2)3 3 33B3
Kies-
districten.
Middelburg.
Nijmegen.
Ommen.
Oostburg.
Oosterhout.
Rheden.
Ridderkerk
Roermond.
Rotterdam
I.
Rotterdam
II.
Rotterdam
m.
Rotterdam.
IV.
Rotterdam.
V.
Schiedam.
Schoterland.
Sittard.
Sliedrecht.
CANDIDATE N.
CANDIDATE N.
7768
5703
5997
6576
6388
6418
5285
5743
Sneek.
Steenwijk.
5148
3676
4159
3983
5775
5182
6684
5919
6034
5701
GEKOZEN LEDEN.
Mr. C. Lucasse. f
Jhr. Mr. O. v. Nispen tot Sevenaer. r. k.
J. van Alphen. f
Mr. P. C. J. Hennequin.
Jhr. J. B. D. van den Berch van
Heemstede. r. k.
Mr. M. J. C. M. Kolkman. r. k
Mr. A. P. R. C. baron v. d. Borch
van Verwolde. f a.
Mr. F. Bolsius. f
Mr. D. Fock.
r. k.
D. de Klerk, f
J. B. Verheij.
Dr. R. P. Mees R. Az. f
Mr. E. E. van Raalte. f
v. d.
Mr. O. J. H. graaf v. Limburg Stiurm. v. a,
G. L. van der Zwaag. f
M. J. G. J. Arnoldts.
Dr. A. Kuyper. f
Mr. H. Okma.
L. F. Duymaer van Twist.
(Bij eerste stemming gekozen).
r. k.
a.
a.
a.
Kies-
dislricten.
Tiel.
Tietjerkstera-
deel.
Tilburg.
Utrecht I. 6426
5639
6259
5592
Utrecht II.
Veghel.
Veendam.
Venlo.
Waalwijk.
Weert.
4527
5438
5966
7553
6088
6103
Weststelling- 5282
werf.
Wijk bij
Duurstede
Winschoten. 6004
6507
Zaandam.
Zevenbergen.
Zierikzee.
Zuidhorn.
Zutphen.
Zwolle.
7288
6088
5918
6422
6367
5795
a.
gekozen leden.
Mr. M. Tydeman Jr. f
A. S. Talma.
J. F. Jansen. f
Jhr. Mr. A. P. C. v. Karnebeek. f I.
Jhr. Mr. J. Roell. f
B. R. F. van Vlijmen. f r. k
J. H. A. Schaper. s. d.
Dr. W. H. Nolens. r. k.
W. P. A. Mutsaers. f r.k.
Jhr. Mr. Victor E. L. de Stuer r. k.
G. L. van der Zwaag.
s. d
Jhr. Mr. H. M. J. v. Asch v. Wijck. f a
Dr. D. Bos. v. <L
K. de Boer Cz. f
E. A. M. van der Kun. f r. k.
Jhr. Mr. J. J. Pompe v. Meerdervoort. a.
G. Zijlma f
Mr. H. Goeman Borgesius. f
A. baron van Dedem. f
I.
v. a.
De geplaatste letters achter de naam geeft aan van welke partij de candidaten gesteld zijnI. Liberaalv. d. Vrijzinnig Democraata. Antirevolutionair
v. a. Vrij Antirevolutionairr. k. Roomsch Katholiekc. h. Christelijk Historisch s. d. Sociaal Democraat.
FEUILLETON
13)
Hoe zij dien middag was thuisgekomen, zij wist
het nietook later kon zij het niet zeggen.
Haar hoed en kleeren waren nat, haar wangen
ook van tranen of van den regen zij wist
het niet.
Kaarsrecht bleef zij midden in de kamer staan.
Zij durfde zich niet verroeren, uit vrees dat zij zou
neerstorten.
Als in een droom staarde zij voor zich uit in
den tuin, waar de wind de afgevallen bladeren op
hoopen joeg en de jonge boomen deed schudden
en buigen.
Het werd al donkerder en donkerder in de kamer,
donkerder ook in haar gemoed.
Langzamerhand week de verstijving zij waagde
het zich voort te bewegen, en trad dicht aan het
venster. Uit de woonkamer viel licht op de
donkere paden, die zijn voeten zoo dikwijls hadden
betreden. Thans wandelde hij in het licht in
haar binnenste was het echter nacht geworden
voor immer. Een oogenblik had zij aan de poort
van het paradijs mogen staan spoedig echter
moest zij omkeeren en den heeten stoffigen weg
volgen, die haar na den blik in den tuin van 't
Eden nog duizendmaal eenzamer en moeilijker zou
voorkomen.
