Ter Neuzensche Courant. Zaterdag 19 October 1901. 41e Jaargang.
No 4139
Telegrafische berichten
Gemengde berichten.
TWEEDE BLAD.
TER NEUZEN, 18 October 1901.
Hoek, 18 Oct. Gisteravond werd in het
kerkgebouw alhier eene voordracht gehouden over
den Zuid-Afrikaanschen oorlog naar aanleiding
van verschillende lichtbeelden, welk land en volk
in voorspoed en ellende, in vreugd en smart, in
vrede en strijd men leerden kennen en het einde van
dien rampzaligen krijg nader deden wenschen.
Nadat met daarbij behoorende verklaringen en
vermaningen ook eenige beelden uit de Heilige
lijdensgeschiedenis vertoond waren, werd de bijeen-
komat onder dankzegging gesloten.
Koewacht, 18 Oct. Gisteravond heeft de
politie hier een goede vangst gedaan. Zekere
B. d. B., Nederlander van geboorte, was sinds
eenigen tijd met zijn gezin naar Belgie verhuisd,
wijl hij hier met de justitie menige rekening te
vereffenen had. Nu en dan kwam bij echter in
stilte op Hollandsch grondgebied en was dan
algemeen gevreesd.
Hij stond o.a. bekend als een berucht strooper,
die er niet tegen opzag een haas voor den neus
der jagers weg te schieten en er zegevierend mee
over de grenzen te trekken.
De marechaussees van Axel ontmoetten hem
toevallig in eene herberg, toen zij op zoek waren
naar een paar Belgische veesmokkelaars, wier
uitlevering nog gevraagd was. Door het beleidvol
optreden van de politie kostte de arrestatie weinig
moeite.
B. de B. is heden na betaling der boeten, in
vrijheid gesteld.
Koewacht. Zooals wij reeds een paar maal
meldden, is het tegenwoordig druk met het smok-
kelen van allerlei vee. De Belgische douanen
doen dag en nacht dienst om de smokkelaars in
handen te krijgendoch daar deze zeer omzichtig
te werk gaan, is het niet gemakkelijk hen op
heeterdaad te betrappen. Verleden week hadden
ze het genoegen bij het dorp Seveneecken, in de
iiabijheid van Lokeren, een 5tal beestjes in beslag
te nemen. De smokkelaars, hierover ontstemd,
begonnen de beambten te tarten en de ruiten in
te gooien in het huis van den veldwachter. Twee
belhamels werden in hechtenis genomen. De an-
deren trachtten hunne makkers te redden en een
hevige worsteling volgde, waarbij de veldwachter
gewond werd. De daders vluchtten op Neder-
lansdch grondgebied.
Het schijot dat de Belgische justitie de uitlevering
verzocht heeft; tenminste Woensdagavond ontving
een troepje Belgische veesmokkelaars, die, onder
het drinken van een glaasje bier gezellig aan het
kaarten waren, eensklaps bezoek van een 4tal
marechaussees uit Axel. Vier der daar aanwezige
smokkelaars werden in arrest genomen en geboeid
naar Axel vervoerd.
Donderdagavond waren de marechaussees hier
weer op dienst. Men zegt, dat ze jacht maken
op nog twee Belgische veesmokkelaars.
Assenede. Bij Kon. besluit van 8 October
1.1., is het Burgerkruis der 1st" klasse toegekend
aan Dr. Ferd. Bruinsma, lid van den Geneeskun-
digen Raad van Oost-Vlaanderen, voor belaDgrijke
diensten gedurende de besmettelijke ziekten be-
wezen.
's Gravenhage, 18 Oct. Heden middag is
opgehaald bij de Hoornbrug onder Rijswijk het
lijk van den vermisten kellner, met een wond aan
het gelaat en ringen aan de hand.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
De rechtbank heeft in hare zitting van 18
Oct. de volgende vonnissen uitgesproken
Ph. C. V., oud 18 j., arbeider te Sint Jansteen,
is wegens feitelijke aanranding van de eerbaarheid
veroordeeld tot 3 maauden gevangenisstraf.
G. G., oud 22 j., arbeider te Zaamslag, is
wegens eenvoudige beleediging veroordeeld tot
3 boete of 3 dagen hechtenis.
1°. A. C. L. K., oud 20 j., 2°. P. K., oud
15 j, beiden timmerlieden te Ter Neuzen, zijn
wegens mishandeling veroordeeld ieder tot f 10
boete of 10 dagen hechtenis.
