IVIengelwerk. De laatste Bloemen. doe rn voor Dat mogen wij niet vermits het zwakke caliber van de ondergeteekende zulks niet gedoogt. 3°. Eeu ieder zal verplicht zijn, om de onder geteekende in deze wijze aau te sprekeu, namelijk Uw dienaar Mijnheer Ontfanger Hoe vaart UEdele Kan ik geholpen worden P 4°. Lvenmin zal niemand de stoutheid mogen nemen om op een stoel te gaan zitten, alvorens hem zulks worde gepresenteerd en eindelijk ten 5°. Heb ik gemeend als een man van opvoeding deze bovenstaande wellevendheid aan een onbe- schaafd publiek onder het oog te moeten brengen en ik vertrouw, dat niemand mij zulks ten kwada zal nemen, aangezien ik het van ganscher harte meene. B. W. WICHERS. Een 40 jaar geleden hiug te Nijkerk een bordje aan den buitenkant der deur van het belastiug- kantoor met het opschrift //Pijp nit deu bek Pet van den kop Klompen van de pooten Dit alles nagaande, mogen wij wel getuigen dat wij zeer veel vooruit gegaan zijn, al laat op sommige rijkskantoren de behandeling van het publiek nog wel eens te wenschen over. Sommige ambtenaren schijnen te meenen dat het publiek is voor hen en niet dat het hun plicht is het publiek goed te behandelen wanueer dit tenminste zich zijuerzijds welwillend betoont. Zaterdagavond kreeg een officier met een koopman in een koffiehuis te Zittau een twist, die hiermee eindigde dat de koopman den officier een oorvijg gaf. Den volgenden dag kwam de officier zekere luiteuant Robert Rose bij den koopman aan huis, om zich persoonlijk genoegdoening te verschaften. Hij zeide met enkele woorden dat hij revanche moest nemen en bracht den man wiens huisvrede hij gebroken had, met zijn sabel eemge lichte verwondingen aan het hoofd en den arm toe. Het dochtertje van den koopman alar- meerde de menschen in huis en dezen telefoneerden toen om de politie. Luitenant Rose zal zich binnenkort om zijn »Briisewitzerei' voor den krijgsraad te Dresden moeten verantwoorden. Tot zijn verontschuldiging zal hij wel aanvoeren dat hij zijn tegenstander met als satisfaktionsfiihig beschouwde en dit voor hem, nu een duel onmogelijk was, dus de eenige manier was om zijn geschandvlekte uniform van smet te zuiveren. Twee Parijsche straatroovers uit het la Vilette-kwartier, hebben dezer dagen geduelleerd om een vrouw. Elk van twee vrienden vergezeld, kwamen zij samen in een buitenwijk. Voor echter een woord gewisseld was schoot een hunner zijn tegenstander een kogel in het onderlijf. De gewonde haalde toen van onder zijn jas een bijl te voorschijn en kloofde den schutter met ee'n slag den schedel. De aldus getroffene viel dood neer. De gewonde werd even later door de op 't schieten toegesnelde politie naar een hospitaal gebracht. Ook zijn toestand is bedenkelijk. De getuigea bij het gevecht zijn gearresteerd en in verhoor genomen. Een Engelsch predikant vermistezijn paraplaie en daar hij vermoedde dat een van zijn gemeente- leden die bij ongeluk uit de kerk had meegenomen, deelde hij den eerstvolgenden Zondag van den preekstoel mee, wat er gebeurd was, met de bijvoeging dat de persoon die de parapluie had, haar 's nachts maar over de muur van de pas- torietuin moest gooien. Den volgenden morgen vond hij er 48 in zijn tuin, blijkbaar alien af- nog mets wilde gebruiken eer hij Otto naar ons wilde laten gaan. Het was een commissaris van politie. Toen hij mijn naam vtrnam, vertelde hij mij, dat men juist eeu gewichtige vangst had gedaan. Van een Italiaanschen rechter was de mededeeling ontvangen, dat een zwendelaar en valsche speler, die zich baron Renard noemde hier ter stede verblijf hield men had zijn portret te gelijk meegezonden, en sedert eenige uren was de gezochte in de gevangenis. Hst was baron Von Rennert, die hier sedert langen tijd zijn misdadig spel gedreven heeft. Een