A1 g e a e e n
Hieuws- en Advertentieblad
voor
2eeuwscb*7Uaaderoa.
No 4105.
Donderda^ 1 Augustus 1901
41e Jaar^ang.
Engeland en de Z.-A. Repnbliek.
Instructie voor Rijksland-
en Tuinbouwleeraren.
2>3 SSlSlS 3a
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich by alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
AD VEEIESUlN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10,
Bij directs opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs
slechts tveemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsmimte berekend.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
F :<;UlLLETO>i
De dikke bankier drong zich met in het oog
loopend opzet naast den graaf, en Manfred, wien
dit niet outging, werd daardoor ontstemd. De
bankier nam onmiddellijk het gesprek weer op
bij het punt, waar hij het des middags had
gestaakt.
„Ik zeg u, mijnheer de graaf, uw vriend en
leidsman, is een ware hartenbestormer, haha
Heeft hij u zijn geheimeu geopenbaard Hij zal
wel zoo verstandig geweest zijn u alles te verzwijgen.
Maar als ik mij niet veigis, hebt ge vroeger te
Weenen gewoond. Ge kent dus //de goddelijke",
voor u is zij niets nieuws meer. Nu waarachtig,
mooi is zij nog. Men beweert zelfs, dat zij nimmer
blanketsel of rood gebruikt, ook niet op het
tooneel. Ja, ja, een gevaarlijke vrouw
heeft veel mannen het hoofd op hoi gebracht
tot in de hoogste kringen. Men mompelt
zelfs
De kleine oogen van den zwetser gaven nog
meer te kennen dan zijn mond uitsprak.
Graaf Reichenau had aanvankelijk van dat ge-
babbel niet veel meer gehoord dan het geluid
der stem. Eerst bij het hooren van den naam
Veroni was hij opmerkzaam geworden. Het wijn-
glas beefde in zijn hand. Hij had wel kunnen
opspringen, om den zwetser het zwijgen op te
leggen. Doch met welk recht, op welken grond
Wolffinger, en met hem alle andere heeren
aan de tafel, vond het, naar het scheen, heel
gewoon de schoonheid en het karakter van eene
dame aan de wijntafel te bespreken, vooral van
een dame, die in het publiek optrad, zooals Isolde
VeroniHij kon dit niet verhinderen, maar hij
wilde het ten minste niet mede aanhooren. Hij
verschoof zijn stoel, zoodat hij den bankier bijna
den rug toekeerde, en richtte eenn wetenschappe
lijke vraag tot profesor Huber, die met genoegen
deze gelegenheid aangreep om een ander ouderwerp
ter sprake te brengen, en de gestelde vraag verder
uitspon.
Zonder zich van zijn stuk te laten brengen, ging
de bankier echter voort//Nu, ik moet zeggen
al heb ik //de goddelijke" ook reeds lang be-
wonderd, toch hebben haar mooie oogen mij nog
nooit een slapeloozen nacht bezorgd. Van nabij
gezien, is zij toch al een beetje verwelkt
vijf h zes en dertig jaar is zij zeker oud, dat is
gemakkelijk na te rekenen. Wat de vrouwen be
treft, heb ik me altijd gehouden aan de oude
spreuk //Op de markt des levens weegt de jeugd
het zwaarst," en daarom is die preutsche Davida
zoo heet die zuster mij duizendmaal liever
dan zoo'n rijpe schoonheid, en ik vrees ik
vrees, dat zij mij eindelijk nog zoo ver zal
brengen, mijn hart, mijn hand en mijn vermogen
aan hare voeten te leggen."
Nu was het met Manfred's zelfbeheersching
bijna uitzijn bleek gelaat werd al rooder en
rooder, zijn ocgen begonnen zonderling te flik-
keren. Hij wist niet, of het de uitwerking van
van den wijn of zijn afkeer van den zwetser was,
maar toen de lippen van den bankier Davida's
naam hier in dit gezelschap uitspraken, jeukten
hem de vuisten om den onbeschaamde met een
De vredesgeruchten hebben weer nieuw voedsel
gekregen in het bericht, dat de heer Choate,
gezant van de Vereeuigde Staten van Noord-
Amerika, Londen heeft verlaten en naar Nederland
is vertrokken. De //Express" gelooft, dat dit
vertrek in verband staat met den vrede en dat
Kruger den heer Choate met een zending voor
de Vereenigde Staten zou belasten.
