A1 g e a e 9 n
Hieuws- $a Adverteatieblad
Zeeuwsch'YUaaderea,
41(13*.
Zaterdag; 14 December 1901.
V 0 0 r
"Taura s HUWELIJK.
Gernengde berichten.
41® Jaargan^;.
Teiegrafische barichten.
i\0.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
TWEBDB BLAD.
TER NEUZEN, 13 December 1901.
F1 lUIIily K/JtON
40)
TEH 5EIIZEISCHE (OI RAYT.
ABONNEMENT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post:
Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82$.
Men abonneert zich bjj alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADTIBTKNTdN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,1$.
Bij directe opgaaf Tan driemaal plaatsing derzelfde advertenti* words d* prr
slecbts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsmimte berekend.
lilt bind vernch!Jnt jlaanduK-, Woenitdag. en Vri]iIui;avon<l, nitifezonilerd op FeestdaKen, bij de Firma P. JT. TH Dl IdHDR tc Tec Meacen
Op de voordracht voor onderwijzer aan de
openbare school te Bruinisse komen o. a. voor de
heeren G. J. Bakker te Hoek en F. L. Vink te
Axel en op die voor onderwijzeres mej. A. M.
de Vlieger te ZuidzancTe.
Volgens mededeeling van den Inspecteur
over het Loodswezen zal het lage licht van
Eendrachtpolder van af 15 December a. s. wit
schijnen in het oude vaarwater tusschen den Rug
van Baarland en de Platen van Hulst en zal de
Oostkant van den Rug van Baarland gedekt zijn
door een rooden sector. Het zal dus van af dien
datum zichtbaar zijn als volgtrood van beneden-
waarts onder den Zuidwal tot in N82°0., dekkeude
den wal beO. Ter Neuzen wit tot ongeveer 150 M.
beZ. de rood en zwart horizontaal gestreepte
kogelton No. 11 met ruit; groen tot ongeveer
140 M. beN. deze kagelton wit tot in Zuid, in
welke richting het licht verduistert. Bovenwaarts
is het weder zichtbaar, rood van Z32°W. tot in
Z44°W., dekkende den Oostkant van den Rug
van Baarland en wit tot in Z53°W. nabij de
spitse ton G.
Ligging ongeveer: 51° 21' 24" N.b. en
0° 58' 46" W.l. (3° 54' 18" O.l. volgens Greenwich).
Na 15 December a. s. en vermoedelijk v66r den
22ster van deze maand zal eene verandering worden
gebracht in het lage licht van Rilland. Deze
verandering zal bestaan in het wegnemen van den
benedenwaartschen rooden sector, en het zooveel
verbreeden van den anderen rooden sector, dat,
nadat de roode kogelton No. 33 met ruit 125 M.
om de West zal zijn verlegd, de Westgrens van dezen
rooden sector weder,loopt middenvaarwaters tusschen
de stompe ton No. 42 en de roode kogelton No. 33
met ruit. Het licht zal dus na deze verandering
zichtbaar zijn als volgtwit van benedenwaarts
tot middenvaarwaters tusschen de stompe ton
No. 42 en de roode kogelton N°. 33 met ruit
rood tot nabij spitse ton No. 86 groen tot
nabij spitse ton No. 37 met kegelwit tot in
N25°W en verder bovenwaarts rood.
Nadere aankondigiug hieromtrent volgt.
Blijkecs mededeeling in de St. Ct. is de
beperking der scheepvaart door de groote schut-
sluis te Hansweert opgeheven.
Vrij bewerJct door Amo.
„it zult verwonderd zijn mij hier te zien,"
begon hij, nadat hij een ontbijt had besteld.
»Het is iets onaangenaams, dat mij naar hier
voertdit zeg ik je vooraf. Je neef Joachim
heeft me geschreven. Zijn brief ontviug ik te
Nizza juist toen ik met mijne vrouw naar Duitsch-
land wilde terugkeereu. In een lang epistel
noodigde hij, op grond van je vaders testament
en ook in naarn van de bloedverwauten mij uit
maatregelen tegen je te nemen. Hij beschuldigt
je van verwaarloozing der familiegoederen hij
beriep zich op het familie-statuut en verlangde
waarborg voor de belangeu der bloedverwanten
„Heinrichshof", dat je in vrijen eigendom toebe-
hoort, heb je in eenige jaren reeds zoo met schulden
bezwaard, dat je het niet langer meer kunt be-
houdenmen verlangt dus curateele, daar ook
de majoraatsgoederen door roofbouw hunne waarde
verliezen, en wanneer dat zoo voortgaat, zullen
de kosten om alles in beteren staat te brengeu,
onmetelijk zijn. Ik kwam in jouw belang, om
als de voormalige heereboer mijn oordeel te geven.
