Courant Zaterdag 24 Mei No. 4229. Ter TBAMPLAIIIN. Binnenland. 1903. 42e Jaargang. TWEEDE BLAD. (I nsrezoiiclen.) Naar aanleiding van het schrijven van den heer L. S. te A. gevoelen wij ons gedrongen nogmaals onze meening te doen kennen omtrent aanleg van tramwegen in het algemeen, en over het tramplan HontenisseSelzaete in het bijzonder. Laten wij beginnen met onzen dank te betuigen aan L. S. over de gunstige meening ten opzichte van ons vorig schrijven. Waar de heer L. S. zoo gunstig oordeelt, spijt het ons dat hij niet met onze slotconclusie kan medegaan. En des te meer treft ons dat waar tusschen zijne meening en de onze zooveel overeenstemming heerscht, wat zal blijken uit dit schrijven. Nu over tramplannen in het algemeen. Laten wij eens aannemen dat de Provinciate Staten van Zeeland het eene jaar eens subsidie ver- leenen aan een tram op Schouwen, het tweede jaar aan een Walchersehe tram, het derdejaar aan een lijn door Zuid-Beveland, het vierde jaar aan een baan door het land van Hulst, het vijfde jaar aan een tweede lijn door Zuid- Beveland, het zesde jaar aan een lijn in het land van Axel, enz. enz., wat is dan het eind- resultaat Dat de geheele provincie in het bezit komt van tramwegen, wat wij ten zeerste toejuichen en welken weg het onzes inziens dan ook zal opgaan. Wie betaalt dan echter de provinciale subsidie Het eerste jaar heeft de Axelaar, om dezen als voorbeeld te nemen, zijn deel betaald in de subsidie op Schouwen het tweede jaar aan Walcheren het derdejaar aan Zuid-Bevelandhet vierde jaar aan het land van Hulsthet vijfde jaar wederom aan Zuid-Beveland, enz. enz. En dan krijgt het een of andere jaar de, Axelaar zijn aandeel in al deze subsidies terug in den vorrn van een subsidie aan hem self. Bij eenig nadenken zal ieder dus toestemmen dat een streek zijn eigen provin- ciaal subsidie betaaltmet andere woorden dat ingelanden van polders en leden van gemeente- raden, die een schijnbaar kleine subsidie verleenen uit de kas van het college waarin zij zitting hebben, feitelijk de veel grootere provinciale subsidie ook betalen. Ook om deze reden is het zeer billijk van Provinciale Staten, dat zij geen subsidie verleenen, tenzij de streekbewoners door het geven van een klein subsidie uit eigen fondsen toonen dat zij er in toestemmen, dat' de vroeger door hen betaalde aandeelen in subsidien aan andere ljjnen, thans aan hen wordt teruggegeven. Deze zelfde redeneering gaat ook op voor de subsidie van het Rijk. Met voordacht kozen wij eerst het voorbeeld van de provincie, omdat dit veel eenvoudiger en daardoor ook veel begrijpelyker is dan de subsidie van het Rijk. En toch zal ieder bij eenig nadenken moeten toestemmen dat ook hier het Rijkssubsidie feitelijk nit de beurs der streekbewoners komt. En zoo vinden wij als eerste gewichtig punt de gelieele som door een tramcomite gevraagd aan streekbewoners, aan de provincie en aan het Jiijkwordt door de streekbewoners betaald. Stellen wrj dat nu de streekbewoners eenmaal de subsidie gegeven hebben en dat hen later blijkt, dat de lijn niet aan hunne verwachtingen voldoet, dat zij gaarne een stuk dier baan een andere richting zagen nemen, kortom dat zij wenschen een nieuw stuk baan te zien leggen, en laat ons zelf aannemen dat zij uit eigen beurs daarvoor iets over hebbenzij wenden zich nu tot Provincie en Rijk om subsidie, wat zal dan het antwoord zijn Gij hebt uw deel gehadthans zijn er anderen die hun portie vragen. Waaruit als tweede gewichtig punt volgtStreekbewoners kunnen slechts ednmaal een dergelijke groote soni besteden. Laten wij nu aannemen dat, ondanks het in 't tweede gewichtige punt genoemde, op een of andere wijze een zijtak gelegd wordt, al ware het geheel uit eigen beurs, doch door een persoon of maatschappij die niet in verbinding staat met de maatschappij van de eerste gelegde lijn, wat zal dan geschieden Zij die zich getrouw op de hoogte stellen van spoor- en