij verteid, een in-
genieur; een vroegere och, hoe noernen ze
dat ook weer, o ja, een vroegere leerliDg van de
school voor mijn-ingenieurs.
Ha zoo, van de mijnen
Ja. O, hij voert daar boven heel wat uit
kanonnen in Hyde Park. Een aantal gebouwen in
Westend waren gisteravond verlicht en een dichte
menigte verdrong zich in de straten de menigte ver-
zameld voor Buckingham Palace zong het volks-
lied. In weerwil van het koude weer brachten
een aantal lieden den nacht door op den weg
dien de stoet zal nemen.
Na het vertrek van den koninklijken stoet,
waarin de vreeasde gasten zich bevonden, en van
den stoet van den prins en de prinses van Wales,
verlieteD de Koning en de Koningin te elf uur
in de galakoets Buckingham Palace, te midden
van donderende hoera's der reusachtige menigte.
)e Majesteiten bogen glimlachend als dankbe-
tuiging. De Koning scheen zich in uitstekende
gezondheid te bevinden. De Majesteiten kwamen
te 11,25 in Westminster Abdij aan, onder salvo's,
canonschoten en gelni der klokken. Het weer
is gunstig.
Te 12 uur 21 minuten is de Koning gekroond.
De kroning werd verkondigd door artillerie-
salvo's in Hydepark en van den Tower.
De Koning heeft zich schitterend gehouden
gedurende de plechtigheid en het heeft hem niet
buitensporig vermoeid. Zijne Majesteit ziet er
goed uit en voelt zich wel.
Bij den kerkdieast beantwoordde de Koning
de gestelde vragen met een kloekestem, verstaanbaar
door de geheele kerk. Nadat de plechtigheid
der kroning volbracht was, stonden alle aanwe-
zigen op en zongen God save the King.
Tijdeus de kroning was de aartsbisschop van
Canterbury erg aangedaan. Zijn ontreering was
ten slotte zoo groot dat hij met moeite den
Koning den ring aandeed eu toen hij de kroon in
zijn bevende vingers had, kon hij slechts met
moeite het hoofd van den Koning bereiken.
De aartsbisschop was ook de eerste die neer-
cnielde, om zijn Souverein hulde te bewijzen.
Maar. de Koning moest hem de hand reiken om
hem te helpen opstaan, daar hij op het punt was
▼an in zwijm te vallen. Men moest hem daarna
lijna van den troon naar het altaar dragen, waar
zijn geesl.elijkheid hem oinringde. Dadelijk na den
aartsbisschop bewees de Prins van Wales zijn
vader hulde. Bij het heengaan, hield zijn vader
hem nog een oogenblik terug, omarmde hem en
drukte hem hartelijk de hand. Alle edellieden
raakten de kroon aan en kusteH den Koning op
de wang.
Een zee van eleetrisch licht bestraalde in de
Abdij al het gaud, de edelgesteenten en de schitte-
rende uniformeu en gewaden. Onbeweeglijk zat de
Koning op den troon van Eduard den Belijder,
terwijl het koor de vreugde-hymne aanstemde.
Hij doet allerlei proeven en in huis hier maakt
hij ons dikwijls bang.
Maakt hij u bang P
Ja, wij zijn bevreesd in de lucht te springen.
Yerbeeldt u eens, dezer dagen kwam hij in de
apotheek aan de overzijde houtgeest vragen.
Wat moet hij daarmede uitvoeren
Ja, hij wilde er mede mengen, och, hoe
heelte 't ook weer, zoo'n gekke naam. Ja, nou
ben ik er, nytroglyc^rine. Hij wilde dat goedje
daardoor minder gevaarlijk maken.
Wel, wel, daar hoor ik van op. Ja, nu
ben ik overtuigd, dat 't mijn man is. Ik kan er
mij niet in vergissen. Ik durf nu wel naar boven
gaan. Op de tweede verdieping, rechts, niet waar
Ik dank u zeer, juffrouw.
Hij keerde naar den brigadier terug en beval
hem een rijtuig te halen en er mede te wachten
voor de deur. Iedereen, die trachtte te vluchten
moest hij arresteeren. En daarop ging hij op zijn
dooie gemak, alsof er niet de minste kans bestond,
dat de zaak zou misloopen, naar het kleine binneu
pleintje en hij beklom de trap, welke naar de
woning van Berard voerde.
Op de tweede verdieping gekomen, ging hij naar
de dear rechts en schelde. Eenige seconden ver
liepen, er naderde iemand en men opende.
