A1 g e m e o a
Hieuws' en Admtentieblad
7 o o r
2eeuwsch-Vlaanderen.
c%an6estedincj.
aanbesteden
No. 4040.
Donderdag 28 Februari 1901.
41e Jaargang.
Engeland en de Z.-A. RepubM.
PKBCSS OP 6SAVOF.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave
het maken van 3893 Mi.
Keit»esti*ating- in de Molenver-
korting en het aansluitende Biezen-
straatje.
F .MJ1JIJL, LETQN
3)
//Wel verplicht. maai ik kan uw dank niet
MumsniE (oik n r.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor
Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,82£.
Men abonneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
Hit hlail v
ADVBETENTIlN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directs opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prij^
slechts tveemaal berekend.
Grootere letters vrorden naar plaatsrnimte berekend.
Burgemeester en Wethouders van WESTDORPE
zullen op Donderdag den 7" Maart 15)01, des
aamiddags 2 ure, lokale tijd, bij enlcele inschrijving
en onder nadere goedkeuring
Aanwijzing wordt gegeven op 5 Maart 1901,
des voormiddags 11 ure 1. t.
Het bestek ligt ter lezing ter Secretarie der
gemeente Westdorpe en verder in de volgende
hotels: Abdij.Middelburg; Van Noppen,Zierikzee;
Zoutkeet, Goes Hof van Holland, Tholen
Canon d'Or, Breskens Luijck, HanswcertNeder-
landsch Hotel, Neuzen Du Commerce, Vlis-
singen; Bonte Hert, HulstHotel Rotterdam,
Sas van Gent en Veerhuis, Walsoorden, en is
voorts tegen betaling of toezendiag van f 0,50
verkrijgbaar bij den Secretaris.
Westdorpe, 5 Februari 1901.
C. VAN WAES, Burgemeester.
M. J. B. KIEBOOM, Secretaris.
w £r W4V/X un-v
erseliijnt rriaandag-, Woeudaa- en Vrijdagavond, uileezonderd op Veestdagen, bij de Firma P. i.
4* l»K I1IUK te He. leuen.
De berichteu uit Zuid-Afrika ziju zoo ongunstig
voor de Boeren, zod in tegensteJling met wat we
hoopten en verwachten, dat we gaarne alles be-
denken willen om er de onbetrouwbaarlieid van
in 't licht te stellen. En natuurlijk dan kunnen
•we er op wijzen, dat ze van Engelschen oorsprong
zijn, dat de toestand der Boeren wel weer erg
benauwd is geweest enz. Maar toch vreezen we,
ons op het ergste te moeten voorbereiden. Wan-
neer er niet iets zeer bijzonders gebeurt schijnt
de kans, dat de Wet of Botha den strijd zullen
kunnen volhouden, zeer gering.
Botha heeft tegenover zich den besten Engel
schen generaal, een van de weinigen, die, voor
zoover we ons herinneren, nooit door de Boeren
is gestagen. French is daarbij een uiterst be-
kwaam cavalerist en de bevrijding van Kimberley
heeft hem doen kennen als een stoutmoedig,
onvermoeid ruiter, die het met zijn troep bijna
Ilaar luchtige toon hielp al even weinig als
baar spot. Waldenburg, die zich altijd dadelijk
naar^ haar verlangen schikte, was vandaag zeer
onvolgzaam. Terwijl zij hem gebood te zwijgen,
schudde hij voortdurend het hoofd.
#lk kan niet gehjorzamen en ik wil het niet,"
sprak hij vastbesloten. /Vandaag ontving ik een
bericht, waardoor ik verplicht ben eenigen tijd
elders te verblijven, maar ik wil niet heengaan
zonder u gezegd te hebben, wat u reeds lang
weetik bemin u van ganscher harte en alle
geluk ter wereld beteekent niets voor mij als ik
u niet tot vrouw heb. Neen, Katharina, keer
u met afZie mij aan en zeg mij mag ik hoop
koesteren Mag ik, Kaatje P"
Hij was zoo dicht bij haar, dat hij bijna haar
hart kon hooren kloppen. Een geheel nieuw,
heerlijk gevoel maakte zich van haar meester
net was alsof zij niet meer aan haar zelve toebe-
hoorde maar aan den man in haar onmiddellijke
nabijheid. Onwillekeurig sloeg zij haar oogen
op hem, die haar zoo smeekend aankeek, doch
daarbij vloog haar blik ook langs een schilderij,
die op een ezel bij den haard stond. Het was
een meesterlijk uitgevoerd portret van haar over-
leden echtgenoot, den handelsraad. Gedurende
zijn leven had die man met zijn baardeloos gezieht
steeds een ontnuchterende invloed op haar uitge-
oefend. Bij zijn cyuischen grimlacht was ieder
tegen de Boeren kan volhouden. We hebben
reeds vroeger er op gewezen, dat Botha in 't
nauw gedreven werd. Er zijn wel eenige kleine
kommandos bij Chrissiemeer langs French' macht
in westelijke richting ontkomen, maar de hoofd-
macht van Botha bleef toch tegen de Swaziegrens
vastgedrukt, en zijn Boeren moeien groot gebrek
aan voedsel, kleeren en schoeisel hebben. 't Is
dus best mogelijk, dat Botha er aan denkt, zich
over te gevendat hij 't niet langer vol kan
houden. Kitchener zou de besprekingen op
27 Februari hebben vastgesteldde Amajubadag
zou dan wel een noodlottige dag voor de Boeren
worden.
