Gemengde berichten.
staande aan de Axelsche brug, heeft de geheele
week door zich in eene groote belangstelling van
het publiek mogen verheugen. Alle uitvoeringen
werden druk bezocht. Zooals we reeds melden was
hetgeen er door de verschillende artisten verricht
werd, wel de moeite van een bezoek waard.
Yoor de opvoering van Ghetto, bewerkt naar
dat van Heijermans, op Woensdagavond, in het
/Hotel Centraal" bleek groote belangstelling te
bestaan. De zaal was bij die gelegenheid geheel
bezet. De uitvoering verdiende dat ten voile.
Er bleek uit, dat ,/Het vrije tooneel," over goede
krachten beschikt.
Vooral mogen, voor de uitmuntende wijze waarop
de rollen vertolkt werden, genoemd werden de
Christen dienstmeid Rose (mevr. Math. Kiehl),
Esther (mevr. T. de Boer) en Aaron (de heer
Delmonte) benevens Sachel (de heer Kattermole).
Ook omtrent het Dinsaag opgevoerde blijspel
z/De millioenen oom" en het Donderdag uitge-
voerde blijspel vO die dokters" hoordeu we gun-
stige verklaringen over de opvoering, niettegen-
staaude het luttele aantal bezoekers op die twee
dagen.
Grooter, maar niet zoo verdiend, was het succes,
wat het bezoek betreft, (de zaal was eivol) bij
het optreden van het operettengezelschap onder
directie van den heer Willem Boesnach uit
Amsterdam. Geen der geannonceerde operetten,
waarvoor juist nog al belangstelling bestond, werd
vertoond, zonder dat het de moeite waard geacht
werd het publiek omtrent de oorzaak in te lichten.
In plaats van het aangekondigde werd gegeveB
z/'n Huwelijksreisje" en /n Drama bij 'n Drogist;"
de vertolking daarvan door mej. Julie Meijer en
de heeren Aug. Kiehl en Jules Boesnach, mag
goed genoemd worden, doch noch dit, noch de
andere nummers van het programma, vermochten
de ontstemming van het publiek te verminderen,
dat het programma vrij sober bleef vinden en
daarom zijn schade inhaalde bij 't slot-nummer
van den avoud bal, dat zeer geanimeerd was en
tot in den vroegen morgen duurde.
Van aangenamer aard is het, melding te maken
van de tooneel- en cafe-concertvoorstellingen door
het gezelschap van den heer H. D. Nieuwen-
huijzen, gedurende 5 dagen gegeven in het//Hotel
de Commerce". Deze werden met stijgend succes,
voor stampvolle zalen gegeven. En geen wonder.
De heer Nieuwenhuijzen heeft de goede reputatie
die hij als karakter-komiek alhier geniet, schitterend
gehandhaafd. Zijne nieuwe coupletten, zoowel als
de duetten van den heer en mevr. Nieuwenhuijzen,
en het optreden van het eerste Nederlandsche Trio
(de heer en mevr. N. en Zoon), waarin men vooral
de uitmuntende wijze van karakteriseeren kan
waarnemen, genoten ruimen bijval. Dit was ook
het geval met de werkzaamheden van den Japan-
schen goochelaar Micado, die een groote vinger-
vaardigheid bleek te bezitten en het publiek door
zijne werkzaamheden in verbazing bracht. Ook
het optreden der duettisten fin de siecle, de heer
en mej.Tony, viel zeer in den smaak van het publiek.
Het grootste aantrekkingspunt waren evenwel
de tot slot der soiree's opgevoerde blijspelen,
waaruit bleek dat het gezelschap van den heer
Nieuwenhuijzen ook daarvoor een goed ensemble
wist te leveren.
In het cafe „La belle vue" maakten we voor
het eerst kennis met het specialieteitengezelschap
onder directie van den heer Michel A. Boekbinder.
De gunstige recensien, dien we omtrent het op
treden van den heer en mevr. Boekbinder als
duettisten gelezen hadden bleken niet overdreven.
De coupletten waren geestig en nieuw. Dit was
ook het geval met die van den heer Joseph en
mej. Pauline, terwijl nog een drietal zangeressen
met hun vroolijken zang de voorstellingen op-
luisterden. Bepaald mogen clown Bob en zijn
leerling specialiteiten genoemd worden. Deze
bleken goed thuis op verschillend gebied en hielden,
onder grooten bijval, het publiek aangenaam bezig.
Onze algemeene indruk was, dat de heer Boek
binder een flink gezelschap had bijeengebracht,
dat ruimschoots een bezoek verdiende, waarom het
jammer mag genoemd worden dat het lokaal enkele
avonden minder goed bezet was, doch de heer
Boekbinder hoopt op beter voor 't vervolg.
