A1 g e a e e a
Hieuws* on Admteatieblad
voor
2eeuw3ch*Vlaaader8a
No. 4209.
Zaterdag 5 April 1902.
Engeland en de Z.-A. Repnbliek.
BENE ARME VERVOLGUE.
42e Jaargang;.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave
a D v i jj t i j t Us
lEEKR/SI'IEi BLAD.
FEU ILLETON.
22)
Te huis gekomen, had zij uur aan uur op
Percey's terugkomst gewachtthans was hij ge
komen in dezen toestand
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
VEIMNfHE (III BAIT
Per drie maandeu binnen Ter Neuzen f 1,—Franco per post; Voor
Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Ameriks 1,82^.
Men abonneert zicb bjj alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushoudera.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regei meer 0,10.
Bij directe opgaaf Tan driemaal plaatsing derzelfda idvertentie worft -is B»
slechts tweemaal berekend,
Grootere letters worden naar plaatsroimte berekend
«>lt bit, it »er>«htjnl Maandag-, tfoenidag. en I njdaaavoBd, «l«)te»ii. >u op Feeatiiwaf en, bij de Flrma V. i, ai a is
*i *l#f Meuea,
Een ernstige beslissing is door de Engelsche
regeering genomen, een, die de impopulariteit van
Engeland in de wereld alweer in belangrijke mate
verhoogen zal. Men herinuert zich de verklaring
van den Duitschen staatsseeretaris van buiten-
landsche zaken, Von Richthofen, waaruit viel op
te maken, dat weldra toegestaan zou worden, aan
de Boeren geneesknndige hulp te brengen. Ook
het Nederlandsche vRoode Kruis" beeft toen
onmiddellijk de handen aan 't werk gestagen, en
in Frankrijk maakte de broeder van den in Zuid-
Afrika gesneuvelden kolonel De Villebois Mareuil
xich verdienstelijk door zijn pogingeu, om een
ambulance uit te rnsten.
Maar op zijn verzoek om machtiging, een
ambulance naar de Boeren te breDgen, heeft graaf
De Villebois van het Engelsche Ministerie van
Oorlog een afwijzend bescheid gekregen. Uit dit
schrijven is het volgende't voornaamste gedeelte
Minister Brodrick betreurt zeer, uw verzoek
niet te kunnen toestaan.
De Minister van Oorlog twijfelt geen oogenblik
aan uw goede trouw in deze, maar het is ou-
mogelijk, de waarborgen te vinden, die een ambu
lance, door onzijdigen naar het oorlogsterrein
gezonden, bieden moet. Die waarborgen zijn
onontbeerlijk geworden na de ondervinding, door
Z. M.'s regeering opgedaan. Ecu ambulance, op
deze wijze tot stand gekomeu, zou dikwijls van
de gelegenheid, die ze vindt, misbruik kunnen
maken."
Engeland, dat self zoo vaak zich aan misbruikan
op dit gebied heeft schuldig gemaakt, kan zich
blijkbaar in 't gebeel niet voorstellen, dat anderen
dit niet zouden doen, en de kans om de ver-
schrikkingen van den oorlog voor de Boeren
tenminste eenigszins te verzachten, is verkeken.
Want dat men in Nederland of Duitschland een
gunstiger antwoord onlvangen zal, is bijster on-
waarschijnlijk.
Waar blijft nn toch die „geruchtmakende daad",
waarmee de edelmoedigheid van De la Rey zou
worden beantwoord
Uit de telegnmmen blijkt, dat er weer een
belangrijk gevecht is gevoerd, bij Boesmanskop,
zonder nadere aanduiding. Aan Kitchener's
mededeeling, zooals die nu is, beeft men eigenlijk
VIII.
Twee nren later werd er bij den heer Ansel
Grey beftig aan de deur gescbeld.
De grijsaard was nog niet naar bed gegaan.
De aangrijpende voorvallen van de laatste dagen,
en misschien eea onverklaarbaar voorgevoel van
nieuwe ge-aren, die hem boven het hoofd hingen,
hadden zijn leven zeer vergald, en verontrust.
Evenals op dien avond, toen de onverwachte
verschijning van Myrtle Blake hem aan een
vreeselijk verleden bad herinnerd, was ook thans
Ansel Grey zeer nieuwsgierig, wie hem zoo laat
kwam bezoeken, en volgde hij het meisje naar
de deur.