Is de beschuldiging, onwaar of overdreven, wees
overtuigd, dat ik als broeder van wijlen je vader
aan je zijde zal staan wanneer dat niet het ge-
val is, dan
Hij trok de schouders op, Otto verzekerende,
dat bij hem steeds gaarne had mogen lijdeu
rnaar hij verlangde van hem een openhartige en
Hontenisse. De heer P. W. J. van Sikke-
lerus, gediplomeerd ambtenaar ter secretarie a] hier,
is als zoodanig benoemd ter gemeente-secretarie
van Rotterdam, afd. Burgerlijken stand.
Hontenisse. De Oranje-vereenigiug alhier
presidente mej. Koopmans van Boekeren, Secre-
taresse freule S. Gollot d'Escury wier doel is
het verstrekken van kleederen aan de armen,
hield in den loop der vorige week in de school
in de Molenstraat haar 3e jaarlijksche uitdeeling.
Uit even zoovele gezinnen waren ruim 50 kin-
deren (van 612 jaren) uitgenoodigd in den na-
middag zoo mogelijk met hunne moeders aanwezig
te willeu ziju, en zooals begrijpelijk, waren alien
trouw opgekomen, al was de afstand voor som-
migen ver.
Aan het eind van het lokaal was het portret
van H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins
Hendrik, met bloemen, groen en de nationale
kleuren versierd, opgehangen, en in het midden
der zaal een kerstboom opgericht voor de kleinen
een ware verrassing, wat bleek uit hunne verwon-
derde blikken en uit bun he, hoe mooi bij het
binnenkomen.
Aan alien werd een pak bevattende onder- en
bovenkleeren voor zich, broertje of zusje, ter hand
gesteld, terwijl de meisjes ieder een uieuwe jurk,
en aan alien een hon voor een paar klompen werd
gegeven.
Bovendien ontving ieder hunner een stuk speel-
goed (giften van het Bestuur en hunne vrienden)
en cen stukje lekkers van den kerstboom.
Door welwillende medewerkiug van eenige dames
was het Bestuur weer in staat gest. Id de kinderen
te onthalen op chocolade, krentenkoeken en
speculaas.
Zeer tevreden en voldaan keerden de kleinen
met hunne moeders huiswaarts, echter niet dan
nadat alien hartelijken dank hadden gezegd aan
de edele gevers.
Door tal van leden der vereeniging werd
de uitdeeling bijgewooud. Hun werd door de
presidente medegedeeld, dat de gewone jaarlijksche
weldadigheids-voorstelling zal plaats hebben in
Januari a. s.
's Gravenhage, 13 Dec. Twecde Kamer.
Hedenavond wordt zitting gehouden voor de be-
handeling van de oorlogsbegrooting, ook al wordt
die vau Binnenlandsche zaken niet afgedaan,
eerlijke bekentenis betreffende zijne omstandig-
heden, ze mochten zijn zoo ze witden. Dat Otto
steeds neigiug tot lichtzinnige uitgaven had ge-
had, wist hij helaas, en dat ziju neef, zooals men
hem had verteld verlenging van verlof had ge-
vraagd, maakte hem eenigermate ongerust.
Otto had hem, met het voorhoofd in de hand
aangehoord hij keek nu zijn oom met zijne eerlijke
oogen aan.
cMijn neef Joachim is wangunstig reeds na
den dood van mijn vader heeft hij alle advocaten
afgeloopen om mijne reehten te betwisten maar
ik wil niets verschoouen, oom," zei bij met een
zucht. yOnze oude hoofdopzichter, die mij reeds
Als kind op de armen heeft gedragen, is wel
zwak tegenover mij en heeft voor mij, tot schade
van de goederen en ter wille van mij misschien veel
gedaan, wanneer ik met de opbrengst niet uitkwam
maar zoo erg is het zeker nietIk heb helaas
geen verstand vau landbouwzaken."
»Goed Ik neem die bekentenis aan. Hoe
kwam je er echter bij, je zoo jong reeds te ver-
loven P Of is het nog niet zoo ver Het meisje
bevalt me wel maar wanneer jij een jonge ver-
kwister bent is zij dan rijk
yDaarnaar heb ik niet gevraagd. Haar vader
werd aangezien voor een vermogend fabrikant en
ik beminde haar reeds, toeu ik nog bijna een
kuaap was."
z/Nu, alles zal afhangen van het onderzoek
van je omstandigheden. Ben je ook daarbij licht-
zinnig, dan blijven wij geen goede vrienden.
