eene partij Euisraad,
Een net Bnrpr 10I1JIS,
Advertentien.
Herberg, Logement en Afspanning,
TS HUU&S
Openbare Verkooping.
Getrouwd
H. J. VAN DEN OUDEN
S. A. GAILLARD,
die mede namens wederzijdsche familie hunnen
hartelijkon dank betuigen voor de vele bewijzen
van belangstelling hun betoond.
Schoonhoven, 4 April 1902.
Ondergeteekeude bericht aan de
afdeeling, Landbouwers Beetenbond
SluiskilTer Neuzen, dat Beetenzaad bij hem
kan gehaald worden van af Maandag 14 April.
Elke landbouwer moet voorzien zijn van een
briefje, vermeldende zijn naam en aautal kilo's,
alsmede de benoodigde zakken.
H. ANJOUL te Sluiskil.
Ondergeteekeude bericht aan het ge-
achte publiek, dat hij voornemens is,
op Zaterdag 19 April, zijne nieuw gebouwde
genaamd „In het nieuwe dorp"
bij het Capucijnenklooster te Sluiskil te openen.
Zich voortdurend in ieders gunst aanbevelend,
P. MEERT,
Koopman en Herbergier te Sluiskil.
Notaris Van der Mner te Ter Neuzen, zal
op Zaterdag 12 April 1902, des namiddags
te 2 uur, ten verzoeke van de erven van JACOBUS
DE BRAAL, aan het door dezen bewoond geweest
zijnde huis, in den Nieuwe Neuzenpolder, bij de
hofstede van mej. de weduwe WolfertLensen,
in het openbaar verkoopen
alsBoogkabinet, Tafels, Stoelen, Kachels,
3 Pluimenbedden, Uanglampen, Petroleum-
stel, nieuw Handnaaimachine, Glas-, Geleierd-
en Aardewerk, Wekkers, Kastklokken,
Spiegels, Statenhijbel, Boeken, Kleerkisten,
eene partij Spek, Aardappelen en Arbeiders-
gereedschappen, 13 Hoenders en 1 Haan,
en hetgeen meer zal worden geveild.
Koopen tot en met f 3,contant.
in de De Feiiterstraat. Te bevragen bij P. DE
FEIJTER Jz., te Ter Neuzen.
ft. Ben schrijven van Ged. Staten van Zeeland, dd. 8
Maart 1902, waarbij wordt medegadeeld dat de rijksbijdrage
in de onderwijskosten, bij voorsehot aan de gemeente uit te
keeren, voor Ter N en Jen bedraagt 7665.
Aangenomen voor kennisgeving.
0Ken adres van A. J. van Gelderen en C. J. Jolijt,
beiden sluisknechts aan de Oostscliutsluis alhier, welke voor-
komen op de inde«lingslijst voor de bvandweer, vastgesteld
door Burg, en Weth. den 31 Oct. 1901, en naar aanleiding
daarvan door het bestuur der brandweer zijn ingedeeld als
pompers bij spuit C. Adressanten geven te kennen dat de
waarneming van hunne betrekking als sluiskneeht, tegelijk
met die bij de brandweer, voor hnn groote moeilijkheden
oplevert, ja, het hnn ondoenlijk maakt, ten alien tijde, bij
oefening ot anderc werkzaamheden der brandweer tegenvroordig
te wezen. daar die kunnen samenvallen met de uitoefening
van hunne plichten als sluiskneeht, waartoe zij in de eerste
plaats geroepen zijn, dat zij met voile recht vermeenen toe-
behooren tot hen, die andere plichten m het openbaar belang
te vervullen hebben, welke hen verhinderen de gevorderde
diensten bij de brandweer uit te voeren, immers als zij
diensten als sluiskneeht op of aan de sluis verrichten, zijn
zij, in 'sRijks belang. werkzaamdat zij daarom beleefd
verzoeken, dat zij, overeenkomstig het bepaalde onder a art.
11, afd. 4, der verordening tot wijziging van die op de brand
weer uit den dienst worden ontslagen.
