Door vijf en veertig hoogleeraars aan Rus-
sische hoogescholen, mannen van wetenschap,
schrijvers, publicisten en journalisten, waaronder
bekende namen voorkomen, is een soort protest
aan de Europeesjhe pers gericht, onder wie zooals
reeds te verwacbten was weer een onaangenaam
licht valt op de groote ruwheid, waarmede de
ordebewaarders te Petersburg bij de jongste op-
stootjes zijn opgetreden. Zoo wordt een Seschrijving
gegeven van het tooneel, dat 17 Maart op het
Kazanplein werd afgespeeld. De politie wierp
zich op de weerlooze menigte, mannen, vrouwen
en kinderen en begon met schandelijke ruwheid,
zonder eenige uitdaging van de zijde van het
publiek, op hen in te slaan. De kozakken sloegen
met hun zwepen en reden de menschen onder den
voet. In het wilde werden de burgers gevangen
genomen en dan met de vuisten of met de sabe]
geslagen. Zelfs officieren in uniform werden mis-
handeld.
In de laatste dagen was een Fransch korpo-
raal van het koloniaal leger, zekere Derrat, uit
zijn korps verdweuen en als deserteur opgeschreven.
Zondag werd hij gevonden in een diepen put, een
soort van afgrond, waarin hij zeide geva'len te zijn.
De ongelukkige was bedekt met ongedierte en
half dood. Hij beweert dat hij gedurende de
acht dagen dat hij in de put lag, niets had ge-
geten dan wortels en kruiden.
Er wordt nu onderzocht of de man de waarheid
gesproken heeft.
Een hevjge brand heeft te Marche-les-Dames,
bij Namen, eeue naphtalinefabriek vernield. Men
heeft groote moeite gehad om de aangrenzende
huizen te beschermen. Een zestigtal v»erkliedtn
zijn hierdoor broodeloos geworden.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
Vergadering van Donderdag 28 Maart 1901.
Voorzitter de heer J. A. P. Geill, burgemeester.
Aanwezig de heeren Moes, Harte, Wieland, Visser, Van
der Hooft, De Koeijer, Grenu, Dees en de Jonge.
Afwezig de heeren Van de Velde met kennisgeving, de
heeren Van den Hoek en Van IJsselsteiju wegens ziekte,
en de heer De Feijter, zonder kennisgeviDg.
Na opening der vergadering leost de secretaris de notulen
der voorgaande, die worden goedgekeurd.
Alsnu stelt de Voorzitter aan de orde
1 Ingekomen stukkrn
n. Een schrijven van Ged. Staten van Zealand dd. 16
Maart 1901, rvaarbij mededeeling wordt gedaan van hnn
besluit lot afwijzing der reclame tegen zijn aanslag in den
hoofdelijken omslag van J. Bootsgezel.
I». Een schrijven als voren dat is afgewezen de reclame
tegen den aanslag in den hoofdelijken omslag van G. Bnijze.
c. Wordt overgelegd het proces-verbaal van de door
Bnrg. en Weth. den 25 Maart 1901 gehouden kasopname bij
den gemeente-ontvanger. Er was in kas 180,32, overeen-
komende met de vertoonde bewijzen.
<1. Een adres van J. A. Klaassen, gemeente-ontvanger
van- en wonende te Ter Neu2en
dat hij, door aankoop, eigenaar is geworden van het op de
bijgaande teekening aangegeven perceel (deel van het kadas-
trale perceel sectie C no. 3910),
dat hij in dat perceel in noordelijke richting eene straat
wenscht aan te leggen, ter lengte van ongeveer 71 M. en
ter breedte van 4,5 M., om die te bekeien met recoupins
fa^onndes van 9 bij 15 c M.
dat hij die straat zou voorzien van 6 syphons en deze
verbinden zou met de bestaande riolen
dat hij achter de Grenulaan leggen wil eene riool van
cement-ijzeren of Engelsch aarden buizen ter wijdte van
30 cM. met de noodige zinkputten.
Redenen waarom hij zich wendt tot den Raad met het
beleefd verzoek hem vergunning te willen verleenen, tot
de nitvoering der voorschreven werken, nader aangeduid door
de overgelegde teekening en b tot het bouwen ter weerszijden
van do bedoelde straat.
Uit de overgelegde teekening blijkt dat bedoelde grond
besloten ligt tusschen de Tholensstraat, de Grenulaan, de
bijzondere school en den Verlorenhoek.