Die verloving behoort eerst in de tweede plaats
behandeld te worden. Vertel mij eens waar je
al dat geld hebt gelaten. Je hebt gespeeld, niet
waar P Je loochent het niet! Dat is ten minste
wegens het bezwaar van den Minister Kuijper
tegen avondvergaderingen, om gezondheidsredenen.
Bij de voortgezette behandeling van de begroo-
ting van Binnenlandsche zaken, beloofde de
Minister aan den heer Ketelaar, die klaagde over
het willekeurig ontslaan van leeraaressen aan de
Meisjes-Industrieschool te Arnhem, aan subsi-
dieering vau die school voorwaarden omtrent
aanstelling en ontslag te zullen verbinden, wanneer
hem van onbillijke behandeling der leeraaressen
blijkt.
De Minister zal overwegen het verbinden van
voorwaarden aan subsidieering van ambachtsscholeu,
ook in het belang van pensionneering der leeraren
op vasteu voet.
De heer Melchers drong, naar aanleiding van
het geval-Ter Laati aan, op regeling van de positie
van gemeenteambtenaren bij verkiezing totKamerlid
en bestreed de door den heer Pompe van Meerder-
voort getrenschte meerdere vrijstelling van leer-
plicht tijdens den veldarbeid, en wensohte invoering
van schoolvoediug en kleeding.
In een ingezonden stuk aan de Midd. Ct.
wordt door den heer Overduin, burgemeester van
Westkapelle, o. m. dank gebracht aan den heer
Thomson, 1* luitenant district-commandant der
Kon. marechaussee te Sas van Gent, die volgens
zijne innige overtuiging gedurende de werkstaking
zoo bezadigd, zoo kalm, zoo voorkomend onder het
werkvolk is opgetreden om de geschillen nit den
weg te ruimen, dat het aan hem te danken is, dat
alles zoo spoedig in het reine is gekomen. De
schrijver voegt er aan toe dat dit ook de meening
is der werklieden, die daarvoor den hear Thomson
dan ook dankbaar zijn.
Hij brengt voorts dank aan de dijkwerkers voor
hunne rustige kalme houding.
Men meldt uit Hansweert
Donderdagmiddag is het Duitsche sleepschip
Vereinigung 21, kapitein Burckhauser, geladen
met stukgoed en bestemd naar Antwerpen, nabq
Ooltgensplaat gestrand.
Vermoedelijk is het schip verloren.
De Vice-Oonsul der Nederlandeu te Geeste-
munde bericht, naar //Scheepvaart" meldt, dat
de Woeusdag aldaar aangekomen stoomtrawler
een eerlijke bekentenis. Je neef schreef me, dat
je op ddn nacht ongeveer twiutigduizend mark in
het spel verloren hebt, en je bankier heeft die
som nog wel uitbetaald, maar tegen verpaudiug
van een gelijk bedrag uit de eerstvolgende jaar-
inkomsteu. Hij schijnt je scherp na te gaan
z/Ik loochen ook dit verlies niet. Ik had
dien avond met mijne kameraden veel champagne
gedronken en mijn tegenstander had kolossaal
veel geluk."
//Was dat een van je kameraden
z/Neen, een rijke man, die de geheele wereld
doorreist."
n/Zoo? Dat interesseert mij, daar ik ook bijna
altijd op reis ben. Wie is hij
»Een baron Rennert, geoefend spelerHij
spreekt ook gaarne over Nizza."
»Rennert? Beschrijf hem eens. Je weet, ik
ben daar iederen winterKan ik hem niet
zien vroeg zijn oom belangstellend.
yHij is iederen avond in onze restaurant."
//Dan moet je hem mij vandaag eena aanwijzen
blijf den geheelen dag maar bij mij en breng
mij eerst naar den bankier, want ik moet een
duidelijk inzicht in je zaken hebben. Mijne vrouw
komt eerst morgenzij heeft ook een slecht
denkbeeld van je gekregen. Hoe staat het met
je dienst
ylk zal des konings rok uittrekken en mij aan
den landbouw wijden."
Dat is een fliuk woordZijn oom reikte
hem de hand. yHoud het, mijn jougen Ik ben
met hart en ziel heereboer geweest en verkocht
mijn goed alleen omdat je tante, mijne vrouw,
in den winter in een warmer klimaat moet zijn.
