A1 g e a e e a
Uieuws* en Advertentieblad
voor
2eeuwsch-7Uanderen,
No. 4200.
Donderdag 13 Maart 1902.
H I NDE R_W E T.
Engeland en de Z.-A. Republiek.
42e Jaargangr
Binnenland.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave
Bij deze courant bohoort een bijvoegsel,
VcOT
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post:
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,324.
Men abonneert zich bq alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
COlRAHfT.
iDTIlUJTdl:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,1<L
Bjj directe opgaaf ran driemsal plaatsing derzalfde adTertentie wordt tie
slecbt8 t w e e m a a 1 berekend.
Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend.
Hit b!w<l versekijnt ajj-, Woemdas- en Vrijdaaavond, «ttge*nnderd op Feeitdagen, bij de Firms P. J. I'M OK HA IDE tc Ter Teuee.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, gelet
op artikel 8 der hinderwet
doen te welem
dat verguaning is verleend aan HUIBREGT RIBBENS,
aeiimaker te Ter Neuaen en zijne rechtverkrijgenden,
tot het oprichten van een electrische motor, teneinde
de aanwezige verfmolens daardoor in working te brengen, in
eijne werkplaats op het perceel Korte Dijkstraat K 112,
kadastraal bekend sectie C, no. 3705.
Ter Neuzen, 10 Mairt 1902.
Bnrgemeester en Wethouders voornoemd,
J A. P GEILL, Burgemeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretaria.
Na het afdrukken van ons vorig nummer ont-
'vingen wij in den avond van Maandag een telegram
omtrent een gevoelige nederlaag, door den Boeren-
generaal De la Rey aan de Engelschen toegebracht,
waaromtrent nadere berichten melden
Maandag in den laten namiddag heeft een
telegram van Lord Kitchener, meldende een ge-
vreldige nederlaag aan Engelsche zijde in westelijk
Transvaal, in het Vereenigd Koninkrijk groote
verslagenhrid gebracht, vooral onder de duizende
naieve Britteu, die zich nu reeds bijna 2i jaar
hebben laten bedotten door het leugenachtig opti-
misme van de Regeering te Londeu, welke telkens
en telkenB vreer opnieuw verzekerd heeft, dat de
uitgeputte en gedemoraliseerde Boeren spoedig
om vrede zullen smeeken en dat de sterkte van
het leger in Zuid-Afrika weldra zou kunnen
worden verminderd tot op 15000 man.
Geen eukele Engelsche nederlaag heeft nog
zulk een indruk gemaakt als deze en voor het
eerst sedert het nitbreken van den oorlog heeft
men te Londen hier en daar in het openbaar de
kreten gehoord, enkele weliswaar, van Weg met
het departement van oorlogVVeg met Cham
berlain
Het departement van oorlog publiceerde het
volgende telegram, door lord Kitchener Zaterdag
1.1. reeds uit Pretoria verzonden i
„Ik betreur het seer, u slecht nieuws te moeten
melden omtreot geueraal lord Methuen. Hi] trok
met 900 man bereden troepen onder majoor Paris,
300 man infanterie, vier kanonnen en een pompom
uit Wijnberg en Lichtenburg en zou Zaterdag 1.1.
kolonel Grenfell met 1300 man beteden troepen
te Rooirandjesfontein (ten zuideu van Lichtenburg)
ontuaoeten. Vrijdagmorgen vroeg werd hij lusschen
Tweebosch en Palmietkuil aangevallen door gene-
raal De la R-y's strijdmacht. De Boeren char-
geerden van drie zijden. Vijthonderd man beredeu
troepen, die te Maribogo en Kraaipan zijn aange-
komen, werden door de Boeren bijna 6,5 K.M.
ver van het tooneel van den slrijd achtervolgd.
Zij melden dat lord Methuen's kanonnen, bagage,
enz. zijn buitgemaakt. Toen zij lord Methuen
het laatst zagen, was hij krijgsgevangen.
£k heb geen nadere bijzonderheden omtrent de
verliezen, noch andere berichten.
Ik had reeds maatregelen genomen, om troepen
naar dit district te zenden. Ik denk dat deze
plotselinge hoogere activiteit ten doel had, troepen,
die de Wet in het nauw brengen, aan deze taak
te onttrekken."
Spoedig na het bekend worden van dit telegram
las de Minister van Oorlog Brodrick, in het
Lagerhnis een tweede depeche van Kitchener voor,
Zondag uit Pretoria verzonden en luidende
t,Majoor Paris kwam te Kraaipan aan met de
reat der colonne Methuen.
