Mengeiwerk.
ALIBI
De maan scheen door de langzaam voort-
drijvende wolken en de schaduwen joegen over
de velden en bosschen voort.
Bij een bocht, die de weg plotseling maakte,
bevond hij zich eensklaps in volslagen duisternis.
Aan beide zijden verhieven zich de hooge
boomen van het woudweldra werd ook de
maan door de wolken geheel bedekt en zjjn
lantaarn, die reeds gedurende de laatste twintig
minuten flauw gebrand had, ging om het spel
te volmaken, geheel uit. Fluks steeg hij af en
streek een lucifer aan, maar de pit wilde niet
branden en ten slotte werd de duisternis hoe
langer hoe dichter.
In <3e „Echo de Paris" een artikel over
de Transfaalsche goudmijnen. De schrijver die
langen tijd in Transvaal vertoefde, zegt daarin
dat als een geschiedkundig feit eu wel voor een
ieder, die zich een nuchter oordeel kan en wil vormen,
eindelijk vasistaat, dat de oorlog on die mijnen
is begonnen. In de tweede plaats bespreekt schrij
ver de vraag, waarotn de Boeren die mijnen, de
oorzaak der verwoesting van hun land, niet voor
de ontruiming van Johannesburg vernield heb-
ben, wat, volgens zijn ervaring, dcor het Engel-
sche leger zelf uit haat tegen de goudmijnzwende-
laars met groot genoegen zou zijn waargenomen.
Hij verhaalt, hoe een Eneelsch generaal bij
den intocht in Johannesburg uitriep //O die
stommelingen, wat een ezelsWij moeten er
ter wille van die vervloekte goudscbacheraars
voor vechten en die Boeren zelf laten de mijnen
met vrede. Zij verdienen waarachtig wat zij
krijgen.
Intusschen, hoofdzakelijk door het optreden
van den Franschen consul-geueraal Aubert te
Pretoria, is voorkomen dat de mijnen verwoest
zijn. Consul Aubert wees president Kruger en
de door dezeu reeds te vergeefs tot bedachtzaam-
heid aangespoorrte heethoofden onder de jonge
Boeren en de Iersche brigade op het onverstandige
van een vernieling der mijnen. En zijn over-
tuigende argumenten, zijn herinnering aan de
groote Fransche en Duitsche belangen bij de
mijnen, zegepraalden. Men achtte de sympathie
op het vasteland meer waard, dan de vernieling
van goudmijnen, waaruit men toch geen schilferlje
goud kon wegnemen.
Het heet, dat een zoon van een professor
aan de Yale-universiteit in de Vereenigde Staten,
Hyatt Verrill genaamd, een nieuw procede voor
kleurenfotografie heeft uitgevonden. De volgens
dat procede verkregen fotografifijn van laud-
schappen moeten van verrassende juistheid in
kleuren zijn.
Afzichtelijk zijn inderdaad de bijzonder-
heden, die de Parijsche ,/Patrie" over 't uit-
moorden van haar wetenschappelijke expeditie
naar Nederlandsch-Guinea gaf.
De expeditie, zoo meldt Henry Ronyer, de
leider van den tocht, in een brief aan het blad,
bestond, behalve hem zelf, uit de heeren De
Riemer, baron Villars, graaf de Saint-Remy,
Hagenbeck, De Vries, Dr. Forster, ongeveer
150 man, die het geleide vormden, dragers en
de bemanning van het schip van de expeditie,
het jacht //Salvatti".
Op den 1 Januari ontscheepte Ronyer zich
met baron Villars, graaf De Saint-Remy,
Hagenbeck, De Vries en ongeveer 50 man bij
Sileraka, op Nederlandsch gebied. De inboor-
lingen ontvingen hen zeer vriendschappelijk en
de vreemdelingen sloegen hun tenten op bij een
inlandsch dorp. Dr. Forster, De Riemer en de
rest van de expeditie bleven aan boord van
het jacht. In het holle van den nacht werd
het kamp door de inboorlingen bestormd, en
had een geregelde moordpartij plaats. Baron
Villars, graaf de Saint-Remy, Hagenbeck, De
Vries, 12 man van het geleide, 8 dragers en
een matroos werden vermoord, terwijl Ronyer,
De Riemer en 31 man van het geleide gewond
werden.
Baron Villars werd naakt uitgekleed en aan
een boom gebonden, voor men hem doodde.
