Een kwaad dat bestrijding verdient.
en was een der voetjes gebrand. Toch had men
het geluk het kind ran een anders wissen dood
te redden.
Uit Sneek wordt aan de Leeuw. Ct. ge-
schreven
Vreemde geruchten doen hier thans de ronde,
die, als ze waar zijn, wel eenige overeenkomst
vertoonen met de bekende treurige zaak, te Appel-
tern afgespeeld.
In de wat afgelegen Woudvaartsbuurt wonen
drie gezinnen samen in den huis, die alien in
zekere mate niet vreemd schijnen aan godsdienst-
waanzin. Het is gebleken, dat er van de vele
geruchten twee feiten waar zijn, ten eerste n.l.
dat de familie niet werkt en ook niet wil werken
daar zij bedanken voor werkzaamhedeD, hun aan-
geboden, terwijl een jongen van ddn dier gezinnen
bij den kleermaker is weggenomen, waar hij werk-
zaam was. In een vroegere woonplaats moeten
ze ook zoo iets hebben vertoond, in de meening
dat de raven hen zouden spijzigen. Yerder is
geconstateerd, dat ze ongeveer te middernacht
zich naar buiten begevenmet een licht voorop,
schijnen ze naar iets te zoeken.
Men verdiept zich hierover in vreemde gissingen,
die we maar niet zullen neerschrijven, en meent,
dat het nachtelijk zoeken in verband staat met
het overlijden van een kind uit die familie, on-
langs gestorven. Ook wordt medegedeeld, dat een
ongeveer 20-jarige dochter steeds gesluierd zit te
wachten op ja, ook al weer gissingen.
Anderen weten weer te vertellen, dat ze zeer
godsdienstig op hun wijze en in 't zwart gekleed
te zamen zitten, en dat er een offer gebracht
moet worden. Wat er van die praatjes recht
waar is, kan niemand ophelderen. De politie is
begonnen zich de zaak aan te trekken.
Te Maasbree (Limburg) waren de kinderen
van den landbouwer M. V. aan het stuksnijden
van wortels. Een gedeelte daarvan kwam binnen
het bereid van het jongste kind van nauwelijks
een half jaar. Het kind nam het stuk in den
mondhet bleef achter in de keel steken, met
het treurig gevolg, dat het kind kort daarop is
overleden.
Een arbeider nabij Beetsterzwaag geleidde
een koe aan een touw. Het beest werd wild en
wierp den man 't onderst boven. Bij den val
sloeg hij met het hoofd tegen den grond en er
had bloedstorting in de hersenen plaats, die den
dood tengevolge had.
Als allernieuwste ventersstreek wordt verteld
dat langs het Strand te Londen een dezer heeren
een enveloppe te koop aanbiedt, dragende dit
opschrift j
Portret van den Boerencommandant
De Wet, 10 cent.
Een kooper verschijnt, betaalt zijn tien cent en
krijgt de envelopue. Als hij haar opent vindt hij
er niets in. Woedend stuift hij op den venter
los //Maar waar is De Wet dan roept hij.
z/Hebt u hem niet gevonden is het antwoord.
z/Zeker niet En dan luidt het antwoord
/,Die slim me kerel ontsnapt zelfs uit gesloten
enveloppen."
En de kooper mag afdruipen met den troost,
geen ougelukkiger figuur te hebben geslagen dan
zoo menig beroemd Engelsch generaal.
Te Antwerpen is aangekomen William-
George Emmanuel, een neger, geberen op het
eiland Cuba uit Congoleesche ouders. Hij komt
uit naam van 18,000 Cubaansche kleurlingen,
die of in den Congo geboren, als slaven naar
Cuba gevoerd en bij de afschaffing van de slavernij
vrijgemaakt of die afstammelingen van zulke vroe
gere slaven zijn, Koning Leopold vergunning
vragen om onder zijn auspicien naar hun vader-
land te mogen terugkeeren. Zij brengen voor
meer dan een millioen aan bespaard kapitaal mede
en zullen zich in den Congo bezig houden met
tabaksbouw en cacaoaanplantingen.
