BIJVOEGSEL Tqt Nsuzsnschs Courant EENE ARME VERVOLGDE. Donderdag i5 Mei 1902. No. 4226. Engeland en de Z.-A. ftepubliek. Gemengde berichten. Binnenland. I Hoogwatergetij te Ter Neuzen. Over de jongste vredesonderhandelingen worden nu eenige bijzonderheden gegeveu in een schrijven van den Reuter-correspondent te Pretoria van 19 April. Hij zegt, dat alle Boeren-afgevaardigden in goede gezondheid scheuen te verkeeren, uitge zonderd Steyn, die, behalve aan een oogziekte, lijdende is aan langzame verlamming en er uiterst slecht aan toe schijnt te zijn, meentdecorrespondent. De eerste bespreking had 12 April plaats. De afgevaardigden stelden als grondslag voor de onderhandelingen den eisch van onafhankelijkheid daarvoor waren zij bereid, aan de uitlanders een ruim kiesrecht te verleenen en de forten te slecli- ten. Toen deze eisch werd geweigerd door de Britsche regeering, kwamen de gedelegeerden aan met een reeks voorwaarden, waarop zij den burgers wilden aanraden, op dit punt toe te geven. Lord Milner kwam en was met Lord Kitchener tegeuwoordig oij alle besprekingen. De eisch om de wapens te behouden, werd dadeliik afgeslagen maar de Eugelacbe regeering betoonde zich vrij- gevig op het punt van scbadeloosstelling en het opnieuw van vee voorzien der boerderijen. De regeering wierp geen moeilijkheden op wat betreft de amnestie voor de Kaapsche rebellen. De ge delegeerden gaven toe, dat eenige straf kon opge- legd worden voor rebellie, maar hoopten, dat men den rebellen alleen bet kiesrecht zou ontnemen. Deze kwestie leverde geen onoverkomelijke moeilijk heden op. De Britsche regeering weigerde een datum te bepalen voor de invoering van een ver- tegenwoordigende regeering. Dit punt was het meest besprokene van de onderhandelingen. Ten alotte verklaarden Steyn en Schalk Burger, dat zij geen onbeperkte bevoegdheid hadden, zoodat de zaak niet vorderen kon. Erg moedeloos schijnen de aanvoerders overigens niet geweest te zijn want de correspondent verklaart dat //het fanatisme van Steyn nog geenszins ge- matigd is". Volgens de lezing van de //Times" boden de Boeren te Pretoria eerst alleen datgene aan, wat Engeland voor den oorlog, wat het kiesrecht enz. betreft, verlangd had. Daarop werd geantwoord, dat de Eugelsche regeering in geen geval verder wilde gaan dan wat zij indertijd te Middelburg aan Botha aangeboden had. De Boerenleiders gaven toen te kennen, dat zij, alvoreus onderhandelingen te kunnen aanvangen op den grondslag van verlies van onafhankelijkheid der beide republieken, zij door hun burgers ge- machtigd moesten wordendaartoe vroegen zij een wapenstilstand. De wapenstilstand werd ge weigerd, maar Kitchener beloofde, dat, hoewel de krijgsverrichtingeu niet gestaakt zouden worden, men de burgers niet zou lastig vallen, waar zij bijeenkomsten hielden, welke noodig konden zijn om de leiders voor verdere onderhandelingen vol- macht te verschaffen. Tevens werd hun te verstaan gegeven dat, in- dien zij besloten, naar Pretoria terug te keeren om de onderhandelingen te hervatten, zij daartoe volledige volmacht moesten bezitten. Burger moet hierop onvoorwaardelijk toestemmend geant woord hebben, maar men gelooft, zegt de //Times dat Steyn's toestemming minder onvoorwaardelijk geweest is. FEUILLETO N In de zitting der Tweede Kamer van gisteren verklaarde de Minister van Kolonien bij den aan- vang der vergaderiug dat het Nederlandsche volk en Hr. Ms. regeering ten zeerste getroffen zijn door de treurige berichten over de ramp te Mar tinique. Waar ook wij in dit werelddeel bezittin- gen