BIJVOEGSEL
Tg: NGUZGnschs Courant
Zaterdag 20 Juli 1901. No. 4100.
Engeland en de Z.-A. Republiek.
Si 3 3 SL3 3 O 3a
Gemengde berichten.
De //Daily Mail" droomde al van een geheel
nieuweu veldtocht in den aanstaanden zomer
70,000 man infanterie vervangen door een keur-
troep van 50,000 bereden manschappen uit de
kolonien, die de Boerenkommandos zouden afjagen.
Die ruiterij voortdurend van n'euwen voorraad
en van versche paarden voorzien en daarachter
volgend de infanterie, om de genomen plaatsen
blijvend te bezetten. Kortom een ideaaloorlog
waarvan de eenige schaduwzijde zou wezen, dat
hij zoo gauw gedaan zou zijn.
Brodrick heeft echter in het Lagerhuis kalm
verklaard, dat van al die veranderingsplannen
niets waar was. De //Daily Mail" heeft dus
alleen te kennen gegeven, hoe zij wel wenschte,
waarvan de eenige schaduwzijde zou wezen, dat
het gaan zou.
De zaak wordt dus voorloopig op denzelfden
voet voortgezet, en voorloopig zullen we wel die
afwisseling van voor de Boeren gunstige en on-
gunslige tijdingen hebben. De jongste berichten
deden vreezen, dat het succes uitsluitend aan
Engelsche zijde was. Intusschen is dit succes
toch niet zoo groot als aanvankelijk gedacht werd.
De overwiuning bij Campdeboo verschijnt in een
eenigszins ander licht door het volgende, dat
daaromtrent nader wordt gemeld
De aanval werd goed uitgevoerd, maar de
Boeren hadden den tijd, zich terug te trekken
vddr de aankomst van de Engelschen. Dezen
dachten, dat zij alle mogelijke uitgangen afge-
sloten hadden, maar de Boeren zijn ontsuapt
over een voetpad langs een ravijn. Slechts 25
Boeren zijn gevangen genomen. Scheepers was
den vorigen dag met een deel van zijn kommando
vertrokken.
Het deukbeeld van het vangen van een Boeren-
kommandaut zit na de //narrow escape" van Steyn,
de Wet en Scheepers zdo in de lucht, dat ook
generaal Beatson er bij na" een gesnapt heeft.
Hij heeft nl. bij Middelburg de hoeve omsingeld,
waarin kommandant Trichardt zat, maar de Boeren-
kommandant wist juist nog bijtijds te ontsnappen.
Volgens een Reuterbericht hebben 55 Boeren
te Klerksdorp den eed van trouw afgelegd aan
de Engelsche regeering. De scholen, waar het
onderwijs in het Engelsch wordt gegeven, zijn
nu overvol.
In het concentratie-kamp te Potchefstroom be-
vinden zich thans 6500 personen. Een commissie
heeft daar onlangs een aantal kleedingstukken
uitgedeeld. Ook hier moeten veel Boeren den
eed van tronw hebben afgelegd.
Onder de bewoners van het kamp zijn 600
menschen uit de districhten Lichtenburg en
Ventersdorp.
Kitchener seint d.d. 17 Juli uit Elandsfontein
In Oranje rivierkolonie zijn Charles Botha, de
zoon van Philips Botha, luitenaut Thomas Humun-
field, en veldkornet Olivier Veen gesneuveld.
De Daily Telegraph verneemt uit Pretoria, van
16 dezer
De verhalen over de wreedheden der Boeren en
het doodschieten van gewonden te Vlakfoutein
hebben geen voldoenden grond. Gruwelen die
wellicht daar gepleegd zijn, waren het werk van
een of twee Boeren. In den geheelen oorlog
hebben de Boeren, behalve bij enkele gelegen-
heden, zich menschlievend en edelmoedig gedragen.
FEUILLETOM
21)
„Schrikt ge van mij van mijne liefde
Isolde Ach, ik, ongelukkige 1"
Hij zonk aan hare voeten neer en verborg zijn
gelaat in de plooien van haar kleed.