Ik zat veel liever nog rustig op mijn landgoed
//Friedrich Albert" kapt. Spanjersberg den 29
November op 52 gr. 31 min. N. en 2 gr. 45 min. O.
heeft opgevischt 2 bootriemen, waarvan de eene
gemerkt V. Co. Rotterdam, de andere ongemerkt
met een koper bandje aan het ondereind.
Een rond wit mandje zouder deksel, gemerkt
T. F. M.
In de nabijheid dreef veel wrakhout, en voorts
mandjes, appelen, ajuin, stroohulzen, een teakhou-
ten kast enz.
Het is bekend, dat het st. „Mesacria" 101
mandjes appelen met het bovengeuoemde merk
aan boord heeft gehad, terwijl ook ajuin, stroo
hulzen enz. tot de lading hebben behoord.
Uit dit rapport volgt dus zeer pertinent, dat
het st. „Me8acria" is vergaan en wel den dag na
haar vertrek. Van lijken meldde de trawler niets.
Een vader van vier kinderen te Surhuizum
(Fr.) heeft kroost en huis verlaten, een briefje
achterlatende, waarin hij meld niet te zullen
terugkeeren. Alle nasporingen zijn tot nog toe
vruchteloos.
Terwijl Zaterdagmorgen te Leeuwarden een
werkman als opperman bezig was aan den achter-
kant van een woning, had hij het ongeluk van
een aanzienlijke hoogte te vallen. In deeruis-
waardigen toestand opgenomen en naar het zieken-
huis overgebracnt, is hij daar nog denzelfden
avond overleden. De man was 46 jaar oud en
laat een vrouw met acht kinderen achter.
De heer van Laer te Oosterbeek, heeft
bij den officier van justitie, te Arnhem, een klacht
ingediend tegen dr. J. G. F., te Arnhem, wegens
het door verregaande achteloosheid berokkenen
van zwaar lichamelijk letsel.
De zaak schijnt een gevolg te zijn van een
niet-genoeg zorgvuldig onderzoek met Ront-
genstralen.
De 18jarige M. B. uit Tilburg is wegens
opzettelijken doodslag, gepleegd op haar broertje,
door het in de waschkuip te lateu verdrinken, in
hooger beroep door het hof te 's Hertogenbosch
veroordeeld tot 6 jaren gevangenis.
Terwijl jhr. A. A. J. M. Verheijen, notaris
te Grouingen, op straat even omzag, is hij in
aanraking gekomen met iemand die achter hem
liep en een paar stoelen droeg. De poot van
een der stoelen drong den reeds bejaarden heer
V. zoodanig in het oog, dat hij dit waarschijnlijk
zal moeten missen.
Te Deventer is een gezin door een toeval
voor een groot ongeluk bewaard gebleven. De
familie v. V. had zich ter ruste begeven na de
vulkachel goed opgestookt te hebben. In den
nacht werd een der kleinen wakker en begon door
den benauwden kolendamp te schreien. Gelukkig
had de vrouw des huizes zooveel tegeuwoordigheid
van geest, ondanks haar bedwelming, om de deuren
te openen en den dokter te laten halen.
Zeg eens, weet je een koolraap van een knol
te onderscheiden
yEerlijk gezegd neen Niemand heeft het
mij geleerd. Mijn vader kende alleen zijn regiment."
z/Toch was hij een goed bestuurder van zijne
bezitlingen. Is het jou zoo erg als je neef schrijft
dan zal je jarenlang van alle opbrengsten afstand
moeten doen en den grond zooveel mogelijk moeten
verbeteren aan trouwen is dan niet te denken,
tot je eigen welzijn, want je hebt daarvoor nog
tijd genoeg. Zet je die zaak dus uit het hoofd."
Het laatste zei hij op vasten, beslisten toon,
er bijvoegende, dat hij zich het recht voorbehield
over de omstandigheden van de familie Brinkman
inlichtingen in te winnen.
Otto von Schimmelpfennig waagde geen tegen-
werping, want de juiste blik dien zijn oom in
zijne omstandigheden wensohte, baarde hem zware
zorg hij kende ze zelf niet, en wist alleen,
dat hij als piepjong majoraatsheer er maar op losge-
leefd had. Men had hem meegesleept in allerlei
vermaken en hij had met voile teugen genoten.
Ook had hij aan zijne kameraden steeds bereid-
willig geld geleend, zoodat hij zelf ten laatste in
verlegenheid voor de ledige brandkasl stond.
(Wordt vervolgd).