Kaukasische Hoovers.
Mongelwerk.
Een vreeselijke ziekte.
De kroniek van pen Romeinsch blad heeft
((ii nieuw beroep ontdekt, dat buiten Rome nog
•weinig uitoefenaars telt. Het is nl. de ,/vliegen-
vsnger" die uit vuilnis hoopen en dergelijke
plaatsen rotte vrnchten verzameld. De vliegen
door dit aas gelokt, vangt hij met de hand en
hij verkoopt ze aan vogelliefhebbers, die ze als
lekkernij aan de zangvogels toedienen. Op ge-
noemde wijze verschaft de vliegenvanger zich een
daggeldje.
In een restaurant te Parijs zaten Maandag
j. 1. een 12tal baliekluivers, naar Franschen aard
met luider stemme te twisten. De twist verliep
ten slotte in een slaaude ruzie, zoodat de politie
moest tusschenbeiden komen. De vechtenden waren
spoedig gescheiden, doch op het ontruimde slag-
veld, te midden van tallooze gebroken glazen etc.,
vond men twee ooren en een stuk van een
neus
Omtrent den moord op den generaal-in
specteur van politie van het vilajet Kossovo
(Turkije) Derwisch Bey, door den polite-ambte-
naar Ibrahim Bey, meldfc .men het volgende
Ibrahim Bey is een algemeen geacht en bemind
man, die blijkbaar in een vlaag van vervolgings-
waanzin verkeerde toen hi] de misdaad bedreef.
Des voormiddags begaf hp zich naar het
Russische consulaat en smeekte den consul om
bescherming tegen zijn gewaande vervolgers.
Zijn superieuren en collega's stonden hem naar
't leven, zeide hij, maar bewijzen voor de waar-
heid van deze woorden kon hij niet bijbrengen.
De consul trachtte den opgewonden man ge-
rust te stellen met de verzekering dat hij zou
zorgen, dat hem geen leed geschiedde. Ibrahim
antwoordde hierop //Dood mij liever, dan dat
u mij uit uw huis laat gaanik kan deze
woning niet levend verlaten."
Hierop nam de consul, die Ibrahim niet in zyn
huis een asyl kon geven en den man toch niet
met geweld op straat wilde zetten, zijn toevlucht
tot den generaal-inspecteur en verzocht dezen
bij hem te komen. Deze voldeed terstond aan
dit verzoek en nadat hem de zaak was uitgelegd
trachtte hij, met Ibrahim alleen gelaten, dezen
tot andere gedachten te brengen. Doch eens-
klaps hoorden de consul en de heeren, die zich
hij dezen bevonden, drie schoten.
Zij snelden naar de plaats, waar deze waren
gelost, en vonden den inspecteur zwaar gewond
op den grond liggen. Ibrahim hield de revolver
nog in de hand en wilde ook op de consul
vuren, doch ijlde een seconde later naar den
tuin, waar hij zijn wapen in de lucht afschoot.
Op straat werd de arme man door politiebe-
ambten gevat.
Aspirant erfgenamen gezocht voor f 360,000.
De Britsche vice-consul te Los Angles vraagt
inlichtingen over de bloedverwanten van een heer
die d»ar gestorven is, en 30,000 pond naliet.
De man had echter om een of andere reden zijn
identiteit verborgen trachten te houdeu zoodat
men niet veel meer weet dan dat hij zich Charles
Hill noemde, dat hij van Engelsche afkomst was
en een hotelhouder was geweest.
De vorige week is door inbraak een diefstal
van 120,000 francs in goudstukken ten nadeele
van een hulpkantoor der Bank van Frankrijk,
gepleegd. De dieven zijn in den kelder gedrongen
door de zware ljzeren stamen van het venster,
dat op een tuin uitkomt, los te breken. Daar
de agent van de Bank niet alle dagen in den
kelder komt,, werd de diefstal eerst eenige dagen
na de ontvreemding ontdekt. Het bleek toen
dat de bankbiljetten en het goud die in de kasten
lagen, nog aanwezig waren, maar dat 6 zakken
elk met 20,000 francs aan goud waren verdwenen.
De weduwe van den onlangs overleden portier en
haar 18jarige zoon zijn als verdachten aange-
houden.
De rechtbank te Marseille heeft de vorige
week een nooit voorgekomen geschil over de
wettelijke verzekering tegen ongelukken bij werk-
liedeu te beslissen gehad. Tijdens de werkstaking
onder de havenarbeiders aldaar was de meester-
knecht van een aannemer gewond door een persoon
dien hij gewe.gerd had voor zijn patroon aan te
werven. De meesterknecnt overleed aan de wonden
en de dader werd tot zware straf veroordeeld.