Overigens hebben we niets dan oorlogsberichten,
oorlog tot zelfs in Engeland tusschen de anti-Boers.
De //Daily Mail" heeft den oorlog verklaard aan
den Engelschen minister van oorlog, Brodrick, die
van zijn kant de //Daily Mail" wil boycotten.
Brodrick zou n. 1. bepaald hebben, dat voortaan
de ambtelijke verliezenlijst onthouden zal worden
aan de //Daily Mail," hij zou voorts de persagenten
hebben uitgenoodigd, die lijsl niet te verstrekken
aan de redactie der //Daily Mail", anders zou de
regeering ook de persagenturen in den ban doen.
Volgens den correspondent der Daily Mail" te
Pretoria is ook hij door de overheid in den ban
gedaan, want voortaan worden zijn telegram men
niet meer doorgelaten,
De redactie maakt bekend, dat zij maatregelen
heeft genomen om Brodrick's boycott te verijdelen,
en vermoedelijk zal de minister van oorlog wel
aan 't kortste eind trekken.
In het Britsche Lagerhuis heeft Balfour het
slag neer te vellen. Hij had echter nog genoeg
inzicht om te begrijpen, dat men door zulk een
handeling een jonge dame meer nadeel dan voordeel
doet.
Met gedwongen belangstelling trachtte hij de
wijdloopige redeneering van den geleerde over de
samenstelling en de gesteenten der bergmassa's te
volgen, maar toch ontging hem niets van het gesprek,
dat de anderen voerden.
z/Ik hetinner me nog heel goed, hoe zij zich
voor de eerste maal aan de zijde van mevrouw
Veroni vertoonde. Beiden waren in het zwart
gekleed iemand bij haar te huis, ergens in
Pruisen, was gestorven. Mevrouw Veroni, met
haar zachte teint, was natuurlijk bekoorlijk in
haar zwarten sluier haar zuster was toen nau-
welijks het aankijken waard. Maar allengs out-
popte het leelijk rupsje en er kwam een vreemde
gekleurde vliuder voor den dag. Zij moet ook
zeer huiselijk zijnzij kweekt rozen, leest Hum-
bold Schopenhauer en meer boeken van zulke
geleerde heeren maar ik had toch verscheiden
keeren het geluk haar in gezelschappen aan te
treffen, bij mevrouw Malfy, bij mevrouw Rosen-
gard, ik weet niet, of de heeren daar al eens
geweest zijnzij heeft elken Maandag in haar
atelier een the, aan de kunst gewijd
genoeg zij declameerde daar prachtig
z/Maar, zeg eens, Wolffinger, als je zoo verzot
bent op die dame, waarom zou je haar dan niet
ten huwelijk vragen riep een van de jongere
heeren over de tafel. ^Vooruit er mee, man
Onzen zegen krijg je meeWij komen alien
op de bruiloft. Of zijn de druiven je te zuur,
omdat ze te hoog hangen Haha
voorstel ingediend om aan lord Roberts voor de
uitstekende diensten in Zuid-Afrika bewezen
1200,000 toe te kennen. Op de banken van
de Ieren werd dit voorstel met luide kreten van
protest ontvangen.
Verder deelde lord Stanley mede, dat het aantal
Boeren, die sedert het begin van den oorlog ge-
vangen waren genomen of zich hadden overgegeven,
ongeveer 33,000 bedroeg.
Van het oorlogsterrein zijn een aantal berichten,
waarbij moeilijk is uit te maken of de Boeren
dan wel de Engelschen hebben gewonnen. Uit
het Kaapsche Middelburg wordt gemeld, dat een
Boerenkommando 's avonds den 27™ het reconcen-
tradoskampement bij Aliwal-Noord heeft aange-
vallen, maar dat het teruggedreven is. Te Middel
burg is den 26™ aangekomen de kolonne van
kolonel Scobell, die volgens het Engelsche bericht
uitstekend werk gedaan heeft. Een tiental ge-
vangenen uit Campdeboo zijn er eveneens aangeland
er waren 4 Kaapsche opstandelingen bij en een
Transvaalsch veldkornet.