De Voorzitter geeft namens het Dag. Best, in overweging
toe te Maun het maken van het riool achter de Grennlaan,
in afwijkiDg van het voorschrift dat het riool in de aan te
leggen straat moet worden gelegd, onder voorwaarde dat
voor de gemeente te alien tijde de toegang tot het riool ge-
waarborgd wordt. Het verdient aanbeveling om het riool
achter de huizen goed te keuren. De eene huizenrij kan
nitwateren op het riool achter de Tholensstraat en het nieuw
te maken riool achter de Grenulaan kan dan ook dienst doen
voor de daar itaande huizen, terwijl daarvoor, als het riool
in de straat moest gelegd worden, onderdoor de te bonwen
perceelen aansluiting zon moeten worden gevonden, wat on-
wenscht is.
Verder wenscht het Dag. Best, voor te schrijven een andere
plaatsing der zinkputten dan volgens de teekening, daar ze
dan te wijd uit elkaar zouden komen, n.l. meer dan 30 Meter,
hoewel 30 M. voldoende mag geacht worden is het niet
wenschelijk dat die afstand overschreden wordt.
Nu moet door den Raad worden bepaald de breedte der
straat Adressant verzoekt deze te mogen maken op een
breedte van 4,50 M. De verordening schrijft voor dat ook
ter weerszijden van de straat moet gerekend worden op trottoirs
van ten minste 0,75 en ten hoogste 1 M. Nn blijkt even-
wel niet uit de overgelegde teekening of het verzoek, dat
hier op trottoirs gerekend is, zoodat ook een maatregel
zon moeten worden genomen dat het maken van trottoirs
verzekerd wordt.
De heer Wieland meent dat het hier betreft het maken
van een slop, een straat die doodloopt en nadat hem dit is
toegestemd vraagt hij of dan eene breedte van 4,50 M.
voldoende is, voor het draaien eener kar.
De heer Visser antwoordt ontkennend. Daarvoor is 5 Meter
noodig
De heer Wieland is van gevoelen dat er toch op gerekend
moet worden, dat een gewone kar er in kan draaien De
vnilniskar en de modderwagen zullen er moeten komen,
terwijl ook de bewoners al eens een kar kolen zullen thuis
krijgen, welke karren wanneer de straat te smal is om te
draaien er wel achternit in of uit zouden moeten rijden en
dat is zeer lastig in een straat van 71 M. lengte.
Maar er is nog iets. De toegang tot de te maken straat
zal loopen door een straat die nog niet verhard is. Wie
zal dat moeten doen, vraagt spreker. De eigenaar Of rust
er ten deze nog eenige verplichting op de gemeente, tengevolge
eene gedane belofte.
De Voorzitter verklaart dit laatste wel gehoord tehebben,
ofschoon uit geen enkel contract blijkt, dat dit het geval is.
Nu weet hij wel, dat deze zaak voor eenige jaren in eene
raadszitting is besproken.
De heer Grenu In 1894.
De Voorzittermaar uit geen enkel contract blijkt dat de
gemeente ten aanzien van dat straatje, de Verlorenhoek,
^enige verplichting op zich genomen heeft.
De heer Grenn merkt op. dat die straat er reeds lag vddr
het tot standkomen der bouwverordening. dat de gemeente
raad heeft besloten met andere straten, ook deze te aanvaarden
en dat de notulen dit wel zullen nitwijzen. Aan wie de
schuld ligt, dat die straat niet in het contract is opgenomen
weet hij niet, maar in ieder geeal is daartoe besloten.
De heer Wieland, op het adres terugkomende, merkt op
dat het hier betreft het maken van een doodloopende straat
en meent dat de Raad daarom maar moeilijk kan toestaan
deze zdo smal te maken dat er geen kar in kan draaien.
De Voorzitter: Als er ter weerszijden trottoirs of stoepen
van 0,75 M. worden aangelegd zou de breedte tusschen de
huizen 6 Meter worden en dan is het voldoende om met een
kar te draaien. De stoepen komen toch bij de breedte van
de straat.
De heer Wieland We kunnen aannemen dat de onder-
nemer eok wel een breedere straat zou aangeven als de
rnimte het toeliet, doch dan zou er maar voor den rij huizen
ruimte overschieten.
De Voorzitter stemt toe, dat, wanneer de straat breeder
moet worden, het overschietende te smal wordt voor twee
rijen huizen.