Diep ontroerd zag de schooue vrouw op hem
neder. Geen woord kwam er over hare lippen
maar toen zij geloofde haar ontroering en haar
stem te kunnen beheerschen, sprak zij op moeder-
lijken toon
z/Sta op Manfred, ik bia u. Ge verkeert in
de meening, dat ge mij bemint //maar ik
weetik hoopdat ge u vergist in uwe
gevoelens. Ik ben het niet, die u aantrekt, maar
het is mijne kunst, die uw voor indrukken zoo
vatbaar gemoed heeft doen ontvlammen. Zie
mij eens aan, hier in mijn eigen gebied, zonder
den klatergoudglaus van het tooneel of van de
salons. Denk ook eens aan de jaren, die ik
ouder ben dan gij bij een vrouw tellen ze
dubbel en bedenk dan verder ook eens.
Doch Manfred viel haar in de rede. Zijn gelaat
van liefde stralende, richlte hij tot haar op en
sprak
z/Ik weet en denk verder niets dan dat ik u
bemind heb reeds, voordat ik u kendebe-
miud als het licht van mijn bestaan...en ik
weet, dat mijn leveu veiwoest is, als ge mijn
jiinige liefde afwijst.O Isolde, ik smeek u,
Uit de verliezenlijst blijkt, behalve het ernstige
gevecht, Zondag, bij Aliwal-Noord, dat dienzelfden
dag bij Graaff Reinet de kapitein van den staf
der intendance Moore gesneuveld is.
De Standard verneemt dat Donderdag te Hout-
kop bij Vereeniging 3 man van de Zuid-Afrikaan-
sche gesneuveld, 7 gewond, en 18 gevangen ge
nomen zijnin Kitchener's telegram wordt dat
niet vermeld, hetgeen de klachten over de censuur
nog vermeerdert.
Aan de Times wordt uit Johannesburg gemeld
dat alle Boeren in het Potchefstroomsche te zamen
thans vermoedelijk slechts 500 strijders tellen, die
meerendeels ongeneigd zijn om den strijd voort
te zetten, geen paarden hebben, en rooven en
stelen. Het patrouilleren der Engelsche kolonnes
geeft zeer goede uitkomsten, in aanmerking ge
nomen de kolossale uitgestrektheid van het land.
TER NEUZEN, 17 Juli 1901.
Gisteren slaagde te 's Hertogenbosch voor
de hoofdakte de heer W. E. K. van Overbeeke,
geboren te Schoondijke, thans te Amsterdam.
Zaamslag, 18 Juli. Bij het dorsschen van
koolzaad had gisteren de arbeider M. W. alhier
het ongeluk op een nog in den grond staanden
zaadstoppel te vallen, met het gevolg, dat deze
tamelijk diep in zijn hals doordrong en een be-
langrijke wond veroorzaakte, waaruit een stroom
van bloed vloeide. Door spoedig ingeroepen genees-
kundige hulp, werd nog in tijds zijn leven gered
en schijnt hij thans buiten gevaar te zijn. Het is
bekend dat het de gewoonte is bij dat werk een
borrel te drinken, doch neemt men te veel, zooals
hier het geval was, dan verdiend dit in hooge
mate te worden afgekeurd.
Het bekeien van de vier hoofdwegen van
af de kom van het dorp, breugt heel wat drukte
in de gemeente te weeg, en zal, wat het vervoer
betreft, een stap zijn in de goede richting. De
Axelsche- en de Veerweg zijn reeds afgewerkt en
de Ter Neuzensche straat nadert zijne voltooiing.
Het is echter jammer, dat de reeds afgewerkte
wegeu in de kom wat hoog liggen, wat vele be
woners van huizen, reden tot klagen heeft.
Woeusdagvoormiddag viel zekere v. B. van een
op de werf De Schelde te Vlissingen in aanbouw
zijnd stoomschip op de spanten. Hij was omnid-
dellijk dood.