Hii meldt, dat de colonne in twee afdeelingen
marcheerde, waarvan er een met ossenwagens om
drie uur in den ochtend Tweebosch verliet. Een
uur later gingen de muilenwagens vandaar.
Kort na het aanbreken van den dag (Vrijdag)
vielen de Boeren aan. Voordat versterkingen
konden aankomen, werd de achterhoededekking
Oferweldigd. Midderwijl galoppeerden een groot
aantal Boeren naar beide flanken. Zij werden
eerst tot staau gebracht door de flankdekkingen,
doch er ontstond een paniek. De muilen sloegen
op bol. Onder een ijzingwekkende verwarring
werden muilenwagens en bereden mannen langs
de ossenwagens gesleurd. Alle pogiiigeu, ora de
dieren tot staan te brengen, waren vergeefsch.
Majoor Paris verzamelde veertig man en bezette
een stelling, iya K.M. in front van de ossenwagens,
die daarop tot staan werden gebracht.
Na een dappere, maar nuttelooze verdediging
renden de Boeren op de wagers in. Lord Methuen
werd in de dij gewond. Majoor Paris, die om-
singeld was, gaf zich daarop om 10 uur's morgens
over.
Lord Methuen is nog in het Boerenkamp.
De Britsche kanonnen en de bagage werden
buit gemaakt.
De Britsche verliezen zijn 3 officieren en 38
man gesneuveld, 5 officieren en 72 man gewond,
een cfficier en 200 man vermist.
Onder de 5 gewonde officieren bevindt zich
een kolonel, die gevaarlijk gekwetst is. De overige
4 officieren zijn ernstig gewond."
Ten slolte las Brodrick tegen het einde van
de zitting van het Lagerhuis nog een derde
telegram voor van lord Kitchener van den vol-
genden inhoud
z/Methuen's ossenconvooi vertrok een uur vodr
het mnildiereneonvooi. Bij het aanbreken van
den dag deden de Boeren een plotselingen aanval
op de achterhoede. De eerste verwarring werd
veroorzaakt door Kaffirs, die de paarden in galop
door het muilendierenconvooi leidden. Terwijl
het laatste trachtte, zich aan te sluiten bij het
ossenconvooi, deelde de wanorde in het muildieren-
convooi zich mede aan de bereden troepen.
De Boeren, in khaki gekleed, verijdelden alle
pogingen van de officieren, om de orde te her-
stellen. Er volgde een groote verwarring onder
dit deel van de bereden troepen. Zij en de met
muildieren bespannen wagens galoppeerden 5 K. M.
voorbij het ossenconvooi en werden afgesneden.
De artillerie en de infanterie legden bijzonder
veel moed aan den dag de infanterie weigerde
zich over te geven, totdat verdere tegenstand
natteloos bleek.
De la Rey's mannen waren bijna alien in
Engelsche uuiformen gekleed, waardoor het voor
de infanterie onmogelijk was, de Boeren van da
eigen mannen te onderscheiden. De Boeren waren
1100 man sterk, met een 15 ponder en een
pompom. De la Rey, Celiers, Kemp en andere
Boeren-aanvoerders waren aanwezig.
Men heeft gezien, dat Methuen goed verzorgd
wordt in zijn wageu. Ik verneem uit een par-
ticulier telegram, dat hij een dij been gebroken
heeft, doch naar omstandigheden wel is.
Ik hoop, dat de versterkingen, die nu ter plaatse
komen, den toestand in deze streek zullen klaren,
zouder de operation elders te storen."
Na het vooilezen van Kitchener's tweede tele
gram begonnen de Iersche afgevaardigdto in het
Lagerhuis geweldig te juichen. De overige leden
van het Huis beantwoordden dit gejuich met het
geroep
z/Foei", waarop de Ieren zwegen.
Brodrick hield daarop een lofrede op Methuen's
verdiensten in den oorlog, welke woorden luide
werden toegejuicht.
In het Hoogerhuis, waarin lord Methuen zitting
heeft, las lord Raglan de noodlottige telegram men
vau Kitchener voor.
Daarop gaf lord Roberts, de opperbevelhebber
van het leger, den wenscb te kennen, dat het
Huis zich zou aansluiten bij zijn voorstel, om
deelneming te betuigen in het ongeluk, dat
Methuen gelroffin heeft en dat het zich van alle
critiek op zijn beleid zal onthouden, tot men
precies weet, wie de verantwoordelijkheid voor
deze nederlaag draagt.
Lord Spencer steunde dit voorstel en lord
Salisbury, de premier, voegde er aan toe //Ik
ben er zeker vau, dat lord Methuen zijn best
gedaan heeft."