Intusschen dient men in 't oog te houden, dat
het bericht omtrent het zenden van een parle-
mentair door Botha nog niet officieel vaststaat.
Met De Wet schijnt het al even akelig gesteld te
zijn. De BoereLkommendos uit de Kaapkolonie
trachten nog altijd zich te Prieska bij hem te voegen.
Herzog, die Pretorius, Brand en Newhardt bij
zich heeft, trok Woensdag met zijn kommando
langs de Brakrivier, terwijl een ander kommando,
1200 man sterk, vermoedelijk onder Fourie, zich
te Becha bevindt, ten zuidwesten van Prieska,
Kreutzinger, die blijkbaar versterkingeu gekregen
heeft, rukt steeds noordwaarts en bevindt zich
thans te Willows, ten westen van Middelburg
kleine afdeelingen Boeren, die elders opduiken,
schijnen ook naar het noorden te trekkeu. Ver
moedelijk wacht De Wet te Prieska op Herzog.
die hem duizend paardeu moet brengeu, om later
gezamenlijk weer naar het zuiden te rukken.
Gevaugen genomen Boeren vertellen, dat Kit
chener's proclamatie van 20 December betreffende
de voorwaarden waarop de Boeren zich kunnen
overgeven, thans bekend wordt onder de te velde
staande Boeren. Vierhouderd zouden er van De
Wet wegeloopeu ziju sedert deze de Kaapkolonie
binnengevallen is.
De laatste telegrammeu van Kitchener doen
zien, dat de Wet nogal verliezen heeft geleden.
Het heet, dat zijn manschappen geheel verdreven
ziju en dat hij zelf met een handjevol ontsnapt
is ever de Oranje rivier. Of het werkelijk al zoo
slecht staat, Wij zouden voor De Wet nog
meer hoop hebben dan voor Botha, maar dat zijn
inval in de Kaapkolonie een succes is gsweest,
kunnen zelfs de meest optimistische Boerenvrieuden
niet meer hopen.
Zal de oorlog werkelijk uit zijn als Botha
gecapiiuleerd heeft en de Wet's macht is verstrooid
Dat is moeilijk te beslissen. De Boeren traden
beter gevoel, ieder edele neiging haar bespottelijk
voorgekomen. En het portret van den doode
oefende nog denzelfden invloed op haar uit.
Zij luisterde niet meer naar de teedere woorden
van den graaf, die haar zwijgen als een stille aan-
moediging beschouwdein haar ooren klonken
slechts de woorden van haar overleden echtge
noot »Geen sentimenteele praatjes, lief kind De
menschen ziju alien veil, alien aanbidden het
geld Men zal je allerlei fraaie leugens toefluisteren
omdat ji rijk bent. Wees niet zoo dwaas er ge-
loof aan te hechten. Die fraaiigheden gelden je
rijkdom, maar volstrekt niet je persoonEn
Waldenburg wilde haar geld, natuurlijk alleen
haar geld en zij was bijna zoo dwaas geweest hem
te gelooven, omdat hij beter zijn netten wist te
spannen dan anderen dit vroeger gedaan hadden.
In minder dan een seconde was alle zwakheid
van haar geweken, haar gelaat vertoonde weer
de harde spotachtige trekkeu, die bet zoo menig-
maal ontsierden. Zij rukte haar hand los en
barstte in een schaterlach los.
//Wat een komieke rol speelt ge nu, heer
graaf!" zeide zij spottend. //Werkelijk ver-
schoon mij, ik gevoel, dat ik onbeleefd was,
maar ik ben nu eenmaal zoo, ik bemerk altijd
dadelijk de belachelijke zijde van de dingen."
