BIJVOEGSEL
Te: Neuzensche Courant
Zaterdag 2 Februari 1901. No. 4029.
Engeland en de Z.-A. Repnbliek.
Binnenland.
De vervulde Vloek.
We hebben nu althans eenige zekerheid omtrent
da verblijfplaats en de bedoelingen van De Wet.
Den 23" had hij Ventersburg, ten zuiden van
Kroonstad, in den Vrijstaat verlaten, en was hij
met president Steynen een belangrijke troepenmacht
zuidwaarts, in de richting van Winburg, getrokken.
Kolonei White en kolouel Mahon kwamen den
26* met de 21* brigade te Ventersburg aan,
misschien wel met hetidee om De Wet te vangen,
maar de vogel was gevlogen.
De Wet en Steyn zullen vermoedelijk weer
beproeven om de Kaapkolonie binnen te vallen.
Daar kon hun persoonlijkheid wonderen verriehten,
en als De Wet de leiding van den opstand op
zich zou kunnen nemen, zou er wellicht beweging
komen onder de laksche Afrikaners. Den 28"
stuitte hij, 40 K. M. ten noorden van Tabanchu,
op generaal Knox, die hem den doorgang betwistte
en die zeker weer zal probeeren om hem te vangen.
In de Kaapkolonie blijft het zoowat hetzelfde.
Brandvlei is bezet en de Boeren hebben hun
hoofdkwartier gevestigd te Rondelbosch-kerkhoeve,
dat beschouwd wordt als de graanschnur van de
districten Fraserburg, Calvinia en Kenhardt.
In de republieken bepaalt de oorlog zich tot
kleine overvallen, waarbij soms de Engelschen,
soms de Boeren voordeel behalen.
Zoo heeft de magistraat van Standerton, Allison,
met een eskadron van het 13e huzaren en 35
politiemanuen in een hoeve even over de Vrij-
staatsche grens 6 slapende Boeren met een ge-
vaugene overvallen en gevangen genomen.
Bij Pretoria is bij zoo'n geval kommandant
Liebrandt omgekomen. De boeren vielen een trein
aan bij een der stations op de Oosterlijn en
Liebrandt sprong op de machine om het remtoestel
te later, werken. Maar de machinist schoot hem
dood, en toen gingen de overige Boeren aan den
haal.
De tocht van generaal Smith Dorrien, dien
Kitchener beschreef, schijnt niet veel op
een overwinning te gelijken. De ^verspreide"
Boeren bezorgden hem nog 4 dooden en 17 ge-
wonden, en bij het verspreiden der Boeren op den
25 was er 1 officier gedood en waren er 14 man
gewond.
Uit Kimberley wordt van den 29 het volgende
gemeldEen detachement Engelschen, dat een
Boerenkommando had achtervolgd, nadat dit een
trein had aangevallen, haalde het kommando 15
mijlen verder in. Er werden over en weer eenige
schoten gelost. Het Engelsche detachement werd
bijna door de Boeren ingesloten en moest al
vechtende terngtrekken, waarbij het 4 man ver-
loor, die gevangen werden genomen. De Boeren
hadden een doode en enkele gewonden.
Uit Pietermaritzburg in Natal, wordt van den
29° geseind, dat een trein met vee achterop is
gereden door een goederentrein. Twee Kaffers
werden gedood en een Engelsche soldaat werd ge
wond, terwijl er 16 muildieren bij verloren gingen.
De dagelijksche oorlogsberichten verklaren vol-
doende, dat de Britsche legermacht voortdurend
versterkt moet worden. De officieele Londensche
verlieslijst geeft op voor het gevecht bij Middel-
fontein (in het Rustenburgsche) op den 24" Jan.
4^ gesneuveld, 34 gewond, 8 vermist. Majoor
Vandeleur, van de Iersche garde, werd zwaar
gewond.
Uit Nieuw-Zeeland zijn 580 man naar Zuid-
Afrika vertrokken.
Maar er begint ook in Britsch-Indie gebrek
aan geoefende manschappeu te komen. Sinds
October 1899, zoo wordt uit Calcutta aan de
i/ limes geseind, zijn geen aflossingstroepen naar
Indie gezonden, zoodat zich daar thans 15,000
man bevinden, wier diensttijd verstreken is, en
men aanzienlijke premien zal moeten uitloven om
hen te bewegen een nieuwe verbintenis aan te
gaan. Bovendien ontbreken thans reeds 9000
man aan de vastgestelde sterkte. Worden niet
spoedig versterkingen gezonden, dan zullen over
een jaar 20,000 man noodig zijn, terwijl bovendien
dan minstens 5000 man meer noodwendig afgelost
zullen moeten worden. De correspondent eindigt
met te wijzen op de noodzakelijkheid, om maat-
regelen te nemen, teneinde binnen een ja .r 29,000
man naar Indie te kunnen zenden.