De verschillende danslokalen mochten zich in
een druk bezoek van het danslustig publiek ver
heugen.
En hiermee zijn we aan het eind van ons relaas.
Hieruit blijkt dat er, zooals we in den aanvang
zeiden, veel te genieten was, en dat velen onze
kermis bezochten, die het publiek een volgend
jaar met genoegen zal zien terugkeeren.
Vooral Zaterdag waren vele vreemdelingen in
de stad aanwezig. Behalve enkele schermutselingen
op dien laatsten dag, Hep alles in de beste
orde af.
De reeks der concerten in //de Buiten-
societeit" alhier werd gisteren besloten door een
goed geslaagd concert door //De postfanfaren"
van Gent, onder directie van den heer M. Th.
Lebrun.
Het was een mooie avond, doch het bezoek
was niet groot, vermoedelijk een gevolg van de
pas afgeloopen kermisweek.
Eenige jongens van Hoek waren ontstemd
omdat een jonkman van Sluiskil met een meisje
uit hunne gemeente Zaterdag alhier kermis hield.
Toen het paar huiswaarts keerde werd de jonkman
aan de rolbrug reeds door hen vastgegrepen, doch
lieten zij hem ongemoeid verder gaan. Later schijnen
zij echter het plan te hebben opgevat hem te
achtervolgen, wat zij dan ook deden en even buiten
de Sassche poort kwamen zij een paar achterop,
waarop een van hen in de meening dat het de
door hen bedoelde personen waren den man,
zekere A. 1. F., wonende te Stroodorp, die met
zijn vrouw huiswaarts keerde, met een mes
een lange snede over het achterhoofd en enkele
andere verwondingen toebracht.
Nadat dit plaats had ging het echtpaar huis
waarts. Eerst in den vroegen morgen, toen de
man door het vele bloedverlies was flauw gevallen,
kwam de vrouw alhier geneeskundige hulp halen,
en tevens bij de marechausee aangifle doen van
het gebeurde.
Nadat geneeskundige hulp was verleend, bleek
de verwonding gelukkig niet gevaarlijk te zijn.
Als vermoedelijke pleger van den aanslag, werd
door de politie opgespoord zekere F. D. te Hoek,
die evenwel ontkent.
Als een bijzonderheid kan worden vermeld,
dat in den tuin van Albert Dees, koopman te
Ter Neuzen (Baandijk) Zaterdag jl. een bos aard-
appelen is gerooid, die in aantal het tot 54
stuks bracht, waarvan 86 stuks groote, terwijl die
de maat van ongeveer 6 liter (kop) vulden.
De Minister van binnenlandsche zaken heeft
bepaald, dat de gewone rijkskeuringen van tot
dekking bestemde hengsten van ten minste 2£
jaar oud, in het najaar van 1901, o. m. gehouden
zullen worden te Hulst op 4 October en te
Oostburg op 5 October.
Zaamslag, 22 September. Gisteren avond om
ongeveer 9 ure kwamen door het dorp gereden,
eenige wielrijders, waarvan de laatste geen licht
op had. Een der drie personen die aldaar over
den weg gingen, werd door den laatsten fietsrijder
aangereden en even als de berijder tegen den grond
gesmakt. Toen de fietsrijder was opgestaan, werd
de mishandelde nog op eenige schoppen getrakteerd
waarna hij door een ander werd opgenomen. Dat
het rijden met licht op fietsen zeer noodzakelijk
is, is hier weer ten voile geblekeu, en het zal
dezen wielrijder wel duidelijk gemaakt worden,
dat dit thans een wettelijke plicht is geworden,
terwijl het schoppen en slaan de rekening wel zal
bezwaren.
Axel. Om deel te nemen aan den landbouw-
cursus alhier hebben zich 18 personen aangemeld.
Zaterdagmiddag tnsschen 3 en 4 uur wordt
van de werf te Feijenoord afgelaten het oorlogs-
schip De Ruijter.
Prins Hendrik woont de plechtigheid bij.
De tentoonstelling van Barnum Baily i«
hedenmorgen vroeg te Rotterdam gearriveerd met
4 extra-treinen. In korten tijd was het dorp van
tenten opgebouwd, zoodat hedenmiddag de voor
stellingen konden beginnen.
Tot en met Zondag blijft de Show in de Maasstad.