hebben, is het van gewicht te kunnen mede- deelen, dat wij de zekerheid hebben dat onze Bovenwindsche Eilanden door die ramp niet ge troffen zijn. De Regeering heeft gemeend, dat onzerzijds niet slechts aan de Pracsche Regeering deelneming diende betuigd, maar ook hulp verleend, waartoe Hr. Ms. pantserschip //Koningin Regentes", in overleg met den gouverneur van Qurapao, ten spoedigste naar Martinique is gezonden. De Regeering heeft hiervan mededeeling aan de Kamer gedaan, omdat zij, ofschoon hiertoe niet gemachtigd, meende gerechtigd te zijn zonder een bepaalde som op de begrooting te brengen, reeds tot dezen maatregel over te gaan. De voorzitter zich bij deze betuiging van deel neming geheel aansluitend betuigde ook namens de Kamer innig medelijden met de slachtoffers van de ramp en verklaarde dat de Kamer gaarne aan de Regeering machtiging wil verleenen tot het verleenen van materieelen stenn aan de ge- troffenen. Vervolgens werden voortgezet de beraadslagingen omtrent het ontwerp militair strafwetboek. Een amend, der comm. van voorbereiding op art. 42 (beteekenis van de uitdrukking militair) om de militairen-verlofgangers aan het militair strafrecht te onttrekken zoolang zij niet in werke- lijken dienst zijn, uitgezonderd bij insubordinatie en opzettelijk wegblijven uit den dienst, werd na verdediging van het art. 42 door den Regeerings- comin. op grond dat de bedoelde personen blijven behooren tot de gewapende macht, al zijn zij met groot verlof, en eene wijzigiDg door hem daarin gebracht, zoodat zij slechts wan:i°er zij als mili- tairen hebben gedelingqueerd, zij ook als militai- ren zullen worden behandeld, bestreden door den heer Schaper die er tegen opkwam dat men als verlofganger gedurende 8 jsar als burger het militaire juk zou blijven dragen. Bij voortzetting van het debat over het Militair Strafrecht is na langdurige discussie aangenomen met 48 tegen 18 stemmen het amendement der commissie van voorbereiding op Art. 42 om mili taire verlofgangers aan het militair strafrecht te onttrekken, zoolang zij niet in werkelijken dienst zijn, uitgezonderd bij insubordinatie en opzettelijk wegblijven uit dienst. Gij vergeet, dat zij zeer veel weet. Ik vergeet niets. Bij toeval heeft zij ons gevonden. Zij heeft geen vrienden en is arm. Haar vader begon Blanche met een lichte huivering. Is dood en dat hadden wij ook van haar ge- dacht. Neen Blanche, al onze plannen zijn bijna gelukt binnen een maand zal het ganscke vermo- gen van Samuel Townsend het onze worden. Laat ons tlians met vastberadenheid en stout- moedigheid handelen. Als wij thans aarzelen of met haar in onder- handeling treden, zouden wij alles kunnen beder- ven. Deze vrouw en hare aanspraken moeten wij met de meeste geringschatting behandelen. Wie zal geloof slaan aan hare bewering, dat zij de echtgenoote van Percey Grey is? ledereen, indien het waar is, wat zij mij zeide. Wat Dat zij bewijzen heeft om hare bewering te staven. Hij ontstelde. Het is niet mogelijk, mompelde hij naden- kend. Gij hebt mij gezegd, dat zij een zachtzin- zinnig beschroomd kind was. Dat zich door den tijd en velerlei lijden heeft outwikkcld tot een vastberaden vrouw die, in haar vertwijfeling, gevaarlijk kan worden Een beruchte Dordtsche dronkaard en vech- tersbaas, zekere W., die eerstdaags voor 3 maanden achter slot moet, heeft Zaterdagnacht te Dordrecht den agent van politie Mallee, aan wien hij die veroordeeling wijt en die op dat oogenblik een collega hielp om hem, weer om reden van dronken- schap en verzet, in arrest te