De heer Wieland Maar als hij dan aan het eind der straat
eens een open plaats liet, waar de voertuigen konden draaien
De Voorzitter: 'Dat zou wel kunnen, maar dan heeft men
nog geen trottoirs, die door de bouwverordening geeischt worden
De heer Wieland: Ja, zoo'n smalle straat is eigenlijk
ongewenscht ook, want dan kijkt men bij z'n buurman op tafel
De heer Visser d elt mede dat het in de bedoeling van
den aanvrager ligt om ter weerszijden van de straat trottoirs
van 0,75 M. aan te leggen.
De Voorzitter merkt op dat het ook geen slop behoeft te
worden, doch dat adressant de aan te leggen straat in ver-
binding met de Tholensstraat zon kunnen brengen door het
aan het eind van den grond in die straat staande huis aan
te koopen.
De heer Visser en enkele andere leden merken op dat dit
wel niet geschieden zal, uithoofde het daarvoor te brengen
groote financieel offer.
De heer Moes herinnert, dat voor het straatje van De
Feijter is tocgestemd in eene breedte van 4,50 M., benevens
stoepen van 0,75 M. ter weerszijden, en meent dat de Raad
daarmed op de grens gekomen is van hetgeen kan toegestaan
worden. Daar bij De Feijter gold het slechts een straatje
van een 20 M maar hier wordt de straat 71 M. De
toestand is dus toch reeds ongunstiger, waarom hij bezwaar
zou gaan maken om zijn stem voor inwilliging van het
verzoek uit te brengen als een mindere breedte dan hiervoren
genoemd werd aangegeven.
De heer Wieland 't Spreekt vanzelf, hoe minder straat,
hoe meer bouwgrond de ondernemer verkoopen kan, maar
wij mogen daarvoor de belangen der gemeente toch niet over
't hoofd zien
De Voorzitter formuleert alsnu het voorstel van het Dag.
Best, als volgttoe te staan het leggen van het riool achter
de Grenulaan, doch de zinkputten te maken ter plaatse als
door het Dag. Best, op de teekening nader is aangeduid (op
afstanden van 30 M.) onder voorwaarde dat die zinkputten
ten alien tijde vanwege het gemeentebestuur kunnen bezocht
wordengenoegen te nemen met het aanleggen der straat
op eene breedte van 4,50 M mits ter weerszijden van deze
te bekeien breedte trottoirs worden aangelegd ter breedte
van 0,75 M., welke dan bij de openbare straat komen.
Naar aanleiding dezer laatste woorden merkt de Voorzitter
op dat door Burg en Weth. geen vergunzing meer verleend
wordt voor het afsluiten van stoepen. Waar het thans zoo is,
wordt het bestendigd, doch nieuwe verzoeken worden afge
wezen, daar de stoepen bij de straat behooren
Het voorstel van het Dag, Best, wordt hierna met algemeene
stemmen aangenomen.
e. De Voorzitter deelt mede dat van de heeren die be-
noemd zijn tot lid der commissie tot wering van schoolver-
zuim in de kom de benoeming slechts is aangenomen door
L. J. de Vries en F. Elve, en voor de commissie te Sluiskil
alleen door Th. M. Fermont. De overige heeren hebben deels
bericht gezonden dat zij de benoeming niet aannemen en deels
door het niet zenden van bericht binnen 8 dagen na ontvangst
der kennisgeving daarvan blyk geven.
Het is dus noodig om nog 7 leden te benoemen voor de
commissie in de kom en 4 voor die te Sluiskil.
Alvorens voorstellea te doen om het aantal leden der
commissie te verminderen, uit overweging dal, zooals nu blijkt,
het noodige getal niet gemakkelijk zal te vinden zijn, wil het
Dag. Best, toch eerst nog trachten volledige commissien te
bekomen.
Ter benoeming worden aanbevolen, voor de commissie in de
kom, als eerste candidaten S. van Rees, Jac. de Bruijne Jacz.,
P. J. de Deckere, Jac. Huijssen Jacz., C. L. Oostdam, D.
van den Ouden en G. van Nunen als tweede candidaten
Abr. Tholens Danz., Aam. de Bruijne Mz., V. E. Galle, P.
Bakker, P. L. Los, P. Brevet en J. F. Burm.
