A1 g e a e e n
Hieuws- en AdvertentiebUd
voor
2eeuwsch*Vlaanderen.
Nationale Militie.
No. 4166,
Zaterdag: 21 December 1901
41e Jaar^ang*.
Engeland en de Z.-A. Repabliek.
Gemengde beriehten.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
EEBSTB BLjAD.
Wegens het Kerstfeest
zala. s. Woensdaggeen
nummer van dit blad verschijnen.
AEEZEASCHE COERAAT.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82$.
Men abonneert zich bjj alle Boekhandelaars, Postdirecteureu en Brieven-
bushouders.
ADVEETENTlfiN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pijjs
slecbts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend
IVit blad versehtjnt rlBHinlH*-, WairnadHg. en Vrljdaaavood, Bitaeiunderd op Feeatdnaen, bij de I'lrran P. J. fll Dl IINUK tc Ter Meiien
2".
3".
4".
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN,
gelet op de Militiewet 1901
mnken bekend:
1». dat het register van inschryving voor de lichting van
de Nationale Militie van 1903 van de hieronder
bedoelde personen, die in 1883 zijn geboren, zal gereed
liggen op de gemeente-secretarie alle werkdagen, van
den lsten tot en met den 31sten Januari 1902, van
de> voormiddag8 nogen tot des namiddagi vijf nren
20. vestigen de aandacht van belanghebbenden op de volgende
bepalingen van bovengenoemde net
Art. 13.
Voor de militie wordt ingeschrevcn
1°. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die binnen
het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk
Belgie verblijf hondt
ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wicni vader,
moeder of voogd binnen het Rijk, in het Duilsche Rijk
ot in het Koningrijk Belgie woonplaats heeft
ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die binnen
het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk
Belgie woonplaats heeft;
ieder mannelijk ingezetene niet-Nederlander,
zoo hij op den lsten jMimnri van liet Jaar
liet 19de levensjaar was. iutfetreften en
niet verkeert in een der bij art. 15 omsehreven gevallen.
Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde hier-
boven onder 4"
A". de binnen liet Rijk verblijf houdeude minderjarige niet-
Nederlander
a- wiens vader, moeder, of voogd binnen het Rijk
woonplaats heeft en haar gedHrende de voorafgaande
aehttien maanden in het Rijk of de kolonien of
beziltingen des Rijki in andere werelddeeleo gehad
heeft
b. van wiens onders de langstlevende bij zijn of haar
overlijden in het hierboven onder a omsehreven
geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat
geval of al is deze bniten 's lands gevestigd
c. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten i»,
of die ouderloos is of in wettelijken zin geen vader
of moeder heeft en van wien niet bekend is dat hij
een voogd heeft, indien hij gcdurende de vooraf
gaande aehttien maanden in het Rijk verblijf ge-
houden heeft;
M. de meerderjarige niet-Nederlander. die binnen het Rijk
woonplaats heeft en haar gednrende de voorafgaande
aehttien maanden in het Rijk of de kolonien of bezit-
tingen des Kijks in andere werelddeelen gehad heeft.
Voor minderjarig wordt voor de toepassing van het
bepaalde hierboven onder A gehouden hij, die minder
jarig is in den zin der Nederlandsche wet. Voor meer
derjarig wordt voor de toopassing van het bepaalde
hierboven onder II gehouden hij, die meerderjarig is
in den zin van voormelde wet.
Art. 14.
De inschrijving geBchiedt:
1». van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 1°.:
zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader,
moeder of voogd aldaar woonplaats heeft, in de gemeente
der woonplaats van vader, moeder ol voogd
zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader,
moeder of voogd elders dan binnen het Rijk woonplaats
heeft, in de gemeente, waar hij verblijf hondt;
zoo hij door zijn vader, moeder of vongd verlaten
is, ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of
moeder heeft en het niet bekend is dat hy een voogd
heeft, in de gemeente, waar hij verblijf houdt;
zoo hij in het Duitsche Rijk verblijf houdt, in de
gemeente Amsterdam
zoo hij in het Koningrijk Belgie verblijf houdt, in
de gemeente Rotterdam
2°. van hem, bedoeld in art. 13, eer3te zinsnede 2°:
zoo zijn vader, moeder of voogd woenplaats heeft
binnen het Rijk, in de gemeente der woonplaats van
vader, moeder of voogd
is de woonplaati van vader, moeder of voogd in
het Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam
is zij in het Konnigrijk Belgie, in de gemeente
Rotterdam
8". van hem, bedoeld in art 13, eeiste zinsnede 3».
zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in de
gemeente zijner woonplaats
zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche Rijk, in
da gemeente Amsterdam
zoo hij woonplaats heeft in het Koningrijk Belgie,
in de gemeente Rotterdam
-go. A. van hem, bedoeld in art. 13, eerite zinsnede 4°.,
indien hij minderjarig ii
zoo hy verkeert in het geval, in de tweede zin
snede van dat artikel onder A a omsehreven, in de
gemeente, waar zyn vader, moeder of voogd woon
plaati heeft;
zoo hij verkeert in het geval. in die zinsnede onder
A b omsehreven, in de gemeente, waar zijn voogd
woonplaats heeftis de woonplaats van dezen buiten
's lands, dan geschiedt de inschrijving in de gemeente
waar de minderjarige verblijf houdt
zoo hij verkeert in een der gevallen, in even
bedoelde zinsnede onder A c omsehreven, in de ge
meente waar hy verblyf hotult
II. van hem, bedoeld in art. 13, eerite zinsnede 4°.,
indien hij meerderjarig is
in de gemeente, waar hij woonplaats heeft.
De in de vorige zinsnede als plaats van inschrijving aange-
wezen gemeente is die, waar het verblijf of de woonplaats
gevestigd is of was op den lsten Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin de in te schrijven persoon het 18de
levensjaar volbracht, tenzij het ieroand geldt, wiens inschrijving
te Amsterdam ot te Rotterdam moet geschieden wegens verblijf
of woonplaats onderscheidenlijk in het Duitsche Rijk of in het
Koningrijk Belgie.
Art. 15.
Voor de militie wordt niet ingeschreven
1°. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te behooren
tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan de verpligte
krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten aanzien .an
den dienstpligt het beginsel van wederkeerigheid is aan-
genomen.
t,. hij, die bewijst in de kolonien of bezittingen des Rijks
in andere werelddeelen verblyf te houden of woonplaats
te hebben, al heeft zijn vader, moeder, voogd of curator
woonplaats binnen het Rijk.
Art. 16.
Hij, die volgens art. 13 behoort te worden ingeschreven,
is verpligt zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders der
gemeente, waar volgens art. 14 de inschrijving moet geschieden,
aan te geven tngsclien tleis lsten en den 3lsten
Januari van liet Jaar, volisende op dat,
waarin liij liet (fide levensjaar volbragt,
Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich ter
inschrijving moet aangeven, ulsmede in een der gevallen,
hicrna in de vierde zinsnede omsehreven, rust de verplichting
tot het doen der aangifte
indien het een minderjarige betreft, op zijn vader, moeder
of voogd
indien het een meerderjarige betreft, die onder curatele
gesteld is, op zijn curator. De verplichting van vader, moeder
ot voogd geldt evenwel slechts zoo hij of zij binnen het Rijk,
in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie woonplaats
hoeft.
Behondens de uitzonderingen bij de rolgenda zinsnede
gemaakt, rust de zorg voor het doen der aangifte uilsluitend
op den in te schrijven minderjarige
indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen het Rijk,
in het Duitsche Rijk ot in het Koningrijk Belgie woon
plaats heeft
indien zijn vader of moeder of beiden de ouderlijke macht
missen
indien hij door zijn vader, moeder of voogd verlaten is; of
indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of
moeder heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft.