De stad Ostende ondervindt al reeds de
gevolgen van de aanneming der wet op de spelen
door de Kamer. Alle jaren, namelijk in Maart,
was het gemeentebestuur gewoon den grond voor
het plaatsen van badkoetsjes, tenten en wat ver-
der tot het badvak behoort in 't openbaar te
verpachten. Er was dan steeds een groote toeloop
van liefhebbers.
Nu evenwel heeft zich bij de eerste verpachting
geen enkele gegadigde opgedaan. Bij een tweede
verpachting is de liefhebberij even klein geweest,
weshalve het gemeentebestuur, ten einde raad,
zich zelf met de exploitatie van de baden be-
lasten zal.
Drie Italiaansche grenswachters, die aan de
Italiaansch-Zwitsersche grens op de Solda-bergen
patrouilleerden, zijn in den nacht van 15 op 16
dezer door een lawine overvallen. Verschillende
expedities zijn van Italiaansche zijde uitgezonden
om hen te zoeken, doch te vergeefs. Men vreest
dus dat ze zijn omgekomen en meegesleurd door
de sneeuwmassa op Zwitsersch ge'oied. Zwitsersche
grenswachters zetten nu het onderzoek voort.
Turksche toestanden. Een Albanees
te Ipek, in het vilajet Kessowo, Rezzo genaamd,
had den ln Maart uit bloedwraak den zoon van
een aanzienlijk ingezetene door een huurling
laten vermoorden. De moordenaar, die vervolgd
werd, vluchtte in het huis van zijn lastgever en
men weigerde hem uit te leveren. Soldaten om-
jsingelden het huis en de overheid liet Rezzo
aanzeggen, dat, zoo hij niet binnen vier uren
den moordenaar in haar handen leverde, zijn huis
met den grond zou worden gelijk gemaakt. Rezzo
lachte daarom en dreigde van zijn kant, dat hij
zijn stambroeders uit het dorp Rogora zou laten
halen. Hij deed dit ook, zoodat alle man van
de Turksche bezetting in het vuur moesten komen,
eensdeels om Rezzo's huis te overweldigen, ander-
deels om de mannen van Rogora tegen te houden.
Dezen werden na een verbitterd gevecht afge-
slagen, terwijl inmiddels een geregeld artillerie-
vuur op de vesting van Rezzo geopend werd.
De verdedigers antwoordden met welgemikte
geweerschoten en dunden de rijen van de Turken
geducht. Doch weldra werd het huis platgeschoten.
Allen, die er in waren, vonden onder de instor-
tende muren den dood. Rezzo alleen bleef on-
gedeerd. Hij snelde naar buiten om zich aan
de soldaten over te geven, maar deze gavengeen
kwartier en maakten hem af.
Woensdagmiddag kwam een vrouwtje met
groote gejaagdheid een politiebureau te Brussel
binnenvliegen en vertelde daar met horten en
stooten, dat in een hois tegenover het hare een
man zich had opgehangen. Zijn raam stond open
en zij had hem stokstijf aan den muur zien
hangen.
Een inspecteur ging terstond naar het aangewezen
adres, vond den sleutel in het slot van de deur
van de bewuste kamer, trad binnen en bevoud
zich in tegenwoordigheid van een rentenier, die
aan een koord hangende, geen teeken van leven
gaf. De politieman klom zonder tijd te verliezen
op een stoel en was op het punt 't koord door te
snijden, toen hij een geweldigen trap kreeg en met
stoel en al omrolde. Daarop klonk het uit den
mond van den gehangene,/Stommerd, wil je
me soma de ruggegraat doen breken." De inspec
teur, die nooit voor dezen geweten had, dat een
doode kon spreken, raakte zoo van streek, dat
hij wegliep om zijn chef te waarschuwen. Deze
ging dadelijk mee en vond den rentenier nog
aldoor aan het touw bengeleu. //Ik ben niet dood",
zeide hij, //maar lijd aan een zenuwziekte en om
te genezen hang ik mij van tijd tot tijd op door
middel van een pas uitgevonden kunstrijk toestel.