Over het nut van het aanleggen van //kleef-
banden" om vruchtboomen, schrijft men uit Goes
aan 't //Nieuws"
Iemand had in het najaar dergelijke kleefbanden
om eenige appelboomen gedaan en wilde in April
eens zien, of zij ook nut deden. Hij bevond, dat
zij bedekt waren met geheele kolonies van den
verderfelijken //appelbloemsteker". Na deze kevers
vernietigd te hebben, werden de banden weder
aangelegd en na eenigen tijd vond hij wederom
een groot getal kevers, welke door deze banden
werden gevangen gehouden.
Men schrijft aan de N. R. C.
Bij het dezer dagen verwijderen van een Zigeuner-
troep, die zich ophield tusschen 's Gravenhage en
Rotterdam, is het nog al aardig toegegaan. Te
Overschie b.v. was de burgemeester met zijn twee
veldwachters vrijwel onmachtig tegen het brutale
volkje op te treden, De burgemeester wist echter
raad. Hij riep vrijwilligers op tegen een kwartje
per uur, om de gasten naar Rotterdam te geleiden
en ziet, onmiddellijk had hij hulp genoeg. Overal
waar het brutale troepje doortrok, ondervond men
er de gevolgen van hier weer een schaap gestolen,
ginds eetwaren gekocht op afbetaling, enz.
Bij den kastelein Van Klaveren aan de
Nieuwe Meer te Haarlemmermeer is door onbe-
kenden des nachts eene vreemdsoortige inbraak
gepleegd. Er is echter niets vermist. Alleen
hebben ze eene kruik petroleum genomen, die in
het beuedenhuis stond, en zijn daarmee daarmee
naar den zolder gegaan, waarna ze al het hout-
werk met petroleum hebben bestreken, vermoede
lijk met het doel het huis in brand te steken,
wat echter mislukt is. De politie doet onderzoek.
Op de Waal tegenover Rossum is bij het
lichten van een raamfuik de visscher J. de Lang
te water geraakt en verdronken. Hij laat eene
weduwe met acht kinderen na.
Een te Helpman wonende ongehuwde moeder
wordt door verscheidene ingezetenen beschuldigd
haar 3jarig zoontje op eene gruwelijke wijze te
mishandelen. De marechaussee uit Groningen
stelde Donderdag hiernaar een streng onderzoek
onderzoek in. Er zijn tal van personen als ge-
tuigen gehoord. Het mishandelde kind is, naar
ons verder wordt medegedeeld, door den heer
Ten Hove, officier van gezondheid te Groningen,
geneeskundig onderzoeht.
Het geneeskundig onderzoek moet werkelijk aan
het licht hebben gebracht, dat de beschuldiging
tegenover de moeder gegrond is.
De matroos J. Yerbaan van Scheveningen,
varende op de bom SCH. 278, is Zaterdagnacht
in 't ruim van die bom gevallen en met het hoofd
op de kolenkist terecht gekomen, tengevolge waar
van hij een paar uur later overleed. De ongelukkige
was een gehuwd man van middelbaren leeftijd.
De bom lag in de haven van Vlaardingen gereed
om ter haringvisscherij uit te gaan.
Een groot deel der bewoners van Hoevelaken
(in Gelderland) is sinds eenigen tijd zeer gebeten
op den landbouwer H. v. M., die tevens oudste
wethouder, of zooals men het daar noemt
onder-burgemeester der gemeente is. M. nu heeft
een 20jarige dochter, die verkeering aanknoopte
met een boerenzoon G. G.tegen die verloving
verzette de vader van het meisje zich ten zeerste
en gaf aan zijn dochter duchtig zijn misnoegen
over haar handeling te kennen. En toen nu het
meisje geen gevolg wilde geven aan het verlangen
van den vader, om de betrekkingen met G., op
wien niets valt te zeggen, af te breken, verwijderde
hij haar van het dorp en bracht haar bij familie
te Westbroek onder dak.
Die maatregel bleek spoedig- niet afdoende te
zijn, want, met instemming van het bedoelde
familielid, bracht G. geregeld aldaar bezoeken aan
zijn meisje. De oude heer, dit vernemende, haalde
zijn dochter weer terug, en hield haar nu ruim
acht dagen in zijn woning opgesloten.
Dit wekte den toorn der dorpsbewoners en
dezen gaven lucht aan hun ergernis door het huis
van v. M. te bombardeeren met steenen en de
glasruiten in te werpen.
De politie maakte een einde aan de ongeregeld-
heden, en maakte tegen zekeren B. proces-verbaal
op. Het huis van v. M., die nu zijn dochter
naar elders heeft gebracht, wordt steeds door
politie bewaakt.