De inboorlingen hakten den graaf de Saint-
Remy het hoofd af en droegen het zegevierend
rond op de punt van een lans. Zij staken
vervolgens een vuur aan en gingen Hagenbeck
aan het spit braden. Ronyer werd met een
knots op het hoofd geslagen en vervolgens
gebondenhij hield zich dood, en ontkwam
zoodoende aan verdere mishandeling. De in
boorlingen zetten zich toen tot hun kannibalen-
festijn. Onder wij 1 waren echter De Riemer en
Dr. Forster met de rest van de expeditie aan
wal gegaan, en met het aanbreken van den
dag vielen zij de inboorlingen aan. Na een
kort maar bloedig gevecht werden de kannibalen
met achterlating van 32 dooden, op de vlucht
gedreven.
De lijken der verslagen Europeanen werden
hierop begraven, behalve dat van baron Villars,
dat denkelijk al door de kanibalen verslonde^
was.
De boeven van New-York hopen bij de a. s.
feesten goede zaken te maken en reeds nu
beginnen zij van de stemming van het publiek
te profiteeren op eene voor hen winstgevende
wijze. Een eigenaardig staaltje van New-
Yorksche schurkerij is wel het volgende Een
van de //self-made" graven, waaraan Amerika
zoo rijk is, de //graaf" Van Gynster-Rijk en
z/baron" Possig, gaf zich uit voor adjudant van
Prin^ Heinrich, en bevond zich natuurlijk in
tijdelijke geldverlegenheid, daar //de Keizer al
het reisgeld aan den Prins zelf zou meegeven".
Onze //graaf", die, de omstandigheden in
aanmerking genomen, zich zeer democratisch
gedroeg, verkeerde, ongetwijfeld om alle klassen
van het Amerikaansche volk te leeren kennen,
in de meest verschillende kringen en knoopte
ook met twee dienstmeisjes liefdesbetrekkingen
aan, waarbij hij onmiddeilijk van ieder harer
25 dollars leende. Op zekeren avond, toen hij
zich natuurlijk ter wille van de studie
te midden van zeer fideel gezelschap in een
nacht-cafe bevond, zond hp aan Mina, de keuken-
meid en diegene der beide grafelijke bruiden,
die er het warmst in zat, een briefje, waarin
hp om nog 10 dollars vroeg.
Nu was Mina er alles behalve het meisje
naar, om er in te loopen. Zij ondervroeg den
kruier, die het briefje bracht en zond de politie.
Toen deze daarop met den //graaf" naar het
politiebureau stapte, begon de arrestant den
politieman verleidelijke tafereelen te schilderen
van gouden snuifdoozen met brillanten bezet,
die de Prins als geschenken zou meebrengen.
Zulke schitterende kistjes of naar verlangen
ook een armband, juist zoo als die in de cou-
ranten beschreven waren, bestemd voor miss
Roosevelt, zou de politieagent voor zijn vrouw
kunnen krijgen.
Steeds langzamer werd de gang van den
dienaar van de Heilige Hermandad en steeds
wijder sperde hij zijne oogen open. Wie weet,
wat er nog gevolgd zou zijn, wanneer zijn
arrestant hem niet plotseling een slag had
gegeven en getracht had, te ontkomen. Nu
liet de politieagent den //graaf" opsluiten.
Een mislukte tocht naar de Boeren. Voor
de rechtbank te Berlijn hebben twee jeugdige
Boerenvrienden terecht gestaan, beschuldigd van
diefstal en heling. De eene Max Haualein was,
door ijverig lezen van boefcen over den oorlog in
Zuid-Afrika en de avonturen van strijdere voor
de Boerenzaak, zooveel belangstelling voor Oom
Paul, De Wet en Botha gaan voelen, dat de
eenige gedachte die hem nog bezig hield was,
hoe hij het moest aanleggen om den benarden
striiders zijn hulp te kunnen verleenen. De ge-
gelegenheid hiervoor zou zich spoedig aaBbieden.
Hij kwam wel eens bij een advocaat, die voor
zijn moeder zaken behandelde. Toen hij eens
geruimen tijd moest wachten, maakte hij van
de gelegenheid gebrnik om met een valschen
sleutel bet bureau van den advocaat open te
breken en daaruit 400 Mark te stelen. Toen de
diefstal ontdekt werd, nam men ook beklaagde
een scherp verhoor af, maar hij had het geld
goed verborgen en ontkende alles, zoodat hij
weder op vrije voeten gesteld werd. Daarna
overreedde hij zijn vriend Kramer om met hem
te trachten de Boerenlinien te bereiken j deze
verklaarde zich bereid het avontuur te wagen.