Door J. d. D., bootwerker te Ter Neuzen,
is jl. Woensdag, hooger beroep aangeteekend
tegen het ten zijne laste door bovengenoemde
Rechtbank op 11 October 1.1. gewezen vonnis
waarbij hij ter zake van twee feiten van diefstal
werd veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf.
Door den advocaat Mr. J. de Witt Hamer
JGz. is als verdediger van H. T., oud 22 j.,
arbeider te Selzaete (Belgie), gedetineerd te
Middelburg, hooger beroep aangeteekend tegen
het vonnis der bovengenoemde Rechtbank dd. 11
dezer gewezen en waarbij voornoemden H. T. ter
zake van wederspannigheid gepleegd door 6
personen met vereenigde krachten werd veroordeeld
tot 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf.
Ook de cfficier van justitie die slechts een jaar
gevangenisstraf had gevorderd kwam tegen voor-
uoemd vonnis in hooger beroep.
Kantongerecht te Ter Nenzen.
Heden werd voor het kantongerecht behandeld
verschillende vervolgingen wegens overtreding der
brandweerverordening, n.l. het niet tegenwoordig
zijn bij de op 11 Maart 1.1. gehouden oefening.
In de eerste plaats had zich deswege te ver-
antwoorden W. R., tuinman alhier. Deze ver-
klaarde dat het een leugen was, dat in het
proces-verbaal stond vermeld, dat hij zou hebben
erkend te behooren tot het personeel der brandweer.
Als eerste getuige werd gehoord de inspecteur
van politie C. Klaassen, die, op uitnoodiging van
het bestuur der braudweer bij de oefening tegen
woordig geweest zijnde om de absenten te
constateeren, verklaarde dat beklaagde niet tegen
woordig was geweest en op de vraag waarom hij
niet gekomen was en of hij tot het personeel
behoorde had geantwoordBehooren, behooren,
afijn, zij hebben er mij bij ingelijfd. De reden
waarom ik niet gekomen ben zal ik later wel
zeggen, of die zullen wel voor mij gezegd worden.
Bekl. blijft ontkennen dat hij zou hebben erkend
tot het personeel der brandweer te behooren, als
dit zoo was, zou hij komen, evenals vroeger.
Wel heeft hij een oproeping ontvangen, maar
dat gaat gemakkelijk genoeg, men kan hem wel
een uitnoodiging sturen om zich te laten ophangen.
De tweede getuige J. C. Verheijke, bode bij de
brandweer, verklaarde evenals hij zulks deed voor
de volgende zaken, de oproeping op de gewone
wijze en tijdig te hebben bezorgd.
De bekl., nader ondervraagd, verklaarde van
meeuing te zijn dat hij niet dienstplichlig is, en
hij acht het onbillijk dat hij ingelijfd werd, wijl
hij aan zijne verplichting tot inschrijving voldeed,
terwijl andere ingezetenen, om hun persoon, zooals
dokter Van de Ree, werden vrijgesteld. Hij gaf
voor verder verweer het woord aan zijn gemachtigde,
den heer Mr. Engelberts, advocaat alhier.
De Ambtenaar van het Openbaar Ministerie,
het ten laste gelegde overtuigend bewezen achtende,
vorderde beklaagde's veroordeeling tot eene boete
van 3, subs. 2 dagen hechtenis.
Hierna verkreeg het woord de heer Mr. Engel
berts, welke betoogde dat overeenkomstig het
principe, neergelegd in de wet houdende algemeene
bepalingen der wetgeving van het koninkrijk, van
15 Mei 1829 (Stbl. no. 28), geene wet verbindend
is, zoolang ze niet behoorlijk is afgekondigd.
Dit principe wordt teruggevonden in art. 172
der Gemeentewet, dat luidtDe afkondiging ge-
schiedt op de wijze te bepalen bij eene plaatselijke
verordening, die tevens het noodige voorschrift,
om van de gedane afkondiging te doen blijken,
bevat.
Die afkondiging kan op verschillende wijze
geregeld worden, 't zij door publiceering in nieuws-
bladen, waar.voor hier ook gelegenheid bestaat,
't zij door aanplakfcing, door afiezing, of ook door
omroepen, maar eene verordening op de afkon
diging moet bestaan en ook moet een register
van de afkoodigingen worden bijgehouden.
Diar een verordening op de afkondiging van
verordeniDgen in de gemeente Ter Neuzen ontbreekt
is pleiter van meening dat men in deze gemeente
alleen met voltooide verordeningen te doeu heeft,
doch met geen verordeningen die bindende kracht
bezitten, en zou dus niet alleen de verorde
ning op de brandweer, maar alle verordeningen
te dezer stede niet recht.sgeldig zijn.