Wat is er gebeurd P vroeg hij gejaagd,
terwijl hij de dienstbode op zijde duwde, toen
hij de naarn van zijn neef hoorde noemen,
Een ongeluk of nog iets ergers, mijuheer,
•ntwoordde een man in uniform. Ik vroeg
•an het meisje of ik hier aan het goede adres
was. Is dit de naam van iemand, die hier woout,
mijnheer
Ansel Grey greep met bevende hand de euveloppe,
die de politieman hem toereikte.
Percey Grey zeide hij ontsteld en met een
angstig voorgevoel. Is er iets met hem gebeurd
De heer, in wiens zak wij dat adres en nog
sndere brieven 7ondeu, ligt daar in het rijtuig.
En gewond Toch niet ernstig?
Dood of stervende. Wat baat het, om de
waarheid te verzwijgen, mijnheer. Wij vonden
niemendal, zoo onduidelijk is ze, maar juist
daaruit kan men gernstelijk de gevolgtrekking
opmaken, dat 't er voor de Engelschen niet malsch
toegegaan is, wat bij gelegenheid uit de verlies-
lijsten wel eens zal blijken.
Ook bij Standerton heeft dezer dagen een gevecht
plaats gehad. Daarover werd Zaterdag uit die
plaats gerneld 20 bereden iiifanteristen met
verkenners en kaffers keerdeu Douderdag (27 Maart)
naar huis terug, toen ze een groot kanon op
enkele Boeren zagen vuren.
De bereden infanterie joeg hen 3 of 4 KM
na, toen er plotseling ongeveer 200 Boeren, die
achter een kopje verborgen lagen, op hen aan-
kwamen. Er ontstond een gevecht op marsch
Vier van de bereden infanteristen werden gevangen
genomen, maar spoedig weer losgelaten.
De gevangen Engelschen zagen twee doode
Boeren en ook twee gewonden. De bereden
infanterie nam twee Boeren gevangen.
^Central News" weet uit Pretoria te berichten
dat de ^verspreide overblijvers" van De Wet's macht
weer samengedreven zijn en nu naar de blokhuizen-
linie worden gedrongen door de kolonnes van
kolonels Elliott en Rimington men meent, dat
ongeveer 1300 Boeren bij deze beweging zijn
iubegrepen.
In het westen wordt aan De la Rey geen rust
gelaten, noch bij dag of nacht, zegt hetzelfde
bericht, en in het noorden is Colenbrander met
Beijers kommando in de weer.
Den 29 Maart is, blijkens de verlieslijst, bij
Majoeba 1 luitenant gesneuveld.
Uit Barberton wordt van 30 Maart omtrent het
derailleeren van een trein nader gemeld De
trein van 8 uur was vertrokken en nauwelijks een
mijl van het station of de machine en wagens
gingen met groote snelheid eene steile helling af.
De machinist was zijn locomotief niet meer meester
en tot een snelheid van 80 mijlen in 't uur ge-
kornen, derailleerde de trein bij een scherpe boeht.
De stoomketel sprong. De stoker en de machi
nist werden onmiddellijk gedood. Zes wagens, be-
zet door een detachement van het Hampshire
regiment, werden verbrijzeld 35 soldateu en een
burger kwamen om. De conducteur van den
trein heeft door hevig remmen den reizigerswagen
gered. Ongeveer 40 gewonden zijn naar het
hospitaal van Barberton overgebracht, waarvan 6
vrij spoedig stierven.
hem, badende in zijn bloed, dicht bij de rivier.
Ansel Grey luisterde niet meer. Doodsbleek
ijlde hij de stoep af.
Tn het rijtuig lag Percey Grey, roerloos en
buiten kennis, het boofd onderstennd door een
anderen beambte van de havenpolitie.
Zijn mannelijk gelaat was marmerwit en zijn
weelderig haar doorweekt van het bloed, dat
stroomde uit een diepe wond naast den slaap.
De mannen behoefden slechts een blik te slaan
op Ansel Grey's gelaat, om daarop te lezen wat
zij, met hunnen droevigen last moesten doen.
Terwijl zij hem de stoep op en een kamer binnen-
droegen, wrong de oude man radeloos de handen.
Mijn Percey, miju bravejongen! jammerde
bij. Ik heh hem vermoord, ik was oorzaak, dat
hij haar moest zoeken.
Domoors Idioten raasde hij toen, terwijl
de oude prikkelbaarheid weer een oogenblik bij
hem opkwam, en de dienstboden daar stondenals
sprakelooze getuigen van zijn smart. Terwijl gij
hier staat, zal hij sterven, mijn eenige steun en
hoop. Een dokter, een chirurgijn, spoedig Hij
mag niet sterven hij zal niet sterven.
Een oogenblik later kwam er iemand binnen
met een gelaat, nog bleeker dan het zijne, en
oogen, waaruit angst en ontsteltenis spraken.