Mijuheer Berard? vroeg hij met een beleefden
groet.
Om u te dienen. Wat verlangt ge van mij
Ik moet u spreken over een zaak van groot
belang. Ik vraag u verschooning zoo laat te
komeu, maar over dag heb ik 'l zeer druk.
Lord Salisbury was, wegens een lichte onge-
gteldheid niet onder de pairs in de kerk.
Otn 6 minuten over tweeen verlieten de Koning
en de Koningin de Abdij om naar het paleis
terug te keeren, door een opgewondeu menschen-
massa toegejuicht.
De geestdrift van de menigte bij het paleis na
den terugkeer des Konings was zoo groot, dat
beiden, de Koningin en de Koning zich op het
balcon van het paleis begaven. Daarop barstte
opnieuw de geestdrift voor den Koning los.
De illuminatie is prachtig, vooral het gebouw
van de Engelsche Bank, de beurs en Mansion
House in de cityen de groote clubgebouwen
der aristocratic en ook de militaire clubs in het
West-End, waar bovendien talrijke heerenhuizen
de strateu overstroomen met een zee van licht
ook de andere huizen in de hoofdstraten zijn bijna
alle geillumineerd, al zijn ze niet alle zoo schitterend.
Verscheiden winkels geven een heerlijk schouwspel
te zien. De straten zijn opgepakt met entelbare
drommen volk, die steeds luidruchtiger worden.
let weer is fraai, maar dreigend.
Zwaar schijnt het noodlot op de Afrikaander
voormannen te rusten. Kruger zag zijn levenswerk
ten ondergaaD, toen hij machteloos werd om er
verder aan te bouwen Steyn, die Zuid-Afrika in
ziju nieuwe toekomst leiden zou, ligt zwaar ziek
en nu Lukas Meijer. Hij, die lijdende was aan
een hartkwaal, heeft de .jvermoeienissen van den
oorlog doorstaan. En toen hij dan eiudelijk rust
nemen kon, en hij naar Karlsbad gaan zon om
daar genezing te zoeken, is hij plotseling gestorven
nog voor hij zijn doel had bereikt.
Te Brussel, waar hij pas iu stilte was aange-
komen met zijn dochter en zijn nog jonge tweede
vrouw, met wie hij pas weer vereenigd was, heeft
hem een hartkwaal getrofl'en, op zijn 54 jaar.
Meijer was, als Botha, progressist, tegenstauder
van de staatkunde van Kruger, eu ook met Dr.
Mansvelt's onderwijsplannen, die met de Neder-
landsche taal de Engelsche zooveel mogelijk wilde
verdringen, ging hij niet mee. Daarom heeft men
hem wel eens uitgemaakt voor een pjingo", doch
blijkbaar met onrecht. Immers tot op het laatste
is hij zijn land trouw gebleven, en hij heeft zich
verre gehouden van trieste figuren als Piet de
Wet en Celliers, de menschen van de wNationale
Verkenners."
Met Botha had Meijer voor den oorlog zijn
district, vroeger een afzonderlijke republiek
onder zijn presidentschap, die zich later bij Traus-
vaal heeft gevoegd in den Eersteu Volksraad
van Transvaal, waarvan hij voorzitter was.
In deu oorlog van 1881 was Meijer hij Ingogo
door een granaat aan het hoofd gewond, teoge7olge
waarvan hij 42 dagen bewusieloos bleef.
Hij heeft, in den afgeloopen oorlog, de vijande-
lijkheden geopend met zijn Snellen in»al in Natal
en den aanval op het kamp van generaal Symons
te Dundee, die daarbij sneuvelde. Meijer had
zijn plannen goed ontworpen, maar ze misiukten
door de onbekwaamheid van generasl Erasmus,
zoodat den vijand alleen gevoelig verlies kon
worden toegebracht, maar hem niet den terugweg
kon worden afgesaeden. Meijer had zelf het ge-
vecht geleid, maar viel daarna uitgeput van zijn
paard, en was toen ziek.
Tegen den raad van zijn dokter keerde hij
daarna naar het oorlogsveld terug, maar is daar
nooit meer sterk op den voorgrond getreden. In
den laatsten tijd heeft hij gewerkt in het oosten
en zuid-oosten van Transvaal.
Lukas Meijer was een mooie, hooge gestalte.
Vrijdagavond omstreeks 6 unr kreeg president
Kruger bericht van het overlijden.
Hij droeg onmiddellijk zijn particulieren secre
taris, den heer Bredell, op, te Brussel aan de
wednwe de deelneming van den president te
betuigen. De heer Bredell vertrok onmiddellijk.