Tot stemming wordt overgegaan, waarvan de uitslag is dat
worden benoemd Van Rees, De Deckere, Oostdam en Van
den Ondeu met 9 en Jac. de Bruijne, Huijssen en Van Nunen
met 8 stemmen.
Aam. de Bruijne, P. Bakker en Rommel verkregen ieder
1 stem.
Voor de commissie te Sluiskil worden aanbevolen, als eerste
candidaten Jacob Nijssen, Anth. van Wijck, N. J. Imandt
en Adr. Kooman als tweede candidaten A. J. Faas, P. H.
de Jonge van den Broecke, P. Kielman en A. Brakman.
Tot stemming wordt overgegaan, waarvan de uitslag is dat
benoemd worden Nijssen, Imandt en Kooman met 9 en
Van Wijck met 8 stemmen
De Jonge van den Broecke verkraeg 1 stem.
2. Wijziging van het besluit tot instelling van commissien
tot wering van schooherzuim.
De Voorzitter geeft lezing van het vroeger genomen besluit
waarbij werd bepaald dat in Ter Neuzen twee commissien
tot wering van schoolverzuim zonden worden gevormd, eene
voor de kom met Driewegen, bestaande uit 9 en eene voor
Sluiskil, bestaande nit 5 leden.
Naar aanleiding van dit besluit is ingekomen een schrijven
van den Cominissaris der Koningin in Zeeland, waarbij Z.Exc.
opmerkt dat in het besluit niet nauwkenrig is omschreven
welke deelen der gemeente onder de commissien ressorteeren.
Bestaan er b.v. builen de genoemde nog andere gehuchten
Zoo ja, zelfs wanneer deze alien met name in het besluit
werden genoemd, zouden er zich nog gevallen knnnen voor-
doen dat er twijfel geopperd wordt, aan de bevoegdheid eener
commissie over een zeker deel der gemeente. Op grond
daarvan verzoekt Z.Exc. aan den Raad voer te stellen het
besluit te wijzigen of, indien daarmed volstaan kan worden,
het eerstgenomen besluit aan te vullen.
De Voorzitier deelt mede dat het Dag. Best, de opmerking
olkomen gegrond vindt Er zijn, of er ontstaan nog meer-
dere gehuchten aan den Baandijk staan al veel huizen en
ook aan de oerzijde van het kanaal is al veel bijgebouwd.
Het Dag. Best, heeft overwogen dat het't meest gewenscht
eene grens vast te stellen en daarvoor een geheel nienw
besluit te nemen.
Op grond daarvan stelt de Voorzitter voor om het besluit
tot instelling van twee commissien tot wering van school
verzuim van 24 Jan. 1.1. in te trekken en in het nieuwe
besluit tot het instellen der genoemde commissien te bepalen dat
onder de commissie te Ter Neuzen (kom) met Driewegen
zal behooren het deel der gemeente dat gelegen is ten Noorden
en ten Noordwesten van den as van de wegen over den
Binnendijk, het Langerek en den Hoogendijk tot aan de ge
meente Axel, bekend op den kadastralen legger der wegen
en voelpaden onder de nummers 30. 43 en 41 en onder de
commissie voor Sluiskil het deel der gemeente gelegen ten
Zniden en ten Zuid-Westen van de sub I genoemde grens.
In verband hiermede deelt de Voorzitter mede, dat dit de
beste grens is die naar het oordeel van Burg, en Weth.
kon gevonden worden. Zij begint aan de grensscheiding
met Hoek en eindigt aan die van Axel. Bnitendien gaan
thans de kinderen die in het tot de commissie van Sluiskil
gerekende deel wonen, meest alien daar ter school, met uit-
zondering van enkelen aan het tweede overzetveer, die in de
kom school gaan. De grens mag dus thans goed genoemd
worden. In de toekomst zal zich ook nog wel de vraag
opdoen, of het niet gewenscht is, in den omtrek van Drie
wegen eene school te stichten, daar het te voorzien is dat
door groote toename van het aantal schoolgaande kinderen
nieuwe schoolbouw niet zal knnnen uitblijven en het daar
met het oog op den verren afstand die vele kinderen uit die
omgeving moeten afleggen, niet ongewenscht zou zijn aldaar
eene school te stichten.
