A 1 g e a e e n Kieuws* en Admtentieblad 2eeuwsch o o r V la a a d o r e n. No. 4223. Donderdae 8 Mei 1902. 0a?@lligheid Vaaiwater. Engeland ei de Z.-A. Repnbliek. EENE ARME VERV0LGDE. 42® Jaargang. abonnement Binnenland. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave FEUILLETON. \KI /.KVXIHK (MRAAT. Voor Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika l,82j. Men abonneert zich bq alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven- bushouders. AD^K&TEMTf ft N: m Van 1 tot 4 regels 0,46. Voor elken regei meer f 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derselfde advertentic worrit da prtj- slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend de Firms I". I)if vrr.rkijni Haanda«-, WoynmlHli- eg Vrijdsssvopd, sltgeaooderd op Feestdsiren, bij i ts Of UIR* «r T.f »eum De Burgemeester van TER NEUZEN brengt bij deze ter kennis van zeevarenden dat op den S4en Jlei J®*8 en volgonde dagen schietoefeningen znllen plaats hebben van uit eene opatelling naast de kustbatterij nabij Diemcrdam in de richting van het punt, liggende op ongeveer 1300 M. Zuid van het fort Pampus. Verdere inlichtingen omtrent bedoelde schietoefeningen kunnen door belanghebbenden worden verkregen ter Secretarie der gemeente op de nren, waarop deze is geopend. Ter Neuzen, 7 Mei 1902. De Burgemeester voornoemd, J. A. P. GEILL. Te Louden verwachtende menschen eengunstigen uitslag van de beraadslagingeu der Boeren. Het heet daar, dat 35 koinmando-aanvoerders den vrede gunstig zouden geziud zijn. De correspondent te Londen van de jrMatin beweert uit goede bron te hebben vernomen, dat de voorwaarden, door lord Kitchener aau de Boeren aangeboden, neerkomen op: bijna algemeene straffeloosheid voor de opstaDdelingen uitde Kaapkolonie, een soort van voorloopige eigen regeering, bijna onmiddellijk gevolgd door de ver- nietiging van de verbauningsproclamatie van 7 Augustus, en ruirne voorschotten voor den weder- opbouw van de hoeven. Wat er voor waars aan deze beweringen is, valt niet te beslissen, en daarom men kan er we] nota van nemen, maar het grootste voorbehoud blijft vereischt. t Wat de krijgsoperaties betreftheel in t noordwesten van de Kaapkolonie is het plaatsje Ooikiep laugen tijd door de Boeren belegerd ge weest19 April werd over dat beleg van Port Nolloth gemeld »De bewoners van Ooikiep zijn zeer opgewekt, in weerwil van het losse schieteu van de Boeren uit de bergen rondom de stad. De vrouwen en kinderen hebben de wijk genomen het schoollokaal, dat goed versterkt is. Tot in dusver zijn de eenige verliezen geweest, Europeaan gesneuveld in een blokhuis, een rniju- werker en een meisje geraakt op straat en een paar gekleurde vrouwen en kinderen gewond.^ De troepen in Klipfonteiu, ongeveer 30 K. M. van Ooikiep, waarmee men in heliografische ge- meenschap is, hebben de Boeren verjaagd, en de vijand bezet nu een positie te Kasteelpoort, 6 K. M. van Klipfontein. In een schi^jven van einde vau Maart uit Jo hannesburg aan de j/Neue Freie Presse worden aantal interessante bijzonderheden over den een toestand gegeven. Het verkeer in de mijnstad Ljjdt sterk door bet gfebrek aan paacden. Verkocht worden enkel uitgediende legerpaarden a de ellendigste soort, en die maken dan nog prijzen van f 300 tot J 960. De oorzaak van het gebrek is gelegen in de steeds toenemende be- hoefte van trekdieren voor het leger, ten einde de blokbuizen, die niet aan het spoor liggen, van proviand te voorzien. Deze blokhuizen, krijgen elken dag hun behoeften voor een dag aangevoerd, op- dat de Boeren bij overrompeling geen te grooten buit kunnen maken. Voordezen dienst zijn alleen den Vrijstaat langs de blokhuislijnen buiten de sporen 17,000 osseu en 10,000 muildieren voortdurend in touw. De trekossen komen meest