Zaterdagochtend heeft de heer Fischer zich naar
Brnssel begeven.
Kom binnen, mijuheer, zeide Berard. Maar,
ging hij voort met gedempte stem, ik zou u zeer
dankbaar zijn, als ge zoo min mogelijk leven woudt
maken, mijne dochter was een weinig vermoeid
en is zeer vroeg ter ruste gegaan. Ik geloof dat
zij slaapt.
Wees gerust mijnheer, antwoordde Corbin
glimlachend, ik ben gewoon om te loopen, zonder
dat men mij hoort.
Berard ging hem voor naar een kleine kamer,
die blijkbaar voor alles gebruikt werd. Op het
oogenblik heerschte er de grootste wanorde. Overal
verspreid op tafels en stoeien, lagen kleeren, boeken
en papieren.
Men achijnt plan te hebben om te gaan
vethuizen zeide de iospecteur tot zich zelf. Hij
ging er van door dat is duidelijk. Ik kom juist
bijtijds.
Toch scheen Berard volstrekt niet ougerust te
zijn. Hij was blijkbaar slechts nieuwsgierig om
te hooren wat men van hem wilde hebben. De
voorwerpen, die op een ouden leuningstoel lagen,
wierp hij op den grond en bood dezen zijn gast
aan. Hij zelf bleef staan, tegen den schoorsteen
geleund. Met eeu oogopslag zag de geoefende
politiebeambte, dat in den haard eenige papieren
lagen, welke er blijkbaar even te voren waren in-
geworpen, want ze waren nog niet aangetast door
het vuur, dat onder de asch smeulde. Berard
vroeg eiudelijk
Gij komt ongetwijfeld om mij te spreken
over mijn uieuwe uitvinding?
Neen, mijnheer, antwoordde Corbin altijd
In de Militiewet 1901 komt niet meer de
bepaling voor, dat een ingelijfde bij de militie
niet mag huwen zonder toestemming van den
Minister van Oorlog.
Natuurlijk bleef't echter de vraag, of de milicien,
door geen toestemming te vragen, zich niet schuldig
maakte aan overtreding van art. 22 van het
Reglement van Krijgstucht.
Door den Minister is nu echter bepaald, dat,
nu na de invoering der nieuwe wet in het leger
geen rekening wordt gehouden met den huwelijken
staat van een milicien, derhalvs vooi^de inge-
lijfden bij de militie, die zich in werkelijken dienst
bevinden, geen toestemming van eenige militaire
autoriteit meer wordt vereischt.
Legeruitbreiding. Het voornemen bestaat,
niet alleen in 1903, maar ook in de beide vol-
gende jaren het wapen der infanterie telkens met
een regiment te vermeerderen. Elk regiment zal
dan in tijd van vrede bestaau nit vier bataljons,
waaruit in oorlogst.ijd zes bataljons zullen worden
gevormd. De onderscheidiDg in veld- en vesting-
bataljons zal worden opgeheven.
even beleefd, hoewel ik erkennen moet zeer veel
belang te stellen in uw uitvindingen. Wij kunnen
er echter later op terugkomeu. Voor het oogenblik
wensch ik u te sprekeu over Prins Lavisine.
Prins Lavisine riep Berard, niet in staat
om een beweging van verwonderingteonderdrukken,
Juist, over den prins. Hebt ge hem in dan
loop van den dag niet geschreven P
Ja, en wat zou dat
Hij heeft eerst een ongnnstig antwoord ge
geven op uw schrijven, thans heeft hij zich
echter bedacht.
Heeft hij zich bedachtDat is onmogelijk.
Waarom Gelooft ge, dat hij zich niet meer
kan bedenken
Neen, dat niet, maar.
Ga voort, wat bedoelt ge
Niets. Ik luister naar u.
Hij stemt er iu toe u te zien en uw be
zwaren aan te hooren. Als ge slechts zoo goed
wit zijn, mij te volgen.
Hedenavond nog, reeds zoo laat Neen,
ik laat mijn dochter met alleen. De buurt is
daartoe niet veilig geuoeg.
Vindt ge dat? Weluu, beklaag u dan bij
de commissaris van politie. Ik zal u bij hem
brengen als ge het goed vindt. Hij wacht u.
Wacht hij mij
Ja, en daar ik nogal haast heb, zal ik u
zeggen waarom hij u wacht.
Berard keek zijn bezoeker met open mond aan.
(Wordt vervolgd).