A1 g e a e e a
ITieuws* sa Admteatieblad
voor
2aeuwscli*71aand«rea.
No. 4238.
Onderwijzer
Bekendmaking.
Zaterdag 14 Juni 1902.
42e Jaargang.
PPBLICATIB.
ERNE ARME YERYOLGDE.
Engeland en Transvaal.
iBONNEMENT:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
ZElJDi&STIEl BLJLJD.
FEUILLKTON.
KEIIZE9SCHE C0UBA9T.
Per drie maaaden binnen Ter Neuzen f 1,~. Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,82$.
Men abonueert zich by alle Boekhandel&ars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
iDTlETlSTIlS:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directs opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adrertestia wordt de art
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend,
Ult blftd rensfaljnt 54m»nil»«-, Woendag- en Vrljdaaavand, altgexoaderd op Feeitdagen, bij de Fltma 1*. J. VAW 11K to Toe leaiea.
Burgemeester en Wethouders van
TER NEUZEN roepen op, sollicitanten
naar de betrekking van
bij het openbaar lager onderwijs in die gemeente.
De aauvangsjaarwedde bedraagt bij minder dan
Sjarigen diensttijd 500,— met 4 vijfjaarlijksche
verhoogingen van f 50,tot 20 jaren dienst.
Het voornemen bestaat, behoudens hoogere
goedkeuring, de periodieke vijfjaarlijksche ver
hoogingen te veranderen in vierjaarlijksche.
Voor bet bezit der akten, vermeld onder art. 2,
1, m, n, p, r en rb>« der wet op het lager onder
wijs wordt, wanneer het onderwijs daarin verplicht
is, voor de eerste akte 100,— en voorieder der
volgende 75,boven de gewone jaarwedde
genoten.
Gehuwde, of gehuwd geweest zijnde 28jarige
ouderwijzers genieten 60,— vergoeding voor
huishuur in de kom, en f 50,daarbuiten.
De stukkeu kunnen tot en met 29 Juni 1902
franco bij den Burgemeester worden ingezonden.
Ter Neuzen, den 11 Jnni 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GE1LL, Burgemeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken
bekend dat de alphabetische naamlijst van de in dit jaar
ingeschrevenen voor de Schuttery ter inzage van een ieder
zal liggen op de secretarie dier gemeente van Maandag 16
tot Donderdag 26 dezer en dat de loting voor de Schutterij
zal plaats hebben ten Raadhuize op Vrijdag 27 dezer, des
namiddags te S nren.
Ter Nenzen, 13 Juni 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester
J. L. OOSTERHOFF, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen dezer
gemeente dat tnsschen den lti en 31en Juni 10O3,
binnen deze gemeente de jaarlijksche collecte zal plaats
hebben, ten behoeve van het Fonds tot aanmoediging en
ondersteuning van den Gewapenden Dienst in de Nederlanden,
welk Fonds nitsluitend strekt tot ondersteuning van al de
Blanche's gelaat verried haren augst, toch zeide
zij met voorgewende kalmte
Onmogelijk.
Hier is het bewijs, zijn handschrift,
hernam Townsend. Hij heeft gelegenheid gevonden
hier in huis te komen. De gekeele inrichting er
van kent hij tot in de minste bijzonderheden, ook
de geheime gang. Hij heeft ons bcspied en ten
slotte al onze plannen verijdeld.
Hij kan alleen door die geheime gang van
het laboratorium zijn binnengekomen, zeide Blanche,
stel dadelijk een onderzoek in, wellicht vindt gij
hem nog.
Neen, neen. Wij kunnen ons niet langer
ophouden. De politie is waarschijnlijk reeds van
alles onderricht. Laat ons vluchten met het geld
en de juweelen, die wij in ons bezit hebben, v66r
bet te laat is en men ons arresteert.
Hij greep haar driftig bij den arm om zoo
spoedig mogelijk naar het rijtuig te gaan.
Doch hij deinsde onzet terug, toen een vrouwlijke
gestalte de kamer binnentrad.
Het is reeds te laat, sprak de hinnentredende
De politie is gewaarschuwd, eindelijk zullen a
uw snoode plannen aan het licht komen.
Doodsbleek en sprakeloos stonden beiden de
onverwachte bezoekster aan te staren.
Want het was Myrtle Blake
XXVIII.