De Voorzitter wijst er op, dat volgens art. 11, sub 40 a
der verordening door Burg en Weth. worden vrijgesteld of
uit den dienst ontslagen zij die andere plichten in het open
baar belang te vervullen hebben, en dat eerst wanneer Burg,
en Weth. op eene reclame afwijzer.d beschikken. de reela-
manten overeenkomstig art. 13 bij den Raad in hooger be-
roep knnnen koman. Aangezien adressanten nn nog niet bij
Burg en Weth. hebben gereclameerd kan de Raad op dit
adres niet beschikken en stelt spreker namens het Dag
Best, voor, adressanten te berichten dat hnn verzoek niet
voor inwilliging vatbaar is.
Met algemeene stemmen wordt aldus besloten.
f. Door den Voorzitter wordt overgelegd het proces-
verbaal van de op 21 Maart j.l. door Bnrg. en Weth. bij
den gemeente-ontvanger gehouden kasopname, waarbij alles
is accoord behonden.
Een schrijven van de wed. J P. van de Sande
Scheele, houdende kennisgeving van het overlijden van
haren echtgenoot J. P. van de Sande, onderwijzer aan de
openbare lagere school B alhier.
De Voorzitter deelt medc, dat Burg, en Weth. bereids op
dit schrijven met een brief van rouwbeklag hebben gcant-
woord. waarop hij thans de goedkeuring van den Raad
verzoekt
Z. h. s. wordt deze verleend.
li. Een adres van W. J. van Wasbeek, scheepstinimerman
te Ter Neuzen, waarbij deze verzoekt de scheepstimmerwerf
die hij thans van de gemeente in huur heeft, met de daarbij
behooreude kauthelling, weder in te haren voor eenjaar, bf,
zoo de Raad dit wil voor twee of drie jaar.
Adressant verzoekt evenwel als het mogelijk is, verminde-
dering van den thans betaalden huurprijs, om reden er
veel reparatie aan de helling behoort te worden uitgevoerd,
wil men deze in staat maken om er een flink schip op te
draaien. Wanneer de huurprijs met f 50 wordt verminderd
kan adressant daarvoor de hellingen in goeden staat brengen
en honden om er het gewone werk medo uit te voeren.
De Voorzitter: Daar dit adres eerst gisteren is ingekoraen,
is het nog niet bij Burg, en Weth. behandeld en geef ik
in overweging het adres eerst naar dit college te renvoyeeren,
opdat dit een onderzoek kan instellen en in een volgende
vergadering inlichtingen verstrekken.
Dit wordt goedgevonden.
1, De Voorzitter Indertijd is door eenige bewoners van
het gehucht »het Zwaantje" een adres verzonden, waarin
werd verzocht voorziening in eene gelegenheid tot afvoer van
hemel-, spoel- en ander water van hunne terreinen, daar de
watertoeoer, dien zij steeds gebroikteD, hun met 1 Januari
1902 door den heer J. Huijssen was opgezegd
Burg, en Weth. hebben naar aanleiding van dit adres een
oaderzoek ingesteld en daarbij is hun gebleken, dat de Raad
aan deze kvrestie niets kan deen, daar het hier betreft een
afvoer van polderwater en het dus tot de taak van het
polderbestuur zou behooren er voor te zorgen. Aangezien
nu uit niets blijkt dat het polderbestuur in dezen reeds ge-
kend is, kan de Raad er op het oogenblik niets aan doen.
Vroeger schijnt daar een sloot te hebben gelegen, maar die
is op het oogenblik niet meer te vinden er werd ook gezegd
dat de bewoners hard hebben gewerkt om die sloot dicht te
gooien. Is dat zoo, dan zijn ze zelf de schuld van den
tegenwoordigen toestand, en is het anders, dan is het hunne
taak om in rechten voor de handhaving van hun recht tot
afwatering op te treden.
Ik geef dus namens Burg, en "Weth. in overweging om aan
adressanten te kennen te geven dat de Raad er niets aan
doen kan.
Z. h. s. aldus besloten.
j. Een adres van M. D. de Putter, handelaar in bouw-
materialen alhier, welke te kennen geeft:
dat hij voor het opstapelen zijner materialen reeds vroeger
heeft aangevraagd eene oppervlakte van 30 M 2
dat hij gaarne den ^eheelen hoek, gelegen tusschen de
twee opritten voor zijne woning, wenscht in gebruik te mogen
nemen, waarom hg zich tot den Raad wend met het ver
zoek hem tegen den kostenden prijs per M\ en per jaar,
daarvoor vergunning te willen verleenen
De Voorzitter geeft namens Burg, en Weth. in overweging
dit adres, als behoorende bij dat college, ter afdoening
daarnaar te verzenden.