De patroon weigerde echter de uitkeering van een
lijfrente aan de weduwe en een minderjarig kind,
op grond dat de ongevallenwet niet voor dergelijke
gevallen is gemaakt. De rechtbank heeft echter
anders beslist. Zij overwoog, dat volgens de
rechtspraak in de schrijvers daden van geweld
tusschen werkliedcn of tusschen deze en opzichters
wel degelijk vallen onder de ongevallen door de
wet bedoeld, mits de verwondingen of het gepleegd
misdrijf rechtstreekts in verband staan met het
werk dat den verwonde was opgedragen.
Hieronder valt niet enkel wat tusschen werkgever
en werkman als de taak van den werkman uit-
drukkelijk is overeengekomen, maar ook de bij-
komstige werkzaamheden die voor de vervulling
van de taak dienen en erin rechtstreeksch verband
rnede staan. In dit geval nu waren de wonden
toegebracht bij en tijdens de vervulling van zijn
taak door den verwonde.
Het gold daarom hier een beroepsongeluk,
•verband houdend met de gevaren van het beroep
dat de gewonde uitoefende, en voortgekomen uit
het bindend contract tusschen patroon en werk-
nemer.
Daarom werd de vordering der weduwe toege-
wezen.
Een huwelijksmakelaar te Munchen had van
een persoon, wien hij een vrouw bezorgd had,
tot betaling der bewezen diensten, een wissel
ontvangen, welke onbetaald bleef. De vordering
uit dezen wissel bestreed die persoon op grond
dat de schuldoorzaak in strijd zou zijn met de
goede zeden. De rechtbank heeft echter geoor-
deeld, dat het nieuw Burgerlijk Wetboek het
verleenen van tusschenkomst bij een huwelijk en
zulks voor geld, geenszins als ongeoorloofd be-
schouwd, en wees daarom de vordering van den
makelaar toe.
Een twaalfjarig meisje te Lienen in West-
falen heeft kort na elkander twee aan hare zorgen
toevertrouwde kinderen verdronken. In de gevan-
genis te Tecklenburg bekende de jeugdige moor-
denares, dat zij onlangs het 2jarig zoontje van
een familie, waar zij in dienst was in een vijver
had geworpen om het kind te laten verdrinken
en voor enkele dagen had zij op dezelfde wijze
nog een kind van die familie, een wicht van 21
weken, van het leven beroofd.
In beide gevallen maakten zij den ouders wijs
dat hun kinderen een ,/ongeluk" was overkomen.
Het meisje is ouderloos en opgevoed in een weeshuis.
Uit Martinique worden nu allerlei bijzonder-
heden bekend betreffende de vreeselijke ramp,
waardoor Saint Pierre verwoest is.
Zoo deelt de directeur der telefoon te Fort de
France mede, dat hij op den ochtend van de
uitbarsting tegen 8 uur in gesprek was met den
ambtenaar te St. Pierre. Deze bracht toen
het bericht dat de toestand ondragelijk begon
te worden dat de stad in zwarte wolken gehuld
was en het zoo donker was als 's nachts en men
de lampen had moeten aansteken. Ieder vreesde
dat er een ramp op handen was Men kon
nauwelijks meer adcmhalen. De directeur reikte
toen het toestel aan een zijner beamten over, om zelf
wat hij gehoord had, aan den gouvemeur te
melden. Maar hij was nog niet aan de trap,
of de beambte riep hem terug met den uitroep,
dat hij geen antwoord meer kreeg. De collega
van St. Pierre had eerst een paar halve woorden
gesproken, met een stem als van iemand die
geworgd wordt. Daarop werd een knetterend geluid
aan het toestel gehoord, toen kreeg de beambte
een schok in zijn oor en daarna werd alles
doodstil
Tegelijkertijd werkte ook de telegraaf. De be
ambte van dat kantoor in de bedreigde stad,
seinde dat de menschen belachelijk angstig waren
en dat er geen reden was voor sidderen en beven.