Op grond hiervan concludeert pleiter, niet dat
zijn client zal worden vrijgesproken, maar ontslagen
worden van alle rechtsvervolging.
Hierna wordt het onderzoek in deze zaak ge
sloten en de uitspraak bepaald op a.s. Donderdag
over 8 dagen.
Vervolgeus had zich wegens hetzelfde feit te
verantwoorden J. d. F., bierhuishouder, welke
verklaarde er niet mede bekend te ziju, dat hij
was ingelijfd hij heeft niet geloot en wist ook
niets af van eene oproeping tot oefening.
De eisch van het Openbaar Ministerie was f 3
boete, subs. 2 dagen hecht.
Ook voor dezen beklaagde trad op Mr. Engelberts,
welke verklaarde in deze zaak hetzelfde aan te
voeren als in de voorgaande.
in de zaak tegen J. d. B., aannemer, welke
afwezig was en tegen welke het O. M. verstek
vorderde, werd dezelfde straf geeischt.
Daarna kwam wegens dezelfde overtreding in
behandeling de zaak tegen J. J., aannemer. Deze
erkende te zijn ingelijfd, behoorlijk te zijn op-
geroepen, maar geen zin te hebben gehad om
te komen. Dit sproot voort uit zijne meening dat
hij ten onrechte is ingedeeld. Bekl. ging uitvoerig
de geschiedenis der brandweer na, en vond het
onbillijk, dat hij en anderen werden ingelijfd, die
aan de bij verordening opgelegden plicht tot in
schrijving voldeden, terwijl pi. m. 500 anderen,
die dit niet deden, hoewel volgens de verordening
met inlijving strafbaar, toch werden vrijgesteld,
en daaronder waren de meest invoedrijke personen.
Beklaagde achtte de omschrijving van den tijd
waarop men dienstphchtig wordt onjuist. Volgens
zijne lezing zou men eerst dienstplichtig worden,
wanneer de 1® Januari onmiddellijk volgt op den
dag waarop men zijn 30ste jaar bereikt. Daar
hij den 9 Juli dien leeftijd bereikte, en wel de
10" Juli, maar niet de 1® Januari op den 9en
Juli volgt, acht hij zich niet dienstplichtig.
Bekl. betwijfelt ook of de indeelingslijst wel
juist is, waar een persoon eene oproeping ontving,
die volgens art. 59 was vrijgesteld en ook een
persoon die in een andere gemeente woonde.
Hij betwiste ook, dat het briefje waarbij werd
kennis gegeven dat hij was ingelijfd bij de brand
weer, een uittreksel zou zijn uit de indeelingslijst,
wat het volgens de verordening moet zijn.
Voorti voerde hij nog aan dat het vorig jaar
de loting, die volgens art. 55 minstens 8 dagen
te voren moet worden aangekondigd, en 14 Dec.
plaals vond, in een der bladen eerst 12 Dec.
werd gepubliceerd.
Ook wegens deze gebreken in den vorm, meent
bekl. voor het jaar 1901, niet dienstplichtig
te zijn.
Het O. M. vorderde f 3 boete, subs. 2 dagen
hecht.
Nu verscheen voor den kantonrechter wegens
hetzelfde feit F. R., rijksklerk. Deze gaf als
redenen van zijne afwezigheid bij de oefening der
brandweer op, dat de zaken van het kantoor, dat
van de inspectie der directie belastingen en
accjjnsen, hem beletten bij die oefening aanwezig
te zijn. Wanneer hem door zijn patroon, den
iuspecteur, werkzaamhedeu wordett opgedragen,
mag hij deze niet weigeren, het betreft hier een
rijkskantoor, ingericht voor den publieken dienst.
Waar hij dus onder de rijkswet staat, meent hij
zich niet aan plichtverzuim jegens de brandweer
te hebben schuldig gemaakt, en vertrouwt, dat
hij van rechtsvervolging zal worden ontslagen.
Op de vraag waarom hij bij de inlijving niet
bij het gemeentebesluur gereclameerd had, waartoe
de verordening de gelegenheid openstelt, ant-
woordde bekl. dat hij dit heeft nagelaten, eenigszins
uit een sleur, doch ook zijn patroon had zulks
niet gedaan.
In deze zaak vorderde het O. M. ontslag van
rechtsvervolging.
De nu volgende zaak tegen J. K., slager, werd
door het 0. M. ingetrokkeu.
Tegen J. W., zonder beroep, die verklaarde
vergeten te hebben de oefening bij te wonen,
vorderde het 0. M. f 1 boete, subs. 1 dag hecht.