Tweebosch, waar De la Rey deze schitterende
overwinning heeft behaald, ligt in het westen van
Transvaal, ongeveer halfweg Lichtenburg en Vrij-
burg, uabij de Groote Hartsrivier. De la Rey's
overwinning maakt te grooter indruk, omdat de
herinncring aan zijn uitstekend gelukten aanval
op Von Donop's couvooi, nabij Klerksdorp, nog
versch in het geheugen ligt.
Men herinnert zich, dat na het gevecht van
Klerksdorp, lord Kitchener meldde, dat de
colonnes-Kekewich en Grenfell De !a Rey achterna
zetten en dat Methnen zou trachtten, de Boeren
af te snijden. Methuen, die de vervolger raoest
zijn, is dus de vervolgde geworden en de beide
colounes, die zijn actie moesten steunen, zijn niet
in staat geweest hem te helpen. Misschien zijn
ook zij door de Boeren bestookt, doch daaromtrent
wordt niets gemeld.
Wat De la Rey, die natuurlijk den geheelen
tros van Methuen's colonne en diens 5 kanonnen
heeft buitgemaakt, met den gevangen Engelschen
generaal zal doen, is onzeker. Het is niet on-
waarscbijnlijk, dat hij zal trachten, met dezen
gevangene zooveel mogelijk zijn voordeel te doen,
wellicht door hem uit te leveren tegen vrijlating
van krijgsgevangenen in handen der Engelschen.
Te Londen hoorle men in de clubs algemeen
uiting geven aan de hoop, dat commandant Krit-
zinger nog niet zoo zijn gefusilleerd, want het
kwade geweten blaast den Britschen jingo's de
vrees in, dat De la Rey in dat geval wel eens
repressalien zou kunnen nemen en den edelen
lord hetzelfde lot doen oudergaan, dat Lotter en
Scheepers ten deel is geval leu.
Het is de eerste maal in dezen oorlog, dat een
Engelsche generaal zich aan de Boeren moet
overgeven en nu is dit een man als lord Methuen,
een man van hoogen stand, de Leveling der
Britsche beaumoude.
Lord Methuen is niet gelukkig in dezen oorlog
geweest, dien hij van den aanvang aan heeft
medegemaakt. Het eerst trad hij naar voren als
aanvoerder van de Britsche legerafdeeling, die
langs de Kaapsch-Vrijstaatsche grens in November
1899 optrok tot oulzet vau het door de Boeren
belegerde Kimberley. Gednrende dezen geheeleu
opmarsch had Methuen te doen met De la Rey,
die hem trachtte tegen te houden, aanvankelijk
zonder succes. 23 November 1899 drong hij de
Boeren terug bij Belmont, waar aan Eugelsche
zijde 4 officieren en 44 man sneuveldeu, terwijl
21 officieren en 216 man werden gewond. 25 Nov.
d. a. v. leverde hij den Boeren opnieuw een
gevecht bij Graspan weer trokken de Boeren
terug, doch de Engelschen verloren 8 officieren
en 21 man aan doodeu, 5 officieren en 162 man
aan gewonden, en 7 minderen aan vermisten.
28 Nov. viel Methuen de Boeren aan bij Modder-
rivier en doordat dezen te vreeg noodeloos hun
stellingen ontruimdeu onder het hevig kanonvuur
der Engelschen, bleef hij meester van het terreiu.
Aan Engelsche zijde sneuveldeu 4 officieren en
68 minderen, werden 19 officieren en 377 minderen
gewond en werden 7 minderen gevangen ge
nomen.
Eindelijk volgde de slag bij Magersfontein. Na
een tweedaagsch bombardement viel Methuen de
Boeren onder generaal Cronje den 11 December
aan, doch werd met groote verliezen teruggeslagen.
Aan Engelsche zijde werden generaal Wauchope,
die bevelhebber der Hooglanders, 9 officieren en
650 minderen gedood. Het geheele verlies der
Engelschen bedroeg 70 officieren en 893 minderen.
Na dat gevecht bleef Methuen werkloos aan
de Modderrivier gekampeerd, tot lord Roberts in
persoon te hulp kwam en het diens onderbevel-
hebber, generaal French, gelukte in Febr. 1900
Kimberley te ontzetten.
Na dien trok Methuen aanvankelijk in het N.-W.
vau den Vrijstaat heen en weer tot zuivering vau
dat gebied en een tot zijn strijdmacht behoorend
detachement leverde in April 1900 bij Boshof
het gevecht, waarin de Boerengeneraal De Villebois
Mareuil sneuvelde. Methuen liet op het graf
van den gesneuvelden vijand een gedenkteeken
plaatseu.