Men moest alles van de vroolijke zijde bekijken
En toen stond het toestel plotseling stil
In Amerika wordt ook geducht ten strijde
getrokken tegen de tuberculose, maar, zooals met
zooveel dingen het geval is, men gaat daar op
sommige plaatsen over tot radicale maatregelen
waarvoor de overheid hier (gelukkig) niet te viuden
is. Zoo werden in het plaatsje Liberty in Sulli
van, achtereenvolgens 20 tuberculeuzen, die niet
in die plaats woonden, aangehouden en veroordeeld
tot 25 dollars boete, omdat zij op den openbaren
weg gespuwd hadden. Te Rockland wordt iedere
hotelhouder bedreigd met een boete van 50 dollars
als hij teringlijders in zijn hotel opneemt. Dat
is nog wel in een oord dat juist om zijn zacht
klimaat door longlijders zeer gezocht was als her-
stellingsoord
Dat zijn natuurlijk uitzonderingen, maar naar
vermeld wordt, moeten er ook ernstige maatregelen
zijn genomen bij de voornaamste havens van de
Vereenigde Staten ter keuring van de aangekomen
passagiers. Alle personen die bij aankomst blijken
te lijden aan longtering worden op kosten der
stoombootmaatschappij weer naar de plaats van
vertrek teruggestuurd.
En toch leven we nu in de 20e eeuw
Een luitenant van het llle reg. infanterie,
in garnizoen te Draguignan in Frankrijk, begaf
zich den 27en Maart jl. naar de zaal waar zijn
kapitein onderofficieren van het regiment een
examen afnam. Hij liep op den kapitein af en
gaf dezen plotseling een oorvijg, omdat hij on-
rechtvaardig gestraft was, naar hij zei. De
luitenant werd onmiddellijk aangehouden, en een
instruetie tegen hem geopend. Toen bleek, dat
de kapitein hem nooit Sestraft noch beleedigd
had, maar dat de luitenant in een vlaag van
zinsverbijstering, gevolg van een zenuwachtigen
en opbruisenden aard, gepaard aan een ziekte die
zijn verantwoordelijkheid uagenoeg geheel beperkte,
zijn chef had geslagen.
Ondauks dit rapport van den militairen dokter
en een uitnemende verdediging, veroordeelde de
krijgsraad den ongelukkige tot 5 jaar gevangenis-
straf en ontslag uit den dienst
Te Rijckevorsel, aan de grens, zijn door
Belgische douane-beambten twee wagens turfstrooi-
sel aangehouden, waaronder zij 150 Kg. tabak en
en 22,000 sigaren verborgen vonden. Paarden,
wagens en lading zijn verbeurd verklaard. De
begeleiders hadden, alles in den steek latende,de
vlucht genomen.
In Tjflis werd voor korten tijd de Kaukasische
struikroover Lordkipanidse opgehangen.
Hij was een vorst, al was het dan ook maar
een Kaukasische vorst, een //knjas". Deze Gru-
sische, Tartarische en Tscherkesaische vorsten ge-
nieten in Rusland geen bijzonder hoog aauzien,
hoewel zij dikwijls uit zeer oude geslachten
stammen.
Het gestreng optreden der Russische regeering
tegen de vorstelijke roovers of roofachtige vorsten,
heeft nog steeds niet het gewenschte doel bereikt,
want het rooverswezen woekert in de Kaukasus-
lauden nog steeds voort.
Hoe voordeelig dit vak kan zijn, dit kunuen de
bankiers te Bakoe, Tides en Bakoem getuigeu.
Warn onder de Kaukasische roovers vindt men
voorzichtige lieden, die hun vermogen in betrouw-
bare reiitedrageude papieren beleggen, en deze den
banken ter bewaring geven. In den laalsten tijd
streven zij er vooral naar de zegeningen der be-
schaving deelachtig te worden. Voor de gemeen-
schap met de rnannen der belasting bedienen zij
zich van de post. Geweren en munitie krijgen
zij door de gewone verveermiddelen, en papieren
van waarde, die zij aan reizigers bebben ontnomeu,
verkoopen zij bij de banken enz.
Het is hun ook lang niet onverschillig wat de
pers van hen en hun daden zegt. De Armenische
Grusische en Russische dagblad-redacties ontvangen
niet zelden berichten en mededeelingeu van de
bandieten.
Een bekende karaktertrek van de Kaukasische
struikroovers is hun beleefdheid. Menschen, die
met hen te doen gehad bebben, prijzen hun goede
manieren. De bandieten vermijden ieder onnoodig
schot, ja ieder rumoer, en hun voorraad aan
scheldwoorden is vermoedelijk zeer klein. In
ieder geval versmaden zij het, er gebruik van te
maken. Een ooggetuige schetste onlangs in het
officieele Russische, te Tiflis verschijnende blad
niKawkas" Kaukasische struikroovers bij den arbeid.
z/Zij handelen, zonder zich te haasteD," schrijft
hij. //Kalm en ongegeneerd, juist zooals een
douanebeambte, die de bagage van een reiziger
aan de grens nazietOnder de roovers heerscht
een voorbeeldelooze orde. Alle door hen aange
houden rijtuigen werden op een rij geplaatst, en
streng op de rij af nagezien, en konden daarna
verder rijdeu.