Hy, die door de bestuurders, in art. 22 rermeld, ter in
schryving moet worden opgegeven of die in dienst is bij de
zeemacht, de marine-reserve en het corps mariniers hieronder
begrepen, bij het leger hier te lande of bij de koloniale
troepen, is tot het doen van de aangifte niet verplicht.
Voor hem of haar, die tot het doen der aangifte verplicht
is, kan de aangifte geschieden door een ander, daartoe schrifte-
lijk gemacl.tigd. De volmacht blijft onder Burgemeester en
Weihouden berusten.
De wijze, waarop van de gedane aangifte moet blijken,
wordt door Ons bepaald.
Art. 18.
Voor de militie wordt ook ingeschreven of wordt opnieuw
ingeschreven
1., ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die na den
lstea Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij
het 18de levensjaar volbracht, en voor het intreden van
het 21 ste levensjaar ziju verblijf binnen het Rijk, in het
Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie gevestigd
heeft
2". ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader,
moeder ot voogd na den lsten Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin de minderjarige het l8d* levens
jaar volbracht, cn voor het intreden van diens 21s" levens
jaar zijne of hare woonplaats binnea het Rijk, in het
Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie gevestigd
heeft
30. ieder mannelijk minderjarige, die na den l""u Januari
van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18d" levens
jaar volbracht, en voor het intreden van het 21"' levens
jaar Nederlander of opnieuw Nederlander is geworden, zoo
hij in een der hierboven onder 1°. omsehreven gevallen
verkeert, of w iens vader, moeder of voogd verkeert in een
der gevallen, hierboven onder 2°. omsehreven
4°. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die na den
Jsten Januari van het jaar, volgende op datwaarin hij
het lEJs levensjaar volbracht, en voor het intreden van
het 21"* levensjaar zijne woonplaats binnen het Rijk, in
het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie gevestigd
of er woonplaats verkregen heeft
5*. ieder mannelijk meerderjarige, die na den I""0 Jannari
van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 1 levens
jaar volbracht, en vdor het intreden van het 21"" levens
jaar Nederlander of op nieuw Nederlander is geworden,
zoo hij in een der hierboven onder 4". omsehreven ge
vallen verkeert;
6". ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den l,lea Januari
van het jaar, volgende op dat, waarin het 18d" levens
jaar volbracht, cn voor het intreden van het 21"" levens
jaar ingezetene of op nieuw ingezetene is geworden in
den zin der tweede zinsnede van art. 18. Hierbij geldcn
de laatste zinsnede van dat artikel en art. 15.
Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrijving of de
inschrijving op nieuw moet geschieden en ran de verplichting
tot het doen van aangifte ter inschrijring of ter inschrijving
op nienw gelden de eerste zinsnede van art. 14 en de laatste
vijf zinsneden van art. 16.
De aangifte ter inschrijving of ter inschryving opnieuw
van hem, die volgens de eerste zinsnede van dit artikel moet
worden ingeschreven, geschiedt binnen dertig dagen na het
verkijgen of, werd hy reeds vroeger ingeschreven doch van
bet register afgevocrd, na het terug erlangen ran het Neder-
landerichap of van het ingezetenschap, of na de vestiging
rrn verblijf of de vestiging of het verkrijgen van woonplaats
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk
Belgie.
De inschrijving geschiedt in het register betreffende de
lichting van het jaar, waartoe de in de eerste zinsnede van
dit artikel bedoelde persoon volgens zynen leeftijd behoort.
Art. 166.
Met boete van ten minste vijftig cents en ten hoogste
f 100 wordt gestraft de overtrading van de artt. 16, 18 en 22.
Ter Neuzen, den 20 December 1901.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. L. OOSTERHOFF, Secretaris.