Er zijn menschen, die zich opknoopen om dood
te gaan, ik knoop mij op om te leven. Dat is toch
niet in strijd met de wet, mijnheer de commissaris
Deze antwoordde bevestigend, maar gaf den rente
nier den raad, vddr hij zich in het vervolg zou
ophangen, eerst zijn raam dicht te doen.
Te Saint-Denis op Reunion is de vorige maand
een vreeselijk ongeluk gebeurd. Een rumfabriek
geraakte in brand, waarbij 150,000 liter rum in
vlam werden gezet en de eigenaar geen tijd had
zich te redden. Zijn beide dochters trachtten door
de vlammen heen hem te hulp te komen, maar
te vergeefs. Zij konden slechts met moeite door
eenige negers uit den gloed worden gehaald, maar
hadden zoo zware wonden gekregen dat zij weldra
bezweken. Nog 6 andere personen zijn bij deze
ramp omgekomen.
In Budapest is de vorige week een Italiaansch
hypnotiseur, die een openbare seance gaf, er slecht
afgekomen. Hij maakte twee jongelui in slaap,
naar hij beweerde Hongaarsche studenten, die geen
woord Italiaansch verstonden en toch Italiaansche
liedjes zouden zingen. En dat deden zij ook uit-
stekend. Maar tegelijk riep een kinderstem uit
de parterre//Dat zijn Italiaansche studenten
die er voor betaald worden". Groote opschudding
onstond en eerst na een half uur kon de voor-
stelling hervat worden. Toen zouden o. a. 8
personen tegelijk onder den invloed van den
hypnotiseur gebracht worden. Maar wederom
klonk de kinderstem //Zij zijn alle acht betaald,
elk heeft 3 kronen gekregen en zij studeeren het
elken ochtend in de straat no. zooveel, in
Nu was het publiek niet meer te houden. Er
ontstond een vechtpartij tusschen de Italianen en
de Hongaren en de hypnotiseur koos het hazenpad.
Te Brussel stak onlangs een dame die in
een dames-coup6 plaats hid genomen, een cigaret
aan. Een andere dame kwam hier tegenop be-
werende dat rooken in zulk een coupe verboden
was. Maar de andere hield vol dat enkel de
woorden //dames-coups" op den wagen te lezen
waren, niet het verbod van rooken. Zullen nu de
spoorwegbesturen ook voor dames rook-coupes
moeten verschaffen f
Koningin Elena van Italie, die binnen korten
tijd hare bevalling verwacht, heeft honderd wiegen
en honderd goed gevulde luiermandjes laten maken,
die zullen worden gegeven aan honderd vrouwen
te Rome, die op denzelfden dag als de koningin
of daaromtrent bevallen en die zelven niet in staat
waren zich het noodige voor de door haar verwachte
kinderen aan te schaffen.
De volgende misdaad wordt uit Oost-Siberie
bericht. Twee jonge4 actrices, mevr. Oesjakof en
mevr. Pawlofski, van plan zich bij haar gezelschap
aan te sluiten, dat zich in het stadje Listwenitsjoje
ophield, huurden een postslede om over het toe-
gevroren Bajkalmeer haar bestemming te bereiken.
De postiljon nam met opzet een verkeerden weg
en, op eenzame plaats gekomen, greep hij de
vrouwen aan, kliefde de een den schedel met een
slag van zijn bijl en verminkte de andere met
hetzelfde wapen op afschuwelijke wijs. Mevrouw
Pawlowski had haar beide kinderen bij zich, die
de moordenaar insgelijks doode. Hij schudde de
lijken daarop uit en stopte ze onder de sneeuw.
Korten tijd later kwam een andere postiljon
langs de plaats van deze misdaad, en zag tot zijn
verbazing een doodshoofd uit de sneeuw opkomen.
Hij ging aan het graven en dolf achter elkander
drie lijken op, waarvan een, een kinderlijkje, de
beenen waren afgehouwen. De politie, aanstonds
gewaarschuwd, kon nog de identiteit van de ver-
moorden vaststellen en op grond hiervan den dader
gevangen nemen. Men vond nog bij hem een
kinderparasolletje en een naaimachine, welke aan
een van de vrouwen had toebehoord. De over-
blijfselen van het andere kind zijn spoorloos ver-
dwenen.