Toen zij begon te lachen, was Waldenburg in
zijn voile lengte voor haar getreden en hij keek
haar aan zoo ernstig aan, dat haar laatste woorden
met eenige schroom over haar lippen kwamen.
Zij begreep, dat zij hem zwaar beleedigd had,
maar zij twijfelde niet, of zij zou hem gemakke-
lijk weer kunnen verzoenen. Zij was vast over-
tuigd, dat hij nooit naar haar hand zou gedongen
hier en daar in de laatste dagen met groote stout-
n>oedigheid op en 't is best mogelijk, dat een paar
duizend onverzoenlijken aan Engeland ook dan
nog heel wat te doen geven. Uit Cradock bv.
wordt een aanval gemeld en bij Heidelberg is
den 20n weer een posttrein ontspoord, waarbij 5
passagiers en een vrijwilliger werden gewond.
Toen er troepen opdaagden, werden de Boeren
verdreven.
Bij Krugersdorp hebben Duitschers een aanval
op den spoorweg gedaan. Twee man werden ge-
pakt, terwijl zij bezig waren, een brug door dyna-
miet te vernielen, waarin zij reeds gedeeltelijk
geslaagd warende geheele troep werd omsingeld
en in de gevangenis gezet bij een vergeefsche
poging om te ontsuappen werden er eenigen
neergeschoten.
De directeur van het kabinet der Koningin,
jhr. P. J. Vegelin, brengt in de Stct. (n°. 47)
ter algemeene kennis, het volgende door hem
ontvangen schrijven van Hare Majesteit de Ko
ningin
z/Het Loo, 23 Februari 1901.
Ter gelegenheid van Ons huwelijk mocht Ik
en Zijue Koninklijke Hoogheid de Prins der
Nederlanden, Hertog van Mecklenburg, zoowel
uit het V .derland als uit de overzeesche bezit-
tingen en van Nederlanders in het buitenland
vertoevende, zoo tallooze gelukwenschen en blijken
van gehechtheid en trouw ontvangen, dat het Mij
tut Mijn groot leedwezen unu/ogelijk ia gewooet
aan een ieder afzonderlijk Mijnen dank te doen
overbrengen.
Ik verzoek U Hoogwelgeboren daarom, ook
namens Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins
der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg, Onze
diepgevoelde erkentelijkheid te betuigen, aan alien
die Mij en Zijne Koninklijke Hoogheid in deze
dagen blijken hebben gegeven van hunne liefde
en gehechtheid en Onzen hartelijksten dank over
te brengen voor de gelukwenschen en huldebetui-
gingen, die Wij van alle zijden mochten ontvangen.
De groote belangstelling, die Ik, ook nu bij
Mijn huwelijk, van Mijn Yolk weder mocht onder-
viuden, vervult Mij met groote dankbaarheid.
(get.WILHELMINA".
Aan
den Hoogwelgeboren Heer den heer Directeur
van het Kabinet der Koningin.
'a Gravenbage.
hebben, als zij arm was geweest, al zou bij
dan ook haar schoouheid bewonderd hebben.
Het denkbeeld lokte haar aan hem te verzoenen
en de macht harer schoonheid op hem te beproeven.
Met een schalkschen blik reikte zij hem de hand.
//Is u boos op mij vroeg zij met een be-
tooverend lachje.
//Volstrekt niet, mevrouwantwoordde hij
met zooveel deftige beleefdheid, als hij tegenover
haar nog nooit getoond had. /Natuurlijk had
ik gaarne een ander antwoord gekregen maar
ik zal mij zonder morren aan uw harde uitspraak
onderwerpen."
z/Daar doet u goed aan," antwoordde Katharina
op trotschen toon. //Wij zouden toch niet bij
eikaar gepast hebben."
Hij maakte een kleine buiging.
#Ah, ziet u dat zelf in vroeg zij uitdagend.
//Volkomen, mevrouw," luidde het kalme ant
woord.
//Dat doet mij genoegen. Het is voor mij aau-
genaam om zoo met u te praten, en als ik zeker
ben, dat u niet weer met zulke hartsgeheimen
z/Daar kan u op rekenen, mevrouw," sprak hij
koel, terwijl hij op haar wenk weer ging zitten.
z/Alleen eeu dwaas zou zich voor de tweede maal
zoo belachelijk maken. Uw manier om mij te
genezen was wel hard, maar toch doeltreffend.
Ik ben genezen en blijf u daar dankbaar voor."