In doffe vertwijfeling stond zij zoo in den nacht
naar buiten te starendaar viel haar oog op een
kruis de schaduw van het houtwerk tusschen
de ruiten van een venster in de woonkamer.
Hier bleef haar blik een poos op rusten, en toen
kwam haar plotseling het beeld voor den geest
van den Man der Smarten, die bijna bezweek on-
der zijn kruis en het toch verder droeg, die
verkocht en verraden, door alien werd verlaten
die Hij liefhad, en toch den kelk des lijdens
tot den laatsten druppel ledigde. Vrijwillig
droeg Hij zijn kruis en nog immer zegt Hij tot
de zijnen
r/Wie Mij volgen wil, verloochene zich zelveu,
hij neme zijn kruis op en volge Mij.
Die woorden drongen door in de ziel van het
wanhopige meisje en overstemden het jammeren van
van heur hart. Een weldadige tranenvloed gaf
haar eenige verlichting. //Help mij mijn kruis op
nemen en het u nadragen," smeekte zij, en in
haar ziel werd het zeer stil.
Zij was ontzettend bleek en haar stem was
klankloos, toen zij dien avond haar vader voorlas.
De letters dausten haar voor de oogen maar zij
bedwong alle zwakheid van geest.
De arbeid en het gebed hadden haar steeds
gesteund ook in het vervolg zouden die haar
de kracht geven om haar doornig levenspad verder
te blijven bewandelen.
Minder spraakzaam dan te voren, doch even
minzaam en goed ging zij haar weg. Zij hield
zich bezig met haar tuinarbeid, wond grafkransen,
bond bruidsbouquetten, en was met nimmer ver-
flauwende toewijding er op uit, haar vader het
leven draaglijk te maken.
Nu en dan in het schemeruurtje kwam doctor
Ebhardt, om te vertellen, hoe het met de gene-
zing van den graaf ging. Ook het rechteroog
was gered men wachtte slechts op de genezing
van een kwaadaardige ontsteking. De dokter
moest steeds de vriendelijke groeten overbrengen
en het verzoek om vnog eens te komen zien."
Davida gaf daar echter nooit antwoord op en
bleef thuis. Met aandrang had de graaf ook
nooit dit bezoek verlangd al ware het alleen
reeds niet, omdat de spottende blikken van zijn
zuster hem hinderden. Er waren oogenblikken,
ja geheele dagen dat hij hartstochtelijk naar
Davida verlangde, doch zoodra hij zich de
ure herinnderde, toen hij haar gezien had, voelde
hij zijn hart ijskoud worden. Hij beschuldigde
haar van ontrouw, van liefdeloosheid. wanneer
doctor Ebhardt zonder haar terugkeerde, en toch
was het hem eene verlichting, als de dag was
voorbijgegaan, zonder dat hij haar had gezien.
Veel tijd om na te denken bleef hem echter niet,
daar zorgde barones Irene wel voor.
Zoodra de eerste maal verlof was gegeven tot
een rijtoer en deze den patient goed was bekomen,
had de drukke vrouw geen rust meer. Het eene
bezoek volgde op 't andere, en bij elk daarvan
deed de graaf een menigte nieuwe indrukken op.
Er was zooveel, dat hij nooit gekend of lang
ontbeerd had, dat de herinnering aan het meisje,
met wie hij in de laatste maanden zoo nauw in
aanrakir.g was geweest, op den achtergrond ge-
raakte en ten slotte geheel insluimerde. En
zoo verliep de eene dag na den anderen, de eene
week na de andere, totdat eindelijk den dag
voor zijn vertrek naar Weenen het rijtuig van
graaf Reiclienau voor Davida's woning stilhield.
Haastig sprong Manfred er uit.
Een eigenaardig verwarmend gevoel steeg in
hem op. Met onweerstaanbare kracht kwamen de
herinneringen boven, als door een enkelen toover-
slag ontwaakten zij alle, die door de nieuwe
indrukken schenen weggevaagd doch dat warme
gevoel verdween ook weer even spoedig als het
was opgekomen en wreede ontgoocheling teeken-
de zich op zijn gelaat af.