Hij heeft gemakkelijk praten, zal Roberts zeggen.
Maar waar deze volgens de //Daily Mail" gelooft
dat er in het eerste jaar geen mannetje uit Zuid-
Afrika teruggeroepen kan worden, zal Britsch-Indie
voorloopig voor aflossing nog wel niet aan de beurt
komen.
En de kosten De regeering zal in het Lager-
liuis voor den oorlog nog een aanrullend krediet
vragen van 70 millioen pond sterling.
Nog eens 840,000,000
Kaapstad, 30 Jan. Het blijkt nu, dat de
aanval der Boeren op de van Rijns- en de Modder-
fonteinmijnen zeer ernstig is geweest. Hij werd
gedaan door hetzelfde kommando, dat de inrich-
tingen te Kleinfontein en Brakpan vernielde. Men
vreest, dat de schade ongeveer 300,000 zal
bedragen. Er zijn stappen genomen voor betere
bescberming der afgelegen mijnen. De militaire
autoriteiten zijn overeengekomen twee leden van
de Kamer van Mijnwezen toe te staan naar Johannes
burg te komen om voor de belangen der mijnen
te waken.
Bloemfontein, 80 Jan. De districts-commissaris
te Kroonstad heeft getelegrafeerd aan den militairen
gouverneur alhier, dat Andries Wessels, die Morgen-
daal als vredesbode vergezelde, op last van De Wet
te K.ipfontein den 28 is doodgeschoten.
Londen, 31 Jan. De Daily Mail verneemt uit
Kaapstad, dat daar gezegd wordt dat De Wet
met een krachtig Boerencommando in de Kaap
kolonie is gevallen. De redactie van het blad
acht zulks geenszins in strijd met het telegram
van Kitchener, dat Knox Woensdag voor een week
met De Wet slaags is geweest op een plaats
65 K. M. benoorden Thaba'nchu, omdat De Wet
sedert dien gemakkelijk de 240 K. M. ten noorden
van de Oranjerivier kan hebben afgelegd.
Het heeft Hare Majesteit de Koningin be-
haagd, bij besluit van 80 Januari 1901 n°. 26,
Hoogstderzelver aanstaanden Gemaal, Zijne Hoog-
heid Hertog Hendrik van Mecklenburg, met ingang
van 81 Jan. 1901, te benoemen tot schout-bij-
nacht a la suite.
Bij Koninklijk besluit van 80 Jan. 1901
n°. 28 is, met ingang van 81 Januari 1901,
Harer Majesteits aanstaande Gemaal, Zijne Hoog-
heid Hertog Hendrik van Mecklenburg benoemd
tot generaal-majoor h la suite van de landmacht.
- Bij Koninklijk besluit van 80 Januari n°.
80 is Harer Majesteits aanstaande Gemaal, Zijne
Hoogheid Hertog Hendrik van Mecklenburg, met
ingang van 31 Jan., benoemd tot generaal-majoor
h la suite van het leger in Nederlandsch-Indie.
In de zitting der Eerste Kamer van gisteren
werd voortgezet de behandeling van hoofdstuk
Binnenlandsche Zaken.
De heer Bultman bleef volhouden dat de des-
kundigen op landbouwgebied te weinig worden
gehoord en zegt dat het oordeel over het tuber-
culose-ontwerp onder de deskundigen zoo ongunstig
is, dat het zeker niet ongewijzigd hier zal komen.
De heer Michiels van Kessenich hield tegenover
den heer De Jonh vol, dat het in het belang van
den landbouw driDgend noodig is het boteronderzoek
bij de Rijks-proefstations te behouden.
De heer Fransen van de Putte vroeg de regeering
waarom zij nog niets gedaan heeft in de zaak
der waterverversching van Delflands boezem. Men
heeft van de Staats-commissie, 8jaren geleden
benoemd, nog niets gehoord en spreker dringt
aan op wettelijke regeling.
De Minister van Binnenlandsche Zaken, de
verschillende sprekers beantwoordende, zeide ten
aanzien der zaak van den lichtbak, eergisteren
besproken, dat in zekere gevallen het gebruik er
van strafbaar is. Intusschen zou het zeer moeilijk
zijn in deze een aanvullingsbepaling te maken in
de jacht wet.
lu antwoord aan den heer Fransen van de Putte
zeide de Minister dat de commissie zeer veel had
te onderzoeken, maar dat haar eindrapport spoedig
zal worden ingediend en men verwachten mag dat
in de zomervergadering der Staten van Zuid-Holland
de zaak zal worden afgedaan.