Met onvoldoende toerusting, hoofdzakelijk met
dievenlantaams en dolkmessen, begaven de beide
jongens zich op reis. Hun eerste doel was het
z/vrije Zwitserland"hun mooie droomen van
schitterende wapenfeiten, roem en eer werden
echter spoedig verstoord want de deserteurs werden
onderweg gegrepen en naar Berlijn teruggebracht,
daar ondertusschen bovendien hun medeplichtigheid
aan den diefstal was gebleken.
De hun van rechtswege toegevoegde verdediger
tiep de clementie der rechtbank in en wees er
op dat de beide jeugdige misdadigers het slacht-
offer van een onrijp idealisme en een door
avontuurlijke geschiedenissen ontstanen drang om
daden te doen.
De rechtbank veroordeelde den eersten beklaagde
tot twee, den tweeden tot een maand gevangenis-
straf, met in mindering brenging van 1 maand
preventieve hechtenis.
De grootste veelvraat van Belgie is dezer
dagen te Meehelen gestorven en wel aan het 69,tl1
ei, dat als opvolger van 68 voorafgeganen in zijn
keel was blijveu steken. "Vroeger heeft hij met
gemak aan het diner wel eens twee konijnen en
een kalfskop verorberd en op een goeden dag
gelukte het hem, 11 meter worst te verslinden,
zonder dat hij er den minsteu last van kreeg.
Den volgenden dag was hij zelfs in staat 300
rauwe mosselen en twee pond brood te nuttigen.
In een niet nader aangeduid Belgisch bad-
pi aatsje was een roulette, waren veel Engelschen
en Amerikai.eri, en een presbyteriaansche kerk.
Eens per week gingen de vreemdelingen ter kerke.
Na den dienst liet de geestelijke er een psalm
zingen. Kort geleden had een der kerkgangers,
die dicbt bij den uitgang zat, een nieuw idee.
Zoodra 3e geestelijke het nummer van den psalm
had gezegd, ging hij er stilletjes van door eu
trok hij naar de roulette om daar op dat nummer
te spelen. Het nummer kwam uit en de gebeur-
tenis werd druk besproken. Den volgenden
Zondag was het stampvol in de kerk. De gees
telijke leidde den dienst en was buitengewoon
verheugd over de groote opkomst der geloovigen.
ffEn nu, breeders, sprak hij, laat ons nu zingen
psalm 27." Nauwelijks had hij het nummer
gezegd*. of de kerk liep leeg, en in een draf
gingen alien naar de roulette toe
Louis de Naeyer, de bekende Belgische
papierfabrikant, is overleden in den ouderdom van
74 jaar. Hij was wat de Engelschen noem n,
een self-made man in den volsteu zin des woords.
Toen hij nog zeer jong was, zeide hij tot zijn
vadergeef mij 500 fr. en ik zal mij een weg
banen in de wereld. Hij ging als werkman in
de fabrieken Olin, 't maken van papier aanleeren,
volmaakte zich in zijn arnbt, werd beambte in de
bureelen en klom steeds hooger en hooger de
ladder op. Hij wist een kapitaal van 100,000 fr.
bijeen te krijgen, toen hij de naamlooze vennoot-
schap L. de Naeyer Co. te Willebroek stichtte,
waarvan hij tot het einde zijns levens de bestuurder
bleef. Zijn 1800 werklieden beschouwde hij als
een groote familie. Hij bouwde voor hen werk-
manswoningen met kleine tuinen, stichtte een
gasthuis, een kinderkribbe, een school ten bate
van zijn personeel, voor uitspanning zorgde hij
door de inrichting van eene bibliotheek en het
stichten eener fanfare. In de gaarkeuken kon
de werkman die niet naar huis ging, voor enkele
centen etende badinstelling was kosteloos. Hij
stichtte magazijnen om zijn werklieden winkelwaren
tot den goedkoopsten prijs te verschaffen.
De algemeene verkiezingen van 1900 in
Engeland, hebben totaal een acht millioen gulden
gekost. Er zijn 1103 candidaten geweest voor
670 zetels, zoodat elke candidaat gemiddeld 8500
gulden heeft gekost
Een zeer brutale diefstal is gepleegd in een
sneltrein tusschen Nice en Toulon. Een violist,
Foy genaamd, reisde met dien trein en zat in
zijn coupe met een man, die, terwijl Foyinslaap
gevallen was, trachtte hem te berooven. De violist
werd echter plotseling wakker en nu onlstond
een worsteling tusschen hem en den dief. Deze
slaagde er in, Foy door het portier op den
spoorweg te werpen. De violist bekwam slechts
onbeduidend letsel, doch geraakte buiten kennis.
