A 1 g e m a s n Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Ylaaaderea. No. 4254. Dinsdag 22 Juli 1902. E M EI HT_E_B A 3. 42e Jaargan$. NAT10NALE M1L1TIE. HINDER WET. Openbare Vergadering FETJILLET0N. ONSCHULDIG VEROORDEELD. Binnenland. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. Kamer van Koophandel en Fabrieken te Ter Neuzen. ZUID-AFRIKA. ENGELAND. ONRUST IN VOOR-INDIE. VENEZUELA. TER VEI7iE\S('HK (THRAVT. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,—Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32$. Men abonneert zich bjj alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVEBTEJiViEX; Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken rage, meet f 0,) ft, Bij direct® opgaaf van driemaal plaatsing derxelfde advsrtey..* wojrdt d« prjjs slechts tveemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend. Bit bla<t rentkitat jHaandax-, Woenadaa- en Vrijdasavoad, nllgeioBderd np Feeatdasen, bij de Flrma 1*. f, 4 Alt Of* lAVIkl t« ?er Keitu^ De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt beKend, datOpenbare Vergaderinf den Gemeenteraad 24 Juni titnS, Ter Neuzen, den 21 g ran is belegd tegen llnnderilag den des voormiddags te 10 ure. Juli 1902. De Burgeraeester voornoemd, J. A. P. GEILL. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN, gelast JAN K K U IJ 8 8 E, milicien-verlofganger der gemeente Axel, van de lichting 1897, behoorende tot bet korps Genietroepen, zich op den SO juli 10058, de« uatniddags vddr vier ure, te bevinden bij zijn korps te Utrecht voorzien van zijn verlofpas en van al de voorwerpen van kleeding en uitrusting door hem, bij vertrek met groot verlof mede geuomen, teneinde in wer- kelijken dienst te worden gesteld, wordende hem onder het oog gebracht dat de verlofganger, die in gebreke blijft op den bepaalden dag onder de wapenen te komen bij zijne latere opkomst langer in dienst zal worden gehonden en dat volgens art. 183 der militiewet 1901, hij, die niet aan de oproepiug voldoct, als deserteur zal worden behandeld. Alvorens naar Utrecht te vertrekken, zal hij zich behooren aan te melden by den ondergeteekende. Ter Nenzen, den 19 Juli 1902. De Burgemeester voornoemd, J. A. P. GEILL. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, gezien de artt. 6 en 7 der hinderwet (Staatsblad no. 222 van 1896,) maken bekend dat op heden ter aemeente-secretarie ter visie is gelegd een verzoek van ABRAHAM MOENS, slachter, wonende te Ter Neuzen om vergunning tot het oprichten eener sluclilerij in het perceel, staande in de nieuw aangelegde atraat achter de Kerkhotlaan, wijk no. 5ld, kadastraal seetie D 370 en dat op Maandag Augustus 1902, des namiddaga van 3 tot 4 uren, ten raadhuize dezer gemeente, gelegenheid zal worden gegeven om tegen bet maken dier inriehting liezwaren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk toe te lichten. Ter Nenzen, 21 Juli 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. J. L. OOSTERHOFF, Secretaris. op Dinsdug den 22 Jnli 1902, namiddsg 7 uur. De Voorzitter, J. A. VAN ROMPU. De Secretaris, H. J. VOOREN. i) EERSTE HOOFDSTUK. Prills Orsilof laat vragen, of mijnheer hem een oogenblik kan ontvangen. Prins OrsilofVergist ge u niet Neen, mijnheer. Ik heb't zeer goed verstaan. Weluu, vraag dan, of hij zoo goed wil zijn boven te komen. Eenige seconden verliepen en daarop opende de kamerbediende van barou Karel Merieux de deur, om toegang te verleenen aan een man van onge- veer veertig jaar, met een trotsch gelaat en hoog opgerichte gestalte. Hij trad binnen, met een lichten hoofdknik den eeibiedigen groet van den heer Merieux beant- woordend en nam plaats op den stoel, dien deze hem aanwees. Een eenigszins scherpe blik op den baron werpend, begon hij dadelijk Ik heb ongetwijfeld niet de e»r, mijnheer, bij u bekend te zijn. Vergeef me, prins, maar ik ken u zeer goed altijd van naarn en gezicht, zooals