In een ander blad vertelde een uitgeplunderde
reizigster De hoofdmau der bende gedroeg zich
als Fra Diavola in de opera. //Uw wagen is heden
de 37"," zeide hij, terwijl hij mij galant hielp
uit den wagen te stijgen Natuurlijk moest ik
afscheid nemen van mijn horloge en mijn beurs.
Toen hij echter hoorde, dat mijn man staatsraad
was, sprak hij mij steeds met //Uwe Excellentie"
aan, en maakte zijn verontschuldiging over het
oponthoud, dat hij mij veroorzaakte. lntustcheu
kwamen steeds nieuwe wagens aangereden. De
aanvoerder der rooverbende beval zijn mannen de
kinderen niet angstig te maken geen rumoer te
maken en verbood hun te gaan vechten. Ten
slotte liet hij alle dames suikergoed en vruchten
geven
Men ziet, deze Transkaukasische Fra Diavola
is een beminnelijk man met fijne manieren.
In sommige streken van den Kaukasus ont
vangen de roovers jaarlijks van de fabrikanten
en industrieelen bepaalde sommen. Wie deze
belasting aan de roovers opbreDgt, dien laten zij
met vrede. Zoo betalen bijna alle visscherijbe-
zitters in het gouvernement Bakoe een belasting
aan de briganten, en sedert jaren is geen dezer
prompte belastingbetalers door hen lastig ge
vallen. Des te grooter opzien baarde een ouge-
wone gebeurtenis, die aldaar onlaDgs voorkwam.
Op 19 Mei verschenen des nachts drie gewapende
lieden voor het huis van den visscherijbezitter
Okunew, en riepen den broeder van den eigenaar,
die juist aanwezig was, naar buiten. Ieder der
roovers had twee geweren bij zich. Toen de heer
Okunew naar buiten trad, richtten zich drie ge-
weeiloopen op hem en de bandieten eischten geld
van hem. Hij had intusschen niets bij zich in
het kantoor vonden de roovers ook geen duit, en
daarom moesten de ondergeschikten van Okunew
met hunne zakeh van waarde en spaarpenningeu
voor den dag komen. Een vrouw, die prachtige
gouden oorringen droeg, werd uitgenoodigd die
af te geven. Daarna dwongen zij den heer Okunew
zijn rijtuig in te spannen en met heD naar de
naastbijzij ride visscherij te rijden. Dit geschiedde.
Voor het huis van den eigenaar, den heer Ter-
Stepanow, aangekomen, namen de roovers het
huis van alle zijden naukeurig op. Uit een
venster kwam licht. Een gezelschap heeren was
daar bezig met kaartspelen. De roovers ontlastten
de spelers van hun ringen en horloges en kregen
bovendien nog 800 roebel. De spelers wilden
ongemerkt eenige honderd roebel-biljetten onder
de speeltafel werpen, maar geen hunner geringste
bewegingen ontging aan het scherpziend oog der
roovers en de spelers moesten alle biljetten weder
bijeenzamelen en afgeven. Van hier reden de
bandieten naar een derde, aan Okunew behoorende
visscherij, waarvan de chef echter tegen ver-
wachting geen geld bezat. Zij namen toen den
chef mede en lieten den heer Okunew slechts
vrij, nadat hij beloofd had, zijn chef uit de ge-
vangenisschap los te koopen. De roovers dreigden
hun gevangene te zullen dooden, indien hun het
losgeid niet werd toegezonden.
Den volgenden dag zond Okunew den bandieten
door een zijner arbeiders 200 roebel. Zij vonden
de som te geiing, en lieten weliswaar den chef
vrij, maar hieldcn den bode en zijn rijtuig met
paarden bij zich.
De Russische politie staat machteloos tegenover
deze vagebondcn. Het is ook zeer moeilijk de
roovers in het gebergte te vinden ente achtervolgen.
Het was op een soireetje bij de Hakkebrok's.
Het gesprek kwam van een engagement lang-
zamerhand op gevaarlijke ziekten. Dat ging
zoo eenvoudig mogelijk.
Mevrouw Melker, de echtgenoote van een
koopman in vlas, vertelde, dat een verdieping
boven haar den avond te voren een engage-
mentspartij was gevierd.
Dat gaf mevrouw Dolker, Van Dolker Co.
in ricinus-olie, aanleiding zich uit te laten over
huishoudelijke zorgen.