Toen Vrijdagmiddag het 9jarige dochtertje
van den heer Lodewijks, officier van de brand weer
te Amsterdam, uit school komende, de huiselijke
woning aan de Ruyterkade naderde, zag zij zich
achtervolgd door een 19jarigen jongman, die haar
blijkbaar wilde aanspreken. Toen zij aan de
deur der ouderlijke woning was gekomen, stond
het meisje stil en vroeg den persoon, die haar
had gevolgd, of hij bij vader moest wezen. //Ja,"
zei de jonge man. Het kind belde aan en toen
de deur geopend was, drong de man, die het
kind was gevolgd, met het meisje naar binnen,
greep haar vast en vroeg haar om haar zakdoek
voor den mond te brengen. Dit weigerde zeer
natuurlijk het meisje, waarop de aanrander een
doek uit den zak haalde en poogde, dezen in
haar mondje te duwen. Het meisje begon te
schreeuwende aanrander vreesde toen blijkbaar,
dat er hulp zou komen en koos het hazenpad.
Mevrouw Lodewijks, die haar kind om hulp
hoorde roepen, kwam de trap af en vond haar
dochtertje met bebloede mond en natuurlijk zeer
ontsteld.
De aanrander was inmiddels weggeloopen in de
richting van het Centraalstation, slechts opgemerkt
door eenige steenkolenwerkers.
Deze aanranding is, zegt de //Tel.", wel een
heel brutaal stukje, daar zij op klaarlichten dag,
in een zeer druk stadsgedeelte en aan een open-
baar gebouw, waar steeds veel manschappen aan
wezig zijn, werd gepleegd.
De Zutph. Ct. meldt
Doesburg heeft de eer genoten, bezocht te
worden door de familie H. Scholten (meneer,
mevrouw en 2 kinderen), benevens 2 allerliefste
hondjes, gespannen voor de equipage van Hunne
Edelen.
Dit is het gezelschap dat door middel van
valsche toevallen een echte brutaliteit, de plaatsen
waar het doortrekt tyranniseert. Zij hebben te
Wolvega, Heerenveen en Leeuwarden dat spelletje
gespeeld. Thans was Doesburg aan de beurt.
De vrouw begon met een toeval midden op
straat, terwijl zij het kleinste kind op den arm
had. Geen van beiden bezeerden zich. De vrouw
werd in de wijkverpleging opgenomen, daar ge
durende een uurtje behaudeld, en vervolgens
ontslagen met een flinke ponie brood en een gld.
aan geld.
Het tweede toeval bad in de Hoogstraat plaats,
De vrouw werd in een schuur gedragen, en de
dokter ontboden, die het in elk geval noodig
achtte de vrouw niet op den grond te laten liggen.
Nu kwam de equipage met de twee hondjes voor,
en de vrouw werd naar een logement vervoerd,
waar zij van politiewege van voedsel werd voorzien.
Maar inmiddels had de politie verdenking ge-
kregen. De beide personen werden op het bureau
ontboden, en daar bleek inderdaad, dat zij de
zelfde comedie ook elders hadden vertoond. Zij
vertrokken nu met een ongemakkelijken uitbrander
maar kwamen een oogeublik later terug met de
hondenkar. Het voertuig hield stil voor het
bureau, een peluw werd er uitgegooid, de zieke
vrouw ging er op liggen, en zie nu maar dat je
ze wegkrijgt, dachten beiden.
Het einde was, dat de man aanbood, het
schandaal een einde te doen nemen, als men hem
2 gaf. De burgemeester Het hem f 1 ter
hand stellen, de vrouw werd weer opgeladen, en
Doesburg was blij toen het dit nobele tweetal
weer kwijt was.
Intusschen maakte de telefoon hunne nadering
bekeud aan de gemeentebesturen van Keppel en
en Doetinchem, die zich dus op de nadering der
bende konden voorbereiden.
Paria's. Onder dit opschrift schrijft //De
Telegraaf"
Bij een der poorten, die tot Arnhem's buiten-
wegen leiden, kan men des avonds te ongeveer
tien uur een aantal mannen zich zien vereenigen, om
zich gezamenlijk naar hun nachtverblijf te begeven.
Het zal velen ongeloofelijk schijnen, als we
mededeelen, wat dat is.
Buiten de stad, achter den z. g. Hollenweg,
bevindt zich een akker, waarop eenige hooibergen.
Achter die hooibergen een bladhok, aan eene zijde
open gevuld met hei (strooisel), met pannen bedekt
en rustend op tien paaltjes.
Het is daar dat het gezelschap zwervelingen
een zoeten slaap geniet, door onder het strooisel
te kruipen, ongeacht den regen, die hun een
bezoek brengt.