tramweg- aangelegenheden weten, dat indieu de zijtak of de tweede lijn slechts eenigszins afbreuk kan doen aan de eerste lijn, dan de aansluitingen voor passagiers zooal niet geheel ontbreken, dan toch zeer bemoeilijkt wordendat het goederenvervoer naar de tweede lijn dikwijls, zooal niet geheel hokt, dan toch zeer veel te wenschen overlaat en zeer duur is. Waaruit als derde gewichtig punt volgtStreekbe woners moeten overwegen of voor hen wenschelijke zijtakken in het belong zijn der eigenaars der eerste lijn of met dit belang str\jden. Waar wij gezien hebhen dat de geheele som der gevraagde subsidien uit de beurs der streek bewoners komt, is het natuurlijk dat nauwkeurig moet overwogen worden of het voordeel dat de streekbewoners van een tram krijgen, evenredig is aan de grootte van het door hen gebrachte offer en of de eigenaars der lijn met een kleiner offer der streekbewoners niet even goed een billijke intrest van hun geld krijgen. Want, is eenmaal door een concessie-aanvraag de aandacht op een of andere streek gevallen, en wenscht de eerste aanvrager, om welke reden dan ook, de lijn niet te leggen, dan doen zich, indien de lijn rentegevend lijkt, spoedig anderen op, die, wellicht met mindere subsidie, meer aan de wenschen der streekbewoners tegemoet komen. Waaruit als vierde gewichtig punt volgtStreekbewoners moeten terdege kennis nemen van de door de ont- werpers aangegeven exploitatiekosten en geraamde opbrengsten der ge vraagde lfjn. Bij deze vier punten wenschen wij het thans te laten. Wenden wij ons nu een oogenblik naar het schrijven van den heer L. S. te A., dan treft het ons dat hij schrijft dat van Nederland en de Nederlanders voor deze streek niets te wachten is. Welnu dit reeds bewijst dat indien van Nederland en de Nederlanders wel iets te wachten ware, ook de heer L. S. daaraan de voorkeur zou geven boven een buiten- landsche exploitant, en wij zien dus op dit punt overeenstemming tusschen L. S. en ons. Doch nu geven wij dadelijk toe dat wellicht in het verleden de zienswijze van den heer L. S. de ware is voor het tegenwoordige hebben wij echter een andere meening. Yooral wat een der door L. S. genoemde zaken betreft, namelijk keiwegen, zien wij thans meer en meer keiwegen komen ook onder Nederlandsche invloeden en uit Nederlandsche beurzen. En dan gedachtig aan het luctor et emergo (ik worstel en ontzwem der Zeeuwen wapenspreuk) gelooven wij thans in een tijd te zijn dat ook Zeeuwsch-Vlaanderen zich meer en meer tracht vrij te maken van Belgische hulp, meer beproeft te staan op eigen beenen en zoo noodig den steun zoekt van het overige Nederland en dien steun ook zal verkrijgen. Waar door de hoogere overdrachtsrechten het aankoopen van grond door buitenlanders meer beperkt is, zien wij thans dat grondbezit meer komen in handen van Nederlanders. En dan verwachten wij van dit Ministerie meer voor onze streek dan van vorige Ministerien. De heer L. S. moge voorspellen dat dit bewind een Ministerie zal worden van Christelijke teleurstelling, wij eerbiedigen deze meening doch verwachten dan ook eerbied voor onze verwachting dit Ministerie zal zijn een Nationaal Ministerie. Wij bedoelen daarmee het volgende indien niet alle teekenen bedriegen dan zullen wij van dit Ministerie verkrijgen beschermende rechten. Het gevolg dier rechten zal waar- schijnlijk zijn, dat andere landen hun deur voor Nederland meer sluiten, met andere woorden dat ook Belgie zijn grenzen nog moeilijker door Nederlandsche producten zal doen overgaan. Dan wordt de uitvoer van Zeeuwsch-Vlaanderen nog meer belemmerd en zal dan dit Ministerie, dat de beschermende rechten wenscht in te voeren tot opheffing van de Nationale nijverheid, juist Zeeuwsch-Vlaanderen, dat het sterkst het gevolg van de tegenmaatregelen van Belgie zal ondervinden, in den steek laten Wij kunnen dit van ons Christelijk Ministerie niet gelooven en daarom hebben wij goeden moed. Doch niet alleen op dezen