Z. h. s. aldus besloten.
k. De Voorzitter: Ingevolge dc opdracht van den
Raad hebben Burg, en Weth. met de belanghebbenden een
bczoek gebracht aan het ravelijn IV en V en ook aan de
andere aangewezen plaats, en is daarbij gebleken dat uaar
Int oordeel van belanghebbenden het ravelijn IV en V de
meest geschikte plaats is voor het stichten eener petreleum-
bergplaats.
Met het oog daarop is aan den Minister van Oorlog een
adres verzonden om over dat terrein te mog#»n beschikken.
Voorts is aan H. M. de Koningin verzocht in te trekken
het adres waarbij vergunning was gevraagd voor het ophoogen
van het eerst gevraagde, doch geweigerde terrein nabij de
Sassche poort. De zaak i3 dus thans in een nieuw stadium
en we moeieH afwachten wat er verder van komen zal.
1. Eeu schrijven van Ged. Staten van Zeeland, dd. 15
Maart 1902, waarbij wordt opgemerkt dat in het raads-
besluit van 8 Maart j.l. tot het aangaan eener tijdelijke
geldle« ning voor kasgeld niet is bepaald binnen welken tijd
die leening zal worden afgelost.
De goedkeuring van Ged. Staten is aan het raadsbesluit
onthouden en een verbeterd besluit wordt tegemoet gezien.
Naar aanleiding hiervan stelt de Voorzitter aamens Burg,
en Weth. voor in het eerst genomen besluit als uiterste datum
van aflossing op te nemen 1 Aug. a. 8.
Z. h. s aldus be loten.
eii. De Voorzitter: Na het overlijden van den heer J.
P. van de Sande, en in verband met den toch al treurigen
staat der onderwijskrachten aan school B. is door Burg,
en Weth aan die'school werkzaam gesteld de heer J. C.
Faber, kweekeling aan school C, die in het bezit is der akte
als onderwijzer, tot in de vacature zal zijn voorzien.
Ik kan verder meedeelen, dat Burg, en Weth. het voor-
nemen hebben eerstdaags eene oproeping van sollicitanten
te doen, volgens de bepalingen der nieuwe verordening.
n. Een adres van den heer J. Lamquet, directeur van
de spoorwegmaatschappij »MechelenTer Neuzen," d. d.
22 Maart 1902, waarin deze verzocht hem te willen berichteu
hoe veel obligation van die maaischappij het gemeentebestuur
wenscht te ontvangen als waarborg voor het bouwen der
trottoirs, die de Raad wenscht aangelegd te zien aan den
men wen toegangsweg naar het station te Ter Neuzen.
Die obligation zijn betaalbaar a pari aan fr. 500; tegen-
woordig aan de bears waard fr. 475, terwijl adressant voorstelt
ze te schatten op fr. 450.
Daar dc lengte der twee trottoirs bij 0,75 M. breedte ongeveer
674 M. moet zijn, vermoed hij dat de uitgaaf ongeveerzal
fcedragen fr. 5897,50, wat de waarde is van 1& obligation.
Indien de Raad met dit voorstel accoord gaat, is er niets
meer dat de overgaaf van den nieuwen weg aan de gemeente
belet.
Gaarne ontving adressant een profiel van de straat met
omschrijving der trottoirs zooals het gemeentebestuur die
wenscht te zien aangelegd.
De Voorzitter: Daar dit schrijven niet op zegel was gesteld
en de raming gebaseerd was op Boomsche klinkers, terwijl
Burg, en Weth. aan Waalklinkers de voorkeur geven, werd
daarvan door hen terstond bericht gedaan, en ook gevraagd
in hoeveel tijd men het trottoir denkt te voltooien. In
antwoord daarop is een op gezegeld papier gesteld schrijven
ontvangen, waarin wordt bericht dat de aan te leggen trottoirs
van Waalklinkers zullen worden gelegd en deze binnen een
termijn van vijf jaren voltooid kunnen zijn.
Uit dit schrijven blijkt dus, dat ze genegen zijn de trot
toirs in Waalklinkers te leggen en znllen er ook geen
bezwaren meer zijn om het besluit te nemen, dat de straat
door de gemeente zal worden overgenomen.