Met algemeene stemmen wordt het door het Dag. Best,
ingediende voorstel tot het vormen van 2 commission tot
wering van schoolverzuim en de daarin vervatte grensscheiding
goedgekeurd.
vraagt of met het oog op het door den Voorzitter gesproken.
dat yerdere mantr*™l»n j- 6 I RCllf
dat verdere maatregelen zullen noodig worden", het niet
mogehjk zou zyn om omheffing te verkrijgen van het aan
stellen van een onderwijzer meer en dan af te wachten wat
er verder zal moeten geschieden.
bo"! 7°°8?;T „amWTdt on'kennen<l i de wet eischt dat
boven de 311 kinderen bu.ten het hoofd zes onderwijzers aan
d« school verbonden zijn.
d„?8nheer 7ie,a"d V,raagt of het niet ge^nscht zou zijn om
dan nu aan die school een onderwijzer op te roepen met akt.
voor de Engelsche taal, dan kon dat daar, als het noodig is,
ook worden onderwezen. 6
De Voorzitter acht dit niet noodig. Als het voor het her-
hahngsonderwys noodig mocht blijken, kan het onderricht in
die taal, aan den heer Jurrij, tegen vergoeding, worden opge-
t lagen. Buitendien als men een onderwijzer met akte voor
Engelsch oproept, zou men wel /800 moeten geven.
De heer Wieland Zeker, maar ik meende dat het nu een
goede gelegenheid was om in de behoefte te voorzien
Z. h. s. wordt hierna het voorstel van het Dag. Best, aan
genomen om den post .bijdrage van het rijk in de kosten
van het lager onderwijs" wegens het aanstellen van een onder
wijzer meer aan school C, met f 200 te verhoogen.
De Voorzitter: Art. 4, subsidie van het rijk in de kosten
van het lager onderwijs, krachtens art. 49 der wet, wat w.
aangevraagd hebben tot een bedrag van 4300, zal moeten
vervallen. Ged. Staten melden dat ze niet knnnen adviseeren
om dit toe te slaan, met andere woorden we krijgen het
toch met. J6
Z. h. s. goedgekeurd.
Het totaal der ontvangsten wordt hierna met algemeene
stemmen vastgesteld op 60,482,20.
De VoorzitterOnder de ui'tgav
art 2 ui!8etrokken 240 van het vervoer van
400 MS. grond uit de gemeentehaven. Het Dag. Best,
wenschte dit te verminderen tot 200 M3. grond h 60 cent en
alsdan de post haven- en kanaalwerken met 120 te verminderen.
Aangenomen z. h. s.
De VoorzitterOnder artikel 3 is geraamd het lereren
van 6 gegoten ijzeren syphons h f 20. Het is aan het Dag.
Best, gebleken dat er nog 4 syphons van het vorig jaar over
zijn, zoodat die levering dit jaar wel achterwege kan bliiven
en ook dezen post met 120 kan worden verminderd.
Aangenomen z. h. s.
De Voorzitter Onder artikel 4 is uitgetrokken 200 Meter
rasterwerk achter de Nieuwediepstraat. Aangezien Burg, en
Weth in de begrooting voor 1900 nog een bedrag hebben
gevonden waaruit de kosten van de reeds geplaatste schutting
aan het erf der R. C. kerk kunnen bestreden worden, kan
thans volstaan worden met 100 M. rasterwerk en die post
dus ook met de helft of 248,50 worden verminderd.
Aangenomen z. h. s.
De Voorzitter Wij geven verder in overweging om de
onder afdeehng III van hoofdstuk III uitgetrokken posten
voor het maken eener rioleering van de Markt en het ver-
nienwen van het laatste gedeelte van de bestrating der
Noordstraat, ten bedrage van 2875,50 en 645,90 te laten
vervallen, daarvoor ook nog geene leening aan te gaan, maar
het werk met nit te voeren.
De heer Wieland vraagt of, waar nu van rernieuwing moet
afgezien worden, het niet mogelijk zou zijn om te onder-
zoeken of met kleine kosten de oude rioleering niet wat
verbeterd kan worden. Hij heeft er verder ook al over gedacht
dat het naar de kade brengen van de uitmonding ook be-
zwnar zal ondervinden.
De VoorzitterHet is wel jammer dat de rioleering
met kan gemaakt worden, maar 't is al jaren zoo geweest
en het kan dus nog wel wat wachten. De bestrating van
het deel der Noordstraat is nog zoo hard niet noodig, dat
oude gedeelte is nog al goed ingereden.
De heer Harte Ja, dat kan beter wachten dan de rioleering.