theoretischen grond bouwen wij onze hope, doch ook op verschillende be- richten die ons juist door deze tramplannen bereikten. Op dit punt is er dus verschil tusschen den heer L. S. en ons. En nog op een ander punt hebben wij een verschillende meening. De heer L. S. karakteriseert ons schrijven als den echten Hollander waardig overwegen, talmen en moeilijkheden zoeken. Wij meenen te mogen zeggen dat na aandachtig lezen van dit schrijven de heer L. S. ons zal toestemmen, dat wij geen moeilijkheden zoeken dat wij niet wenschen te talmenwel echter goed wenschen te overwegen. En waar eerst nu door het tramcomite cijfers zijn openbaar gemaakt, daar konden wij niet eerder overwegen, wij talmen dus niet, doch spreken ter rechter tijd. En nu het tramplan HontenisseSelzaete in het bijzonder. Uit het hierboven genoemde eerste punt volgt dat de bewoners dezer streek 350,000 (drie honderd vijftig duizend gulden) geven aan een comite dat zelf f 175,000 in de tram steekt. Uit de berekening van het comite blijkt dat deze 175,000 bij een matige raming 41/,, °/0 zullen opbrengen. In dien echter de oorspronkelijke raming van 48000 ton goederenvervoer bewaarheid wordt dan zal de winst van de tram in plaats van f 7450 zooals het comite raamt weldra stijgen tot pi. m. J 17500 en de tram dus tien percent afwerpen. Mocht het personenvervoer grooter worden dan stijgt dit cijfer nog. Gedachtig aan ons vierde gewichtig punt vragen wij, zou het comite met geringer subsidie niet tevreden kunnen zijn Indien de hierboven genoemde 17500 bereikt worden dan geeft dit van geheele geraamde aanlegkosten f 525,000) reeds een interest van 31/, °/0. Het komt ons voor, dat, als het personenvervoer iets meer opbrengt dan het comite raamt, het comite zonder eenig subsidie de lijn aanleggende, weldra 4 rente zal maken. Zou het comite' met minder als 350,000 de lijn ook niet kunnen leggen En welke lijn verkrijgt deze streek voor zijn 350,000 Een lijn die niet naar Ter Neuzen loopt, een lijn die Sas van Gent rechts laat liggen, een lijn hoofdzakelijk dienende om een buitenlandsche suikerfabriek te bereiken, een lijn die, hoofdzakelijk met Belgisch aandeelen- kapitaal gelegd, den eigenaar in staat stelt om door de 350,000 uit Nederlandsche beurs weldra een interest te trekken van misschien tien percent. En zou deze eigenaar er ooit toe overgaan een zijtak te leggen naar Ter Neuzen of naar Sas van Gent Zou een zijtak naar Sas van Gent geen schade doen aan de opbrengst van zijn beetenvervoer Zou zelf het aantal tonnen beeten die hij voor zijn fabriek noodig heeft geen gevaar loopen te verminderen en zouden de beeten niet hun weg vinden over den zijtak naar Sas van Gent En de zijtak naar Ter Neuzen 'i zouden passagiers zijn lijn blijven nemen over Zaamslag naar Axel en vandaar per spoor naar Ter Neuzen of zouden zij niet liever rechtstreeks van Zaamslag naar Ter Neuzen trainmen Ons antwoord, dat niet op losse schroeven staat, is dit: Van dit comite is geen zijiijn te wachten naar Ter Neuzen. Gemeenteraden, overweegt of deze lijn 350,000 waard is wees niet bang dat dit de eenige gelegenheid is om een tram te verkrijgen. Is eenmaal deze concessie-aanvrage van de baan, dan zult ge na aandachtige lezing van dit schrijven overtuigd zijn dat een ander aanvrager zich zal opdoen. Ingelanden van polders, is voor u geen betere lijn te vinden dan deze Denkt gij dat de voordeelen van deze lijn niet ruimschoots worden te niet gedaan door de bezwaren hier boven door ons ontwikkeld Wenscht gij niet liever de gevraagde f 350,000 te besteden aan een voor u betere lijn Wij herhalen ten slotte den raad uit ons vorig schrijven Zij die een zijtak voor Ter Neuzen op prijs stellen, stemmen tegen deze lijn. Zij die een tak naar Sas van Gent wenschen, stem- men, indien de subsidie hen niet te hoog voor- komt, er voor onder dit voorbehoudmet uitkeering der subsidie wordt begonnen in het jaar dat de zijtak naar Sas van