Nadat hij weer tot bewustzijn gekomen was, begaf
hij zich naar het naastbijzijnde station, waar hij
den chef van een en ander in kennis stelde.
De musicus was zonder schoenen en zonder jas,
welke kleedingstukken hij in de coupe had uit-
trokken, om gemakkelijker te kunnen slapen.
Foy is van 300 francs en zijn horloge beroofd.
Van den dader ontbreekt het minste spoor.
Een bierbrouwer te Berlijn, die een ijverig
aanhanger is van de geneesmethode door het gebed,
heeft te Miinnerdorf aan het Ziiricher meer een
sanatorium gesticht. Er is plaats voor 70 personen.
Alle plaaten zijn reeds bezet, uitsluitend door
Duitschers.
De ondernemer maakt goede zaken, doch de
Zwitsersche overheid heeft in overwegiug genomen,
of een dergelijke inrichting geduld kan wordeti
op haar grondgebied.
Te Lodelinsart bij Charleroi woont een
zekere vrouw Van Camberghe, die sedert verschei-
d»ne jaren door haar echtgenoot verlaten is.
Op den 8 Februari thuiskomende, nam zij een
geur van geroosterd vleesch waar, zij lette hier
eerst niet op, maar na eenigeu tijd, toen zij naar
haar kindje ging kijken, dat zich in de wieg be
vond, bleek tot haar ontzetting dat de linkerzijde
van de arme kleine geheel verbrand, bijna verkoold
was. Gedurende de afwezigheid van de moeder
is men de woning binnengedrongen, heeft men
het kind uitgekleed en het op degloeiende kachel
gelegd. Vervolgens is het weer aangekleed en in
de wieg gelegd.
De geroepen geneesheer constateerde dat er
geen hoop was dat het kindje in leven zou blijven
hij ging de politie waarschuwen, die een onder-
zoek instelde en de justitie van het voorgevallene
verwittigde.
De voornaamste huurder van het huis waar
vrouw van Camberghe woont, een zekere Rosalia
Dope is gevaDgen genomen. Haar minnaar Jules
Louderville is eveneens gearresteerd. Beiden
worden verdacht het kind verbrand te hebben om
zich op vrouw van Camberghe te wreken, tegen
wie zij verschillende veeten hadden.
Het was een prachtige nacht om te fietsen.
Dr. Franz Stephan had dien avond weinig
patienten gehad en vroolijk trapte hij zijn
machine al fluitende voort, terwijl de ketting
regelmatig over de tanden gleed. Eigenlijk
wist hijzelf niet waar hij reed, want hij had,
voor hij zijn huis verliet, maar even vluchtig
op zijn wielerkaart gezien. Dat wist hij wel,
dat hij te Altenfeld moest aankomen en daar
was immers een herberg Maar of dat nu 25
of 30 K.M. ver was, daarvan had hij een flauw
begrip. Hij boog zich voorover om op het
horloge aan den stuurstang te zien, het was
juist kwart voor tienen.
Juist was hij bezig zoo goed als het ging
zijn lantaarn in orde te maken, toen hij aan
zijn rechterhand in het woud plotseling een
geweerschot hoorde. Een korte schreeuw en
een aantal woedende uitroepen volgden, dan
eenig geritsel in de struiken en een paar
oogenblikken later was het weer stil.
Wilddieven, dacht hij en boog het hoofd
voorover om beter "te kunnen hooren.
Uit het kreupelhout, geen tien schreden van
hem verwijderd, kwam plotseling een man le
voorschijn en verdween in het donker van den
nacht. De uitroepen van diens vervolgers
werden zwakker en zwakker en stierven einde
lijk geheel in de verte weg. Klaarblijkelijk
waren zij het spoor kwijt geraakt.
Dr. Stephan's geheele sympathie was aan de
zijde van den vervolgde hij zag scherp in de
richting die de vluchteling genomen had en
sprong toen op zijn rijwiel. Eenige minuten
later hoorde hij het knarsen van een huisdeur
en een vrouwelijke stem die hem aauriep.
Voorbereid op elk avontuur hield hij stil en
wachtte wat de vrouw, die nu op hem toe
kwam Snellen, hem te zeggen zou hebben.
Nu, wat is er? vroeg hij en trachtte in
het donker haar gelaatstrekken te onderscheiden.
Dit was hem echter niet mogelijk, want haar
gelaat was geheel in een doek gehuld.