In het oosten van Transvaal wordt Barberton
bedreigd door kleine Boerenafdeelingen, die ver
moedelijk op veeroof uit zijn. Voor een beieg
van Barberton, dat trouwens levensmiddelen en
water genoeg moet hebben, schijnt men niet bang
te zijn.
De kolonnes, die ten noorden en noordwesten
van Krugersdorp rondtrekken, zijn den laatsten
tijd druk bezig geweest met het wegnemen van
alle mondbehoeften en vee uit de streek, zegt
een correspondent. Het district Kroondraai is
schoongeveegd en het veld afgebrand. Dit heeft,
zegt de berichtgever, zijn uitwerking niet gemist
op de nog te velde staande burgers uit dat district
voortdurend komen Boeren zich overgeven en in
de laatste 10 dagon zijn 6 man van Jan Joubert's
kommando hun geweer en paard komen brengen
te Krugersdorp.
Een ander telegram, op die streek betrekking
hebbend, luidt niet zoo gunstig. De correspondent
van de //Times" te Welverdiend wijst er op, dat
wel overal de hoeven leeg stonden, toen de Engel
sche patrouilles van lord Basing en van Allenby
rendtrokken, maar dat zij toch voortdurend werden
bezig gehouden door troepjes Boeren, die tusschen
de 10 en 100 man sterk waren.
Nu de Boeren geen hulpbronnen meer vinden
in de hoeven, rekenen zij op de kafferkralen, om
zich van proviand te voorzien. Aangezien de
bewoners zich niet bij machte gevoelen om den
toegang te beletten aan de gewapeude Boeren,
De bankier schudde zijn dik hoofd, en ant-
woordde op een toon, die van wijs overleg blijk
moest geven
z/Och hoor eens mijn waarde, de zaak is zoo
gemakkelijk niet
//Men moet toch rekening houden met velerlei
omstandigheden. Die dames van het tooneel
nu, ge weet welEn of nu deze Davida, die
sedert jaren lang bij haar zuster woontja
hm dat is een lastige vraag
Nu sloeg Manfred met gebalde vuist op de tafel.
z/Daar sta ik u borg voor, mijnheer Von Wolf
finger riep hij luid." En te gelijkertijd waar-
schuw ik ieder, nog iets van mejuffrouw Davida
Imhoff te zeggenwie dat waagt, zal ik met een
sabelhouw den mond snoerenWie over een
afwezige dame op zulk een laaghartige manier
in het openbaar spreekt, heeft geen recht op den
naam van welopgevoed mensch, op den naam
van edelman. Onthoudt dit wel, mijnheer Von
Wolffinger
De bankier zag er beteuterd uit. Ontsteld
waren de andere heeren opgesprongen, gereed
om zich tusschen hen te dringen. Graaf Reichenau
stond echter reeds op den drempel der zaal.
z/Ik blijf nog drie dagen hier, voor het geval,
dat iemand mij wenscht te spreken," riep hij nog.
De bankier was vaalbleek van ergernishij
verkropte zijn machtelooze woede. Hij wachtte
echter totdat dr. Ebhardt afscheid had genomen
en zei toen met een boosaardigen lach
z/De opgewondenheid van dien trotscheu graaf
levert u het bewijs, heeren, dat ik gelijk had met
voorzichtig te zijn."
(Wordt vervolgd).
KEIIZEASCHE COIRAST.
Hit bla«l verarhljnt ilaantlag-, Woeitsdag' en Vrljdagavond, nltgeinmienl op Feestdaaen, bij de Firma I". J. VAS UK I1WIIK te Ter Weazen.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
Gelet op de missive van den Commissaris der Koningin
in Zeeland, dd. 20 Juli 1901, A no. 1874, 3d8 afdeeling;
maken bekend, dat bij bescliikking van den Minister van
Binnenlandsche Zaken van 25 Mei 1901, no. 1242, afdeeling
Landbouw is vastgesteld de navolgende instructie voor de
Rijkslandbouw- en Rijkstuinbouwleerarcn.
