BIJVOEGSEL
Ter Meuzensche Courant
Zaterdag 1 Juni 1901. No. 4078.
Engeland en de Z.-A. Republiek.
2) 3 -D !L 3 25
Gemengde berichten.
Een Russisch blad, de ,/Petersburger Ztg."
deelt mee, dat de heeren Leyds en Muller als
vertegenwoordigers van de twee Zuid-Afrikaansche
republieken een beroep hebben gedaan op bet
internatiouale hof van arbitrage, om door scheids-
rechterlijke beslissing een einde aan den oorlog
te maken. Zij zijn bereid, zich onvoorwaardelijk
aan de uitspraak van het hof te onderwerpen en
hebben in herinnering gebracbt, dat de republieken
altoos verlangd hebben, zulk een weg tot over-
eenstemming te bewandelen. De Boerenrepublieken
zijn de eersle, die een beroep doen op het
internationale hof zij hebben hun verzoek dadelijk
gedaan na de officieele mededeeling dat het hof
ge'iustalleerd was. Van het verzoek is aan alle
Staten mededeeling gedaan, onder bijvoeging, dat
in de internationale overeenkomst een bepaling
is opgenomen, volgens welke de werkzaamheid
van het hof zich ook kan uitstrekken tot ge-
schillen tusschen staten die de besluiten van de
Vredesconferentie niet hebben onderteekend of
tusschen zulk een staat en een die de besluiten
wel heeft geteekend, als beide partijen zijn over-
eengekomen zich tot het internationale hof te
wenden.
Elke poging om op eervolle wijze een einde
aan den oorlog te maken, moet natuurlijk toege-
juicht worden.
In de Kaapkolonie maken de Boeren het den
Engelschen nog verbazend lastig, zoo zelfs, dat
de „Times"-correspondent te Pretoria naar Cradock
is gereisd om eens poolshoogte te nemen. Veel
geruststellends kon hij niet meldenhet verzet
was bedenkelijk toegenomen.
Het staat vast, dat Kreutzinger in den Oranje-
Vrijstaat geweest is, waar hij met de Wet heeft
gesprokenvervolgens is hij de Oranjerivier weer
overgetrokken ten westen van Aliwal Noord,
waarschijnlijk zonder de Wet; naderhand is hij
zuidwaarts opgerukt met een strijdmacht van 700
man, die Gorringe's troepen tevergeefs trachtten
tegen te houden bij Stormberg. Vervolgens trok
Kreutzinger naar Maraisburg, in den omtrek een
Britschen post van 41 man overrompelend, die na
een hardnekkig verzet gevangen werd genomen,
en eenige dagen geleden stond hij op 85 KM.
ten noordoosten van Cradock, met Scobell's kolonne
tegenover zich.
Kreutzinger's doel is klaarblijkelijk, zegt
de correspondent een der dorpen in het midden
van de Kaapkolonie te overvallen, waar zijn volge-
lingen zich van al het noodige kunnen voorzien.
De correspondent verwacht binnenkort belangrijke
gevechten in den omtrek van Cradock, en een
gewichtigen keer in den inval.
Het voortdurende succes van Kreutzinger tracht
de correspondent te verklaren uit de omstandig-
heid, dat het land wemelt van geestverwauten,
die hem op alle mogelijke wijzen behulpzaam zijn.
In den Vrijstaat hebben de Engelschen weer
eens schoongeveegd. Den 24 is generaal Elliott
nit Krooustad te Harrismith aangekomen. Hij
had de streek degelijk schoongeveegd en 1700
paarden, 2000 stuks vee en enkele vluchtelingen
meegebracht. Er is echter een //maar" bij dit
FEUILLETON
1} -
ffDus zooals ik reeds zeide ge moogt
den moed niet laten zinken, mijnheer de graaf
Zonder de kundigbeden van mijn collega's gering
te schatten, moet ik toch zeggen, dat zij het ge-
val wat al te donker inzagen. Onder zijn grootte
kunnen wij uw staar nog genezen, geloof ik,
maar wij zulleu eerst moeten wachteu, tot die op
het rechteroog ook rijp is geworden. Gij kunt
dus getroost de terugreis aanvaarden, of beter
nog kon tijdelijk hier te Berlijn wonen, bij-
voorbeeld voor een half jaar. Kom dan dikwijIs
bij mij, maak dagelijks een rijtoer, zoek zooveel
mogelijk afleiding. En nu, vaarwel, mijnheer
de graafTot wederziens, waarde dokter.