uit Basoetoland er wordt 360 per stuk voor betaald. De niet te controleeren beweringen betreffende de vredesonderhandelingen houden aan. Zoo wordt uit Londen aan de /Temps" gemeld Het schijnt zeker dat er vddr de bijeenkomst van den 15° te VereenigiDg nog een bespreking van de voor- naamste Boeren-aanvoerders, vergezeld van ver- tegenwoordigsrs van de kommando's, den 9a dezer te Pretoria zal zijn, ten einde met Kitchener en Milner de lijst van de vredesvoorwaarden voor- goed vast te stellen, die de vergadering te Ver- eeniging te bekrachtigen zal hebben. Kommandant Prinsloo, die door de Boeren gevangen was genomen, nadat hij bij de Engelschen in onderwerping was gekoinen, is outsnapt en Zondag, na vijf uren loopen, te Brakfontein aan- gekomen. Uit het Loo wordt van Dinsdag gemeld De gedrukte stemming, die sedert gisterenoch- teDd hier heerscht, is nog nietgeweken. Stelden de berichten gisterenmiddag ietwat gernst, het bulletin van heden ochtend beeft den indruk ge- vestigd, dat nog niets met eenige zekerheid om trent den toestand van H. M. de Koningin is te zeggen, en evenmin omtrent den loop dien de ziekte nog kan nemen. Uiteraard moet H. M. zeer zwak zijn. Gisterenavond waren de beide geneesheeren ge- ruimen tijd ten paleize en in de onmiddellijke omgeving van de Koningin. De arts Pot keerde eerst laat in den avond huiswaarts, terwijl de lijfarts bet paleis nog niet heeft verlaten. De temperatuursverhooging moet reeds in den vooravoud te ducbten zijn geweest. konde Een straal van licbt uit het huis zelf viel vluchtig op de geheele gestalte. Myrtle Blake ontstelde en prevelde, hevig aangedaan Hij is het Overtuigiug, hoop, vrees, lagen in deze woorden opgesloten. Nogmaals na langen tijd, was haar de buigzame, beweeglijke gestalte van Percey Grey verschenen. Toch had zij zijn gelaat slechts in omtrek en op een afstaud gezieu. Een onweerstaanbare kracht sob een haar voort te drijveu, ijlings snelde zij op het rijtuig toe. Mijnheer Grey riep zij. te apreken. Wat verlangt ge De man in het rijtuig keek uit het nog open- staand portier. Percey, mijn echtgenoot, Zij had hem nu goed in Het scheen somberder en eenigsziDS verouderd toch waren dat de trekkeu van den man, dien zij had liefgehad en verloren. In de uiterste verbazing keek de koetsier naar de onbekende vrouw, die aldus tot zijn meester sprak. Zijn meester zelf had verschriktopgezien, toen hij haar zoo gemeenzaam zijnen naam hoorde noemen. Streng en met argwaau zag hij haar aan, toen vroeg hij op hoogen toon Ik wensch hem kent ge mij niet het gelaat gezien. Mensch wie zijt gij Deze woorden brachten haar tot de werkelijkheid terug. Ik ben uw vrouw Myrtle. Kent gij mij niet uwe Cinderella? Vrouw, doe het portier dicht. Ik ken u niet. t Een akelige kreet ontsnapte Myrtle s lippen. Door het openstaande portierraampje zag zij, dat jn gelaat even bleek werd als het hare, en hoorde zij hem opgewonden eenige woorden morn- pelentoch had hij haar verloochend. Wacht nog slechts e6n oogenblik, smeekte zij; ik ben veranderd en daardoor herkent, gij mij niet. Percey Percey Vooruit, koetsier. Krampachtig greep zij zich aan het rijtnig vast, maar hare hand gleed uit, toen de equipage voortreed. Zij viel. De man, op wiens liefde zij zich had beroepen, lette er niet op, en het was hem ook onverschil- lig, dat de wielen haar verwonden, dat zij op den harden trottoirband was gevallen. En Myrtle Blake lag, als een doode, bijna op den drempe van het prachtige heerenhuis, dat bewoond were, door Percey Grey. XVII. Een half uur later kwam Myrtle weder tot zichzelve. In den val had zij het hoofd verwond tegen de steenen; haar gelaat was bebloed. Waggelenc stond zij op en wankelde voort, zonder om zich te zien. Hare gedachten waren nog verward Eindelijk