Blanche Vansant, in haar eigen kamer gezeten,
had met ingehouden adem geluisterd toen een
dienstbode haar met veel omhaal van woordsn
kwam vertellen, dat Percey Grey dood was thuis-
gebracht.
Die woorden hadden hare schuldige ziel met
ontzetting vervuld. Hierin zag zij de vergelding
van het noodlot, dat haar op deze wijze beroofde
van Percey Grey's liefde, ter wille waarvan zij
zooveel schuld op zich had geladen.
TER NEUZEN, 4 April 1902.
Men schrijft ons uit Sas van Gent
Dezer dagen ontvjng de "l,to luitenant der Kon.
Marechaussee alhier het berioht, dat de standplaats
van den luitenant in dit district is verplaatst van
Sas van Gent naar Vlissingen.
Vooreerst echter is zij a vertrek van hier nog
niet te wacbten daar, naar men ons mededeelde,
ook in verband met de stationeering te Vlissingen
van een brigade marechaussee, aldaar nog een
kazerne zal moeteu gebouwd worden. Dit kan
dus miustens nog wel een acht maanden aanloopen.
Als men weet dat het grootste gedeelte der
marechaussee in Zeeuwsch-Vlaanderen ligt gebriga-
deerd en dat de luitenant thans schier alle brigades
te paard kan bezoeken, hetgeen te Vlissingen tot
de uitzonderingen zal behooren, geldt, dunkt ons
hier niet het minst de oude waarheid :„Allever-
andering is geen verbetering." (M. Ct.)
Zaamslag, 3 April. In de vergadering van
den dijkraad der waterkeering van de calamiteuze
polder Margaretha c. a. werd de begrooting
voor 1902/03 vastgesteld in ontvang en uitgaaf
op 15488,40. De bijdragende polders zullen
moelen opbrengen 40 van de maximum bijdrage.
Voorts werd goedgekeurd de zekerheidstelling van
den secretaris-ontvanger door verband op vastgoed,
waarna werd opgeheveu het verband rustende op
een inschriiving in het grootboek der Nationale
Schuld.
In de jongst gehouden vergadering van den
gemeenteraad van Zaamslag, werden eenige wijzi-
gingeu van ondergeschikt belang aangebracht, in de
gemeente-begrooting van bet loopende jaar. Aan
mej. C. C. Duijvestein werd op haar verzoek
eervol ontslag met ingang van 1 April verleend,
als onderwijzeres te Othene. Aan J. A. van
Breen, werd toegeslaau een tweede travalje te
plaatsen op gemeentegrond, voor zijn smederij.
Afgewezen werd een verzoek van F. C. van
Fraaijenhove, om van gemeentewege de sloot naast
zijn erf aan den Reuzeuhoekschen weg te dempen,
en te vervangen door een riool. Het kohier
wegens de belastiug op de honden werd vastge
steld op een bedrag van 226 en het kohier
van den hoofdelijken omslag op 6905,226.
Het totaal der aauslagen bedraagt voor deze
som te veel, zoodat de aaDslagen worden ver-
miuderd met 13 Naar aanleiding van een
verzoek van J. de Bruijne Mz., om een gedeelte
Wat had zij in angstige spanning op zijn terug-
komst gewacht
Thans zal hij de mijne, geheel de mijne
zijn mijne mededingster kan mij nu niet meer
in den weg treden, had ze vol verlangen gezegd,
terwijl zij voor de pendule stond en zag, hoe
langzaam de tijd verstreek.
Nooit zou hij weten wclk deel zij had gehad
in den dood van Myrtle Blake, en zij meende,
dat zij met hare verleidelijke schoonheid de na-
gedachtenis van het ongelukkige meisje wel
spoedig bij hem zou uitwisschen.
Haar hand was het, die de boot had losge-
sneden, door haar hand was het, dat Myrtle haar
graf had gevonden in de rivier.
Zij was het rijtuig gevolgd waarin Cinderella
en Percey zaten, en was uitgestapt, toen zij den
man, dien zij zoo liefhad, en het meisje, dat zij
zoo haatte, het hnisje zag binnentreden, waar de
huwelijksvoltrekking had plaats gehad.
Echter had zij van die inzegening zelve geen
vermoeden. Zij was het gehuwde paar heimelijk
gevolgd zij had het touw doorgesuedenzij had
Percey's wanhoop gezien. Toen was ze ijlings
die plaats ontvlucbt, haar duivelachtige haat had
voldoeuing gevonden, Myrtle Blake zou haar
niet meer in den weg treden. Zij had niet de
minste gedachte, dat er op dienzelfden avond nog
veel meer was gebeurd, waarvan zij geheel on-
tundig was.