De kleine professor wenkte nogmaals een groet
en verdween daarop weder achter het gordijn.
Graaf Reichenau leunde zacht op den arm
van zijn geleiderlangzaam gingen zjjj de
trap af.
Het was een prachtige voorjaarsdag. De zon
schitterde aan den helderen, blauwen hemelhaar
licht speelde tusschen de groene bladeren der
boomen en de lucht was vervuld met den heer-
lijke gear der bloemen. De breede Promenade
was vol vroolijke menscben. Op den rijweg
volgde de eene equipage na de andere. Jonge
en jong schijnende dames in lichte zomerkleedij,
heeren te paard, knappe wielrijdsters, grijsaards,
oude dames, zieken, herstellenden alien ver-
kwikten zich in de heerlijke stralen der zon.
overwinningsbericht. De afdeeling van Elliott werd
langs den geheelen weg door de Boeren beschoten
en leed eenig verlies. Hoe groot dit was wordt
niet gemeld.
Een bewijs al weer, dat de activiteit der Boeren
niets te wenschen overlaat, 't geen trouwens uit
alle berichten blijkt. Vooral tegen de kaffers,
die zij als medestrijders bij de Engelsche kolonnes
vinden, treden zij streng op. Sommigen krijgen
den kogel, anderen worden gevangen genomen en
afgeranseld, want de Boeren weten te goed, hoe
gevaarlijk het is, de kaffers met de wit-menschen
op £en lijn te stellen.
In het oosten van Transvaal doen de Engelschen
voortdurend vergeefsche pogingen, om de Boeren
het trekken naar het noorden te beletten. Uit
de telegrammen blijkt, dat weer twee groote
commandos aan Blood's troepen ontsnapt zijn.
Steynsdorp, aan de grens van Swaziland, is door de
Boeren ontruimd, die naar het zuidelijke gelegen
Amsterdam zijn getrokken.
De Boeren hebben een trein laten ontsporen
aan de Delagoalijn, 130 KM. beoosten Middelburg.
Zij vuurden op den trein alvorens deze tot
stilstand kwam en schoten vier invaliden van de
Welsh fuseliers dood en wondden er drie. Na
den trein geplunderd te hebben, trokken de
Boeren weer weg.
Ben Viljoen moet tusschen Ermelo en Bethal
staan.
Naar de M. Ct. meldt liep te Middelburg
jl. Donderdagmorgen omstreeks half tien, achter
de Houttuinen, eene vrouw, die aan verstands-
verbijstering leed, haar huis uit en te water.
Haar man, die haar te hulp snelde, kwam daarbij
op de in de gracht liggende balken terecht en
bezeerde zich zoo ernstig dat hij zelf hulpbe-
hoevend werd. Een fietsrijder, die toevallig
voorbijkwam, verleende toen bijstand, weldra door
een jongmaatje geholpen. De eerste haalde den
man boven water en de tweede redde de vrouw,
die reeds onder de balken geschoten was.
De vrouw werd naar haar huis gebracht en de
man in het Militair hospitaal ter verplegiug
genomen.
Aan den avond van den dag, waarop deze
week te Goeg het turnfeest en festival was gevierd,
ging een bezoeker, die daar vreemd was, even
buiten de stad een verkeerden weg nit. Hij
arriveerde ter plaatse, waar men vodr eenigen
tijd de modder heeft gestort uit de uitgebaggerde
grachten. Het steigertje, dat naar die modder
leidde, zag hij in het duister voor een mooi effen
pad aan, waarover hij goed gaan kon. Maar tot
zijn grooten schrik stortte hij in eens er af en
zonk tot onder de armen in de modder. Met den
besten wil en de ijverigste pogingen kon hij er
niet uitkomen, zoodat hij den ganschen nacht in
zijn benarde en geurige positie moest blijven.
's Morgens van den volgenden dag werd hij door
eenige voorbijgangers daaruit verlost.
Te Ierseke kwam in het begin van Mei uit
Gelderland een kind, dat aan mazelen lijdende was.
Den 13den Mei kregen 3 kinderen uit de familie
van dat kind dezelfde ziekte, en thans heerscht
deze epidemisch. Reeds zijn meer dan 100 kinderen
aangetast.
Een te Utrecht wonende familie werd dezer
dagen verrast met een groote taart, die vanwege
een bekenden confiseur bij haar werd bezorgd.