Kathariua had nu in haar schik kunnen zijn,
daar hij de zaak zoo licht opnam, maar juist in-
tegendeel werd zij daardoor geergerd. In plaats
van nu verder over dit onderwerp te zwijgen,
zeide zij geraakt
Volgens de N. R. Ct. zal het nationaal
geschenk aan de Koningin bestaan uit eeu diadeem
met saffieren, een collier en twee armbandeu, uit
dezelfde blauwe steenen vervaardigd.
Aan het geschenk zal een album worden toe-
gevoegd, bevattende gezichten uit de hoofdstedeu
der verschillende provincien.
Bij het voortgezet algemeen debat over de
Legerwetten in de zitting der Tweede Kamer van
gistereu bleef de heer Verhey, repliceerende, ten
aanzien van den korten oefentijd meer hechten
aan de opiuie van de officieren die dagelijks. met
de troepen in aanraking komen, dan aan de rap-
porten van de divisie-commandanten. 's Ministers
rede had hem ook niet duidelijk gemaakt welk
aandeel de marine heeft bij de mobilisatie en uit
's Ministers mededeelingen had spr. opgemaakt
dat de aangekondigde wijziging van de vesringwet
geen ingrijpende veranderingen zal brengen tot ver-
betering van ons defensieplau. De vraag is echter of
zonder verandering ir. de Nieuwe Hollandsche
Waterlinie de verdediging geen deceptie zal ople-
veren. Hij meent overigens dat de voorgestelde
organisatie ruimer had behooren te zijn.
De heer Tydeman verdedigde nader het instellen
van een permanent comite van defensie in het
belang van continuueit van gedragslijn, als noodig
voor een generaal defensieplan. Hij drong aan
op tegemoetkomeude houding van den Minister
bij de onderdeelen, o. a. door het blijvend ge-
deelte te behouden. Ook uit een sociaal oogpunt
is het behouden van het blijvend gedeelte aan te
bevelen, want de menschen hebben gedurende de
wiuteruiaanden een goed dak, eten, en een goede
f 100 op den koop toe.
De heer \an Vlijmen achtte de voorgestelde
landweer uit een maatschappelijk oogpunt onbillijk
en van militair standpunt onvoldoende. Naast
het staande leger moet men hebben een reserve-
volksleger, dat geleidelijk en gestadig in vredestijd
wordt geoefend.
De landweer kan spr. niet accepteeren en hij
zou wenschen dat men de wetten kon separeeren
in dien zin, dat thans de militiewet af te haudelen
en het voorgestelde organisatieplan tot later uit
te stellen.
De heer V an Bylandt (Apeldoorn) wenschte
met den heer Lohman een commissie om de Kamer
in te lichten over bezuinigingen op oorlogsgebied
en voorts drong hij aan op overlegging van de
rapporteu omtrent den verkorten diensttijd bij de
bereden wapens.
De heer De Ras bestreed nader den verkorten
aannemen. Als ik u genezen heb, dan gebeurde
dat zonder mijn wil. Ik had alleen oog voor
het komieke van het voorval. Zulke liefde-too-
neelen zijn bu eenmaal belachelijk."
z/Op uw standpunt ja, stellig
En op het uwe
z/Dat zou u nauwelijks begrijpen, mevrouw 1"
Kathariua zag hem hoogmoedig aan en zeide
z/Misschien toch welDaar kunnen wij de proef
eens van nemen. Verklaar mij daarom uw stand
punt eens, wil u
z/Wenscht u het?
z/Ik verzoek het u."
z/Goed, dan zal ik het doen, op gevaar af van
u te mishagen. Yolgens mijn opvatting heeft
een vrouw volkomen het recht den man af te
wijzen, wiens aanzoek haar niet aangenaam is.
Hij moet daarop verdacht zijn, als hij ziju aanzoek
doet. Ik ben echter van meening, dat de vrouw
geen recht heeft om aan haar weigering op eenige
wijze spot of hoon te verbinden. Een eerlijk
man, die alles, wat hij heeft en is, aan de voeten
eener vrouw nederlegt, mag op zijn ernstig ver
zoek ook een ernstig antwoord verwachten. Spot
bij zulk een gelegenheid geeft bewijs van een
koud hart en van gebrek aan de fijngevoeligheid, die
geen enkele dame mag ontbrekeu. Ik heb u
zeer lief gehad, mevrouw, en uit uw gedrag
tegenover mij maakte ik op, dat ik u niet
onverschillig was anders zou ik het niet gewaagd
lebben nw hand te vragen. Als uw afwijzend
antwoord op een audere manier gegeven was, zou
ret mij diep gesmart hebben, maar nu ben ik
u dankbaar, want ik blijf nu verschoond van
een ongelukkig huwelijksleven. U bezit vele gaven,