Een Franschman uit Neuilly, de heer
Bachelot, heeft den minister van financien het
deukbeeld aan de hand gegeven, het middel dat
thans zoo vaak voor snoepen gebruikt wordt,
voor sparen te bezigen. Hij wil daartoe een
groot aantal automaten laten plaatsen, waaruit
men door inwerpingj van een stuiverstuk (10-
centimes) een bewijsje voor dat bedrag krijgt.
Zoodra men dan een voldoend aantal van die
bewijsjes bijeen heeft om aanspraak te hebben op
rentebetaling, kan men ze inruilen voor een spaar-
boekje. Zeker een aardig middel, vooral als de
automaten in de nabijheid van drankhuizen en
snoepwinkeltjes worden geplaatst.
Zonderlinge vondst in een koffer. Dezer
dagen stapte een net gekleed heer te Rome uit
den van Milaan komenden sneltrein en gaf een
witkiel een koffer over, met het verzoek tot zijn
terugkomst te wachten. De man bleef geduldig
op zijn post, twee uren lang, maar toen zijn maag
hem te heftig begon te jeuken, ging hij naar huis.
De koffer was hij van plan na het middagmaal
bij de politie te deponeeren. Wie beschrijft echter
den schrik der echtelieden, toen eensklaps uit den
koffer het geluid van een kinderstemmetje hun
oor bereikte.
Voorzichtig gespten zij de riemen los en vonden
in het koffer een kindje, dat in ragfijn, van graven-
kroontjes voorzien linnengoed gewikkeld was.
Men bracht de zeldzame en luid schreiende vondst
naar het bureau van politie, waar tusschen de
windsels 30 banknoten, elk van 1000 lires, een
diamanten sieraad en een anonieme brief gevonden
werden. De brief behelsde de mededeeling, dat
de bijgevoegde kostbaarheden de gansche bezitting
der vondelinge uitmaakten.
Al maanden lang jaagt de Italiaansche
politie het Calabrische gebergte af om den ge-
vreesden bandiet Musolino te vangen.
Musolino is een jonkman van 23 jaar, heel
gewoon van uiterlijk en zich in niets onder-
scheidend van de andere bergbewoners. Hij heeft
slechts 66n doelwraak op de rechters en getuigen
in het tegen hem wegens poging tot manslag ge-
voerde geding, toen hij tot 21 jaar dwangarbeid
veroordeeld werd, aan welke straf hij tot dusver
zich heeft weten te onttrekken. Wat erger is,
hij heeft zijn wraak al grootendeels verkregen en
reeds 15 menschen doodgeschoten. Er zijn nu
nog 3 of 4 overgebleven, en als hij die gedood
heeft, zal hij naar Amerika de wijk nemen. Ver-
leden maand kwam een boer hem als monnik ver-
kleed tegen. Hij zei, dat hij op jacht was naar
notaris Tava, gewezen burgemeester van zijn ge-
boorteplaats, die tijdens zijn proces een ongunstige
getuigenis van hem had gegeven.
Natuurlijk beweegt de politie hemel en aarde
om dit gevaarlijk heerschap te pakken te krijgen.
Volgens het Parijsche Journal heeft Koning Victor
Emanuel zelf zich er mede bemoeid en in den
ministerraad gezegd, dat zulk een toestand onder
zijn regeering ondragelijk was, dat een bandiet
de geheele politie bij den neus kon nemen en
ongestraft zijn misdaden begaan. De ministers
hielden rekening met deze woorden des Konings
en zonden aanstonds nieuwe afdeelingen soldaten
en karabiniers op het spoor van Musolino af.
Thans zijn er niet minder dan 2000 manschappen
aan het jagen op den moordenaar. De jacht werd
ongemeen verzwaard door de woeste, onherberg-
zame bergstreken en de onwilligheid van de be-
volking, die ouder gewoonte de vlucht van den
bandiet begunstigt.