Daar men echter niets had besteld en er geen
aanleiding bestond een dergelijk geschenk te kunnen
Graaf Manfred zuchtte. Zijn schoon, jeugdig
gelaat, zooeven nog bezield door nieuw opgewekte
hoop, vertoonde nu een onuitsprekelijke treurige
uitdrukking.
nO God", riep hij plotseling op klagenden toon
z/geef mij toch het licht der oogen terug Waar-
om moet ik alleen in eeuwigen nacht op deze schoone
aarde rondwandelen Ik verlang het gezicht niet
om te zien naar de heerlijke kunstwerken, door
menschenhand gemaakt, maar wel om uwe wonder-
werken weder te aanschouwen. Den blanken hemel
met zijn peillooze diepte wil ik zien, en de sterren,
die als diamanten fonkelen en de prachtige bloemen,
wier geur mij zoo menigmaal geeft verkwikt. En
dan wil ik haar zien, wier schoone, blauwe oogen,
dikke vlechteu en rozige lippen door de dichters
geprezen worden Zeg eens dokter, is het waar
Mijn hoofd is zoo in verwarringik weet niet,
of het misschien slechts verbeelding van me is
sprak die man zooeven van hoop p"
//Wel zeker, Manfred, stel u daaromtrent gerust,"
verzekerde doctor Ebhardt onmiddelijk. /Professor
Schweigger was vol hoop op een goeden uitslag.
Hij is een autoriteitik geloof, dat wij ons met
vertrouwen aan zijn behandeling kunnen onder
werpen."
z/Sprak hij niet van een half jaar
//Hij zei, dat wij ons voor een half jaar te
Berlijn moeten vestigen, opdat hij u beter zou
kunnen gadeslaan."
*/Ja, nu herinner ik het mij.Maar hoe
zal ik dat kunnen uitstaan Die drukte, dat
rumoer om mij heen maakt mij van streek. Met
geheel mijn hart word ik naar Reichenau ge
trokken. Ik wil niets hooren dan het klagend
geruisch der golvenik wil geen afleiding, ik
verwachten, begreep men dat er een vergissing had
plaats gehad en waarschuwde den afzender. Van
dezen kwam echter bericht terug, dat de taart
namens de familie was besteld. Daarna worden
er bijna dagelijks allerlei vleeschwaren, gebakjes,
wijn enz. bij dezelfde familie aan huis bezorgd,
die deze zoude hebben doen bestellen, doch waar-
van haar niets bekend is.
Men vermoedt in deze de wraak eener vroegere
dienstbode te moeten zien.
Wellicht dat door de hulp der politie aan het
zaakje een einde zal komen.
Beter laat dan nooit 1 Te Schipluiden is
verleden week Vrijdag feest gevierd ter eere van
het huwelijk der Koningin.
Men meldt uit IJlst
Het zesjarig zoontje van den verver A. J. P.
alhier speelde Woensdsgvoormiddag met lucifers
en stak eindelijk den brand in een verfpot. In
minder dan een oogenblik stond de geheele verf-
winkel in vlammen. Het was gelukkig vrij stil
de vlam sloeg evenwel nog naar een belendende
boerenschuur over, die eveneens geheel afbrandde.
De brand weer kon weinig anders doen dan de
aangrenzende perceelen beschermen. In een half
uur tijds was alles afgeloopen.
Te Winschoten heeft zich eene commissie
van dames en heeren gevormd, om met het oog
op de leerplichtwet voor de arme ouders het school-
gaan hunner kinderen, die anders op een broertje
of zusje moesten passen, mogelijk te maken, door
voorloopig pleeghuizen te zoeken, maar met het
doel om te geraken tot een algemeene kinderbe-
waarplaats, zooals die reeds in menige plaats bestaat.
Te Steenwijkerwold heeft een persoon, werk-
zaam aan de boterfabriek aldaar, een ander met
een mes in de linkerzijde gestoken. Vermoedelijk
is een slagader doorgesneden de geneesheer vreest
voor het ergste. De dader is onder bewaking der
politie gesteldde justitie te Heerenveen is ge-
waarschuwd.
Te Diemen is overleden de heer J. M., die
ongeveer 50 jaren lid van den raad was en, hoewel
hij sinds vele jaren het ongeluk had blind te zijn,
werd zijn mandaat voortdurend vernieuwd.