Daar evenwel eene bestrating der trottoirs van Waalklinkers
duurder zal komen dan met Boomsche klinkers, zal in ver
band daarmede de waarborg moeten verhoogd worden en
bepaald op 16 aandeelen. Het is billijk dat een lauge ter
mijn voor het voltooien der trottoirs wordt toegestaan, daar
de straat niet terstond heelemaal zal worden bebouwd en de
huizen er ook niet dadelijk zullen verrijzen. Echter moet
de bepaling worden gemaakt dat de gemeente het recht van
preferentie zal hebben op de aandeelen die haar als waar
borg worden gegeven, en dat de maatschappij zelf verant-
woordelijk blijft oor eventueele waardevermindering daarvan.
Het is voorts dringend noodig, dat de nieuwe weg voor
het pwbliek verkeer wordt opengesteld, de toestand eischt
verbetering en wanueer die straat eigendom van de gemeente
wordt komen ook wel de zorgen, dan moet zij ook wel voor
het ondcrhoud zorg dragen, doch dan kan zij ook verlicht
worden en zal er een betere toestand ontstaan.
Door den te ontvangen waarborg krijgt men de zekerheid
dat de geeischte trottoirs, het eenige dat nog ontbrak, zullen
gelegd worden, en kan dus het besluit tot overname der
straat worden genomen.
Z. h. s. wordt besloten den nieuwen toegangsweg naar het
station van de spoorwegmaatschappij MechelenTer Neuzen
over te nemen, op de voorwaarden welke reeds vroeger aan
die maatschappij zijn medegedeeld.
o. De Voorzitter deelt mede, dat de verpachting van
staanplaatsen ter golegenheid der aanstaande kermis heeft
plaats gehad en boven het gewone marktgeld heeft opge-
bracht f 266.
Den heer De Jonge komt het vreemd voor dat die ver
pachting reeds heeft plait3 gehad, terwijl nog niet is bepaald
dat de kermis zal worden gehouden. Het was toch steeds
ieder jaar de gewoonte eerst te besluiten dat de kermis zal
worden gehouden, en dan de verpachting te houden, dit is
thans niet gebenrd.
De heer Grenu is van meening dat er alleen over het al
of niet houden der kermis gesproken werd in tijden dat er
besmettelijke aiekten in het land heerschten.
De Voorzitter kan zich niet herinneren hoe het vorigjaar
gehandeld ishij meent ook dat er over gesproken is.
De heer Van den Hoek: Er is altijd over *gesproken,
maar dat was overbodigde kermis staat* vast en wordt
volgens raadsbesluit ieder jaar gehouden, beginnende den
derden Maandag in September. Dat gaat dus voort, tenzij
er een besluit wordt genomen in anderen zin, doch daartoe
moet dan eerst een voorstel worden gedaan.
De heer De Feijter De bnrgemeester vroeg vroeger altijd
of de kermis op de gewone wijze zou gehouden worden,
maar ik ben het eens met den heer Van den Hoek, dat het
niet noodig is dat te vragen.
De heer De Jonge De staanplaatsen zijn nu verpacht
zonder dat er een besluit genomen is om de kermis te houden.
De Voorzitter Het besluit om de kermis te houden bestaat
en is door Ged. Staten goedgekeurd, zelfs nog zonder de
goedkeuring van dat college kan in zoo'n besluit geen ver-
andering worden gebraeht.
De Voorzitter verlaat de vergadering, waarop de heer
Van den Hoek, wethouder, het presidium waarneemt.
De heer De Jonge bljjft van meening dat het gewenscht
is de kermis te bespreken op verschiilende plaatsen komt
de kermis ook wel op de agenda, zelfs in Rotterdam.
De Voorzitter merkt op, dat dit te Rotterdam geschiedt is
naar aanleiding van ingekomen adressen, waarin afschaffing
der kermis gevraagd werd.
De heer Versluijs merkt op dat naar hij meent nog ieder
jaar door den Raad besloten is, de kermis op de gewone
wijze te honden.
De Voorzitter sterat dit toe, maar 'twas overbodig. Zoo-
lang geen ander besluit wordt genomen, staat de kermis
vast en moet zij plaats hebben. Wil men haar afschaffen,
dan moet daartoe een voorstel worden gedaan.