In het eerste oogenblik had de wanhoop haar
geheel overmeesterd maar een zeer zwakkc hoop
had al haar moed, al haar verlangeus weer met
nieuwe kracht doen ontwaken.
der gemeenteschuur beschikbaar te stellen voor
plaatsing van een aan te koopen lijkwagen, werden
burgemeester en wethouders gemachtigd over te
gaan tot publieke verhuring van het daartoe ge-
sebikte gedeelte der schnur.
Overslag. De beide Paaschdagen gaven de
leden onzer fanfaren een concert, dat uitstekend
geslaagd is. Alle spelers gaven blijk hunne rol
met zorg geleerd te hebben. Onnoodig hier ieders
verdiensten afzonderlijk aan te wijzen wij kunnen
ons van onze taak als verslaggever ontslagen
achten door de mededeeling dat ,/Concordia" ons
weer een paar aangename avonden bezorgd heeft.
Ook de muzikanten, die een tweetal stukken
uitvoerden gaven blijk, dat zij zich de lessen
van hun' gverigen directeur ten nutte gemaakt
hebben.
Beide avonden was de ruime zaal gevuld met
een uitgelezen pnbliek uit deze en de naburige
gemeenten, zoodat onze tooneelspelers niet te
klagen hadden over gebrek aan belangstelling.
Wij hopen, dat dit hun een spoorslag mogezijn,
om op den ingeslagen weg voort te gaan.
In de raadsvergadering van Dinsdag 11. werd
het nieuwbenoemd lid, de heer A. van Laere,
gei'nstalleerd. In dezelfde vergadering werd boven-
genoemde A. van Laere gekozen tot wethouder,
ter vervanging van den heer Waelput.
De rechtbank heeft in hare zitting van 4 April,
de volgende vonnissen uitgesproken
L. S., oud 15 j., veldarbeider te Hulst, is
wegens diefstal veroordeeld tot 5 boete of 5
dagen hechtenis.
J. L. S., oud 62 j., landhouwer te Boschkapelle,
is wegens mishandeling veroordeeld tot 6 boete
of 2 dagen hechtenis.
Bij bevelschrift der Arroudissements-Recht-
bank te Middelburg zijn naar de openbare
terechtzitting dier Rechtbank verwezen
C. L. R., oud 24 j., werkman te Clinge
(Belgie), C. L. N., oud 44 j., werkman te Stekene
(Belgie), gedetineerd te Middelburg.
Ter zake van den kippen- en eendendiefslal
door hen met twee onbekend gebleven personen
gepleegd, in den nacht van 15 op 16 Maart 1902
te Axel, in den polder Beoostenblij, op het erf
van G. den Hamer, de l,t# bovendien ter zake
Want de geneesheer, dien men dadelijk had
laten roepen, was eindelijk gekomeo, Percey Grey
was niet dood, niet stervende, maar hij had een
vreeselijke woHd een wond, die de dokter zeer
ernstig noemde, en die hem misschien vele weken
ijlend en lijdend aan het ziekbed zou geketend
houden.
Ik zal zijn verpleegster zijn, zeide Blanche
Vansant vol bereidwilligheid, toen de dokter zeide,
dat aanhoudende en nauwgezette verzorging nood-
zakelijk was.
En zij voegde hier in gedachte bij
Ik zal hem terugroepen tot het leveii, tot
hopen en beminnen. Ik zal eerst zijn dankbaar-
heid, dan zijn liefde winnen, die ik zoo vurig
begeer. Maar die wreede mishandelingDie
moet het werk zijn van Bryce Williard. Hij zal
er voor boeten het zal hem vreeselijk b«-
rouwen.
Zij had zijne medewerking thans niet meer
noodig, zij wilde ontslagen zijn van dien man, die
te veel van haar vroeger leven wist, want dit kou
gevaarlijk worden voor hare belangen.
Ik heb alles gewonnen, nu mijne medediug-
ster is uit den weg geruimd, prevelde zij. Myrtle
Blake is thans voor Williard verlorennu zal hij
mij het leven lastig maken en in zijn woede
over haren dood zal hij misschien, in het uur
mijner triomf, uit wraak mijn verledeu voor Percey
Grey opeuleggen. Hij is een onbetrouwbare bond-
genoot, een gevaarlijke vijand. Eerst moet hij uit
de stad verdreven worden, dan zal ik Percey's
iefde trachten te winnen, benevens zijn naam
en zijn fortuin.
(Wardt vervelgd).