naamgenoot van mij de oom van Otto heeft mij al aan aan hem voorgesteld, heeft den zweude- aar verraden en hem laten gevangennemen. Een jonge dame, voor welke Klaus tegenover den politie-agent borg stond had juist een samenkomst met hem. Het was een dame met rood lint en een witte veer op den hoed. Mijn heer Brinkman had haar verzocht hem te volgen, maar zij- was in een rijtuig gestapt en haastig weggereden. Denkt eens: met rood lint en een witte veer op den hoed. Daar, daar ligt hij Tante heeft hem daar g«legd, toen zij hem bij de deur opgeraapt had! Hij behoort aan Laura; gij hebt haar gistereu van die plek weggedragen, toen zij hier bij ons bescherming zocht. Neem nu eens alles bij elkaarZij heeft hier alles gehoord, wat tante ons voorlas. Denkt eens, wat onze 'papa zaliger over haar vader geschreven heeft, hoe hij hem als een reizend avonturier ontmoette Hij moet het geweest zijn, over wien zij sprak in de ijlende koorts, dezelfde man, dien Klaus voor hare oogen liet gevangennemen (Wordt vervolgd). komstig van menschen, die thuis ;/een verkeerde parapluie" hadden gevonden. In Engeland zullen van den Egg Rock (Lynn) eerstdaags proeven worden genomen met een onderzeesch mistsignaal. Het signaal bestaat uit een bel, die diep onder water hangt aan een ver in zee uitgebrachte boei. De bel wordt van de kust af geluid door middel van electrieiteit. Volgens de Shipping World, is het beginsel, waarop dit toestel berust, dat personen aan boord van een schip het geluid veel verder zullen kunnen hooren dan wanneer de bel in de vrije t j'n£" Dp gr°nd van proefnemingen wordt beweerd, dat een persoon, die zijn oor plaatst egen een stok of lat welke in aanraking wordt gebracht met de kiel van het schip, in staat is ge|u'4 van de bel waar te nemen op drie tot vijf mijlen en verder, tengevolge van de voort- planting van het geluid door het water. De Parijsche huiseigen-aren mogen van nu af wel zorg dragen, dat de balcons hunner huizen een voldoende draagkracht hebben. Een der ranjsche rechtbanken had dezer dagen een be- shssing te nemen in een proces tusschen een buitengewoon corpulent persoon, zekeren Rudel, en den eigeuaar van eene villa te Fe'camp. p zekeren avond, bij helderen maneschijn, i-l 1 de heer Rudel van de zeelucht genoot stortte het balkon van zijn huis plotseliDg naar beneden, waarbij de bewoner ernstige verwondingen bekwam. Hij eischt van deu eigenaar der villa schadeloosstelling, maar deze beriep zich op het buitengewone gewicht van zijn huurder en verzooht de schadeloosstelling af te wijzen. De rechtbank heeft hem echter tot 1400 gulden schadevergoeding veroordeeld. Practische gemeenteraadscandidaat. Het te Prenzlau verschijnend dagblad bevat de volgende advertentie z/lk heb vernomen, dat verscheidene van mijn medeburgers mij willen vereeren met hun ver- trouwen, door mij te kiezen tot gemeenteraadslid van onze stad. Ten einde mijn verkiezing te doen slagen, verbind ik mij gratis een kies te trekken bij lederen kiezer die op mij stemt. N. N. Tandarts". In de feestzaal der Parijsche tentoonstelliiig, in de Machiaegalerij, zijn nu Barnum en Bailey voor vier maanden gevestigd.indien zij het er zoo lang uithouden. Toen het reuzen-circus er pas was, wekte het zulk een nieusgierigheid, dat de theater-directeuren van Parijs over het wegblijven van het pnbiiek klaagden. Zelfs te Parijs hadden de aanplak- biljetten de nieuwsgierigheid geprikkeld, en waar de Amerikaansche ambassade zich had geleend tot het rondzenden aan heel de officieele wereld van de uitnoodigingen voor de openingsvoorstelling, daar moest wel iets buitengewoons te zien gegeven worden. Maar wanneer 't op mooi, smaakvol, kunstig aankomt is het Eransche publiek met Ameri- kaanschen humbug niet te verschalken wat er te zien wordt