Z. h. s. wordt besloten deze posten te schrappen.
De Voorzitter: De post subsidie aan het Burgerlijk Arm-
bestuur moet van f 4600 op f 4500 worden verlaagd.
Het besluit daartoe is reeds vroeger door den Raad genomen
In verband met het genomen besluit om aan school C nog
een onderwijzer of onderwijzeres aan te stellen, moet de post
jaarwedden der onderwijzers met 600 worden verhoogd,
en gebracht op f 18,655,55.
Aangenomen z. h. s.
I)e VoorzitterKosten ran het plaatselijk schooltoezicht„
uitgetrokken op 35, zal in verband met de oprichting der
commissien tot wering van schoolyerzuim met 250 moeten
worden verhoogd, daar dat bedrag ongeveer voor presantiegeld
en salanssen zal moeten gebruikt worden.
Aangenomen z. h. s.
De VoorzitterIn een vroegere vergadering werd besloten
f 350 beschikbaar te stellen voor het onthalen derschoolkinderen
bij gelegenheid van het huwelijk van IIM. de Koningin.
Als kosten van openbare feesten kan dat bedrag thans op de
begrooting worden gebracht.
Aangenomen z. h. s.
De Voorzitter: Ingevolge de reeds aangehaalde onjuiste
bt-rekemng van hetgeen het rijk tegemoet komt in het salaris
van het hoofd van school C moet ook hier onder de uitgaven
de post terugbetaling van het te veel genotene in de onderwijs-
kosten verminderd worden met 100 en gebracht op 216,664.
Aangenomen z. h. s.
De Voorzitter: De uitgaven kunnen nu dus ook vast
gesteld worden op f 60,482,20. De post voor onvoorziene
uitgaven, die j 1020 heeft bedragen, kan thans worden uit-
ge rokken op 669,96J.
De gewijzigde begrooting wordt alsnu in zijn geheel met
algemeene stemmen aldus vastgesteld.
■4. De Voorzitter deelt mede dat heden en morgen het
school examen gehouden wordt an dat de leden dus. indien
zij dit wenschen, daarbij tegenwoordig kunnen zijn. Ook de
schoolcommissie zal zich doen vertegenwoordigen. Met school
A wordt begonnen.
S. Omvraag.
De heer De Koeijer vraagt of er nog geen schrijven gekomen
van Ds. Boone en zegt nadat de Voorzitter daarop
ontkennend heeft geantwoord, dat het verzoek thans wel zou
kunnen worden afgehandeld, want er zal toch geen nader
schrijven van Ds. Boone komen.
De Voorzitter merkt op dat het nog zeer goed kan komen
want deze zitting is nu nog al vlug op de vorige gevolgd,
Het Dag. Best, had niet het idee om die zaak heden te
behandelen.
De heeren Moes en Visser wenschen uitstel wegens onvol-
talligheid der vergadering.
De heer De Koeijer meende dat het thans moest behandeld
worden, als zijnde uitgesteld tot (le volgende vergadering.
De heer De Jonge was ook van meening dat zijn voorstel
in de vorige vergadering gedaan, thans zou behandeld worden.
De Voorzitter acht het evenals de heeren Moes en Visser
ongewenscht om deze zaak in zoo'n zwak bezette vereaderimr
af te handelen.
De heer Visser
denii.g.
De I oorzitter De zaak kan toch nog aangehouden worden
De heer De Jonge: Dan tot de volgende zitting?
De Voorzitter Dat hangt er van af I
De heer De JongeMaar, mijnheer de Voorzitter, mijn
voorstel is toch op wettige wijze in de vergadering gekomen.
Ik heb voorgesteld om, in navolging van den Staat, de gceste-
ly ken vrij te stellen.
De VoorzitterU verwart dat steeds, mijnheer De Jonge,
de Staat stelt de studenten in de godgeleerdheid niet vrij,
maar geeft wel telkens voor een jaar onthefBng
De heer De Jonge Hoe kunt n zoo spreken. Hier de
zoon van den heer Scheele op de Markt, die voor predikant
studeert, krijgt ieder jaar vrijstelling en maakt dan tevens nog
wel een breeder vrij.
De heer Moes Hier is het toch geen studentenkwestie
het betreft hier iemand die domine is, en zoo iemand, hoewel
ik niet weet of Boone ooit gestudeerd heeft, behoeft toch niet
meer te studeeren
De VoorzitterJawel, maar de studenten worden telkeu
jare vrijgesteld, omdat het een groote hinderais zou zijn, ja
misschien hun geheele toekomst zou bederven, wanneer ze
gedurende een jaar aan hunne studie werden onttrokken.