brengen, zoogeducht getrapt, dat M. niet in staat is zijn dienst te verrichten en vermoedelijk levenslang de gevolgen daarvan zal ondervinden. W. had nog de brutaliteit, den volgenden dag een klacht tegen de beide agenten te laten in- dienen als zoude zij hem bloedig mishandeld hebben. Zaterdagavond 9 uur hoorden twee personen, die den Noordendijk te Dordrecht ter hoogte van den watertoren passeerden, een kreunend geluid. Naderbij gekomen zagen zij in een der balkgaten, aan den kant, een man in het water liggen met het hoofd enkel boven. Vermoedelijk had hij zich op den dijk te slapen gelegd en was toen in zijn slaap naar beneden gegleden. Op hun vraag hoe hij daar kwam antwoordde de drenkeling //de Heer heeft mij van Sleeuwijk onder water hier gebracht en zal mij wel verder brengen". Natuurlijk boden de beide mannen hulp. Ze haalden den man uit het water, die opgaf Snoek te heeten en uit Sleeu wijk te Komen. De politie, gewaarschuwd, trok zich het lot van den 56jarigen man verder aan, door hem aan het bureau gelegenheid te geven zijne kleeren te droogen en hem op zijn verzoek nachtverblijf te verleenen. Zondagmiddag is de sneltrein die te 2 uur 27 minuten uit Eukhuizen naar Amsterdam ver- trekt, ongeveer 300 meter van het station Aven- horn in voile vaart gederailleerd. De geheele trein ontspoorde tegelijk. Een geluk was het dat de trein afbrakde locomotief liep nog ongeveer 100 meter verder en sprong toen ook uit de rails. Wonder boven wonder werd van de ruim 50 passagiers, onder wie professor Pel, niemand gewond. Alleen zekere Visser uit Sueek, kreeg een hevigen zenuwtoeval, die twee uur later nog niet bedaard was. De reizigers, die in een anderen trein moesten overstappen, kwamen te ongeveer 5,20 Greenwich te Amsterdam aan. Eene vrouw die pas 9 maanden gevangenis- straf had ondergaan en Maand&g wederom wegens diefstal voor de Haagsche rechtbank moest verschij- nen trachtte uit het gerechtsgebouw te ontsnappen. Aan den veldwachter met hare bewaking belast vroeg zij zich even te mogen verwijderen, hetgeen werd toegestaan. Zekerheidshalve bleef de man voor de deur van het privaat haar weer opwach- ten. Plotseling wierp de vrouw de deur open en gooide den veldwachter eene hoeveelheid fijn ge trapt gias in het gelaat, terwijl zij tegelijkertijd poogde uit het gebouw te loopen. Zij werd dade- lijk echter weer gegrepen. In de Pennsylvanie Steel Works te Streelton is een der groote ketels met vloeibaar staal over- gekookt. De gloeiende stroom raakte acht werk- lieden van wie vijf werden gedood en drie deerlijk gebrand zijn. In December 1.1. was de London and North West Railwai Company veroordeeld tot het betalen i schadevergoeding, omdat zij een voor het museum te Nielle, in Belgie, bestemde mummie, met het verveer waarvan zij belast was, bij de politie als lijk had aangegeven en daardoor een lijkschouwing van de mummie en dientengevolge de vernieling er van had veroorzaakt. De maat schappij, die voor deze domheid druk uitgelachen is, is tegen het vonnis in hooger beioep gekomen Zij beweert d«t niet bewezen is, dat de mummie als zij aan de lucht bloolgesteld zou zijn langer goed zou zijn gebleven. Het beroep is echter afgewezen. Het Duitsche militairisme. De Duitsche militaire administratie heeft de opheffing van de gemeente Riidingshausen in het hertogdom Hessen gedecreteerd. De bewoners hebben bevel ontvangen de plaats te verlaten en zich ergens anders te gaan vestigen. Alle huizen zullen met den grond gelijk gemaakt worden en de tuinen en gronden zullen door den militairen fiscus