gegeven is reeds mooier, smaak- voller en kunstiger in de Parijsche cireussen ver- toond en daarbij schrikt ook te Parijs op den duur het vele tegelijk de toeschouwers af. Toen ik voor een paar dagen op een avond een kijkje ging nemen, vond ik de achtduizend plaatseu met voor de helft bezet, schrijft de correspondent van t „N. v. d. D." Vijf weken geleden sprak i er over Barnumnu is het alsof hij niet eens meer in de stad is. Of Barnum 't vier maanden zal uithouden, is een vraag, die ik niet bevestigend zou durven beantwoorden. Merkwaardige staaltjes vindt men in de Berlijnsche bladen vermeld van de iDhaligheid bij de Pruisische staatsspoorwegen. Eeu huisvader had voor zich en de zijnen 7 retourbiljetten ge nomen, maar daarvan geen gebruik kunnen maken, zoodat hij volgens het reglement het betaalde terugvroeg. Dit werd toegestaan, maar hij ontving mets. Immers voor elk biljet werd I mark ffschrijfgeld" in rekening gebracht, en daar in tgeheel nog geen 7 mark betaald was, had hij eigenhjk nog wat bij te passenZijn reclame baatte met; het bleef er bij: voor 7 biljetten, al behoorden zij ook bijeen en al was daarvoor in een verzoekschrift terugbetaling gevraagd, moest zevenmaal schrijfgeld worden voldaan. Nog sterker was de ervaring van een persoon die een retourbiljet tusschen twee pjaatsen vroeg' maar het niet krijgen kon en genoodzaakt was de reis met 3 retours af te leggen. Ook hy had om redenen van overmacht restitutie te vragen en nu werd voor elk retourbiljet 1 mark afge- houden, ofschoon de drie te zamen voor ten reis moesten dienen, en het de schuld der spoordirectie was, dat er geen doorloopend biljet te krijgen was geweest De graanbeurs te Minneapolis was Zaterdag in vollen gang en het gebouw was vol menschen toen daar ineens een detachement politie aan- rukte, het gebeuw omsingelde en alien die er in waren te kennen gaf, dat zij zich alien tegen de pokken moesten laten inenten. De reden was dat een makelaar, die de pokken had, zich den vorigen dag nog op de beurs had opgehouden. Zeven bewoners van Smolensk (Rusland) stonden dezer dagen terecbt onder beschuldiging van vectoring der oper.bare orde. Zij hadden een vnend naar den trein gebracht en luid vhoera geroepen, toen de trein vertrok. Een der be- klaagden werd veroordeeld tot 4 dagen hechfenis en een ander tot 10 roebel boete. De overigen werden vnjgesproken. In hooger beroep werd slechts 1 van de 7 vnjgesproken alls anderen kregen zwaardere straffen. Vergeefs hadden de ver- dedigers verzocht, hun mee te deelen, wanneer Russische onderdanen hoera mogen roepen en wanneer niet. J-kleinste loteling van Erankrijk heeft zich dit jaar te Montceau et Echermant aangemeld. De jonge man is niet langer dan 1 M. 25. j- Welke opofferingen Engelsche courauten zich getroosteu ten einde spoedig berichten te kumieu geven van belangrijke gebeurtenissen, is wed r gebleken ter gelegenheid van de groote politieke redevoenng van Lord Rosebery te Chester- buitengewone inspanniug was het mogehjk gemaakt, de ten gevolge van sneeuw- stormen in de voorafgaande dagen gestoorde tele- grapmsche verbindingen, voor het grootste ge- deelte te herstellen, zoodat op het laatste oogen blik de verschillende reporters 11 draden te hunner beschikking hadden. De overbrenging van de 234,230 woorden bevatteude rede, nam 4 uur in beslag. Daar de Londensche bladen zich echter met durfden te verlaten op de op den morgen voor de redevoering nog onderbroken draadver- binding, waren niet minder dan zes extra-treinen te Chesterfield gereed gehouden om de rede te verzenden. De eerste trein, die door de Daily Mail gehuurd was, verliet Chesterfield met de rede te 9,40 's avonds, de laatste trein vertrok eenige minuten na tien. Benjamin P. Baker, tehuis behoorende te Broctou (Mass) en zeilmakersmaat aan boord van het Amerikaansche opleidingsohip *Alliansche" is door de officieren vau dien bodem voorgedragen voor een eeremedaille. Toen dit schip te St. Ihornas (D. W. S.) was, werd de equipage aan- gezegd zich te onthouden van zwemmen, daar de haven vol was van lvaaien. Op een avond gingeu drie jongens te water en namen den scheepshond met zich mede. De scheepshond werd door een monsterhaai gepakt. lievig ontsteld zwommen de drie jongens uit alle macht naar het schip terug, maar de haai die hen achtervolgde won gedurig op hen. Baker, die aan boord stond en dit zag, sprong over de verschansing, slechts gewapend met een doik, zwom recht op den naderenden haai aan, ook toen hij er dicht bij was onder en reepte deu bulk van den haai tot aan de staart open. De hond was reeds verzwolgen. De haai was 14 voet en 9 duim lang. Baker was reeds een keer gedecoreerd voor het onder geweervuur kappen van den telegraaf- kabel, te Guantanamo. Zij met hun beiden vormden het geheele gezm. Al bijna sedert acht jaar was Buchotte weduwnaar zyne vrouw was in het kraambed gestorven en het toen geboren zoontje was de moeder gevolgd in het graf. Toen had vader uchotte al zijn liefde overgedragen op ziin eenig dochtertje. Maar nu Ligde zijn arm hart geheel te breken. Ondanks alzijnzorgen woekerde de kwaal voort in de borst van zjjn kind. Ach. had hij toch het lijden van zijne Aim© maar kunnen overnemen. Sedert eenigen tijd was het treurig gesteld in het huisje van vader Buchotte. In het kleine kamertje aan de straat, waar anders het vroolijk gezang weerklonk van een naaistertje, dat ljveng over haar werk zat gebogen, heerschte nu een doodsche stilte. De half neergelaten gordijnen, die vroeger hoog waren opgetrokken om het lieve zonlicht vrijen toegang te ver- schaffen, schenen achter hunne jdooien een geheim te verbergen. Wie de gewoonten der buurt, waarin vader Buchotte woonde kende, begreep dat daar thans een stervensrust heei achte, dat daar een strijd tusschen een jong leven en den dood werden gestreden. En zoo was het. In dit nederig verblijf, vroeger zoo gezellig en vol bedrijvigheid, dank zi) den ijver van vader Buchotte's dochter, werd de stilte nu slechts af en toe verbroken door een drogen hoest, een hoest, pijnlijk om aan te hooren. En de goede vader Buchotte, die reeds hoog bejaard was, ging niet naar zijn werk, omdat hij zijn kind wilde oppassen. Nu en dan kwam hij aan haar bed en vroeg >Lieveling, heb je 't warm genoeg aan "je voeten Of wil je soms nog een heete kruik V" Het arme meisje leed reeds lang aan die wreede ziekte, die iemand den tijd laat, den dood reeds van verre te zien .naderen maar in dit uajaar had de vreeselijke kwaal haar sterker aangegrepen en was alle hoop op herstel ver- vlogen. Nu was Aline te zwak, om allecn te kunnen zjjn Buchotte durfde haar niet ver- Liten. Hij bleef hij haar, maakte bouillon voor haar klaar en deed alles, wat er in de kleine huishouding te doen viel, met die aandoenlijke onhandigheid, aan mannen eigen, die eensklaps, door de noodzakelijkheid daartoe gedwongen, de ziel van 't huis worden. Als hij het fornuis aangelegd, de soep voor zijne lieve zieke gekookt en alles aan kant ge maakt had, ging hij voor het bed zitten, met den rug naar 't venster gekeerd, opdat Aline toch maar niet zou zien, dat er groote tranen in zijne oogen stonden. En op zachten, vrien- delijken toon zeide hij dan tot haar: »Kom, lach eens tegen je ouden vader. Ver- tel hem eens, dat je een beetje beter, een beetje opgewekter bent Op een helderen Octobermorgen drong een vnendelijke zonnestraal door't venster in Alines bed en het meisje uitte een kreet van vreugde. *>0, mocht ik slechts blijyen leven Zij tad nog kracht genoeg, zich op te rich ten en ontdekte toen boven