Na de hezetting van Johannesburg en Pretoria
door de Engelschen werd lord Methuen belast
met de zuivering van westelijk Transvaal en iu
dat gebied heeft bij sedert Juni 1900 onop-
houdelijk heen- en weergetrokken, vee roovende
en vrouwen en kinderen gevangen makend. Op
die tockteu hebben De la Rey en Kemp hem
onophoudelijk lastig gevallan en herhaaldelijk
deelen van zijn strijdmacht nederlagen toegebracht
(o. a. bij Hartebeestfontein, Vlakfontein en Moedwil).
Geen enkele maal echter is het Methuen gelukt
zijn geduchten legenstander De la Rey een ge-
voeligen klap toe te brengen. Hij heeft aan veel
bespotting blootgestaan en aan dikwerf ongerecht-
vaardigde critiek van Engelsche zijde, zoodat lord
Kitchener zich zelfs genoodzaakt heeft gezien,
hem in zijn rapporten te verdedigen.
Het laatst deed Methuen van zich spreken
ongeveer twee weken geleden. Toen drukten de
Engelsche bladen een door hem in Januari 1.1.
geschreven brief af, waarin hij beweerde, dat de
oorlog weldra geeindigd zou zijn, omdat de Boereu-
vrouwen haar mannen gingen aansporen, zich te
onderwerpen.
Lord Methuen zal nu waarschijnlijk van een
ander gevoelen zijn dan iu Januari 1.1.
In de vergadering der Tweede Kamer van
gisteren werd voortgezet de beraadslaging over art. 2
van het ontwerp-pensioenwet voor de Land-
macht.
De beer Hugenholtz verklaarde, dat de gewijzigde
redactie van het artikel, door de Regeering aange-
hracht, wel beter was, doch vreesde voor willekeur,
voortvloeiende uit het slot der voorgestelde wijzi-
De heer Seret achtte het verkeerd, dat de be-
stissing over het aanwezig zijn van gevallen voor
pensionueering aan den Militairen Pensioenraad
biijft overgelaten. Opheffing van dien Pensioenraad
zoo het eenig afdoend middel zijn tot verbetering.
Het kostenbezwaar nit het amendement Staalman
voortvloeieud, achtte hij niet van overwegenden
aard.
De heer Verhey wees op onbilliikhedeu uit de
aangebrachte redactie-wijziging voortvloeiend en
wilde voor een gedeelte tot de oorspronkelijke
ruimere radactie terugkeeren. Daarna stelde hij
voor om sub b te lezen»die moeten worden
aangemerkt als gevolgen van verrichtingen of
vermoeienissen aan den militairen dienst verbonden,
dan wel als gevolg van bijzondere omstandigheden
of bijzondere toestanden, welke zich bij de uit-
oefening van den dienst hebben voorgedaan."
De heeren Hugenholtz c.s. stelden voor het
slot der Regeeringsredactie geen pensioen
voor gebreken tengevolge van omstandigheden, die
op zichzelf voor iemand die tot den militairen
dienst geschikt is, geen n&deel kunnen teweeg
brengen te doen vervallen.
Ds heer Seret stelde voor als sub-amendement
op het amendement-Staalman (volgetts hetwelk
voortdnrend pensioen wordt verleend aan vrij-
willigers die 10 jaren, nrliciens die 2 maanden
werkelijken dienst hebben, indien hen een ongeval
treft tijdens het verrichten van dienst), slechts
dan pensioen te verleenen indien de betrokken
personen niet in hun levensonderhoud kunnen
voorzien.
De heer Heemskerk meende, dat, indien de
Minister geen scherpe keuring kan toezeggen,
het amendement-Staalman als correctief dient te
worden aangenomen voor de gewijzigde Regeerings
redactie.
De heer Goeman Borgesius, waardeerende ds
milde redactie van de bepaling, zooals die door
de Regeering thans is voorgesteld, raadde aan-
neming van het amendementVerhey, die deze
redactie nog milder zou maken en vereenigde
zich met het begiusel van het aineudement
Staalman, indien het sub-amendementSeret
werd over- of aangenomen.
De heer Van Dedem hestreed de amendemen-
ten-Staalman en Verhey namens de Commissie
van Rapporteurs en wijzigde het amendement der
Commissie.
Het amendement der Commissie van Rappor
teurs luidde thans: //ter zake van ongeschiktheid
voor de verdere waarneming van den militairen
dienst nit hoofde van verwonding of verminking,
ziela- of lichaamagebreken, die het gevolg zijn
van verrichtingen of vermoeienissen aan de uit-
ot-fening van den militairen dienst verbonden, hetzij
van omstandigheden of toestanden welke zich bij
de uitoefening van dezen dienst hebben voorge*-
daan."