Tegen G. H. B., manufacturier, werd bij verstek
gevorderd f 3 boete, subs. 2 dagen hecht.
Tegen Ch. v. W., kanaalloods, werd eveneens
f 1 boete of 1 dag hecht. gevorderd.
Deze beklaagde deelde mede dat hij den dag
der oefening, 11 Maart, met een schoener naar
Gent was opgevaren en eerst met den trein van 10
uur 's avonds alhier was teruggekomen. Zijne
bezigheden zijn zoodanig, dat hij nooit over zich-
zelf kan beschikken, op alle tijden en gelegeu-
heden kunnen orders verwacht worden, om een
schip te loodsen. En aan die orders moet hij
gevolg geven voor zijn brood. Die schoener
leverde hem 20 francs opdie kan hij voor de
brandweer niet laten varen. Nog te eerder zou hij
dit doen, als hij meende daartoe verplicht te zijn.
Toen hij echter vroeger roeier bij 't Nederlandsch
loodswezen was, werd hij vrijgesteld, en daar hij
nu nommer 654 geloot had, meende hij ook vrij
te zijn, waar maar omstreeks 250 manschappen
noodig waren.
De kantonrechter constateerde, dat uit de ver-
klaring van bekl. bleek dat hij om 11 uur
's voormiddags was vertrokken en om 10 uur
's avonds was teruggekeerd, dat dus zijne afwezig
heid uit de gemeente geen 12 uren geduurd heeft.
Voorts vroeg hij of de afwezigheid van bekl. kon
gestaafd worden.
Bekl. beriep zich op den inspecteur van politie.
Deze, voorgeroepen, meende zich te herinneren
dat bekl. eerst den morgen na de oefening met
den schoener naar Gent was opgevaren, maar kon
als zeker verklaren dat, wanneer bekl. den dag
der oefening werkelijk afwezig was geweest, er
geen proces-verbaal zou opgemaakt zijn, daar hij
van het bestuur der brandweer de opdracht heeft
ontvangen, geen proces-verbaal op te maken wanneer
werkelijk blijkt dat de achtergeblevenen door om-
standigheden verhinderd waren.
Bekl. hield vol afwezig te zijn geweest.
In al deze zaken uitspraak 31 dezer.
Men schrijft uit Zeeuwsch-Vlaanderen aan
de N. R. C
Nu de bieten geheel volwassen zijn, kan men
een meer juiste berekening maken van de opbrengst
en blijkt het, dat vele laudbouwers werkelijk tot
20,000 kg. per gemet oogsten. Er zijn zelfs
enkelen, die tot 25,000 kg. komen.
Als men nu bedenkt, dat voor goed land hier
hier gewoonlijk f 25 tot f 30 pacht per gemet
betaald wordt, dan zal het ieder duidelijk zijn
dat de bietenverbouwers een goed jaar hebben.
Ook zij die op gehalte gezaaid hebben zullen
een mooien cent trekken. Bij ontleding van ver
schillende stalen is gebleken, dat het hoogste ge
halte bedroeg 17,2 pet., het laagste 11,5 en het
gemiddelde 15,3, zoodat er landbouwers zullen
gevonden worden, die f 13 en meer van 1000 kg.
bieten zullen trekken.
De meeste bieten zijn hier voor de Union
sucriere te Brussel en gaan naar Belgie, doch
ook vele scheepsladingen vertrekken naar Noord-
Brabant, terwijl de Cooperatieve Suifeerfabriek
te Sas van Gent ook zeer vele bieten heeft.
Het vijfjarig knaapj'e van den arbeider
Davidse op den Segeersweg te Middelburg, dat
de vorige week Zondag, spelende met andere
kinderen, door een zolderluik viel en met het
hoofd op den steenen vloer terecht kwam, is na
een vreeselijk lijden aan de gevolgen van zijn val be-
zweken.
Te Dordrecht is een collectanten-vereeniging
/Zuid-Afrika* opgericht met het doe] door maand-
collecten een reservefonds te stichten om, wanneer
de vrede eindelijk is gesloten, de vrijgelatenen,
die merendeels zonder huisvesting, voeding en
geld zullen zijn, tot de plaats hunner bestemming
te brengen.
De collecte, door die vereeniging te Dordrecht
gehouden, bracht 456, dat is iets meer dan
een cent per hoofd, op. Over het geheele land
zou dus die collecte per maand 50,000 kunnen
bedragen en maal zooveel maanden als de oorlog
nog zal duren een beteekend fonds vormen.