de daken der omliggende huizen een stukje blauwen hemel. Bij het aanschouwen van die heerlijk reine lucht kromp haar ziel ineen van smart; reeds weken lantr lag zij aan liet ziekbed gekluisterd, terwijl zij toch zoo graag, o zoo graag, de boomen en velden terug zou willen zien, het leven genieten. W ant levenslustig was zij noo- Zij was vol vertrouwen dat de lente haar wel zou kunnen genezen. Als die gelukkige tijd maar weer gekomen was, zou zij wel nieuwe krachten krijgen en zouden ook in haar borst nieuwe levenssappen worden gewekt, zooals de lente toch met kwistige hand ook aan boomen en struiken ronddeelde. Aan dit alles lag zij te denken, toen haar oog plotseling viel op een verdorde rozenstruik in het tumje aan de overzij. Zij zag aan- dachtig naar de arme plant, die verwelkt was, evenals zij, bij het eerste blazen van den scherpen noordenwind. Opeens kreeg zij een inval. Met haar heesche stem zeide zij tot haar vader V ader, ik zou zoo heel graag Toen ileef zjj steken, alsof zij begreep, dat zij iets onmogelijks ging vragen. Vader Buchotte sprong an zijn stoel op; Aline verlangde naar iets! En wat was het dan wel? Ze moest e hem gerust zeggen. Hij was bijna boos op zich zelf dat hij den wensch zijner dochter met voorkomen, niet reeds geraden had. Er was iets, waarnaar zij verlangde en hij had er hoegenaamd geen begrip van wat het was eg het dan beveling, zeg mij gauw wat ge verlangt »Ik zou zoo heel graag wat bloemen hebben." Vader Buchotte keek verbaasd op. Bloemen? Verlangde zij daar zoo naar? Hij zou er zooveel voor haar meebrengen als ze maar begeerde. Bloemen?... En zij durfde er bijna niet om vragen Daar begreep hij niets van. Wat voor bloemen wilt ge, Ahne vroeg hij. »Een klein ruikertje van een dubbeltj'e. tJloemen vroolijken een kamer zoo op." Een oogenblik later liet zij er op volgen, alsof zij zich schaamde over haar verlangen »i een, neen, toch nietin dezen tijd van tjaar zijn de bloemen te duurdaar hebben Niet mogen doen Wat zou vader Buchotte met voor zijn Aline gedaan hebben Hij was overgelukkig, omdat zijn dochter naar iets ver- angde en haar hart toch dus nog gehecht was aallT^ 6n en al wat het leven te genieten gaf. W acht maar even zeide hij. Haastig zette hij zijn pet op, nam een mand mee en vertrok. blink stapte hij door, zonder zich een oogen- blik op te houden. Het was hem, als had hij het middel gevonden, om zijn kind tot het leven terug te roepen. Hoeveel geld had hij hi) zich Hij voelde in zijn zak naar zijn porte- monnaie. O ja, nu herinnerde hij zich, dat hij viji gulden bij zich had gestoken, al het geld dat in de latafel lag - al 't geld, dat hij voor oogenblik bezat. Als hij maar genoeg had maar men zou den moed niet hebben hem bloemen te weigeren, als hij zeide dat het voor zijn zieke dochter was. En dan, als 'tniet anders kon, zou hij nog wel 't een en ander naar de bank van leening kunnen brengen. Hi] zou, op welke wijze dan ook, aan geld komen. Het leven van Aline ging voor alles Hij stapte een bloemenwinkel binnen en zeide i wihle graag mooie bloemen van u hebben. »Kies maar uit, mijnheer, er is keus genoeg antwoordde de winkelier. »Och, dat is mij onverschilligheeft u me maar de mooiste. Hier staat mijn mand. Wilt u die maar vullen De winkelier was zichtbaar verheugd, zulk een goeden klant te hebben. »Hier zijn prachtige rozen," zeide hij. »Ruiken ze lekker »Ruikt u zelf eens! Hier zijn heliotropen jasmijnen reseda's welriekende viooltjes En bij elke nieuwe bloemsoort vroeg vader Buchotte weer: »Ruiken ze lekker?" De bloemist reikte hem de mand met bloe men over. De oude man snoof met wel- gevallen de heerlijke geuren op. JuistGeef die ook nog maar en die ook en dan die nog

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1902 | | pagina 6