In de werkplaats, verbonden aan de inschiet-
plaats voor visch-torpedo's aan zijkanaal F (Noord-
zeekanaal), is Woensdag door nog onbekende oorzaak
de seperator der luchtpompen gesprongen, waar-
door de stukken door de werkplaats vlogende
sergeant v. D. werd hierdoor ernstig aan het
hoofd gekwetst en is na voorloopig verbonden te
zijn, naar het hospitaal te Amsterdam overgebracht.
Van het gebouw zijn alle ruiten gesprongen en
ijzeren roeden stuk geslagen.
De machinist Driessen, van de Staatspoor,
kreeg Woensdagnamiddag aan het station te Maas
tricht, bij het nazien der machine, zulke hevige
brandwonden, doordien plotseling de stoom ont-
snapte, dat hij in hopeloozen toestand naar huis
werd vervoerd.
Toen Woensdagmorgen de landbouwer F.
van T., te Weert, bezig was met het schoonmaken
van een oud pistool, waarvan hij niet wist dat er
een schot op zat, ging het pistool plotseling af,
met het gevolg, dat hem de linkerhand verbrijzeld
werd. De hand moet geamputeerd worden.
Men schrijft uit Zeeuwsch-Vlaauderen aan de
N. R. Ct.
Volgens menschenheugenis zijn in deze streken
laat al het overige op dit oogenblik buiten be-
schouwing en zeg mij slechts, kunt gij mij niet
een weinig liefhebben
Smeekend keek hij haar in de donkere oogen.
Met een beminnelijken, maar o zoo weemoedigen
glimlach liet de kunstenares haar blik op hem
rusten.
z/Sta toch op, mijnheer de graafik bid u,
zoo'n knielende houding past niet voor u Wij
moeten onze knieeu alleen buigen voor den Aller-
hoogste en slechts vereeren, wat rein en onaan-
tastbaar is. Neen, neen laat mij nu eens uitspre-
ken en luister naar hetgeen ik u zeg u zeggen
moet, al moet het u smarten Al had ik u
lief als het licht mijner oogen, toch zou ik nooit
de uwe kunnen zijn."
z/Wauneer gij mij liefhebt, Isolde is er niets
ter wereld, dat ous zou kunnen scheiden. Wij
zijn beiden vrij en ouafhankelijkZijt gij
arm Ik ben rijk voor twee 1"
Met otiuitsprekelijke treurigheid keek de schooue
kunstenares hem in het gloeiende gelaat.
z/Er iseen ding,dat ons scheidtvoor
eeuwig", stotlerde zij zacht.
De graaf keek haar aan' alsof hij er niets van
begreep.
Plotseling voer hem een rilling door de ledeu.
z/Uw kunst is het, ja, ik weet het I Ge meent
dat ge niet kunt leven zonder den wierook, die u
op het tocneel geofferd wordt. De wis selende
aaudoeningen, de huldebetuigingen, de vleierijen
zult ge niet kunnen ontberen, deukt ge. Maar ge
behoeft die ook niet te ontberen ge zult alles
hebben, wat ge begeert. Mijn voorvaderlijk kasteel
nooit zooveel insecten voorgekomen als dit jaar.
Vele boomen zijn letterlijk kaal gevreten. Te
Sas van Gent is het o. a. zoo erg, dat een paar
man aangesteld zijn om de rupsen uit de linde-
boomen te halen, welke langs den weg staan.
Weinige fruitboomen of enkele kale takken wijzeu
er op, dat een heir van rupsen daar hun buikje
rondgegeten hebben.
Gelukkig, dat de vogels de menschen krachtig
geholpen hebben in het dooden der schadelijke
insecten. Was dit niet het geval, dan was er
geen blaadje aan de boomen gebleven.
Orndat de plaag zoo erg is, moet groote waak-
zaamheid aangeraden worden met het oog op het
volgende jaar; want de insecten planten zich ver-
bazend snel voort. Duizende eierleggende vlinders
vliegen thans dag en nacht rond en leggen hunne
eieren reeds voor het volgende jaar. De nationale
rupsen (Bombyx neustria) vernielen nog de bladeren
der boomen en reeds zijn van de eerste vlinders
de nieuwe eierringen aan de takken en twijgen.