O, gaat u met mij mee, mijnheer, fluis-
terde zij buiten adem en legde smeekend haar
eene hand op zijn arm, er is een menschen-
leven mee gemoeicf!
Haar stem klonk zoo zacht en meisjesachtig
en bovendien zoo angstig, dat al wat ridderlijks
in Stephan was. werd opgewekt.
Waarmee kan ik u van dienst zijn?
Gaat u mee, och, als 't u blieft
Dr. Stephan volgde haar, zijn machine aan
zijn hand voortduwend. Weldra hadden ze een
klein poortje, dat in het bosch uitkwam, be-
reikthet meisje opende het met geweld het
scheen in lang niet gebruikt te zijn en
bleef er toen voor staan.
Het is voor mijn vader, zeide ze opge-
wonden, ik weet niet wat hem scheelt.
Uw vader is dus plotseling ziek ge-
worden
Ja, geheel onverwacht.
Gelukkig ben ik dokter.
Des te beter, ik zal uw goedheid nooit
vergeten.
Weder trachtte hij haar gelaat te onder-
scheiden, want het scheen hem toe dat in haar
woorden meer angst dan dankbaarheid lag.
Het ruischen van water liet zich plotseling
hooren en het volgende oogenblik stonden ze
voor een plank, die als brug over een beek
geworpen was. Weifelend bleef het meisje
staan en zag om naar de donkere schaduwen
van het bosch.
We hebben nog maar een heel klein
eindje te loopen, dokterwilt u uw fiets mee-
nemen of haar hier laten U kunt het gerust
doen.
Maar Dr. Stephan hield veel te veel van zijn
machine om er lang van gescheiden te zijn en
hij bekende dit rondweg.
Tot zijn verwondering liet ze nu plotseling
een hard gefluit hooren. Hij zag haar ver-
wonderd aan.
Ik wil alleen maar de honden waar
schuwen, ze zijn kwaadaardig tegenover vreemden.
De jonge dokter vond haar houding hoogst
zonderling, maar Ifij antwoordde niet.
Daar zijn we, waar we wezen moeten,
dokter.
Met de oogen volgde Stephan de richting
van haar uitgestrekte hand en zag het strooien
dak van een klein huisje, dat zich tegen den
donkeren achtergrond der boomen afteekende.
Een flauwe lichtstraal schemerde door de ge-
sloten luiken en de dokter had er een eed op
kunnen doen, dat hij daarlangs een mannelijke
figuur zag glijden en in de duisternis verdwijnen.
Het meisje deed de deur open en verzocht
hem binnen te treden.
Dit deed hij, nadat hij zijn fiets tegen den
lagen voorgevel had gezet.
Het vertrek, waarin ze hem bracht, was
armoedig ingericht, maar heel helder en proper.
Op een wrakke canape bij het venster lag
een oude man, bleek en bewegingloos uitgestrekt.
De dokter boog zich over hem heen.
Nu, vroeg het meisje gehaast, is het
ernstig
De jonge dokter wist niet wat hij zou zeggen
en schudde verwonderd het hoofd. De pols
van den zieke ging even regelmatig als zijn
eigen pols en hij ademde zeer gemakkelijk.
Geeft u mij wat cognac.
Ik heb hem al alles gegeven wat ik had,
ik heb niets meer over. De naaste plaats waar
we het krijgen kunnen, is Altenfeld.
Stephan bromde eenige onverstaanbare woor
den de zaak was hem niet duidelijk. Nog
eens zag hij den zieke onderzoekend aan, trok
aan zijn knevel, wat hij altijd deed als hij iets
overwoog. Er was geen twijfel meer aan
die man daar speelde comedie.
Het meisje had intusschen haar doek op zij
geslagen en onthulde danrdoor een gelaat van
wonderbare schoonheid, dat door zwarte lokken
was omrand.
Waarom hebt u mij hier geroepen vroeg
Stephan bedaard.
De man op de canape opende zijn oogen en
richtte zich geeuwend op.
Je hebt den verkeerden meegebracht,
kind, zeide hij op gedempten toon. Goeden
avond, mijnheer, ik merk dat u dokter zijt
het spijt mij dat ik u moeite veroorzaakt heb,
Zoo
Stephan nam een cigarette uit zijn koker en
stak die boven de lamp aan. Hij was wel aan
zonderling gezelschap in zijn practijk gewoon
geraakt, en het geval amuseerde hem, ofschogn
hij toch e«n kleine onbehaaglijkheid gevoelde.
Hoewel ik nu juist vanavond zooveel