gekocht worden. De verkregen vrije ruimte zal als manoeuvreveld worden gebruikt. Verscheidene officieren van den generalen staf hebben zich er reeds heen begeven om met de onteigening een aauvang te maken. De Koning van Engeland houdt er van bezoeken te brengen zonder dat hij die van te voren heeft aangezegd. Onlangs viel deze eer ook te beurt aan eene dorpschool niet ver van Burton. De Koning trad biDnen en richtte spoedig tot de kinderen eenige vragen. //Nu, jonge vrienden", sprak hij vriendelijk, „ik ben overtuigd, dat gij mij de namen van eem'ge onzer grootste Koningen en Komnginuen kunt noemen." Als in koor riepen de kinderen //Koning Alfred en Koningin Victoria." Op dit oogenblik stond een kleuter op, wien de onderwijzer iets had toe- gefluisterd en deze stak zijn vinger in de hoogte. z/Kunt ge mij nog een naam noemen vroeg de Koning. »Ja Majesteit Koning Edward VII". De Koning lachte en vroeg verder //Kunt ee mij een groote daad opgeven, die Koning Edward VII, waardig maakt tegelijk met die van zijn beroemde voorgangers te worden genoemd De dreumes schudde zijn hoofd eu zweeg ver- legen. //Trek het je niet aan, mijn jongen" sprak de Koning lachend, //het gaat mij evenals jou, ik weet het ook niet." Een aangrijpend drama is de vorige week afgespeeld in een kolenmijn te Carmaux. Twee werklieden waren door een instorting afgesloten van de buitenwereld hun kameraden togen van twee kanten aan het werk om hen te bevrijden. Dit moest snel geschieden, daar de ongelukkigen anders gevaar liepen te stikken. Honderd werk lieden losten elkaar om de tien minuten af, en waren reeds zoover gevorderd, dat zij met de le- vend begravenen konden spreken, toen een nieuwe instorting de beide ongelukkigen verpletterde. De slachtoffers waren een jonggehuwde man en zijn schoonvader. Een aantal Berlijners werden de vorige week aangenaam verrast. Onlangs overleed aldaar een advocaat, tevens notaris. Toen het testament geopend werd, bleek daaruit, dat hij aan alien die nog als schuldenaren bij hem te boek stonden, hun schuld kwijt schold. ZEKTU Van 12 tot I "V'vE !>i- en met 13 Mei. a a vlag. a Van 12 Oostsluizen tot en met 13 Mei werden langs de. alhier 18 binneuvaartuigen op- en 26 afgesehutdoor de Westsl. 7 op- en 6 afgeschut. DAG EN. Voorin. Nam Donderdag 15 Mei 7.49 8.26 Yrijdag 16 9.05 9.43 Zaterdag 17 10.18 10.50 Zondag 18 11.20 11.46 Maandag 19 v 12.10 Dinsdag 20 n 0.30 12.51 Woensdag 21 1.09 1.27 voor onze plannen, viel Blanche hem op bitteren toon in de rede. Gij hebt mij gezegd, dat gij aan dat dwaze huwelijk aan de rivier niet het minste gewicht hechttet. Toen wist ik nog niet alles. Zij dreigt ons met bewijzen. Laat gij haar de deur uitwerpen, dan vernietigt gij daarmede al onze schoone voor- uitzichten. Onder den invloed harer woorden staarde de man bedrukt en peinzend voor zich. Wat verlangt gij, dat ik doen zal vroeg bij, gejaagd. Blanche wierp een blik vol haat op de bewuste- looze Myrtle, die nog steeds, zonder eenig teeken van leveu te geven op den grond lag. Wraakzucht sprak uit geheel hare houding en uit hare gloeiende wangen toen zij de band legde op den schouder van haren medeplichtige en fluisterend zeide Ik verlang, dat wij eindelijk het vermogen zullen macbtig worden, waarvoor wij zooveel hebben gewaagd, waarnaar wij zoolang hebben gestreefd. Dat zal binnen een maand het onze zijn. Dat zal het niet, als wij deze vrouw weder in vrijheid laten. Ha, gij bedoelt Dat hare vrijheid, nu zij u beeft gevonden, al onze plannen dreigt te doen mislukken. Zij sprak snel en