Die eitjes en ringen tijdig te vernielen is dus
allernoodzakelijkst, wil men het volgende jaar niet
met nog een grooter aantal schadelijke insecten
geplaagd worden.
Ook moet men de zoo onmisbare vogels be-
schermen, die, vooral bij het opkweeken hunner
jongen, dagelijksch duizenden en duizenden scha
delijke insecten vangen op die plaatsen, waar de
mensch vaak niet of moeilijk hij kan of waar die
door hem niet opgemerkt worden.
Algemeene bescherming der vogels is thans
vooral noodig.
Voor een paar wekeu werd er bij een alleen-
wonend man te Hoogwoud 900 gestolen. De
politie nam toen iemand, die den bestolene wel
eens bezocht en die grootere uitgaven deed, dan
zijne iukomsten hem veroorloofden, gevangen.
Een nauwkeurig onderzoek in het huis leverde
niets op; doch, naar aanleiding van een schrijven
van den gevangen genomene aan zijne vrouw, ging
de politie in den tuiu aan het zoeken en gisteren-
middag vond zij daarin een kislje met bijna het
geheele bedrag in papieren geld.
Te Brielle had Woensdagmorgen een ongeluk
met doodelijken afloop plaats, doordat C. v. I/.,
die met den hooiwagen van 't land terugkeerde,
er van afviel en onder de wielen geraakte. In
het huis van een schipper opgenomen, gaf hij
daar weldra den geest. De overledene, vader van
een talrijk gezin, was aan toevallen onderhevig,
waaraan zijn plotselinge val wordt toegeschreven.
De kassier van den filiaal der Fransche
bank te Evreux, Mailard geheeten, is, wegens
verduistering van ettelijke honderdduizenden francs,
in hechtenis genomen.
Terwijl te Ostende een vrouw een privaat
schoonmaakte, had zij het ongeluk de brandende
kaars, die zij in de hand hielp, in den put te
laten vallen. Onmiddelijk volgde daarop eene
ontploffmg en de vlam, die uit de opening opsteeg,
deelde zich aan de kleeren der vrouw mede.
Ondanks spoedige hulp, bekwam de ongelukkige
ernstige brandwonden, die haar leven in gevaar
brengen.
Hoe ruw de landelijke bevolking in Ilongarije
nog is, bewijst een voorval, in Sandorfalva gebeurd.
Daar stierf de heereboer Franz Borbas, die ver-
leden jaar met zijn dienstmeid Veronika hertrouwd
was. Hij vermaakte haar zijn geheele vermogen
ten bedrage van 400,000 ft. en onterfde zijne vier
zoons uit het eerste huwelijk.
Bij de begrafeuis vielen die vier zoons bij het
open graf van hun vader hun stiefmoeder aan en
sloegen haar met knuppels dood. Gedurende de
vechtpartij viel de kist om en rolde met het lijk
in het graf. Twee broeders der weduwe die hunne
-mi—t ■neggs—gggg—bhm
met zijne landgoederen vormt een groote bezitting.
Daar kunt ge alles krijgen, wat ge verlaugt. Ons
huis zal de verzamelplaats zijn van alles wat
schoon is en verre van kleingeestige jaloezie,
zal ik ook anderen stervelingen de gelegenheid
geven om uwe edele kunst, uw heerlijke wellui-
dende stem te genieten.
z/Ge vergist u, dierbare vriend," antwoordde
de kunstenares ernstig. //Menschelijke ijdelheid
is het het niet, die ons scheidt.Beschouw
het als een bewijs van mijn groote toegeuegenheid,
als een bewijs van mijn volste vertrouwen, als ik
u zeg, wat ons scheidtHet is een kloof, die
niet gedempt kan worden 1"
Op het gelaat der schoone vrouw lag zooveel
zieledroefenis te lezen, dat de jonkman door een
beklemmende vrees werd aangegrepen. Met angst
en verbazing zag hij, dat de aangebeden vrouw,
die anders het hoofd zoo fier omlioog droeg, thans
tegenover hem zat met neergeslagen oogen en
gebogen hoofd, als een boetelinge
Hare stem klonk heesch, als snoerde het leed
haar de keel dicht, toen zij zeide
ffWat ons scheidt, Manfred nu en altijd
is mijn schuldig verledeu."