De Engelsche regeeriug schijnt reeds min of
meer officieel rekening te houden met de mogelijk-
heid, dat de oorlog binnenkort zal eindigen. De
1000 man gardes worden aangenomen onder
voorbehoud" ten aanzien van den toestand in
Zuid-Afrika. 't Is of zij wil zeggenals we dan
nog geen vrede hebben gesloten. Maar er dient
bijgevoegd, dat de regeering in dezen met zicbzelf
in tegenspraak komt. [miners Brodrick is van
plan, om in de Kaapkolonie zes instructiebataljons
op te richten, waar alle nieuw aangevoerde wan-
schappen van het Engelsche leger drie maanden
geoefend zullen worden. Zij zullen hierdoor tevens
kunnengewennenaau het Zuid-Afrikaansche klimaat
en de wijze van oorlogvoeren ginds, voor zij tegen
de Boeren lostrekken. Elk dezer iustructiebataljons
zal 1000 man tellen.
Dat ziet eerder op een nog langdurigen strijd
dan op het spoedig eindigen daarvan. Maar
ttngeland zal nit den oorlog ook nog wel beboefte
aan troepen hebben. Wanneer al de gevangeuen
terugkeeren en hun land verwoest viuden, zoo
denkt Brodrick zeker, is het maar veilig om man-
schappen bij de hand te hebben voor een mogelijke
uitbarsting.
Een telegram uit Lissabon zegtReizigers, uit
Lourenpo-Marquez aangekomen, vertellen, dat
een Engelsche afdeeling, door de Boeren over-
rompeld, de wijk nam op Portugeesch grondgebied.
Niettegenstaaude het verzet van den Portugeescfcen
kommandant bleven de Eugelschen doorvechten
1 officier, 1 sergeant en 3 soldaten sneuvelden
aan den kant der Portugeezen, maar men weet
niet of zij door de kogels van Engelschen of
van Boeren getroffen werden.
Het gebeurde schijnt evenwel geen invloed gehad
te hebben op de samenwerking tusschen Engeland
en Portugal. Te Lourentjo-Marquez is tenminste
een overeenkomst geteekend door gemachtigden
van den Britschen regeeringscommissaris en den
gouverneur van Mozambique, betreffende de her-
opening der Delagoalijn voor den burgelijken dienst,
op dezelfde tarieven als vtSor den oorlog, en
betreffende den invoer van iuboorlingen uit Por
tugeesch grondgebied naar de mijnen. De over
eenkomst zou dadelijk in werking treden.
Omtrent den oorlog is weiuig nieuws. In de
Kaapkolonische bergen, tusschen Willows en
Nieuw-Bethesda, zijn door de districts-troepen drie
bereden rebellen gevangen genomen.
Uit Standerton wordt aangaande de verrassing
van een klein troepje Boeren het volgende gemeld
Generaal Spens rukte uit de blokhuizen langs
den weg naar Ermelo op, met een afdeeling van
het 18" huzaren en een pompom onder kolonel
Sampson, benevens 350 man van zijn eigen brigade,
om het district noordwaarts af te loopen. Hij
stootte op een troep Boeren en nam 15 hunner
gevangen, ook vermeesterde hij verscheiden paarden
en muilezels, eenig vee en wagens. De overige
Boeren vluchtfen naar het Moorden, onder Engel-
brecht.
De ^Times'' verneemt uit Pretoria dd. 17 dezer
De Engelsche nieuwsbladen van half November
geven een verkeerde voorstelling van den mili-
tairen toestand. De oorlog vordert bijzonder
goed, maar men moet zich niet verbeelden, dat
meer tot stand is gebracht dan inderdaad wel het
geval is. Hoewel linies van blokhuizen zich, in
het oosten van Transvaal, van het zuiden der
Olifantsrivier tot Standerton toe uitstrekken, is
het den Boeren nog mogelijk, om naar het weiten
door te breken. Twee dagen geleden gelukte dit
nog aan een kommando van 150 man.
Uit Raalte schrijft men
Woensdagnamiddag arriveerde alhier dejustitie
uit Zutfen, teneinde het lqk van de verslagen
dienstbode van M., te Heeten, gerechtelijk te
schouwen, welke schouw plaats had in een der
lokalen van het gemeentehuis.
Bijna gelijktijdig met het lijk werd echter ook
Hendrikus Hospes, de verdachte knecht, binnen-
gebracht, die zoo juist door den jachtopziener
Marsman, te Heeten, was aangehouden.