De heer De Jonge: Men behoeft nog niet direct het
voornemen te hebben om een voorstel te doen tot afschaffing,
maar er werd verleden jaar ook gesproken over inkorten
der kermis.
Dc Voorzitter: Wanneer men daar voor wa9, moesten de
voorstanders daartoe een voorstel gedaan hebben. Dat is
niet geschied, zood&t de zaak zijn geregelden gang gaat.
Een vroege oproeping van liefhebbers voor de staanplaatsen
is gewenscht, omdat men dan meer kans heeft veel geld te krijgeu,
en geld maken is dan toch het doel der verpachtiDg.
De bnrgemeester komt weer ter vergadering en neemt
het voorzitterschap over.
De heer Dc Jonge kan zoo niet inzien dat vroege ver
pachting nood:g is, en de opbrengst is bij hem van onder-
geschikt belang hij zal er evenwel maar niet verder op
ingaan, want 't is nu toch te laat.
De heer Van den Hoek herhaalt dat vroeger alleen
be/eefdheidshalve de vraag werd gesteld zullen we op de
gewone wijze kermis houden
De Voorzitter: Om te weten hoe er vroeger is gehandeld,
zouden we de notulen moeten nazien, doch daar dit nogal
eenigen tijd zou vorderen, geef ik in overweging de bespre-
kingen daarover uit te stellen tot een volgende vergadering.
De heer De Jonge wil er zich thans wel bij neerleggen,
hij heelt thans slecht* een vraag gedaan.
De Voorzitter: Maar als u een vraag stelt wenscht u
daarop toch een goed antwoord en dat kan ik u, zonder
eerst te hebben onderzocht, niet geven. Dat kan ik wbl
zeggen dat de kermis vaststaat, en het Dag. Best, vraagt
thans alleen sanctie op de gehouden verpachting.
De heer De Jonge: Ik kan natuurlijk aan de kermis
mijn sanctie niet geven, maar wenschte alleen op tc merken
dat dit jaar, niet zooals vroeger de kermis op de agenda
is gebracht. Ik meende dat deze eerst zou worden besproken,
en dat daarna de verpachting zou plaats hebben.
De heer Van den Hoek: Het is niet noodig dat er over
gesproken wordt.
De heer De Jonge Ik bedoel ook niet dat het verplichtend
is om er over te spreken.
De Voorzitter: Ik geef in overweging om thans de
bespreking te eindigen en vraag de goedkeuring van den
Raad op de door Burg, en Weth. gehouden verpachting van
siaanplaatsen.
Deze goedkepring wordt verleend met 8 tegen 1 stem,
die van den heer De Jonge.
p. Een verzoek van I. A. Koene, ambtenaar ter secretarie,
om hem eene maand verlof te willen verleenen, om zich
onder geneeskundige behandeling te stellen.
Op voorstel van Burg, en Weth. wordt het verzoek z. li. s.
toegestaan.
q. Een schrijven van M. Klazinga, verloskundige te
Sluiskil, die daarbij den Raad dank betuigt voor de verhooging
harer jaarwedde.
Aangenomen voor kennisgeving.
J*. Benoeming van een onderwijzer vacature—Faas
I)e Voorziiter deelt mede dat de stiikken met het advies
van den schoolopziener nog niet zyn terug ontvangen en de
benoeming dus nog niet kan piaats hebben In verband met
deze zaak is reeds tweemaal van Ged. Staten van Zeeland
een schrijven ontvangen, waarin gewczen wordt op de onvol-
talligheid op 1 Jan. jl. van het onderwijzend personeel aan
school B en de aandacht wordt gevestigd op het bepaalde
bij art. 45, 4" en S« lid, der wet op het lager onderwijs.
Wanneer vdo'r of op 15 Mei a. s. niet in dc vacature is
voorzien, vervalt ook voor de andere onderwijzer aanspraak op
de rijksbijdrage voor het geheele jaar 1902, tenzij dc in het
5e lid van art. 45 der wet bedoelde ontheffing wordt verleend.
Uit een hiertoe aan H M. de Koningin in te dienen verzoek
behoort te blijken dat ondanks het aanbieden van eene
behooriijke jaarwedde, het niet mogelijk is geweest de plaats
binnen den gestelden tijd te vervullen.