Zjj had de deur achter zich gesloten, en na-
verminkten in eenigerlei strijd. waaronder ook die in Nt r-
/atu/t Overzeescbe Kolonien of Bezittingen, en noodigeu taVts-
dien een ieder uit, om door eene milde bijdrage, dat Fonds
tot vervulling van het edele doel van deszelfs bestemming,
te belpen in staat stellen.
Ter Neuzen, den 13 Juni 1902.
Burgemee ter en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretaris.
Te Pretoria is een proclamatie uitgevaardigd,
aardoor herroepen wordt het besluit van den
Volksraad der Zuid-Afrikaansche Republiek, waar-
door de netto-winst van de goadmynen belast
wordt met 5 pCt. Daarvoor komt nu in de plaats
een belasting van 10 pCt. op de netto-opbrengst
verkregen uit claims, mijnpachten en anderen
goudhoudenden groud in Transvaal. Als netto-
opbrengst wordt aangemerkt de waarde van het
verkregen goud, met vermindering van de bedrijfs-
losten en van sommen, toegestaan voor de uil-
putting van het kapitaal overeenkomstig de in
de proclamatie opgenomen bepalingen.
Men is thans bezig met het wegnemen van de
prikkeldraad-versperriugen tusschen de blokhuizen.
let draad zal door de militaire autoriteiten aan
de Boeren worden verkocht, die er de afsluitingen
van hun hoeveu mee herstellen kunnen, zoo wordt
uit Bloemfontein gemeld. De berichtgever hoopt,
dat de blokhuizen niet gesloopt zullen worden,
vooral de steenen niet, die, evenals de torens op
de Schotsche grens, of de verdedigingstorens op
de Zuidkust van Engeland, nu een versiering sijn
van het landschap.
In een nieuw land, als Zuid-Afrika is, zijn
zulke historische monumenten het behoud wel
waard.
De vraag of er geheime toezeggiugen aan de
Boeren gedaan zijn, is ook in 't Engelsche Lager-
huis ter sprake gebracht.
Balfour zeide, dat yzoover de regeering wist",
Kitchener aan ds Boeren geen heloften of verze-
keringen had afgeiegd, die niet openbaar zijn
gemaakt.
Men merke op, dat deze verzekering lang niet
zoo beslist is, als de tegenspraak van het Reuter-
agentschap.
Verder is in het Lagerhuis medegedeeld, dat
het aantal soldaten, tengevolge van den oorlog in
Zuid-Afrika gebrekkig geworden en thans ge-
pensionneerd, 14,898 bedroeg; voorts wordt aan
2863 weduwen en 4184 kinderen van tijdens den
oorlog gestorven militairen pensioen verleend.
derde met vasten tred en vol zelfvertrouwen hare
beide tegenstanders, die zich den moed voelden
ontzinken.
Ja, ik ben het, sprak Myrtle; doch ik ben
niet meer uw hulpeloos slachtoffer, niet meer
het zwakke, angstige kind, maar ik kom thans
als wreekster, Earle Townsend. Thans ken ik
u, Blanche Vansant; eindelijk weet ik alles van
uwe lage intriges, die Percey Grey in het krankzin-
nigengesticht brachten.
Zij had haar voile opgeslagen en zag hen zonder
vrees of aarzeling aan. Geen van beiden sprak
een woord. Na al hetgeen er de laatste uren was
voorgevallen, gevoelden zij, dat zij hunondergang
nabij waren en dat het uur der vergelding naderde
Gisteren hebt gij mij willen dooden, vervolgde
Myrtle, maar ik ben ontsnapt. De man, die mij
redde, was Bryce Williard. Uit zijn mond vernam
ik, wat er met Percey Grey was voorgevallen
het gelukte mij onbemerkt hier in huis te komen.
En thans ben ik hier om uwe weloverlegde plan
nen te verijdelen. Gij hadt gehoopt te vluchten
vd6r uw misdaden aan het licht kwainen. Nog
maals zeg ik u, gij zijt te laat.
Nog de blik van doodelijken haat, dien Blanche
op haar wierp, noch de ouheilspellende flikkering
in Townsend's oogen, joegen Myrtle eenige vrees
aan.
Townsend scheen nog een flauwe hoop op uit-
komst te hebben. Althans, zijn oogen dwaalden naar
de deur, alsof hij vreesde, dat er nog iemand zou
komen. Myrtle's moedig optreden bracht hem in
den waan, dat zjj helpers in de nabijheid had,
die zij, zoo noodig, ieder oogenblik kon laten
binnenkomen.