Yooral ook tengevolge van dezen samenloop
van omstandigheden bewoog zich om het gemeente
huis een groots menigte volks.
De seetie van het lijk, bracht aan 't licht dat
de dood is veroorzaakt door een zeer zware ver-
wonding der hersenenin het hoofd was ook een
gat van meer dan een decimeter diep. Het wekte
de verwondering der geneesheeren, dat de verslagene
nog van Vrijdag tot Dinsdag heeft kunnen leven.
Na afloop der sectie werd het lijk gekist, ver-
zegeld en naar het lijkenhuis alhier vervoerd,
vanwaar het Donderdagmorgen werd overgebracht
naar Heeten alwaar dien dag de begrafenis plaats
had.
Intusschen werd ook de verdaebte gehoord, die
bekende de dienstbode door 't onverwacht afgaan
van zijn geweer van uit zijn kamertje te hebben
getroffen. Eerst had hij haar toen nog eenigszins
geholpen, doch was, ten einde raad gekomen,
naar buiten geloopen en had zich in den vijver
geworpen. Hij wist zich ecbter daar weer uit te
werken, en begaf zich toen weer naar ziju kamertje
om zich te verkleeden, waarua hij vluchtte. Telkem
als hij zich in of uit het kamertje begaf, dus
driemaal, moest hij over het lichaam der dienst
bode heenstappen.
De knecht, tegen wien een bevel tot iuhechtenis-
nemiug werd uitgevaardigd, werd Donderdag naar
Zutfen overgebracht.
Op een druk oogenblik kwam Zaterdagavond
een juffertje binnen in den aardappelwinkel van
den beer Sievert, in de Utrechtschedwarsstraat te
Amsterdam. Heel onschuldig vroeg zij of menheer
zoo beleefd zou willen zijn een bankje van 25
te wisselen.
Aan haar vrieudelijk verzoek werd voldaan,
maar tot zijn schade bemerkte de eigenaar van
de zaak toen de juffrouw vertrokken was, dat hij
circa 10 rijksdaalders vermiste. Het signalement
van de vriendelijke juffrouw komt overeen met
dat van iemaud, die als verdacht meermalen het-
zelfde feit te hebben gepleegd, bij de politie
bekend staat.
Hoe oplichters werken. Het kan zijn nut
hebben openbaar te maken welke kunstgrepen
gebruikt worden door hen, die 't onderseheid
tusschen 't mijn en dijn liefst vergeten. Zoo zijn
dezer dagen te Haarlem een paar nouveaute's op
dat gebied geleverd. Bij een bleeker aldaar kwam
een jongen met een brief van dsn broeder van
den kleerbleeker, behelzende het verzoek, om op
bijgevoegde kwitantie 8,80 te betaleu. De man
voldeed daaraan, doch kwam 's avonds tot de
ontdekking, dat brief en kwitantie vervalscht waren.
In een tweede geval liep de betrokkeue er niet
in. Een bewoonster van de Zuidpolderstraat stortte
ten postkantore f 1 voor een postwissel. Een
uur later vervoegde zich ten haren huize een man,
die voorgaf, dat zij een valschen gulden in betaling
gegeven had. Hij zeide van de polilie te komen,
en vroeg haar hem vier kwartjes te betalen. De
vrouw weigerde echter en ging naar het postkantoor,
waar alles een verzinsel van den oplichter bleek
te zijn.
Te Rotterdam is een vrouw er in geloopen, die
door een paar welbespraakte kerels een stuk linnen,
dat wel 30 waard heette te zijn, voor een prijsje
kocht en vervolgens f 24 aan de oplichters leende,
die zij 's avonds terug zoudeu brengen, onderwijl
het liunen (dat n.b. reeds verkocht was) als pand
aehterlatend. Natuurlijk lieten de kooplui zich
's avonds wachten en bleek ook hun liunen zoo
goed als waardeloos.
Een krankzinuige glasslijper te Galdbacl^
in Silezie, heeft zijn drie broers vermoord,