liet zij zich op de trappen van een Schier alle regeerende vorsten laten inlichtingen inwinnen. In de eerste dagen kan nog de geregelde ver- schijning der bulletins worden tegemoet gezien. Ook thans bevatten de buitenlandsche bladen algemeene betuigingen vau hartelijke sympathie voor onze Koningin. Wij laten hier volgen wat een uit de velen, het Handelsblad van Ant- werpen schrijft z/De onrustwekkende tijdingen over den toestand van H. M. de Koningin der Nederlanden hebben ook in Belgie, en voornamelijk in het Vlaamsch- prekende gedeelte des lands, diepe verslagenheid teweeg gebrachten algemeene deelneming uitgelokt. z/Een Engelsch spreekwoord zegtblood is thicker than water in deze voor het Nederlandsche volk zoo bange oogenblikken ondervinden wij er de waarheid van, en is ook ons Nederlandsch gevoel droevig ontsteld. ,/Haar, de jengdige Vorstin, die even bevallig en aanminlijk als met vaste hand den schepter loudthaar, eene jonge vrouw, die, toen niemand ouder de gekroonden in een historisch moment dorst optreden voor het verongelijkte recht, uitriep, met de leuze van haar geslachtce sera moy, Nassauhaar toch gingen van ons volk vereeriug en be wondering toe. wEn met voile armen droegen wij de bloemen dezer vereeriug en bewondering benedeD aan hareD troon, en vurige wenschen vormden wij voor al het heil en het geluk dat zij verdiende. vHet noodlot, dat haar zoo zwaar drukt, en het onweer, dat den laatsten spruit uit het huis van Oranje-Nassau doet nijgen op den sterken stam, heeft diep het medelijden in geheel Zuid-Neder- and verwekt. z/Andermaal volgt voor Hare Majesteit diepe teleurstelling op een blijde verwachtingonzeg- gelijke pijnen waren haar deel, en om hare slapen thans de kroon der smarten, de kroon der leerschappij komen vervangen. z/Bij de gebeden, die allerwege in Nederland uit millioenen monden oprijzen voor haar behoud, voegt one volk uit de volheid van zijn gemoed, zijn gebed tot den Almogende, opdat Hij van het Nederlandsche volk een nog grootere ramp afwere. vGod behoede, bescherme en beware de jonge Koningin In de zitting der Tweede Kamer van gisteren werd mededeeling gedaan van een ingekomen schrijven van dankbetuiging namens de Koningin, voor de betoonde deelneming der Kamer. stoep nedervallen en zat met het hoofd in de haDden over haren toestand na te denkeu. Deze laatste harde slag van het noodlot scheen haar geheel te hebben verpletterd. Percey had haar gezien, Percey had gehoord dat zij hareu naam noemde, en toch had hij beweerd, dat hij haar niet kendehij had haar wreed van zich gestooten, alsof zij hem volkomen vreemd was. Wat moet dit alles beteekenen Is het een vreeselijk spel mijner verbeelding? zeide zij austig en weifelend. Neen, neen, hij was het; het was zijn stem, hoewel wat harder en ruwerhet was zijn gelaat, hoewel minder zacht en minder vriendelijk dan voorheen. O, hij moet mij aanhooren hij moet mij zeggen, waarom hij mij verstoot. Wanhopig sprong zij op. Met haar zakdoek wischte zij zich het bloed van het gelaat. Toen trachtte zij al haren moed te verzamelen om met beslistheid onmiddellijk te kunnen handelen, en keerde weer naar het heerenhuis terug. Toen zij weder aanbelde, opende een dienst- meisje de deur. Is mijnheer Grey nog niet terug? vroeg zij met gedwongen kalmte. Het meisje autwoordde ontkennend. Dan zou ik gaarne op hem wachteu, of een briefje voor hem achterlaten. Ik moet hem zeer noodzakelijk spreken. Wilt u mij maar volgen, mevrouw Haar besliste toon maakte zooveel indruk op het meisje, dat zij niet aarzelde haar binnen te laten Over een zachten, zwaren looper volgde Myrtle het dienatmeisje naar een kamer aan het einde van de gang. Militair Strafrecht. Yervolgens werd gestemd over de amendementen op de artikelen 6, 9 en 29 