Art. 1. De Rijksland- en Rijkstuinbouwleeraren vervullen
hunne taak onder toezicht, voor zooveel bet land- en tuinbouw-
aangelegenbeden betreft, van den inspeeteur van den landbouw,
en. "voor zooveel aangaat het land- en tuinbouwonderw\js,
onder dat van den inspeeteur van het middelbaar onderwijs,
belast met het toezicht op de landbouwscho'en
Zij zijn verplicht alle aangelegenheden, die hetzij met den
land- of den tuinbouw, hetzij met het land- of het tuinbonw-
onderwijs in verband staan, ter kennis te brengen respectievelijk
van den inspeeteur van den landbouw en van den inspeeteur
van het middelbaar onderwijs, belast met het toezicht op de
landbouwscholen.
Art. 2. Hunne taak omvat
a. het desgevraagd dienen van advies omtrent alle land-
of tninbouwknndige onderwerpen, zoowel van teehnischen
als van oeconomischen aard aan den Minister van Binnen
landsche Zaken, aan de Commissarissen der Koningin van
de provincien, die geheel of gedeeltelijk tot hun ambtsgebied
behooren en aan de burgemeesters van de in hun ambstgebied
liggende gemeenten
b. het kosteloos verstrekken van inlichtingen aan land-
en tuinbonwers binnen hun ambtsgebied omtrent alle zaken,
die tot het land- en tuinbouwbedrijf behooren
c. het houden van voordrachten binnen hnn ambstgebied.
Voor zoover zij tevens directeuren van winterscholen zijn,
kunnen zij door den Minister van Binnenlandsche Zaken
van dit deel hunner taak geheel of gedeeltelijk worden ont-
heven
d. het houden van toezicht op de land- en tuinbouwproef-
velden binnen hun ambtsgebied, zoomede de regeling der
daaraan verbonden werzaamlieden
e. het uitvoeren van wetenschappelijke proefnemingen
het houden van toezicht op de van Rijkswege gesub
sidieerde proefnemingen binnen hun ambtsgebied
g. het bezoeken van de van Rijkswege gesubsidieerde
wintercursussen binnen hnn ambstgebied, ten ware zij van
die verplichting door den Minister van Binnenlandsche Zaken
worden ontheven, zoomede op andere binnen hun ambst
gebied gehouden en van Rijkswege gesubsidieerde cursussen,
voor zoover hun dit door den voornoemden Minister wordt
opgedragen
h. het zich belasten met de leiding van cursussen voor
onderwijzers, die de akte van bekwaamheid tot het geven
van lager ondaiwijs in de land- of tuinbouwkunde wenschen
te verkrijgen.
Bovendien zijn zij gehonden al die werkzaamheden te
verrichten, welke hun door of vanwege den Minister van
Binnenlandsche Zaken worden opgedragen.
Art. 3. Het plan der in art. 2, sub d, bedoelde proefvelden
wordt door hen ontworpen en, voor zooveel aangaat dat der
landbouwproefvelden na voorloopige vaststelling in eene ver-
gadering van den Rijkslandbonwleeraar met eene, door Ge-
deputeerde Staten in iedere provincie benoemde, commissie
van toezicht op de landbouwproefvelden. voor 1 September
bij den Minister van Binnenlandsche Zaken ter goedkeuring
ingediend.
Art. 4. Zij onderwerpen het plan der uit te voeren weten-
schappclijke proefnemingen voor 1 September aan de goed
keuring van den Minister van Binnenlandsche Zaken.
Art. 5. Scheikundige onderzoekingen, ten behoeve der in
art. 2, sub d en e, bedoelde proeven, geschieden kosteloos aan
het Rijkslandbouwproefstation tot welks kring het ambtsgebied
behoort, van den, met het toezicht op of de uitvoering van
de genoemde proeven belasten Rijks'^'bouwleeraar, mits het
doel der proefneming te voren aan den direeteur dier inrichting
wordt medegedeeld, het plan, de wijze van monsterneming.
het aantal monsters en de tijd van inzending vooraf in overleg
met hem worden vastgesteld en de monsters door tusschen-
komst van den betrokken RijksJ'^bouwleeraar of vergezeld
van eene door hen onderteckende verklaring tot staving der
herkomst worden ingezonden.
Bij verschil van gevoelen over het algemeen belang der
proefneming beslist de Minister van Binnenlandsche Zaken.