Mevrouw Langdorp, vrouw eens handelaars
in levertraan, bracht het gesprek van huishou
delijke zorgen in het algemeen op kinderen in
het bizonder.
Niets was natuurlijker, dan dat dit onderhoud
overging op het inmaken van vruchten, wat
mevrouw Hakkebrok op loffelijke wijze bezorgde.
Bij dit chapiter gaf mevrouw Klaverman,
in kaas (ven gros"), den raad, de flesschen bij
het inmaken niet in enkel water af te koken,
maar er hooi in te doen.
Dit hooi was oorzaak, dat ook de heeren
zich in het gesprek mengden. De tot dusver
aangeroerde onderwerpen hadden niet vermocht,
hun belangstelling in te boezemen, maar het
woord //hooi" zette hun hersenendadelijkinkoorts-
achtige actie.
Mijnheer Langdorp sprak van den hooioogst
van dit jaar.
Mijnheer Melker gaf de schuld van de slechte
resultaten er van aan den aanhoudenden regen.
Mijnheer Dolker haastte zich, een klaaglied
aan te heffen over den boozen invloed van den
regen ook op de gezondheid der menschen, wat
mynheer Hakkebrok, in koloniale waren, be-
krachtigde met verwijzing naar het geweldig
optreden der influenza.
Deze zelfde influenza nu was de brug tot
de zich daaraan vastknoopende conversatie over
gevaarlijke ziekten.
Langs dezen niet heel gewonen, maar buiten-
gewoon korten weg dus kwam men op het
genoemde onderwerp.
Nu, meende mijnheer Klaverman, met
de meeste ziekten valt niet te spotten, maar
er zijn er ook, waarbij lachen en huilen bijna
naast elkaar liggen. Ik voornamelijk kan daar-
over meepraten.
Hoe zoo dan In welk opzicht Vertel
eens drong het geheele gezelschap onmiddellijk
aan, En mijnheer Klaverman zag geen anderen
uitweg, dan zijn verhaal ten beste te geven
Ik woonde destijds in de Leverstraat, begon
hij, en was juist op het punt mij voor de waschkom
te plaatsen, om mijn corpus de gewone reiniging
ten deel te laten worden. Toen ik mijn mouwen
opstroopte, bemerkte ik plotseling op den linker-
onderarm een zwarte vlek, ter grootte van een
gulden ongeveer, die ik daar vroeger nooit
gezien had. De vlek was niet direct en gelijk-
m a tig zwartzij was veeleer gemarmerd. Langs
de randen liepen donkere spiralen door lichtere
gedeelten en in het midden een punt, zoo groot
als een erwt, zonder bepaalde kleur, waarin
alle kleuren schemerden. Blauw en groen,
donkerbruin en vuil-geel. Ik was verstijft van
schrik. Ik ben anders zoo niet en maak me
niet gauw ongerust, maar bij zulk een verschijn-
sel, waarvan ik mij den oorsprong niet kon
verklaren, werd het mij wat angstig te moede.
Wat zou dat kunnen zijn
Het eerst wat ik deed, was mjjn vrouw roepen
en haar mijn stukje ongeluk laten zien. Zij
toonde eerst grooten lust, er van in onmacht
te vallen. toen ik haar dien lust echter had
benomen, stamelde zij met volkomen gebroken
stem, dat ik naar tante Mathilde moest gaan,
die wist raad voor alles
En zoo ging ik naar tante Mathilde. Den
arm had ik zorgvuldig in watten gehuld, een
driedubbel linnen verband daarover gewikkeld
en mijn jas maar los om de schouders gehangen,
om de wonde-plek toch vooral niet te drukken.
Tante Mathilde bekeek de vlek zeer nauwkeurig
met haren blauwen bril van alle kanten.
Daarop meende zij, dat het een opstopping van
bloed was, die door bloedzuigers verwijderd
moest worden. Dus liet ik mij deze wonder-
lieftallige zuigdiertjes op de plaats in quaestie
leggen. De operatie deed vreeselijke pijn, ik
verloor enorm veel bloed, maarhet hielp
niet.
Onder hevige pijnen bracht ik den nacht
door. 's Morgens werd ik wakker met een
opgezwollen arm.
Ik kreeg dien dag bezoek van mijn vriend
Groener. Ik klaagde hem mijn nood en hij
gaf mij den raad gebrande uien, zoo heet moge
lijk, op de zieke plek te leggen. De operatie
deed vreeselijke pijn, maar het hielp niehi.
Op raad van verdere vrienden en derzelver