//Sehuldig verleden," herhaalde de graaf toonloos.
z/Ook ik heb eenmaal liefgehad, Manfred, even-
als gij. Ook ik zag tegen hem op als tegen een
hooger wezen. Maar die man was een onwaar-
dige die mij eeuwig trouw zwoer en mij be-
droog Heete tranen heb ik toen gestort
met zijn bloed dacht mijn broeder mijn lijden
te kunnen wreken. Uit het ouderlijke huis verstoo-
ten, door alien verlaten, behalve door den Helper
zuster verdedigden werden doodelijk gewond.
De moordenaars gaven zich vrijwillig bij den
rec'nter aan.
De gezagvoerder van de Iersche stoomboot
Rathlinhead, Dinsdag te Belfast binnengeloopen,
rapporteerd dat hij den 9en Juli op 150 mijlen
ten oosten van Newfoundland een visschersboot
ontmoet heeft waarin zich een matroos Lenoil
genaamd, en een kind bevonden, beiden behoorende
tot de bemaning van de verongelukte goelet Bay-
onnasise, uit St. Malo.
1 ien dagen hadden zij op zee rondgezworven.
De matroos was zoo uitgeput, dat hij kort na
zijn redding bezweken is, het kind zal naar
Frankrijk gezonden worden.
Earner van Koophandel en Fabrieken
te Ter Neuzen.
der ongelukkigen hierboven, vond ik troost in mijne
kunst, die mijne ziel vervulde totdattotdat
ik u leerde kennen... te laatte laat
Al zachter en zachter sprak zij. Haar laatste
woorden bereikten slechts als een zacht gefluister
het oor van den jongen graaf.
Het werd nu zeer stilalleen het knappen
van het doovende vuur in den haard vermengde
zich met het droevig kermen van den ongelukki
gen graaf.
z/En nu Manfred dierbare beste
vriend laat ons de sterkte van ons karakter
niet op een al te zware proef stellen laat ons
afscheid nemen. De plicht roep mij aan het
doodbed van mijn vader, waar mijn eenige zuster
in eeuzaamheid bij het lijk de wacht houdt.
Vergeef het mij, dat ik u moest smarten
en denk een weinig aan mij, die meer dan eenig
ander bestemd is, om veel in dit leven te ontberen,
wat anderen mogen geuieteu. Wanhoop niet,
Manfred Blijf gelooveu is het geluk de hoop
daarop is een kostbare schat, die alle leed in het
gemoed van een mensch kan verzachten.
Er zijn nog zoo vele andere zaken, die onze
aandacht verdienen, nog zoovele bronnen, die ons
kunnen laven, maar die wij al zoekende zelf
moeten vinden. Vaarwel God bescherme en
beware u. Hij leere u het leven door te gaan
in vrede met Hem en met u zelven I"
Zacht drukte zij hare lippen op zijn voorhoofd
toen graaf Manfred opkeek, was hij alleen.
(Wordt vervolgd).
VAN DE
VAN
Vergadering van Maandag 15 Juli 1901.
Voorzitter de heer H. C. E. van IJsselsteijn.
Verder aanwezig de heeren Tholens, Van de Velde en
Nobon.
Na opening van de vergadering worden gelezen de notulen
der voorgaande, welke werden goedgekeurd.
Hierna gaf de secretaris lezing van het rapport van de
gecombineerde vergadering, gehouden Vrijdag 31 Mei 1901,
ten raadhnize te Ter Neuzen, van de Rijkscommissie in zake
de handelsbelangen van Ter Neuzen. en de Kamer van Koop
handel en fabrieken aldaar.
an de genoemde commissie waren aanwezig de heoren
J. L. Clnijsenaar. voorzitter, Rempelman, lid van den raad
van toezicht voor spoorwegen, J. A. P. Geill, burgemeester.