de meeste Parijzenaars, die in de wereld verkeeren. Welnu, mijnheer, ik heb de eer u beter te kennen. Ik ken u door en door en weet in alle opzichten, wat, voor een man ge zijt. Werkelijk luidde bet eenigszins op verbaas- den toon gegeveD antwoord. Werkelijk, 't is zoo. En als ge het rnij wilt toestaan, zal ik u bewijzen, wat ik beweer. Geweldige massa's goederen worden tegen- woordig dagelijks in Zuid-Afrika aan land gezet, en haast geweldiger dan de aangebrachte bezen- dingen, is de concurrence, die de Amerikaansche stoomvaartmaatscbappijen met elkaar voeren, om maar 't vervoer aan zich te trekken. Ja, de vrachteu-oorlog is zoo hevig, dat een vervoerprijs van zes gulden per ton (1000 KG.) wordt be rekend, wat geen winst meer geeft. Des ondanks gaan de maatschappijen voort met maar stoom- booten uit te zeuden. Ze weten wel als ze uu niet mee doen, tellen ze oak later, in voordeeliger tijden, niet meer mee. Zijn dan eenmaal de goederen in Kaapstad of elders aan land gezet, dan beginnen eerst recht de rampen van 't vervoer. Zoo moet, de Amerikaansche consul-generaal te Kaapstad de vorige week aan de regeering te Washington seinen, dat de doorvoer naar het binnenland op de grootste moeilijkheden stuit, doordat alle spoorlijnen gebrek aan personeel hebben. Dientengevolge moeten groote bezen- dingen overal blijven liggen, terwijl bederfelijke waar natuurlijk vergaat. Ds consul-generaal be- veelt daartegen aan, depots voor Amerikaansche goederen in de havens op te richten, onder be- heer van agenten, die de goederen dan te ge- legener tijd moeten opzenden. Volgens een Reuter-telegram uit Kaapstad is de censuur op de telegrammen lhans ginds afgeschaft, met uitzondering van die op perstelegrammen. En Reuter's berichtgever te Aliwal-Noord seint, dat de resident-commissaris in Basoetoland ver- klaard heeft, dat de geruchten over woelingen in dat land ongegrond zijn, en dat bij de zaak van het opperhoofd Joel, waarmee voor 't oogenblik geen verwikkelingen samenhangen, zelf ter hand heeft genomen. Uitgewekenen trekken thans iederen dag de rivier over, om met hun kudden naar de Oranje- rivier-kolonie terug te keeren. Het woord voerende te Fulham, heeft Balfour verklaard, dat Engeland ten deele verrast, ten deele verontwaardigd is geweest overde meeningen van het vaste land over het Engelsche volk en het Engelsche leger. Hij hoopte dat deze pole- mieken nooit meer zauden herleven, en dat zij, die de Engelschen hebben beschuldigd, moedwil- lig een vrij volk te hebben aaugevallen, in de toekomst zullen gewaar worden, wat de Engelsche Als u dat genoegen doet, prins, zie ik niet de minste reden, waarom ge het niet zoudt doen. Hij schoof zijn stoel iets dichter naar dien van den bezoeker, om deze daardoor gelegenheid te geven, zachter te sprekeu. Zeer nieuwsgierig, misschien een weinig ongerust, echter volslagen onverschillighe:d voorwendeude, lnisterde hij met de grootste oplettendheid. Mijnheer, begon de prins niet minder be- daard, gij zijt even dertig jaar, en in uw wereldsch Parijs, waar zooveel personen er jaren van hun leven voor zouden geven om van zich te doen spreken en in de mode te zijn, zijt gij een man, die algemeen bekend is. Baron Merieux glimlachte koel zonder te ant- woorden. Gij zijt uw naam niet enkel verschuldigd aan de weelde, waarmede ge u omringt en in de wereld beweegt, ging de prins voort, maar gij zijt hem ook verschuldigd aan enkele karaktertrekken welke u gelegenheid geven, bijzonder op den voor- grond te tredeu. Uw vrieuden in de societeit achteu u als een aangenaam speler, een goed ruiter, een uitmuntend schermer, als iemand, die gaarne een ander uit den nood belpt, terwijl uw zedelijkheids- gevoel nog al rekbaar is. De vrouwen zijn vol lof over u. Baron Merieux meende nogmaals te moeten glimlachen, maar sprak geen woord. Zonder op dien glimlach te letten, altijd op even drogen toon, als