Art. 6. Jaarlijks vddr 1 Januari brengen zij aan den
Minister van Binnenlandsche Zaken afzonderlijke verslagen
uit over de in art. 2, sub d en ebedoelde proeven, inhou-
dende eene volledige omschrijving van de genomen proeven,
van liet doel daarmede beoogd en van de uitkomsten daardoor
verkregen
Art. 7. Tenware zij door den Minister van Binnenlandsche
Zaken van die verplichting zijn ontheven, bezoeken zij de
wintercursussen binnen hun ambtsgebied ten minste eenmaal
in het winterhalfjaar.
Art. 8. Het plan van de hoofdzakelijk tusschen 1 October
en 1 April te houden ^bouwkundige voordrachten onder
werpen, zij, met vermelding der plaats en der te behandelen
onderwerpen, vddr 1 September aan de goedkeuring van den
Minister van Binnenlandsche Zaken.
Bij de keuze der plaatsen is rekening te houden met hare
geschikte ligging, wat betreft de openbare middelen van
vervoer, met de behoefte aan ontwikkeling, benevens de
belangstelling der bouwende bevolking en met de nabij-
heid van proefvelden.
De voordrachten worden met inachtneming van plaatselijke
toestanden en gebruiken, op zulke dagen en uren gesteld,
dat het bijwonen daarvan voor die bevolking zoo min mogelijk
bezwaren oplevert.
De keuze der onderwerpen geschiedt in over'eenstemming
met don aa.d van den (("jjbouw en met de behoeftea ran
de streek.
Waar proefvelden in de nabijheid zijn, worden deze aan
de voordrachten dienstbaar gemaakt, terwijl omgekeerd de
voordrachten strekken tot toelichting van den arbeid op
die velden.
De voordrachten zijn kosteloos voor ieder toegankelijk.
Na elke voordracht wordt gelegenheid gegeven tot ge-
dachtenwisselirg.
Van het goedgekeurde plan der te honden voordrachten
mag alleen met machtiging van den inspeeteur van den land
bouw worden afgeweken.
Art. 9. Jaarlijks vddr 1 Mei brengen zij aan den Minister
van Binnenlandsche Zaken een verslag uit, waarin een over-
zicht wordt gegeven van hunne werkzaamheden in het afge-
loopen jaar, en waarin melding wordt gemaakt van bestaande
gebreken en behoeften, zoowel op technisch als op oeconomisch
gebied, voor zoover hun daarvan bij de waarneming hunner
betrekking is gebleken.
Art. 10. Zij onderwerpen jaarlijks vddr 1 November aan
de goedkeuring van den Minister van Binnenlandsche Zaken
eene begrooting van het, ten behoeve hunner voordrachten
in het volgende dienstjaar, benoodigde materieel (werktuigen,
platen en boeken).
Van de, uit het hun te dezer zake verleend krediet, aan-
gekocbte voorwerpen, wordt door hen een inventaris aan-
go.legd en bijgehouden. waarvan vddr 1 Februari van ieder
eca afschrift wordt gezonden aan den Minister van
Binnenlandsche Zaken, aan den inspeeteur van deu landbouw
en aan den inspeeteur van het Middelbaar onderwijs, belast
met het toezicht op de landbouwscholen.
De voorwerpen zelve worden behoorlijk gewaarmerkt.
Art. 11. Zij behoeven de vergunning van den Minister
van Binnenlandsche Zaken om eenig arnbt of eenige betrekking
te bekleeden of eenig beroep of bedrijf uit te oefenen.
Art. 12. Het staat hun niet vrij langer dan drie achtereen-
volgende dagen buiten hun ambtsgebied te vertoeven zonder
verlof van den Minister van Binnenlandsche Zaken.
Worden zij door ziekte belet de werkzaamheden, aan hunne
betrekking verbonden, geregeld waar te nemen, dan zorgen
zij voor mededeeling daarvan aan den Minister van Binnen
landsche Zaken, aan den inspeeteur van den landbouw en
aan den inspeeteur van het middelbaar onderwijs, belast met
het toezicht op de landbouwscholen.
Art. 13. Deze instructie treedt in werkingop 1 Juli 1901,
met welken datum de instructie voor de Rijkslandbouw-
leeraren, vastgesteld bij ministrieele beschikking van 11
Januari 1895, no. 27, afdeeling Onderwijs (opgenomen in de
Nederlandsche Staatscourant van 15 Januari daaraanvolgende
no. 12) komt te vervallen.
Ter Neuzen, 30 Juli 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIE LE MAN, L°. Secretaris.