Namens den Minister van Oorlog werd er bij-
gevoegd, dat de regeering nog niets kan zeggen
ten aanzien van het tijdstip, waarop de censuur
in Zuid-Afrika afgeschaft zal worden.
Chamberlain zeide, dat Milner de beschikking
zal krijgen over een som gelds, voldoende om
de trouw gebleven bevolking der Engelsche kolonien
in Zuid-Afrika minslens even goed te ondersteunen
als de burgers.
De Argentjjnsche regeering heeft een agent be-
noemd om te onderhandelen met Boerenfamilien,
die zich in Argeutinie willen vestigen.
Op de vergadering van de Boerenleiders te
Vereeniging is een besluit aangenomen, waarin
de redenen uiteengezet werden, waarom men tot
het sluiten van den vrede overging. We zullen
dit, natunrlijk zeer belangrijke stuk, spoedig
cennen. Schalk Burger heeft den tekst er van
aan de bladen in Zuid-A.frika medegedeeld. Het
besluit betreurt, dat de Britsche voorwaarden
moeten aanvaard worden of in het geheel niet
dat de Engelschen weigerden, op de basis van
onafhankelijkheid te onderhandelen of gedachten-
wisseling met de gedelegeerden in Europa toe
te staan.
In een te Kaapstad uitgevaardigde proclamatie
wordt bepaald, dat de opstandelingen uitge-
zonderd de veldkornetten en vrederechters die
zich voor den 10c Juli overgeveu, alleen gestraft
zullen worden met levenslang verlies van kiesrecht
terwijl de veldkornetten en vrederechters tot alle
straffen behalve de doodstraf veroordeeld kunnen
worden voor beide categorieen van personen met
dit voorbehoud, dat zij zich niet schuldig gemaakt
icb'ien aan moord of andere daden, in strijd met
het oorlogsgebruik.
Opstandelingen, die zich den 10 Juli nog niet
overgegeven hebben, zullen met de uiterste gestreng-
leid gestraft worden, zoo wordt er gedreigd.
De rebellen komen er dus nog al redelijk af,
als tenminste dat voorbehoud dat zij zich niet
schuldig gemaakt hebben aan daden in strijd met
het oorlogsgebruik men kan zich voorstellen,
dat Engeland zoo iets verschrikkelijk vindt
geen gelegenheid tot groote misbruiken geeft.
Generaal Lyttleton, die het kommando over
de troepen in Natal heeft neergelegd om zich
voor te bereiden om het kommando voor geheel
Zuid-Afrika te aanvaarden, is reeds uit New-Castle
naar Transvaal vertrokken.
We hebben al gezien, dat een van de allereerste
voordeelen voor de Londensche geldmannen ten
gevolge van den op hun wensch begonnen oorlog
Myrtle ried zijn gedachten en zeide
Ik ben alleen, maar ik vrees u niet. Alleen
en naar het schijnt geheel in uw macht, ben ik
nog gevaarlijker voor u dan wanneer ik door tal
van vrienden was omringd. Gij waart juist voor-
nemens te vluchten. De weg ligt voor u open.
Toch zult ge het niet wagen dit huis te verlaten,
alvoreus ik u daartoe verlof geef.
Blanche Vansant wierp een trotschen blik op
Myrtle; toch werd zij merkbaar bleek. Townsend
bleef sprakeloos.
Het uur van triomf is voor mij gekomen,
vervolgde Myrtle. Bryce Williard is dood, maar
hij heeft mij genoeg gezegd, om te weten hoe ik
handelen meet.
Vandaag heb ik mijn plan opgemaakt om u
te straffen. Wanneer gij dit huis verlaat, zult
gij door een ambtenaar der politie gearresteerd
worden, tenzij ik het anders beveel. Zoo gij nog-
maals mocht willen beproeven mij te dooden, dan
kunt gij er van overtuigd zijn, dat de politie,
van wier hulp ik mij heb verzekerd, binnen een
uur met uwe misdaad zou bekend zijn. Gij
twijfelt nog gij gelooft nog, dat het u zal
gelukken u door list of geweld uit deze moeie-
Fijkheden te redden Kom, laat ik u de waar-
heid mijner woorden bewijzen.
Zij nam Earle Townsend bij den arm en dwong
hem haar te volgen naar de voorkamer.
Zij bleef aan het venster staan en wees naar
buiten.
Zie slechtszeide zij.