overredend. De man beefde zichtbaar onder den invloed harer onheilspellende woorden. Gij zoudt haar dus willen opsluiten gij zoudt haar hier willen houden? Neen. Maar wat dan? Hebt gij ook dien anderenietdoen verdwijnen Waar is thans al uwe slimheid, al uw stoutnuoedig- heid Ziet gij niet hoe volkomen weerloos zij daar ligt, geheel overgeleverd aan uwe genade Maar zij kan buiten vrienden hebben, die baar wacbten. Dat moeten wij wagen. En de dienstboden Die weten niets, behalve dat er hedenavond een onbekende vrouw is geweest om u te spreken. De man huiverde. Hij gevoelde hoe de door- dringende oogen der verleidster op hem gevestigd waren en in ziel trachtten te lezen. Hij begreep, dat die booze vrouw, als zij sprak van ,/verdwijning", een veel erger misdaad op het oog had, indien die noodig was om hun beider belaDgen te bevorderen. Het zal geschieden, zooals gij verlangt, zeide hij eindelijk. Indien deze vrouw in het bezit is van bewijzen, dan kan zij als onze plannen ver- ijdelen. En daarop beroemde zij zich. Er is slechts edu weg. En die is? De geheime gang, die zelden werd gebrnikt naar het achterhuis, waar Samuel Townsend zijn laboratorium had. J a, die gang is mij bekend. Daar moeten wij haar heenbrengen. En dan! Dan zullen wij beslissen of wij haar zullen opgesloten houden, totdat al onze plannen ten voile zijn geslaagd. Hij aarzelde verder te gaan. Of we zullen haar voorgoed doen verdwijnen, vervolgde Blanche ongeduldig. Kom, wees geen lafaard, en deins voor niets terug un er voor ons zulke gewichtige belangen op het spel staan Percey Beiden ontstelden, toen deze naam hun zoo onverwaeht, zacht en klagend in de ooren klouk. Zij bogen zich over de op den vloer liggende gestalte, waarin thans eenig leven merkbaar was. Zij begint bij te komen, wij moeten haar spoedig wegdragen, zeide Blanche. Het is te laat. Zij opent de oogen. Ver- berg van die vrouw te u. En gij Ik wil weten wat wij vreezen hebben. Myrtle Blake was weer tot bewustzijn gekomen met den naam van den matq dien zij liefhad op de lippen. Met verbaasde onbestemde blikken zag zij om zich heen, toen stond zij met moeite op en wan- kelde naar een stoel. Plotseling echter bleef zij roerloos staan. Percey snikte zij, bijna onboorbaar. Want voor haar stond de man, op wiens men- schelijk gevoel zij dien avond reeds eenmaal te- vergeefs een beroep had gedaan. Met de armen over de borst gekruist, zag hij haar vast en met koelen blik aan. Het voile licht der gaskroon viel juist op zijn gelaat. Wat was het, dat haar op dit oogenblik als een electrische schok scheen te treffen Zij opende den inond, alsof zij wilde spreken, hield den adem in en scheen op dat schoon, doch valsch gelaat, elke gedachte te willen lezen, die in die verraderlijke ziel omging. (Wordt vervolgd). VAN DE VAN I a NAAM. M:l. iVanenmiar Lading 12 13 12 Eng. s.s. Eng3m.sch Noor. bark Eng. barge Eng. s.s. 12 Noor. s.s. Eng. sch. 13 Eng. s.s. Belg. s.s. Noor. s.s. 12, Noor. sch. Noor. brik Noor. s.s. 13 Deen. s.s. iftlg. s.s. Voor Ter learen i 3730 (Liverpool 471 Par Tadorne Darrij Maid Van Ter Veaien 1088 Frederikstad 274 Londen 2241 idem Erstatingen Eastern Belle Ann Webster Voor Sneppe Dashing Wave Acacia Handel Alma Benl I 3998(Riga 471 Par 2860 Methil 2035 Hall 2918 Kragero stake pijpaarde ballast ijzer stakg. hout pijpaarde kolen idem hout Somerset 889 Frederiksh. ballast Jolund 738 Frederikstad idem Dagbjorg 1090 Vew-Castle stakg. Kamma 4285 idem ledig Gabrielle 508 Ostende idem iL

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1902 | | pagina 5