Genoemde collectanten-vereeniging doet een
krachtig beroep op waarachtige BoerenvriendeD,
die genegen zijn in elke gemeente van ons land
eene collectanten-vereeniging /Zuid-Afrika" in het
leven te roepen.
Wanneer een flink aantal zich heeft aangemeld,
bestaat het plan met afgevaardigden dier ver-
eenigingen in het centrum van het land eene
vergadering te houden om daarin een hoofdbestuur
te benoemen dat de hoofdleiding op zich neemt,
statuten vaststelt en de verschillende ingekomen
en inkomende bedragen, vereenigd tot een
gereglementeerd fonds met een duidelijk omschreven
bestemming, onder zijne hoede neemt.
Alle correspondentien en werkzaamhedeu, hieraan
voorafgaande, neemt het bestuur van de Dordtsche
afdeeling gaarne op zich.
Het plan beoogt volstrekt geen versnippering,
het kan uitgevoerd worden zonder inwerking op
de bestaande comity's, want werkkring en doel
zijn geheel verschillend met deze.
Uit Delft meldt men
Donderdag is hier een koffiehuishouder door de
Haagsche politie gehoord in de geheimzinnige zaak
van den verdwenen kellner.
Bedoelde koffiehuishouder heeft de portretten der
beide verdachten herkend als te zijn van de per
sonen, die op Woensdag 9 October, omstreeks 12
uur, in zijn koffiehuis zijn geweest en daar, na om
het adresboek te hebben gevraagd, dit op den
naam Kamp hebben geraadpleegd.
Deze verklaring werd eerst nu afgelegd doordat
bedoelde koffiehuishouder eenige dagen uitsledig
was.
Er is reeds vaak gewag gemaakt, dat de
Nederl. fabriek van spoor- en andere werktuigen
locomotieven aan de Engelsche regeering zou
hebben afgeleverd. Tot ons leedwezen, zegt het
Hbl., hebben wij na onderzoek bevonden dat het
gerucht juist was. Deze fabriek moest v66r het
begin van den oorlog 16 locomotieven een
waarde vertegenwoordigende van 4 ton aan de
Zuid-Afrikaansche spoor afleveren. Toen de oorlog
uitbrak, waren de locomotieven gereed, doch de
aflevering kon niet plaats hebben en vermoedelijk
zouden die locomotieven dus voor die Maatschappij
een schadepost van 400,000 opleveren. Alle
moeite is door de directie gedaan om buiten-
landsche of binnenlandsche spoorwegmaatschappijen
te bewegen die locomotieven over te nemen, doch
de zeer van de gewone afwijkende afmeting en
constructie van diespeciaal voor de Zuid-Afrikaansche
lijnen gebouwde locomotieven, maakten dat die
pogingen schipbreuk leden.
rloen stond de Kon. fabriek voor twee keuzen
hetzij een zeer groot geldelijk offer te brengen,
hetzij de locomotieven aan de Engelsc be regeering
te verkoopen. Zij heeft het laatste gekozen.
Nu mag men dit zeker betreuren en men kan
der directie verwijten doen, maar zeer zeker zal
zelfs degeen, die deze haudelwijze het meest be-
treurt of afkeurt, zich verheugen dat hijzelf niet
voor die keus werd geplaatst.
In de Vredesteeg te Utrecht wonen reeds
eenige jaren twee ongetrouwde zusters samen, die
beiden de 50 reeds zijn gepasseerd. Daar zij
slechts schaars met aardsche goederen zijn bedeeld,
moeten zij met uit werken gaan in haar onderhoud
voorzien, waarin zij vrij wel slaagden, totdat zich
bij de jongste een sterke neiging naar de borrelflesch
openbaarde. Van dat oogenblik af was het met
den vrede in huis gedaan en hadden er meermalen
heftige tooneeltjes plaats, wanneer zuslief met
onvaste schreden de woning binnenstapte en de
andere daarover haar ongenoegen te kennen gaf.
Dit laatste was ook gisternacht weder het geval,
doch ditmaal bleef het niet bij woorden, doordien
de beschoukene op eens zoo boos werd, dat zij
met een ledige jeneverflesch op haar zuster toekwam
en deze daarmede herhaaldelijk op het hoofd sloeg.
Op het hulpgeroep kwam een buurvrouw toesnellen,
ontzette de vrouw en bracht haar ernstig verwond
en geheel bebloed naar het naastbijzijnd politie-
bureau, van waar zij naar het ziekenhuis werd overge-
bracht. Dat het zaakje hiermede niet is afgeloopen,
spreekt vanzelf.