Gent in exploitatie komt. En hen wien de gevraagde subsidie in verband met de verkregen voordeelen voor deze streek, in verband met de te verwachten rente voor den eigenaar, in verband met zoo niet de onmo- gelijkheid dan toch de groote moeilijkheid om later zijtakken te verkrijgen, te hoog voorkomt raden wij aan, stem tegen deze lijn, dan zal wellicht een ander comite een meer met uwe wenschen strookende oplossing der tramvraag brengen. En aan het comite wenschen wij onzen raad te herhalen, zij het dan nu in eenigszins anderen vormtracht nationaal te zijn, en wijzig de richting van uw tram in de door ons aangegeven richting. Waar men u thans huldigt als wakkere mannen, daar zal men u dan eer bewijzen als weldoeners dezer streek. Bij de behandeling der wet op de krijgstucht in de Zitting der Tweede Kainer van gisteren, lichtte de heer Schaper op artikel 2 een amende- ment toe om onder de gevallen die disciplinair kunnen worden afgedaan ook op te nemen artikel 127 Militair Strafwetboek (ondermijning der krijgstucht). De heer De Ridder wenschte meer waar'oorgen in de wet tegen de z. i. bedenkelijke bevoegdheid der commandanten tot berechting van vergrijpen met zware straffen, als provoost en arrest. EeD amendement der Commissie van Voorbe- reiding, strekkende om te bepalen, dat verschil lende overtredingen van het Wetboek van Straf- recht (o. a. dronkenschap) slechts dan krijgstuchte- lijke vergrijpen zijn, indien het feit naar het oordeel van den meerdere onbestaanbaar is met de militaire tucht of orde, toegelicht door den heer De Savornin Lohman, werd voorloopig aange- houden. De heer Verheij betoogde de wenschelijkheid om bij het voorbereidend militair onderwijs den militair reeds te doordringen van het begrip der krijgstucht. De heer Van Karnebeek vroeg den Minister of ook na de gewijzigde redactie van art. 94 Militair Strafwetboek, hij, die opruiende of be- leedigende geschriften niet ter verspreiding in voorraad heeft, disciplinair kan worden gestraft. De regeeringscommissaris betoogde tegenover den heer Schaper, dat het ter verspreiding in voorraad hebben van opruiende geschriften te ernstig feit is om disciplinair af te doen en ver- klaarde, dat in het stelsel van artikel 2 niet te pas komt een baroep op den regel vnon bis in idem." Strafrechterlijke bestraffing vaD den militair sluit niet uit de krijgstuchtelijke, en omgekeerd. De Minister van Oorlog bestreed het amende- ment-Schaper. De heer Schaper wijzigde zijn amendement, dat nu door de Regeering werd overgenomen en art. 2 aldus gewijzigd goedgekeurd nadat de Minister van Oorlog nog pertinent ver- klaard had, dat het bezit van opruiende geschrif ten strafbaar zal gesteld worden in de dienstvoor- schriften. De heer Melchers verkreeg verlof om op nader te bepalen dag den Minister van Buitenlandsche Zaken te interpelleeren over de uitzetting van twee Nederlandsche arbeiders, Croens en Hajee, te Rheine woonachtig, uit het Pruisische staats- gebied. Op de nieuwe Oosterbegraaf plaats te Amster dam is het gedenkteeken onthuld op hel graf van wijlen den heer J. Varekamp, in lrven secretaris der vereeniging //Schuttevaer." De vader, de weduwe en de kinderen van den overledene woon- den deze plechtigheid bij. De voorzitter van het hoofdbestuur der vereeniging, mr. He Smeenge, voerde het woord, in herinnering brengend wat al goeds Varekamp voor de nu 39 jaren geleden te Zwolle gestichte vereeniging heeft gedaan. Zijn arbeid in het belang der veiligheid van de schipperij en ter bevordering van het onderwijs van schipperskinderen is in het monument ge- symboliseerd. De gedenksteen is gekroond met een lichtboei en stennt een schippersjongen, op het havenhoofd in een boek lezend. De inscrip- tie geeft te lezen »Ter nagedachtenis aan Jacob Varekamp, secretaris der schippersvereeniging Schuttevaer." TER NEUZEN, 23 Mei 1902. Het comite tot oprichting van een ziekenhuis alhier werd gisteren door aankoop