Na de herhaalde oproeping vervolgt de Voorzitter
zijn thans drie sollicitanten opgekomen. Zoodra de stukken
terug zijn, kan eene benoeming geschieden, maar daar het
niet zeker is dat de te benoomen onderwijzer met 15 Mei
a. s. reeds in functie zal knnnen treden, is het noodig om
een adres te richten aan H. M. de Koningin, om de in het
5e lid van art. 45 der onderwijswet, bedoelde ontheffing te
vragen, willen we niet het gevaar loopen de snbsidie voor
alle onderwijzers aan die school dit jaar te verliezen. We
kunnen genoegzaam aantoonen, dat we ten deze steeds
diligent zijn geweest.
4. Benoeming van een lid van de Commissie tot icering
van schoolverzuim te Sluiskil (vacature-Hoebej.
De Voorzitter deelt mede, dat de benoemde J. A. van
Leuven, de benoeming niet heeft aangenomen. Door de
commiss e worden thans ter benoeming voorgedragen C.
Harms en J. Peters.
De hoot* Van der HooftKunnen die menschen dat
aan nemen
De Voorzitter: Ja, de commissie zal zich daarvan waar-
schijnlijk bij de betrokken personen wel vergewist hebben,
daar ze die toch anders wel niet zouden aanbevelen.
De bear Wieland Ja, mijnheer de Voorzitter, het trekt
ook mijne aandacht dat tvrea brugwachters, personen behoo
rende tot het personeel van 's rijks waterstaat, worden aan-
bevolen om lid te worden van die commissie, terwijl hier
hunne kameraads reclawieeren dat ze niet by de brandweer
Innnen dienen.
De Voorzitter: Daarnit blijkt dan, dat die reclame mis-
schien ook wel wat overdreven is, buitendien, zij zeggen
ook dat zij niet altijd den dienst zullen kunnen waarnemen,
dat wil nog niet zeggen dat zij steeds verhinderd zijn, en
daarvoor bevat de verordening ook bepalingen. Als iemand
wettelijk verhinderd is, kan hij wegblijven, als hij er maar
kennis van geeft.
De heer Van de Velde: De brug aan Sluiskil staat niet
stilals er een schip komt, moeten ze draaien.
De Voorzitter: Ja, misschien zijn ze toch in de moge-
lijkheid om het waar te nemen.
De heer Van den Hoek: 'tis toch ook niet zoo dikwijls
vergadering.
Nag wordt opgemerkt dat de Raad de kwestie niet behoeft
op te losstn, doch alleen een lid der commissie moet benoemen.
Tot stemming wordt overgegaan en met 8 stemmen be-
noemd C. Harms. Ben briefje was bianco.
5. Benoeming van een Ambtenaar van den Burgerlijken
Stand (vacature-Fan IJsselstejnJ.
De Voorzitter geeft in overweging nog een ambtenaar te
benoemen, opdat bij afwezigheid ran de 3 anderen de functie
toch kan worden waurgenomen. Missch'en was het beter
meer dan een ambtenaar te benoemen, waar het 't vorige
jaar voorkwam dat alle 4 de functionarissen verhinderd
waren.
Besloten wordt voorloopig <en ambtenaar te benoemen.
Tot stemming wordt overgegaan en de heer J. A. de
Jonge benoemd met 6 stemmen. De heer P. A. van de
Velde verkreeg 2, de heer A. Visser 1 stem.
tt. Behandeling eener eonceptverordcning op het herhalings-
onderwjs.
Dit punt wordt op voorstel van den Voorzitter aangehouden,
daar tie verordening zoo juist van den schoolopziener is
terugontvangen en dezs eenige bemerkingen heeft, die het
Dag. Best, dan eerst eens kan overwegen.
7 Behandeling van verzoeken om grond in erfpacht,
De Voorzitter Volgens voorschriften van het pror. blad
moeten bij het overgeven van grond is erfpacht eerst worden
gepubliceerd dat het voornemen bestaat den grond aan den
publieken dienst te onttrekken. Dit heeft met het oog op
de aanvragen van de heeren Van der Hooft en Solleveld
plaats gehadbezwaren zijn niet ingebracht, zoodat het
besluit om hen den gevraagden grond voor stoepen voor
woningen, respectievelijk m den Verlorenhoek en in de Korte
Kerkstraat, in erfpacht nit te geven, kan worden genomen.