een waarheidlievend gescbied- kuudige, die zich bepaalt de feiten te vermelden zonder te oordeelen, die vertelt en niet den mim sten hartstocht in zijn verhaal legt, ging prins Orsilof voort denkbeelden van vrijheid, zelfregeering en zuiver- heid van bestuur kunnen doen om Zuid-Afrika te maken tot een herhaling der vrije instellingen van Engeland. De spreker hoopte, dat wij ons bevinden op den drempel van een langdarig tijdvak van international welgezindheid. Hij verwachtte dat de Engelschen in de toekomst hunne goede betrekkingen met de volken van het vasteland zullen vermeerderen en versterken. Dank zij- de persooulijkheid en de staatkunde van Chamberlain, is er nooit een tijd geweest, waarin de knloniale betrekkingen zooveel redeD tot te- vredenheid gaven. Ten opzichte van de koloniale conferentie zeide hij, dat zelfs indien de beraad- slagingen geen nadrukkelijke oversenstemming mochten geven, de uitslag enkel zou kunnen zijn een nauwer toehalen van de banden tusschen de deelen des rijks. Bericbteu uit Voor-Indie maken melding van schermutselingen, welke de Britsche troepen de laatste dageu hebben moeten leveren tegen Afghaansche stammen, die de grens wilden over- trekken, schsrmutselingen van vrij ernstigen aard en waarbij tal van dooden en gewonden vielen. In verband hiermee moeten de Engelsche bladen, met name de Daily Mail," zij het ook met spijt betuigen, dat de betrekkingen tusschen de re- geeringen van Voor-Indie en den nieuweu Emir verre van bevredigend kunnen geuoemd worden. In plaats van, evenals zijn vader, Abdoerrahman, een verklaard vriend zich te betoonen van Enge land, is Habboellah meer Rusland genegea en dit is de laatste maanden herhaaldelijk zoo duide- lijk aan het licbt gekomen, dat de Regeering te Ltnden alle mogelijke moeite deed om die inci- denten voor de buitenwereld geheim te houden. Met het oog op den oorlog in Zuid-Afrika was de regeering daartoe wel gedwongen. Eenigen tijd geleden werd het Noorsche stoom- schip Jotun door een Venezolaansch oorlogsscbip beschoten, ea de kapitein van de Noorsche boot werd daarbij gedeod. Het Zweedsch-Noorsche ministerie van buitenlandschs zaken gaf daarna aan de consnlaten te Georgetown en Caracas de opdracht, nadere inlichtingen over het geval te verzamelen; het bleek toen dat de Jotun ge dwongen was geworden, opstandelingen naar Bolivar over te brengen, en dat de regeering dat te weten was gekomenvandaar de beschieting. De herinneringen welke gij bij velen hebt achtergelaten, waren van zulk een aangenamen aard, dat zij u betreuren eu beweenen. Mijnheer, viel baron Merieux den verteller in de rede, zonder dat zijn stem echter blijk gaf van ontroering, die herinnering is mij onaange- naam. Ge zult mij verplichten er verder niet over te spreken. Het zij zooIk wilde slechts bet feit vermelden, dat genoeg bekend is, om de persoons- beschrijving te volmaken. Het schijnt, dat ge in gezelschap van vrouwen iets over u hebt, dat u steeds harten doet veroreren en men gelooft gaarne aan uw beloften. Men overdrijft, prins, door zoo te spreken, zeide de heer Merieux zijn knevel opstrijkend. Neen mijnheer, ik verkondig uw lot niet, omdat ik er pleizier in heb, dat eens te doen. Ik spreek eenvoudig de waarheid, omdat ik miju redenen daarvoor heb. Welke redenen? Heb nog even geduld. Hij zweeg een oogenblik, haalde een cigaretten- koker te voorschijn, stak een cigarette op en ging vervolgens voort op denzelfden kouden toon Maar terwijl uw geluk bij de vrouwen steeds stijgende was, is uw fortuin zeer verminderd, zelfs zoo, dat er niets meer overgebleven is. Een ander dan gij zou tot zichzelf zeggen Op mijn leeftijd, met mijn uitmuntende gezondheid en goeden naam in de wereld, wil ik mijn fortuin herstellen en rijker worden dan ooit voorheen. Gij zegt 't echter niet, want daarvoor zoudt ge moeten werken en werklnst ontbreekt a ten eenen male. Tot nog