Men dacht van den winter, dat het wild ver-
scholen was in het gebergte van Aspromonte. Het
werd toen zoo nauw omsingeld, dat er geen muis
door kon, en elke kloof, elke spleet werd met de
grootste oplettendheid en ten koste van boven-
menschenlijke inspanning en pijnlijke ontberingen
door de troepen afgezocht. Men hoopte, dat hij
als hij niet van kon en honger wilde omkomen,
trachten zou door het cordon heen te sluipen
om zich in de vlakte te begeven. Die hoop bleek
ijdel. Wel liep er een kameraad van Musolino
in de val. Maar alle pogingen om hem te pakken
bleven vruchteloos. In den nacht van 15 Februari
jl. bezette een bataljon infanterie het dorp San
Stefano, waar zijn zusters wonen en waar men
hem dacht te vinden. Alle huizen werden met de
pijnlijkste zorgvuldigheid onderzocht, maar geen
spoor van hem te vinden
De vraag Waar is Musolino is als 't ware
een puzzle geworden. Die vraag tobt de geheele
Italiaansche justitie, van den hoogsten tot den
laagsten ambtenaar, af en houdt haar uit den
slaap. Maar men weet er geen antwoord op.
Zeker is alleen, dat hij zich nooit langer dan een
dag op dezelfde plek ophoudt en dat hij een groot
aantal vrienden en voorthelpers bezit. Dit is zijn
kracht en maakt zijn arrestatie zeer moeilijk, zoo
niet onmogelijk.
Stommen, die niet willen spreken. 1500
leden van den Bond van Doofstommen in Engeland
hebben een curieus verzoekschrift aan koning
Edward VII geteekend. Zij beklagen zich ernstig,
dat men hen met alle geweld wil leeren spreken.
Zij voelen dat geen enkele poging, om hun de
spraak terug te geven, kan slagen verklaren, dat
de proeven, die men op hen neemt, even pijnlijk
als vruchteloos zijn en vragen, dat men hen
nuttige en practische dingen zal leeren.
INGEZONDEN STUKKEN.
Het Christelijk Nationaal Boeren-Comite ziet zich genood-
zaakt een woord van waarschuwing te richten tot het
Nederlandsche publiek, teneinde te voorkomen, dat aan de
Afrikaansche zaak ernstig nadeel wordt toegebraeht.
Het gebeurt toch, dat er in ons land en ook over de
grenzen menschen optreden, verdreven of gevluchte Afri-
kaanders, die lezingen hoaden over allerlei ervaringen, die
zij opdeden.
Dat hierbij de verbeelding van deze heeren wel eens wat
heel sterk is, werd meermalen duidelijkzoodat het raadzaam
schijnt niet alles te gelooven, wat zoo na en dan wordt
verhaald.
Dit op zich zelf is reeds een ernstige griefstraks zullen
de feiten deze verhalen weerspreken, en door zulke fantas-
tische verhalers wordt dan op die manier groot kwaad aan
de Boerenzaak gedaan.
Men zal de helden, die den strijd volhouden »tot het
bitter eind", over ddn kam scheren met hen, die in Europa
hun verbeelding den vrijen teugel lieten.
Daar komt nog iets bij.
Verschillende dezer sprekers werken voor eigen rekening."
Dat wil zeggen, een ruime collecte, bijeengebracht door
de schildering van het lijden van het Broedervolk in Afrika,
bijeengebracht natuurlijk voor wie ginds in bangen nood
verkeeren, komt terecht in de zakken van den handigen
spreker, die op deze wijs een aardig sommetje bijeen krijgt
en een gemakkelijk leven leidt.
Aan het Christelijk Nationaal Boeren-Comitd zijn bijv. op
die wijze gelden ontgaan, die het had moeten ontvangen.
Do menschen dachten dan, dat de spreker voor alle Boeren
geld Troeg; maar bemerkten te laat, dat alles door hen«
voor hem alleen werd bestemd.
Tegen dit kwaad dient met kracht gewaarschuwd.
Men late toch geen spreker optreden, zonder verzekerd te
zijn, dat hij het doet in het alyemeen belang van do Afri
kaansche zaak men geve geen gelden, dan aan goed bekend
staande Vereenigingen.