eigenaar van een perceel grond, waarop het gebouw zal kunnen worden gesticht en wat deel uitmaakt van het weiland der ,/Leeuwtjes", gelegen langs den provincialen weg van hier naar Axel, schuin over het eind der ljsbaan. De grond is er dus thans en zal men zich nw gaan onledig houden met het ontwerpen van een plan, waaromtrent de heeren doctoren te dezer plaatse zullen worden gehoord, opdat eene alleszins geschikte stichting tot stand koine, al is die dan ook op bescheiden schaal. Binnen niet al te langen tijd hoopt men zich tot de gemeentenaren te wenden om geldelijken steun tot het stichtingskapitaal en hoopt men daartoe op eene ruime medewerking voor de hier zoo hoogst noodige en nuttige stichting, waaraan zal worden verbonden eene wijkverpleging, vooreerst mede op bescheiden schaal. De aangekochte grond is lang, langs den provin cialen weg, 25 meters en rechthoekig daaruit diep 22 M. Zoo eenigszins mogelijk zou men hierop willen stichten een gebouw lang pi. m. 20 M, en breed pi. m. 12 M. dat later door op- en aan- bouwen nog zou zijn te vergrooten. Ter Neuzenaren staat nu het comite met kracht bij opdat de stichting spoedig tot stand kome. Het financieele resultaat der in den afgeloopen winter ten bate van het doel gegeven uitvoeriugen was dat deze opbrachten die der zangafdeeling z/Geduld overwint" der #Vereenigde Hand- werkslieden f 15,tooneelvereeniging #Voor- uitgang is ons streven" 50,55, fanfarenkorps ,/De Vereenigde Werklieden" f 11,50, Christelijke zangvereeniging »Hosanna" 48,45, bal-masqu^ gegeven door den heer Keersemaker f 14,60, en operette ,/De Tooverring" 309,94, totaal 449,94. Dinsdag jl. werd te Brussel een buitenge- wone algemeene vergadering gehouden van de soci£te anonyme des Forges et Acieries Neerlan- daises h Terneuzen, om te behandelen een voorstel tot wijziging der statuten en de verkiezing te houden van administrateurs en commissarissen die collectief hun ontslag hadden genomen. Na eenige discussie werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen het voorstel vanwege het ontslaggevend bestuur gedaan om het aantal administrateurs van vijf op drie te bepalen en dat der commissarissen van drie op twee. Daarna werden bij acclamatie herbenoemd tot administrateurs de heeren E. Boelde, bankier te Brussel, G. Carels en E. Parmentier, beiden industrieel te Gent en Brussel, terwijl tot commis sarissen werden benoemd de heeren Heline, advo- caat te Brussel en J. A. van Rompu, lid van Ged. Staten te Ter Neuzen. Dit bestuur zal zich thans tot taak stellen om met de verschillende schuldeischers een accoord te treffen, teneinde de maatschappij te ontheffen van het rechterlijk toezicht waaronder zij thans staat, om alsdan vrijer te kunnen handelen bij het beramen van plannen en het doen van reor- ganisatie-voorstellen, die kunnen leiden tot bloei der maatschappij. Onder verdenking van het plegen van on- tuchtige handelingen met minderjarige kinderen, werd gisteravond door den wachtmeester der marechaussee alhier gearresteerd en hedenmorgen gevaukelijk naar Middelburg overgebraeht, de 40jarige P. J. d. B. Gisterennamiddag verspreidde zich door onze stad de mare van een droevig ongeval. Yan het gezin van den schipper Jac. Paulus, die zelf afwezig was, met het tjalkschip liggende in de Yluchthaven alhier, werd sedert 1 ure een 4jarig knaapje vermist en daar men de klompjes en het petje in 't water zag drijven nabij het schip, rees aanstonds vermoeden op verdrinken. Onmiddellijk togen verschillende personen, ook de gemeente- politie, aan het dreggen, geruimen tijd zonder gevalg, tot eindelijk te half vijf het lijkje werd opgevischt. In de Woensdag jl. gehouden vergadering van ingelanden van den Van Lijndenpolder werd het dijkgeschot voor den loopeudeu dienst bepaald °P f 1 Per A- cveaveel als het vorige jaar. Op de voordracht voor gezworen werden geplaatst

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1902 | | pagina 5