Z. h. s. aldus besloten.
De Voorzitter kan verder meedeelen dat van de familie
H. C. E. van IJsselsteijn en van H. van de Sande bericht
is ontvangen, dat zy genegen zijn de erfpacht van hunne
perceelen op de door den Raad gestelde voorwaarden te
verlengen. Van J. L. Koole, aan wie ook opzeg is gedaan
doch aan wien is geschreven, dat, indien hij zich voor 1
April j.l. daartoe genegen verklaarde, hy ook nog kon deelen
in de door den Raad gestelde gunstige conditien, is geen
antwoord ontvangen, zoodat blijkt dat hij daarvan geen
gebrnik wenscht te maken.
HVerzoek aanleggen straat.
De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een adres
van A. Visser, walerbonwkundig ambtenaar te Ter Neuzen,
waarin deze te kennen geeft
dat hij op een gedeelte van de perceelen no. 3254 en
3628 sectie C dezer gemeente, een straat wenscht aan te
leggen, zooals op de bij het adres gevoegde teekening is
aangewezen
dit hij na het aanleggen dier straat vergunning wenscht
te verkrijgen tot het bouwen van woningen ter weerszijden
dier straat, mede op genoemde teekening aangeduid;
dat hij mede na roltooiing der straat het perceeltje grond,
sectie C no. 8621, eigendom van mej. de wed. Arie H. Donze
en van adressant, aan de gemeente over te dragen. waardoor
eene zeer gewenschte verbinding tnssehen de Nienwediep-
straat en Donze-Visserstraat zal worden tot stand gebracht.
De Voorzitter voegt hieraan toe, dat blijkens het ovcr-
gelegde plan de straat eene.breedte zal hebben van 5 M. met
stoepen van 0,75 M. ter weerszijden, en bestraat zal worden
met Lessines- of Quenastkoien 10/12. Volgens de bepalingen
van artikel 14 der bouwverordening moet de Raad bepalen
de breedte der straat en de wijze van bestrating. Evenwel
moet de straat oot trottoirs hebben, terwijl in het be-
schrijving8plan wordt gesproken van stoepen. Nu kan men
stoepen voldoende achten, daar stoepen krachtens de veror
dening op de openbare veiligheid worden gerekend te
behooren tot den openbaren weg, maar de verordening
spreekt van trottoirs.
De heer Van den Hoek acht de afmetingen volgens het
plan voldoende.
De heer Wieland Het is toch niet minder dan anderc
staten want er wordt zoo geklaagd dat Ter Neuzen mank
goat aan hei euvel van nauwe stratcn, we moeten dus zorgen
dat het niet nog erger wordt. Op de teekening zie ik dat
de straat aan het eind smaller is.
De Voorzitter merkt op dat dit komt omdat de ingang
aan de zijde van het Nienwediep op het oogenblik niet
breeder gemaakt kan worden, doch er kan nog zeer goed
een paard met wagen passeeren, zoodat dit voldoende is.
De heer Van den Hoek zegt dat de straat op dezelfde
afmetingen is ontworpen als de Donze-Visserstraat. Dat kan
dus voldoende geaclit worden.
De VoorzitterHet is maar alleen dat de verordening
trottoirs voorschrijft en het plan spreekt van stoepen. De
Raad kan afwijken, toestaan en zich met stoepen vergenoegen,
doch nu is ook juist Toor overname van dea nieuwen staiions-
weg streng de hand gehouden aan het voorschrift en zijn
ook trottoirs gevorderd.
De heer Van den Hoek meent dat een straat, als in het
adres bedoeld, niet te vergelijken is met den stationsweg,
dat is een hooldverbindiogsweg, maar dat is niet het geval
met de thans aan te leggen straat, die slechts eene lengte
van 65 Meter zal hebben.
De heer Wieland: Ja, maar we weten niet wat het worden
kan.