Duizenden en tienduizenden worden er voor Afrika gecol-
lecteerd in ons landallerlei personen hebben of noemen
een doelmaar zeer, zeer veel van die gelden zijn aan iedere
contr61e onttrokken.
Daarom, men zij voorzichtig; en vrage zichaf: waar lcomt
mijn geld teresht
Er zijn in ons land voor Zuid-Afrika werkende Vereeni
gingen genoeg, die openbaarheid geven aan haar handelingen;
die de bestemming van de gecollecteerde gelden aanwijzen
die haar rekening en verantwoording overleggen haar kas
behoorlijk doen nazien en aan zulke vereenigingen kan men
zijn gelden gerustelijk toezenden.
Het Christelijk Nationaal Boeren-Comite heeft thans besloten
dm de Afrikaners, die voor zijn rekening optreden, te voor
zien van een legitimatiebewijs, teneinde naar zijn vermogen
verder misbruik van de stemming hier te lande en groot#
schade voor de Afrikaansche zaak te voorkomen.
De Vereeniging
Het Christelijk Nationaal Boeren-Comxte'\
H. BIJEEVELD, Voor sitter
It. C. VEKWEIJCK, Secretaris.
J. C. WEISZ Jr., Penningmeesttr.
Amsterdam, 19 Maart 1901.
Mijnheer de Redacteur
In de couranten hebben den laatsten tijd ver
schillende, ware en onware, berichten over een
tramplan HontenisseSelzaete de ronde gedaan
terwijl ingezonden stukken vol insinuaties, ge
teekend //Een bietenverbouwer" e. a. werden ge
plaatst, blijkbaar met het doel om dat plan afbreuk
te doen en helaas aanvankelijk met maar al te
veel succes. Daarbij werd de Cooperatieve suiker-
fabriek er met de haren bijgesleept om dienst te
doen als boeman voor den landbouwer-aandeel-
houder, niettegenstaande erkend moet worden, dat
die bij de ontworpen tramlijn in veel gevalleu
wel kan projiteeren, doch nooit verliezen.
In het nummer van verleden Zaterdag van
verschillende bladen, toevallig ongeveer dezelfde,
waarin vroeger het ingezonden stuk van den
//bietenverbouwer" voorkwam, komt nu een stuk
voor, vol verborgen hatelijkheden aan het adres
van het tramoomite HontenisseSelzaete, geteekend
door den heer Chr. Verhaak, drukker-uitgever der
z/Scheldebode," die zich daarin noemt „lid van
het comity voor een train naar Sas van Gent."
Anonyme berichten lieten me koud thans echter
meen ik verplicht te zijn tot zelfverdediging.
Ik meen daarom goed te doen de geschiedenis
van het tramplan El.S. mee te deelen, daardoor
zullen reeds vele verdachtmakingen worden weerlegd.
In het voorjaar van 1900 vervoegde zich een
ingenieur bij de Belgische Staatsspoorwegen de
heer F. L. Backeljau bij mij, met de mededeeling
dat hij voor rekening van eenige Belgische heeren
belast was met het maken van plannen voor een
stoomtram van Hontenisse naar Selzaete. Hij kwam
eenige inlichtingen vragen, die ik hem gaarne gaf.
Het opmeten van de wegen, het profileeren
van het terrein, enzbegonnen in April 1900,
was nauwelijks klaar, toen de heer Backeljau eind
Juni, te Gent overleed. De plannen waren dus
nog niet geheel afgewerkt en daar de raining van
kosten van aanleg niet me^viel, dreigde het plan
met zijn maker te gronde te gaan.
Geruimen tijd hoorde men niets meer van de
ontworpen tram.
Daar er velen met mij, het tot stand komen
der onderueming op hoogen prijs stelden en er
mannen bleken te zijn, die belangrijke bedragen
aan de onderneming toezegden, heb ik, om de
zaak nieuw leven te geven en na een onderhoud met
de Belgische heeren, getracht een comite te vormen.
De heeren D. Oggel, burgemeester te Axel,
Wortman, burgemeester te Zaamslag en A. Moerdijk,
lid der Prov. Staten, te Zuiddorpe, lieten zich