En dat de paria's zich werkelijk een soortbed
voorstellen, bewijze, dat ze zich van hun schamele
kleedingstukken nog eenige ontdoen.
Onbegrijpelijk is, dat politie of armbestuur reeds
niet lang aan dien toestand een einde gemaakt
hebben.
Want niet alleen, dat door vervuiling en ver-
waarloozing der kampeerenden, gevaar voor de
omgeving uit sanitair oogpunt niet buiten gesloten
is, maar ook heeft men reden de goede harmonie
der natuurmenschen een gevaar voor de openbare
veiligheid te achten, daar, zegt men, een paar
oheruchte Arnhemsche straattypen van de partij
waren.
Leeft het gezelschap in stille afzondering voort
en kan men het niets misdadigs ten laste leggen,
dan is er toch een taak voor het burgerlijk arm
bestuur te vervulen.
Zooals men weet, hebben de erfgenamen van
den Amerikaan Pollock, die tot de slachtoffers van
de verschrikkelijke schipbreuk van de //Bourgogne"
behoort, een prijs van 50,000 uitgeloofd voor
dengene, die een zeker middel zou ontdekken om
botsingen op zee te beletten, om schepen in geval
van aanvaring te redden en in geval van vergaan
van het schip de gezamenlijke redding van passa-
giers en bemanning toe bewerkstelligen.
De eerste wedstrijd om dien prijs had in 1900
plaats, tijdens de wereldtentoonstelling te Parijs,
maar niet een der aangeboden middelen bleek de
belooning waard.
De tweede wedstrijd is nu te Parijs door de
jury beslist. Niet minder dan 328 apparaten
waren tentoongesteld. Opnieuw heett de jury
gemeend, dat geen der aanwezige toestellen aan
de gestelde voorwaarden beantwoordde en dat de
prijs niet uitgekeerd kan worden.
Men kan dus opnieuw beginnen.
De volgende pathetische geschiedenis komt uit
Detroit in den Noord-Amerikaanschen staat Michi
gan. In een specialiteiten-thater aldaar werd de
nieuwste colectie levende fotografieen vertoond.
Grooten bijval vond in het bijzonder een tooneel
dat zich bij het innemen van Peking afgespeeld
had.
Op de rol van de kinematograaf was de zegevieren-
de intocht der verbonden troepen in de Chineesche
Keizerstad gebracht. Voor het Amerikaansche
volk had men natuurlijk het oogenblik gekozen
dat een regiment der Vereenigde Staten door de
poort marcheerde. Zoo realistisch vertoonden zich
de gelederen der soldaten, dat men ieder oogenblik
geloofde hen van het witte scherm op het tooneel
te zien treden.
Daar mengde zich plotseling onder de geest-
driftige bijvals-betuigingen de luide kreet van eene
vrouwestem. Van een der voorste zitplaatseu was
eene dame opgesprongen die riep //Mijn God,
dat is mijn doodgewaande broeder Allen, die daar
met de soldaten marcheert 1"
Er volgde een doodelijke stilte op dezen uit-
roep daarop gingen verschillende andere personen
opstaan, die verklaarden dat ook zij in edn der
soldaten den jaren geleden spoorloos verdwenen
Allen Mc. Caskill duidelijk hadden herkend. Het
beeld werd op algemeen verlangen nogmaals ver
toond en het geroep van veel stemmeu »Die
daar is hetbewees, dat men zich niet vergist
had. De zuster van' den doodgewaande, eene
zekere mrs. Booth, schreef aan het departement
van oorlog in Washington en vernam spoedig
tot haar vreugde, dat de bedoelde man bij het
14e reg. inf. zonder twijfel Allen Mc. Caskill
was. Men deeide haar bovendien rnede, dat deze
persoon nog in leven was en eene goede carriere
gemaakt had, daar hij zich bij de belegering van
Peking door de verbonden troepen door bij-
zondere dapperheid had onderscheiden.
Het weerzien van broer en zuster zal nu mis-
schien wel hebben plaats gehad. De jonge man
had verscheidene jaren geleden ten gevolge van
eene ongelukkige liefde in alle stilte zijn ge-
boortestad verlaten en zich laten aanwerven voor
de troepen in China.
Uit het testament van Mc Kinley blijkt,
dat gij lang zoo rijk niet was als men algemeen ge
loofde. Het fortuin van den overleden president
bedroeg niet meer dan 70,000 p. st., waarvan
minstens een 50,000 in baar geld op banken in
Washington en Canton geplaatst was.
Hierbij komt nu nog een bedrag van 30,000
tot 50,000 p. st. van levensverzekering.