S. Wijziging gemeentebegrooting dienst 1901.
De Voorzitter geeft lezing van het, reeds in de vorige
vergadering medegedeelde, schrijven van Ged. Staten van
Zeeland, waarin dit college verschillende opmerkiagen maakt
naar aanleiding der ingezonden gemeente-begrooting voor
1901 en verzoekt deze te wijzigen. Het voornaamste punt
betrett dat Ged. Staten te kennen geven niet te kunnen
adviseeren tot het verleenen der aan H. M. de Koningin
gevraagde subsidie ad /4300 krachtens art. 49 der onder-
wijswet, daar deze alleen nowdig is door het in de begrooting
ramen van buitengewone uitgaven. voor bestrijding waarvan
eene leening behoort te worden aangegaan.
Het Dag. Best, heeft gemeend vooral-nog niet te moeten
voorstellen tot het sluiten van eene leening over te gaan
doch geeft in overweging om eenige posten van uitgaaf
te laten vervallen. Spreker geeft verder een overzicht van
de wijzigingen, welke het Dag. Best, meent dat in de be
grooting kunnen worden aangebracht en waartoe het college
het voorstel doet.
Deze wijzigingen komen achtereenvolgens in behandeling.
De Voorzitter: Naar aanleiding der opmerking van Ged
Staten, dat door het Rijk niet 400, maar 500 wordt
bygedragen voor het hoofd van school C en de berekening
dus in de memorie van toelichting bij hoofdstuk 1, art. 1
der inkomsten niet juist is, moet die post, het batig slot der
rekening over 1899, met f 100 verminderd worden en wordt
het dus f 216,66J.
Z. h. s. goedgekeurd.
De Voorzitter De rente van uitgezet kasgeld 50, thans
opgenomen onder Hoofdstuk IV, afd. II, art. 8, behoort te
worden vermeld onder Hoofdstuk II, art. 5dit is
wijziging zonder invloed op het cijfer der begrooting.
Hoofdstuk III, afd. IV, art. 2, gelden van banken of
staanplaatsen op markten, kan. blijkens de gehouden berekening
worden verhoogd met 100, en gebracht op 600.
Z. h. s. goedgekeurd.
De Voorzitter: Artikel 4, schoolgelden lager onderwijs
kan blijkens het thans opgemaakte kohier worden verhoogd
met t 640 en gebracht op 2500. Het kohier geeft reeds
nu een totaalcijfer van ruim 2300 j hierbij komt dan de
opbrengst van het suppletoir kohier, dat toch nogal wat zal
bedragen, daar met April weer veel nieuwe leerlingen op de
scholen komen.
Goedgekeurd z. h. s.
De Voorzitter: Afdeeling V, art. 2. van dat hoofdstuk,
hondenbelasting, kan eveneens met f 100 worden verhoogd
en vastgesteld op 850.
Z h. s. goedgekeurd.
De Voorzitter Hoofdstuk IV, afd. I. art. 3, bijdrage van
het rijk in de kosten van het lager onderwijs, krachtens art.
45 der wet tot regeling daarvan, 5950, zal met 200 moeten
verhoogd worden en gebracht op /6150.
Dit spruit daaruit voort dat moet gerekend worden op
eene bijdrage van het rijk voor een aan te stellen onderwijs-
krncht. We verkeeren n 1. in de treurige noodzakelijkheid
om aan school C een onderwijzer meer aan te stellen. Bij
de telling op 15 Jan. 1.1. is gebleken dat op school C 314
kinderen school gingen en de grens waarop met het tegen
woordig aantal onderwijzers kan volstaan worden is 311. Nu
heeft het Dag. Best, afgewacht hoe 't loopen zou, met het
idde om op school C verder geen kinderen toe te laten en
te trachten de kinderen boven het maximum op eene andere
school te plaatsen, opdat het niet noodig zou zijn een onder
wijzer meer aan te stellen. Er is evenwel gebleken dat er
geen mogelijkheid is om aan de noodzakelijkheid te ontkomen,
daar voor niet minder dan 159 nieuwe leerlingen plaatsing
gevraagd is, n.l. voor 73 op school C, 53 op school B en 32
op school A.