van het ontwerp-Wetboek van Militair Strafrecht. Het amendement-Hugenholtz c. s., op art. 6, tot afschaffing der doodstraf, werd met 61 tegen 20 stemmen verworpendat der commissie van voorbereiding tot opneming der militaire detentic in art. 6, werd met 42 tegen 40 stemmen aangenomen artikel 6 (omschrijving der straffeu) werd hierop met 65 tegen 17 stemmen goed- gekeurd. Het amendement-Heemskerk op art. 29, om den rechter volkomen vrijheid te laten in de bij deze wet voorziene gevallen de doodstraf uit te preken, zonder de noodzakelijkheid hiervan te toetsen aan het belang van den Staat, werd met 50 tegen 32 stemmen verworpen het amendement- lugenholtz op art. 9 om den rechter de doodstraf alleen dan te doen uitspreken, als het belang van den Staat zulks gebiedend eischt werd met 44 tegen 38 stemmen verworpenhet amendement- Van Raalte, om den rechter de doodstraf niet te doen uitspreken, dan indien hij oordeelt dat de veiligheid van den Staat haar toepassing eischt, werd met 45 tegen 37 stemmen aaDgenomen het aldus geamendeerd artikel 9 werd met 53 tegen 21 stemmen aangenomeD. Artikel 29 en de artikelen 79 werden zonder loofdelijke stemming goedgekeurd. Op artikel 10 werd een amendement-Hugenholtz, om bij algemeenen maatregel van bestuur geen eitra tuchtmaatregelen voor militaire gevangenen vast te stellen, met 56 tegen 10 stemmen ver worpen. Goedgekeurd werden twee artikelen 10a en 10b der commissie van voorbereiding, ter uitvoering van het stelsel der militaire dententie. Op artikel 13 werd een amendement-Van Raalte, om den burgerlijken rechter bevoegd te verklaren, als bijkomende straf ontslag uit den militairen dienst uit te spreken, door de Regeeriug over- genomen, en werd een amendement-Hugenholtz, om bij veroordeeling tot de doodstraf de bedoelde bijkomende straf niet uit te spreken, verworpen met 55 tegen 12 stemmen. Het amendement bij artikel 15, om de ver- laging in rang door den rechter slechts mogelijk te maken bij ouwaardigheid, werd, na bestrijding door den Minister van Oorlog, met 43 tegen 29 stemmen verworpen. De Kamer ging in de afdeelingen over tot het onderzoek van verschillende wetsontwerpen, o. a. dat tot vervulling der Militiewet. De Provinciale Staten van Zuid-Holland hebben gisteren gekozen tot lid van de Eerste Kamer (vacature-T. P. Yirnly) den oud-minister, lid der Prov. Staten J. P. Havelaar, directeur- generaal der posterijen en telegraphie, met 42 van de 76 stemmen. Op den heer A. Plate, Het was de bibliotheek en terwijl zij een stoel voor den brandenden haard schoof, zeide het meisje Wees zoo goed hier te wachten, mevrouw ik zal intusschen informeeren wanneer mijnheer Grey terug wordt verwachtdesverkiezeude kunt u daar aan de schrijftafel een briefje schrijven. Myrtle knikte zwijgend. Het behaaglijke gevoel van rust en warmte, scheen na den vreeselijken avond, dien zij had doorgebracht, eenigszins ver- doovend op haar te werken. Zijn huis, zijn schilderijen, prevelde zij, terwijl zij de smaakvol gemeubelde kamer rondzag. O, er moet in dit alles een misverstand, iets geheimzinnigs zijn. Hij beminde mij, hij had mij lief; als hij alles weet, kan hij niet zoo wreed zijn. Maar wat is dat Haar oog was gevallen op een portret op den schoorsteenmantel en bleef nu strak gevestigd op een ander portret dat er naast stond. Het eene was de volmaakte gelijkenis van Percey Grey, het audere? Waar had zij dat gelaat vroeger gezien? Het doemde als uit het duistere, droevige verleden voor haar op. Een smartelijke aandoening dooitrilde haar gansche ziel, toen zij onderaan in een hoekje den naam Blanche" las. Het scheen haar te bespotten, dat schoone^ donkere gelaat, dat haar zoo koel en trots aanzag. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1902 | | pagina 1