Waar was die lieve woning, die hem zoo trouw
had beschut en die hij zich zoo schoon had voor-
gesteld Waar was die bloementuin vol geuren,
met lommerijke paden en gezellige prieeltjes, die
hij nooit gezien, maar toch zeer goed gekend en
geliefd had Die kale vlakte met bladerlooze
boomen, die met vuile, wegdooiende sneeuw be-
dekte paden, dat lage, bouwvallige huis met zijn
grijze verregeude verf, uitgesleten drempel en
knarsende deur waren hem even vreemd als het
lange in het zwart gekleede meisje, dat in het
somber verlichte salon tegenover hem zat.
Hce dankbaar was hij er zijn zuster op dit
oogenblik voor, dat zij er zoo goed slag van had
zich tot middelpunt van het gesprek te maken
De schoone vrouw babbelde onophoudelijk. Met
de meeste lieftalligheid verzocht zij Davida, haar
de kamers te laten zien, „waar die lieve jongen
den laatsten tijd van zijn martelaarschap had ge-
woond." Met schijnbaar ernstige belangstelling
bezichtigde zij vervolgens de plantenkassen, vroeg
naar de opbrengst van /,al die moeite," en nam
goedgunstig een heerlijken ruiker bloemen aan.
Op haar gewone vroolijke manier wendde zij
zich daarop tot Davida's vader. Een vluchtige
vraag van den ouden heer bood haar de welkome
gelegenheid om al het schoons van haar geliefd
Weenen te vertellen. Het leven der kunst, natuur-
schoonheden, muziek, de schouwburgen, dichters,
geleerden, modeschoonheden, beroemdheden van
den dag in bekoorlijk bonte verwarring werd
dat alles besproken, niets ontkwam aan haar
vroolijk spottende critiek.
(Wordt vervolgd.)
(De namen waarachter een f geplaatst
ia zijn die van leden welke het
district in de af te treden Kainer
vertegenwoordigden)
3844 Ml-. D. Fock, I.
Dr. J. Th. de Visser, c. h. -{•
D. de Klerk, K
A. de Jong, a.
1569
1394
1961
Dr. H. P. Mees R. Az.,
Mr. D. P. D. Fabins, e.
Mr. E. E. van Raalte, v. d. f
F. J. van Rijswijk, r.k.
Mr. 0. J. H. gr. v. Limburg Stirum, v. a.
A. F. W. Idenbnrg, a.
G. L. van der Zwaag, a. d. -J-
Mr.JJ. Schokking, c. h.
1810
1517
1683
1059
2218
2139
2168
1449
(Bij eerste stemming gekozen).
(Bij eerste stemming gekozen).
(Bij eerste stemming gekozen).
(Bij eerste stemming gekozen).
(Op 4 Juni gekozen verklaard.)
(Bij eerste stemming gekozen).
(Bij eerste stemming gekozen).
(Op 4 Juni gekozen verklaard.)
(Bij eerste stemming gekozen).
(Bij eerste stemming gekozen).
(Bij eerste stemming gekozen).
(Bij eerste stemming gekozen).
S. d.
(De namen waarachter een j- geplaatst a?
is zijn die van leden welke het
district in de af te treden Kamer 5
vertegenwoordigden)
Jhr. Mr. A. P. C. v. Karnebeek, I.
A. W. F. Idenburg, a.
Jhr. Mr. J. Roell, I.
Mr. D. A. P. N. Koolcn, r.k.
J. H. A. Schaper a. d. -J-
Dr. D. Bos, v. d.
G. L. van der Zwaag s.d.
A. S. Talma, a.
Dr. D. Bos, v. d.
H. H. van Kol, a.
K. de Boer Cz., I. j-
Mr. M. Mendels, a. d.
G. Zijlma, I.
J. C. Wirtz, a.
Mr. H. Goeman Borgesius, I. f
R. P. J. Tutein Nolthenius, I.
2710
2088
1932
1586
2110
1852
1995
1548
(Bij eerste stemming gekozen).
(Bij eerste stemming gekozen).
(Bij eerste stemming gekozen).
(Op 4 Juni gekozen verklaard.)
(Op 4 Juni gekozen verklaard.)
(Op 4 Juni gekozen verklaard.)
(Bij eerste stemming gekozen).
2496
2104
3025
1840
(Bij eerste stemming gekozen).
2811
2403
2874
2480
(Op 4 Juni verkozen verklaard).
(By eerste stemming gekozen).
(Bij eerste stemming gekozen).