Onmogelijk kunnen we die 73 kinderen op school C
plaatsen, er is maar ruimte voor 56 kinderen. Het blijkt
dus dat het onvermijdelijk is, een onderwijzer meer aan te
stellen, ook zou het bij deze toename der schoolgaande
kinderen bijna noodig zijn om dit ook te doen aan school B,
ja zelfs aan school A, tenzij de Raad mocht besluiten tot
het nemen van andere maatregelen en er eene nieuwe school
zou gebouwd moeten worden. Het aanbouwen van meerdere
lokalen moet ik ontraden. Een nieuwe school, in de- buurt
van Diiewegen zou ook aanbevelenswaardig zijn, want ik
vind het voor die kleine kinderen nog al ver om naar de
kom, een afstand van drie kwartier, ter school te komen.
De heer Moes: Ja, maar dat ben ik niet met u eens.
De Voorzitter: Wanneer men aan school C lokalen bij-
bouwt, zou men paralelklassen krijgen, wat ik niet kan aan-
bevelen. En nu mogen anderen er misschien niet zoo over
denken, maar ik vind dat voor kinderen, vooral zij, die pas
naar school komen en 6 jaar oud zijn, de afstand van Drie
wegen naar de kom te groot is, om dagelijks in weer en
wind f te leggen. In ieder geval: schoolbouw kan niet
uitblijven. Gelijk verdeeld zouden er nu op iedere school
in de kom 53 kinderen bijkomen en met de te verwachten
uitbreiding der bevolking is het te denken dat er veel ge-
zinnen met schoolgaande kinderen zullen komen, zoodat uit
breiding van het aantal scholen al moeten volgei.
Op t oogenblik is nu evenwel slechts noodig het aanstellen
van een onderwijzer of onderwijzeres (dat kan later worden
beslist)daarvoor moet onder de uitgaven f 600 meer ge
raamd worden, maar staat daar hier tegenover eene verhooging
van de vergoeding van het rijk met 200. Ik geef dus
namens het Dag. Best, in overweging dezen post goed te
keuren.
De heer HarteGaan er op de school op Java geen
kinderen uit de kom, die naar school A zouden gezonden
kunnen worden, opdat er dan plaatsen vrij zouden komen
voor de kinderen aan de andere zijde van het kanaal
De Voorzitter: Er gaan wel kinderen van deze zijde op
school C, maar wanneer wij er die af nemen geeft dat nog
geen ruimte voor de toelating der nieuwe leerlingen. En
waar er 21 van dezen kant op school C gaan, komen er van de
overzijde van 't kanaal 18 op school B; dat is dus maar een
verschil van 3.
De heer DeesZijn er bij de nieuwe aanvragen niet te
veel van binnen Ter Neuzen.
De VoorzitterNeen, er zijn er maar drie en die zijn te
billijken dat is voor twee kinderen wier broertjes of zusjes
daar schoolgaan en voor een zoontje van een aan school C
verbonden onderwijzer.
We hebben al eens overdacht hoe we het 't best zullen
kunnen regelen en dan zijn we tot de conclusie gekomen
dat het t best zal zijn om de 56 verstafwonende kinderen
te plaatsen op school C verder als dit kan de nieuwe leer
lingen te zenden naar de school waar reeds broertjes of
zusjes gaan, omdat die er dan zoo wat toezicht op kunncu
uitoefenen, en voorts de kinderen over de scholen A en B
te verdeelen naar dat er ruimte beschikbaar is. We hopen
dat de ouders wanneer we niet aan hun verlangen kunnen
voldoen, zoo verstandig zullen zijn om in te zien dat we
niet anders kunnen handelen
Ik stel dus namens het Dag. Best, voor in de begrooting
op een onderwijzer meer te rekenen.
De heer VisserIk meen dat toch thans reeds alle
lokalen van school C gebruikt worden Hoe moet het dan
als er een onderwijzer bij komt, want ik zie liever dat het
hoofd der school zelf eene klasse onderwijst, dan dat hij over
alle klassen toezicht houdt.
Dc Voorzitter meent dat de regeling van het onderwijs
een zaak is waar de Raad niet in treden kan en dat die
regeling buitendien ook wel aan den heer Jurrij is toe-
vertrouwd.
De heer Visser verklaart, niet het oog te hebben op den
heer Jurrij, maar het was zijne opinie in het algemeen. Hij
uitgaven is in hoofdstuk III,
Het is een wij dging brengen in de veror-