toe hebt ge slechts geleefd om De regeering te Stockholm heeft thans aan de regeering te Washington verzocht, de NooAche en Zweedsche handelsvaartnigen in de wateren van Venezuela onder haar bescherming te nemen, en de Amerikaansche regeering zal aan dat ver zoek gehoor geven, met de opmerking echter dat het geval met de Jotum van dien aard is dat zij moeilijk tnsschenbeide kan komen. Door de Regeering is thans bij de Kamer ter wettelijke bekrachtiging ingezonden de overeen- komst betreffende de suiker, op 5 Maart 1902 te Brussel gesloten tusschen Nederland, Duitschlaud, Oostenrijk-Hongarije, Belgie, Spanje, Frankrijk, Groot-Brittannie, Italie en Zweden. De strekking der overeenkomst is de volgende. De toegetreden mogendheden verbinden zich, alle directe en indirecte premien op de produotie en den uitvoer van suiker af te schaifen en geen premien gedurende den dour der conventie in te voeren. Tot dat einde zullen de suikerfabriekea, raflinaderijen en inrichtingen tot ontsuikering van melasse worden onderworpen am het stelsel van entrepot onder onafgebroken ambtelijk toezicht, waardoor de gelegenheid zal worden afgesneden om, door onbelastbare orerponden of door heime- lijke uitslagen, indirecte of verborgen premien te maken. Om de premie, voortvloeiende uit kartel- winsten, te beteugelen zal de snrtaxe, waaronder is te verstaan het verschil tusschen het invo -rrecht op buitenlandsche en de belasting op binnenlaudsche suiker, binnen enge grenzen worden beperkt. Van suiker, berkemstig uit landen die premien verleenen, zullen compensatoire rechten worden geheven. De coDtracteerende partijen behcuden zelfs de bevoegdheid, den invoer van zulke suikers, ieder op zijn gebied, geheel te verbieden. Spanje, Italie en Zweden zijn van de voormelde verplichtingea ontheven, zoolang zij geen suiker uitvoeren. De suikers uit de contracteereude landen en hun kolonien en bezittingen zullen wederkeerig tot het laagste invoerrecht worden toegelaten. Rietsniker en beetwortelsuiker zullen aan hetzelfde invoerrecht worden onderworpen. Bepalingen zullen worden gemaakt omtrent den doorvoer van suiker, om te voorkomen dat ge- premieerde suiker, doorgevoerd over een con- tracteerend land, in het land van bestemming de voordeelen der conventie geniete. Terwijl de conventie in 't algemeen van toe- passing zal zijn op de kolonien eu bezittingen der contracteerende laudeD, zijn in dit opzicht bij het slot-protokol uitzonderiugsbepaliugen gemaakt voor die van Nederland en Groot-Brittannie. Deze zullen, mits zij voor hnn suiker geen premien verleenen, alle voordeelen der conventie genieten, maar vrijgesteld zijn van de verplichtingen tot het werken in entrepot en het heffen van compen satoire rechten. Een permanente international® commissie zal zetelen te Brussel, om voor de naleving van de conventie te waken. te beminnen en bemind te worden. Dat is de eenige bezigheid, welke ge kent, en ge wenscht geen andere. Werken is uw zaak niet, en om uw fortuin te herstellen, uw schulden te betaleu en naar uw smaak te leven, zooals ge altijd ge leefd hebt, zult ge uw toevlucht tot iets anders moeten nemen. Tot wat dan Tot een plan, om het zoo te noemen, dat ons in staat zou stellen, om tusschen ons beiden de sem van 50 millioen gulden te deelen. Baron Merieux had tot nu toe met meer ver- baziug en nieuwsgierigheid dan belangstelling naar prins Orsilof geluisterd. Hij verwonderde er zich over, hem zoo goed iogelicht le vinden omtrent zijn toestand en vroeg zich af, met welk duel die vreemdeling, die trotsche, Russische edelman, zich zooveel moeite gegeven had om hem te bestudeeren en te leeren kennen. Maar die woorden50 millioen om tusschen ons beiden te deelen, uitgesproken door een man, die voor hoogst ernstig doorging, wekte zijn belangstelling plotseling in de hoogste mate. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1902 | | pagina 1