Bekaar, hoofd-ingenienr en J. Nelemans, ingenieur, van
'a Rijkswaterstaat, benevens de heer Jhr. Beelaerts van Blok-
land, secretaris.
Van de Kamer van Koophandel waren tegenwoordig de
heeren J. A. van Rompu, als fungeerend Voorzitter, P. A.
van de Velde, P. J. Versluijs, en de secretaris Vooren.
De heeren Tholens en Nolson waren afwezig wegens uit-
stedigheid, de heer Kolijn wegens ambtsbezigheden en de
Voorzitter Van IJsselsteijn wegens ziekte.
De gecombineerde vergadering werd geopend door den
heer Cluijsenaar, welke zeide, dat het de Commissie, die
door den Minister was aangewezen - en welke commissie
haar ontstaan voornamelijk had te danken aan het initiatief
dezer Kamer om de handelsbelangen van Ter Nenzen te
behartigen, aangenaam was ter plaatse te kunnen vergaderen
met de Kamer van Koophandel en Fabrieken, de corporatio
die haar raison d etre dankt aan haar streven om te bevorderen
al wat handel, scheepvaart, nijverheid, ook die van den
landbouw, ten goede kan komen en daardoor de volkswel-
vaart tracht te verhoogen.
Hij wees er op dat, naar het hem voorkwam, wat ook uit
de gewisselde stukken viel af te leiden, er twee belangrijke
zaken aan de orde waren, n. 1. de spoorwegaangelegenheden
en de haven werken. Voor hem waren beide van even veel
gewicht en hoopte hij met even groote belangstelling behan-
deld en besproken te zien.
Daarna gaf de heer Clnijsenaar het woord aan den heer
an Rompu, die door de plotselinge ongesteldheid van den
heer an IJsselsteijn als woordvoerder der Kamer zou optreden.
Na te hebben gewezen op de moeilijkheid waarin die
plotselinge, kort voor de vergadering vernomen omstandigheid
hem thans bracht, verklaarde hij de toestand te zullen
schetsen, zooals de ondervinding die leerde.
En dan is de algemeene indruk dat die toestand dringend
verbetering eischt, ja, slecht kan worden genoemd.
Om met de havenwerken te beginnen.
Omst reeks 1870 is hier de groote scheepvaart zoo wat
begonnenin 1880 is de grootere beweging ontstaan.
In dien tijd zijn die schepen toegenomen in grootte. Nu
zijn schepen van 5 a 6000 ton aan de orde, dus zijn de
sluizen te klein. Doch ook de kaden zijn onvoldoende.
Schepen van 16 h 2300 ton b. v. kunnen niet bij de kaden,
orndat ze te ondiep zijn.
Ze worden niet onderhouden.
Er moet niet^ de hand worden gelost, wat bij slecht weer
zeer gevaarlijk is voor de werklieden. Ze moeten over een
12 a 13 M. lange plank. Daardoor wordt het lossen moei-
jijker en meer tijdroovend en worden de prijzen aan arbeids-
loon voor de werkgevt-rs te hoog om te kunnen concurreeren
met Gent en Antwerpen, want dat zijn onze concurrenten,
in Belg e, niet in Holland, althans niet overwegend.
I itbaggeren is een eerste eisch, hetzij vanwege het spoor,
hetzij vanwege Waterstaat. Het kan ons zeide spreker
niet schelen, door wie het gebeurt, als het maar geschiedt.
We zijn al jaren aan 't verzoeken, maar zonder succes. En
wachten lot de nieuw ontworpen werken klaar zijn, kunnen
we niet. In die vijf jaren is de scheepvaart geheel verloopen
en is Per Neuzen een doode stad geworden. We moeten
juist in dat overgangstijdperk worden geholpen.
Het broodnoodige, het schier onmisbare wordt gevraagd,
daar van kunnen de heeren zich door een plaatselijk bezoek
overtuigen.
De schepen moeten aan een gewonen kanaaldijk worden
gemeerd. De stelling, die het schip met den zoogenaaroden
vasten wal verbindt, en waa-over moet worden gelost, loopt