Zoowel Townsend als Blanche, die over zijn
schouder keek, lieten een kreet van schrik hooren
Twee mannen stonden aan den hoek der straat
is, dat de goudmijnen meer belasting moeten be-
talen dan onder de boerenregeeriug 't geval
was. En dan zal men bovendien nog voor een
behoorlijk gedeelte in de oorlogskosteu hebben
iij te dragen, en die zijn niet malsch. Nu nog
moeten de volgende uitgaven worden gedaan voor
"tleger in Zuid-Afrika: 108,125,000 guldeu aan
soldijen en gratification, 53,750,000 gulden aan
onkosten van vervoer over zee, 53 millioen aan
onkosten van spoorwegvervoer in de kolonie's, 90
millioen voor den proviandeeringsdienst.
Geen kleinigheid dus.
De Standard heeft per telegraaf ontrangen
een open brief aan alle officieren, ambtenaren en
burgers van de Z.-A. Republiek, onderteekend
door S. W. Burger en Louis Botha te Vereeniging
op 31 Mei 1902, den dag dat de vrede geteekend
is. De brief luidt als volgt
yMedehroeders en landgenooten,
//Wij achten het onzen plicht bij het einde van
onzen strijd een woord van dank en vaarwel tot
u te richten. Het is onze plicht u mede te
deelen, dat de vrede nu gesloten is op de wijze
en op de voorwaarden, neergelegd in de overeen-
comst, die de twee regeeringen zullen teekenen,
en op de gronden, uiteengezet in het besluit, dat
de burgervergadering te Vereeniging heden aan
genomen heeft.
yWij danken u hartelijk voor uw heldenmoed,
voor het offer, dat gij gebracht hebt van zooveel,
dat u dierbaar en geliefd was, voor uw gehoor-
zaamheid en voor de trouwe vervulling van uw
plicht, al hetwelk strekt tot de eer en den roem
van het Afrikaander volk.
yWij sporen u alien aan om in dezen vrede
te berusten, om u kalm en vredelievend tegedragen,
om de nieuwe regeering te gehoorzamen en te
eerbiedigen.
vVoorts wenschen wij u mede te deelen, dat
de vertegenwoordigers van de twee staten een
loofdcommiasie hebben benoeind, ten einde zooveel
mogelijk geld te verkrijgen en middelen te ver-
strekken voor de weduwen en weezen, wier echt-
genooten en vaders hun leven hebben gegeven in
den strijd voor vnjheid en rechthun aandenken
zal in onze geschiedenis voor altijd blijven.
yWij zouden hier ook onze hartelijke deel-
neming willen betuigen voor hen, die rouw dragen,
en God bidden, dat Hij hun kracht geve om hun
kruis te torsen. Wij zoudeu ook een woord van
lof en dank willen brengen aan onze vrouwen en
SBBW!eeBgBSaBM8™»»™B8S
hunne blikken waren op het heerenhuis gericht.
Detectivesstanselde Townsend, geheel uit
het veld geslagen.
Ja, antwoordde Myrtle. Ik heb alle maat-
regelen genomen om uwe ontvluchting te ver-
hinderen. Ik heb den ambtenaren der politie
genoeg van de waarheid medegedeeld, om u bij
hen zoo verdacht te maken, dat gij onder hun
bijzonder toezicht staat. Overigens hangt het
verder van u af, Earle Townsend, of ik al awe
misdaden zal openbaar maken en u een welver-
diende straf zal doen ondergaan, of niet. Ik heb
de geheele beslissing in handen. Ik heb alles
gewaagd, om alles te winnen of te verliezen.
Uwe oneerlijk verworven schatten ziju mij on-
versc'nilligevenzeer is het my onverschillig of
gij ontsnapt met uwe deelgenoote in de misdaad,
maar ik eisch een ding van u.
En dat is? vroeg Townsend, op een toon,
die zoowel woede als vrees verried.
Dat Percey Grey wordt bevrijd uit het
krankziunigengesticht, waarin gij hem zoo wreed-
aardig hebt doen opsluiten.
Hij is reeds
Blanche Vansant, op het punt om de waarheid
te verraden en te zeggen, dat hij reeds vrij was,
hield plotseling hare woorden in.
Townsend had haar heimelijk een wenk ge
geven om te zwijgen. Geen oogenblik twijfelde
hij aan de waarheid van Myrtle's woordenhij
overdreef zelfs het gevaar, waarin hij verkeerde,
maar meende toch een middel gevonden te heb
ben om deze nieuwe en vastberaden vijaudin on-
schadelijk te maken.
(Wordt vervolgd).