Te Scbeveningen werd een gedeelte van een
den vorigen dag gemetselden muur weggebroken om
een gevangene de vrijheid te hergeven, die den
ganschen nacht luid hoorbaar had te kennen ge-
geven gaarne uit haar minder aangename positie
verlost te willen worden. De gevangene was
een kat, die zich den vorigen nacht onopgemerkt
tusschen de oude fundeering van het afgebroken
perceel te slapen had gelegd en nu des morgens
werd ingemetseld zonder dat haar aanwezigheid
door de werklieden was opgemerkt. In den stillen
nacht leidde haar klasglijk gemiauw tot de ont-
dekking van haar treurigen toestand en tot vreugde
harer eigenares werd poeslief nu ongedeerd uit
haar gevangenis ontslagen.
Op den Jutfaaschen weg te Utrecht werd
Dinsdagnacht omstreeks halfeen zekere S. onver-
wacht door vier personen aangevallen en geducht
mishandeld. S. heeft namelijk sedert eenigen tijd
verkeering met een meisje, dat te Jutfaas woont
en wier hart vroeger aan een zijuer aanvallers heeft
toebehoord, die het maar niet kon vergeten, dat
zij hem ontrouw is geworden voor een //stadsche."
Meermalen werden S. en zijn meisje dan ook reeds
met slagen bedreigd doch tot daden kwam het
tot heden niet. Ditmaal schijneu zij echter 8.,
die bij zijn beminde op bezoek was geweest, op
den terugweg naar huis te hebben opgewacht,
althans zag deze zich opeens omsingeld door zijn
verlang niets dan een plekje grond, waar men
mij met mijn ongeluk alleen laat."
»Dat zullen wij hier ook vinden," troostte de
dokter. //Natuurlijk blijven wij niet in het hotel. Ik
zal een geschikt huis zoeken, waarin u geheel volgens
uw gewoonte kunt leven. In de stadswijk bij den
Thiergarten zijn ook huizen met mooie tuinen."
#Ach ja, bezorg mij een stille, afgelegen woning,
een kleine villa met geurige bloembedden, niet
te ver van de cliniek verwijderd. Och, wat zullen
wij daar dikwijls heen moeten Als de professor
wist, welk een marteling die bezoeken voor mij
zijn, zou hij er niet zoo hardnekkig aan vast-
houden. Ik begrijp niet, waarom hij niet bij mij
kan komen."
z/Ba, dat kan ik niet gelooven. Maar wat scheelt
er aan, dokter Waarom blijft ge stilstaan
Doctor Ebhardt was bij de plotselinge uiting
der smart van den blinde een zijstraat ingeslagen,
en bleef opeens voor een hek staan, dat een tuin
afscheidde van den openbaren weg. Zijn aandacht
werd getrokken door een zeer hoog, ouderwetsch
huis, een eind van den weg in een tuin gebouwd,
en omringd door een met frisch groen begroeide
veranda; dat huis met zijn ouderwetsche groene
vensterluiken in een lusthof met bloeiende kamper-
foelie, en wilde rozen, beantwoordde geheel aan de
wenschen van den blinde. De ruime tuin rondom het
huis was rijk aan schaduw en bevatte zulk een schat
van geurige bloemen, als men slechts zelden vindt.
z/Neem me niet kwalijk, Manfred", sprak de
dokter, //maarhet is eigenaardig. Uw wensch
naar een rustige woning schijnt spoedig vervuld
te zullen worden. Ik sta voor een lief huis met
een mooien tuin, bijna zoo mooi als die te
Reichenau en hier lees ik op een aangeslagen
medeminnaar en diens makkers, terwijl het van
alle kanten slagen regende, zoodat de aangevallene
weldra als versuft tegen den grond lag.
Op het rumoer was inmiddels een agent van
politie komen opdagen, waarop de aanvallers
ijlings in een gereedliggend bootje sprongen en
onder allerlei bedreigingen naar de overzijde
roeiden, waar zij voorloopig buiten het bereik
der politie waren.
S. bleek bij nadere beschouwing behalve eenige
kneuzingen, een diepe snede over het gezicht te
hebben bekomen, zoodat hij naar het ziekenhuis
moest worden gebracht.
Tegen de vier helden is proces-verbaal opge-
maakt.
Een tamboer van het 6' reg. inf. te Breda
was sedert Zaterdag niet teruggekeerd in de kazerne.
Vermoedelijk uit vrees voor de hem wachtende
straf sprong hij Dinsdagavond in de haven, waaruit
hij echter door eenige mannen in een bootje
spoedig werd opgehaald. Toen hij op het droge
was gebracht, drong hij door zijn redders heen
en stortte zich weer in het watei. Voor de tweede
maal is hij er uit gehaald.
Het in ons vorig nommer medegedeeld onge
luk te Hintham heeft zich als volgt toegedragen.