De VoorzitterDe zaak is, dat het hier een geh-el menw
te maken straat betreft. Men behoeft hier geen rekening te
honden met iets dat reeds bestaat, of reeds is aangelegd en
daardoor niet meer geheel in orde te maken is. Het is
thans nog een stuk land, men wil daar een straat maken,
en kan dat dus doen zooals het behoort. Nu is het wel
mogelijk dat stoepen voldoende zouden zijn, maar, it het
gewenscht daarmee genoegen te nemen met het oog op het
scheppen van amicidentenLater zoud-n daardoor moeilijk-
heden kunnen ontstaan. Ik acht het noodig trottoirs van
75 e. M., vrijblijvend van de gemeente, te vorderen. Wil
men dan de voorlyu nog achteruit brengen, om zelf een
stoej) te maken. dan moeten degenen die er bouwen daa zelf
weten. Wanneer het trottoirs zijn, vrijblijvend voor de ge
meente, mogen er ook geen deuren of bliuden over draaien.
dan onder zekere voc waarden.
De heer Van den Hoek rindt die eisch wel wat hard voor
zoo n klein straatje. De straat is 5 M en dan nog trottoirs
ter weerszijden, terwijl de ingang ruim 8 M. breed is, is
wel wat veel gevergd Buitendien mogen de stoepen toch
ook met meer door hekjes afgetloten worden.
De VoorzitterDe ingang is breed genoeg en kan ook
als de omstandigheden zich wijzigen verbreed worden.
De heer Van den Hoek Zooals het nu gevraagd wordt
is de t-traat 3 Meter breeder dan de ingang en de Van
Boven- en Jozinastraten zijn toch ook zoo aangelegd.
Dc VoorzitterIk moet het ook betreuren, dat tUiar
vroeger niet beter op gelet is; ik wil daarvan niemand de
schuld geven, maar dat is eentuaal geschied en niet meerte
veranderen. Hier staat men nu voor een nieuwe toestand,
en ik acht het onbillijk om van de spoorwegmaatschappij
trottoirs te vorderen en nu van den heer Visser niet.
De heer De Feijter kan xich met de meening van den
Voorzitter zeer goed vereenigen.
De Voorzitter acht eene breedte der strant van 5 M. vol
doende. De vraag die beantwoordt moet worden is wenscht
de Raad trottoirs of niet.
De heer De Jonge vraagt of de beslissing nog niet kan
worden aangehouden tot een volgende vergadering, dan is de
heer Visser misschien zelf aanwezig, om er eens met hem
over te kunnen spreken en kunnen de leden zich ook per-
soonlijk van deii plaatselijken toestand gaan overtuigen.
Voorzitter gelooft niet dat er tegen uitstel bezwaar
kan zijn, waarna met algemeene stemmen wordt besloten de
verdere behandeling van het adres uit te stellen.
s h*I ^e°^amQS ft00fdelijkcn oms/ag, hondenbelasting en
De Voorzitter deelt mede, dat deze in de geheime zitting
reeds zijn behandeld, en alt volgt is betchikt
Op de reclames tegen den hoofdelijken omslag zijn ver-
laagd O. G. Lotsy van 4000 naar /2100, I. Hengeveld
van /1100 naar 1000, C. J. Jolijt van 700 naar 600
R. Kurvink van f 600 naar 500, J. Peters vah 500
naar 450, Jacob Jan van Wijck van 500 naar 450 en
P. Allaart van f 450 naar 400.
Op de hondenbelasting werd voor de helft van den aanskg
afschnjving verleend aan A. Christiaansen, D. van Wijck
Jac. de Smidt en O. G. Letsy.
Op de aanslagen wegens schoolgeld werd afschrijving ver
leend alt volgt: J. J. Heijgelaar 2,30, E. de Bel 5,75
Ed. Breens 4,50, J. Wieland 5.40, C. Harms 8,0fi'en
F. Lauret f 2,70.
Gehandhaafd werd de aanalag van D. F. Elve en A. J.
Stroo, als zqnde de reclames ingediend na den voor reclame
gestelden termijn, en niet in behandeling genomen de reclame
van J. Willemse, daar deze reclameert tegen een aantlagdie
nog niet is vastgesteld.
lO. asistelling van het primiiief Icohier van schoolgeld.
De Voorzitter stelt voor dit kohier, eveneens in de geheime
litting behandeld, vast te stellen op een bedrag van f 2270,86.
Na het houden der om vraag, waarbij niemand het woord
verlangt, sluit de Voorzitter de vergadering.
EN