Een 16jarige jongen wilde een jong vogeltje vangen.
Het beestje zette zich neer tusschen de rails van
de tramlijn. In zijn jacht dacht de jongen zeker
niet aan het groot gevaar, dat hem dreigde, want
juist op het oogenblik dat hij meende het beestje
te hebben gevangen, greep hem de tram, met het
gevolg, dat hij er onder raakte, de locomotief en
twee wagens hem over het lichaam gingen en hem
een been ter hoogte van de dij werd afgesneden,
66a arm op twee plaatsen werd gebroken en hij
nog aan andere lichaamsdeelen deerlijt werd ver-
wond. De jongen heeft de vreeselijke pijnen niet
kunnen doorstaan, want eenige uren later was hij
reeds overleden.
Van Kaap Nome, Alaska, komt het bericht
dat men bij het uithakken van ijs uitde Behring-
zee over een uitgestrektheid van eenige honderden
kilometers langs de kust rijke goudaderen heeft
ontdekt. Het zijn de eerste onderzeesche goud-
mijnen, die bekend zijn.
Zondagochtend is er in Whitechapel een
moord begaan, die zeer aan de bekende moorden
van Jack the Ripper, in 1888, doet denken. Het
slachtoffer is een vrouw van 28 jaar, die met een
manspersoon den nacht doorbracht in een huis in
Dorsetstreet. De politie heeft geen spoor van
den dader kunnen ontdekken. De eigenaar van
het huis in Dorsetstreet had niets bizonders ge-
hoord. 's Morgens vroeg werd de moord ontdekt.
Te Dresden is een reusachtige boom in den
Grossen Garten, welks ouderdom op 300 jaren
geschat wordt, plotseling topzwaar geworden en
op klaarlichten dag, terwijl er veel menschen in
het park wandelden, op den grond geploft. Het
was een wonder dat er niemand verpletterd werd.
De boom was volkomen gaafmen veronderstelt
dat de vochtige grond den boom niet lauger heeft
kunnen houden.
Een zekere Fauchor, artillerist bij het haven-
commando van Cherbourg, werd wegens insubor
dinate voor den krijgsraad gebracht. Hij werd
tot opsluiting veroordeeld. In de gevangenis
wekte hij de bewondering van zijn bewaarders,
door allerlei goochelstukjes met kaarten. Maar
lest-best meende Fauchor, en hij stelde zijn be-
wakers voor, om den geheelen inhoud van hun
portemonnaie van een kroes in zijn eel naar een
andere eel te doen verhuizen.
De eenige voorwaarde, die hij stelde, was, dat
zijn bewakers in de aangrenzende eel, die leeg
bord //De net gemeubileerde bovenverdieping van
deze villa is te huur voor stille menschen. Vrij
gebruik van den tuin, stalling, eigen balkons
Het huis schijnt aan eene dame toe te behooren
boven den ingang van het hek lees ik ^Kweekerij
en handel in afgesneden bloemen, van Davida
Imhoff.
»Ga er op af, dokter, ga er dadelijk op af!"
drong de blinde. ^Wat een gelukkig toeval,
dat ge deze straat ingeslagen zijt
Dokter Ebhardt aarzelde nog.
ffMaar Manfred, ge kunt hier onmogelijk
alleen blijven. Zou het niet beter zijn, wanneer
ik straks alleen er op afging
z/Neen, neen," antwoordde graaf Manfred op-
gewonden. //Geen uitstel Breng mij binnen
het hek en ga dan vooruit. Als het pad goed
is, zal ik u langzaam volgen."
De dokter maakte het tuinhek open.
z/Het lijkt me, of ik ginds het gewaad van
eene vrouw tusschen de boschjes door zie; mis
schien is dat mevrouw Imhoff zelf. Als ge het
goedvindt, ga ik dadelijk naar haar toe."
Graaf Manfred knikte toestemmend met
zijn stok voor zich uittastende volgde hij den
dokter.
Ebhardt liep rechtuit in de richting, waar hij
de dame dacht te vinden hij kwam langs vrucht-
boomen van allerlei soort, langs leiboomen in
voile bloemenpracht, ook voorbij een linnen tent
waarin een tafel stond bedekt met draden, staaf jes,
ringen en bindgaren. Voor die tent stonden
handwagens gedeeltelijk beladen met manden vol
bessendaarnaast zag men korven, bloemenkasten,
kuipjes en potten van allerlei soort.
(Wordt vervolgd).
VAN DE
VAN