De Minister beantwoordde verder den heer
Bultman en andere sprekers. Ten einde knoeie-
rijen te voorkomen is het noodig op de boter
niet meer het Rijks-controle-stempel te zetten.
De Minister acht oprichting van een landbouw-
departement niet noodig.
Overigens blijft de Minister er bij dat voor
de landbouwbelangen zoo goed mogelijk worde
gezorgd.
Na repliek van den heer Van Zinnicq Berg-
mann, die de middelen aangaf, waardoor tegen
de lichtbakken kan worden geageerd, en na repliek
van den heer Fransen v. d. Putte, die op meer
spoed in de quaestie der waterverversching blijft
aandringen gaf de Minister nogmaals de redenen
op waarom hij in de zaak der waterverversching
nog niet tusschenbeide kan komen.
De beraadslagingen werden gesloten en hoofdstuk
V zonder stemming aangenomen.
Daarna kwam in behandeling hoofdstuk Marine.
De heer Van Alphen betreurde zoowel het niet
afdoen der zaak van het nieuw pantserschip als
de ingevoerde reorganisatie van het bureau van
het stoomwezen.
De Brusselsche Petit Bleu, die een inschrijving
had geopeud om bij gelegenheid van het huwelijk
van onze Koningin aan Hare Majesteit een kunst-
werk aan te bieden als teeken van eerbiedige be-
wondering voor Haar besluit om de Gelderland
ter beschikking te stellen van president Kruger,
heeft den beeldhouwer Julien Dillens opgedragen
een Minerva-beeld te ontwerpen, dat in brons zal
uitgevoerd worden.
Op het voetstuk zal een koperen phat aange-
bracht worden, versierd met een teekening, Oedipus
voorstellende, geleid door Antigone, met een op-
schrift in het Fransch en het Vlaamsch en den
datum 7 Februari 1901.
By dit beeld zal gevoegd worden een artistiek
album, de namen bevattende van de inschrijvers
en ontworpen door den bekenden teekenaar Henri
ileumer, terwijl het gebonden wordt door
Dasset.
Den 7» Februari, op den dag van de huwelijks-
voltrekking, zal het artistieke geschenk plechtig
overhandigd worden aan den Nederlandschen ge-
zant te Brussel, jhr. van Pestel.
H. M. de Koningin heeft de aaubieding van dit
geschenk welwillend aanvaard.
Aan het galadiner, te Schwerin tot afscheid
aan hertog Hendrik gegeven, hield de rijkskanse-
lier ron Biilow een toespraak, waarin hij o. a.
zeide s
In de zware tijden van den Dertigjarigen oor
log, toen het Mecklenburgsche land uit duizend
wonden bloedde, brachten Nederlanders weer nieuw
'even in bet wezen van den staat. Orauje en
Mecklenburg zijn nauw met elkander verbonden.
Het Nederlandsche en het Mecklenburgsche
volk zijn gelijk in trou\r voor hun vorsten. Ook de
Nederlanders zijn door tal van beproevingen en
zwaren strijd zeer nauw verbonden aan het huis van
Oranje. lhans is het machtige geslacht van de
Iranjes geslonkenslechts nog een groenend
takje is ontsproten, dat Z. H. tot zich heeft
getrokken, de jonge, schoone en liefelijke koningin
Wilhelmina. 8
De Koningin staat eenzaam op den troonbuiten
de liefhebbende moeder staat haar geen lid van
het huis van Oranje ter zijde. Derhalve is het
een schoone taak, die Z. H, te vervullen heeft.
Hij zal voor de Koningin niet alleen gemaal,
maar ook hulp en steun, alles in alles zijn. Dit
gevoel zal de smart, door het scheiden veroor-
zaakt, op dit oogenblik lenigen.
De spreker besloot met een driewerf »Hoch"
op hertog Hendrik en Koningin Wilhelmina.
Nadat de muziek het Nederlandsche volkslied
had ten gehoore gebracht antwoordde hertog
Hendrik: 8
z/Ofschoon het|mij oneindig zwaar valt het oude,
lieve vaderland te verlaten, zal toch de liefde der
Koningin mijn toekomstigen levensweg verhelderen.
Vergezeld van zoovele oprechte wenschen en aan
de zijde der geliefde Koningin, zie ik de toekomst
vol vertrouwen tegemoet en ga getroost naar het
nieuwe vaderland. Ik wil echter aan het gevoel
van liefde, trouw en aanhankelijkheid aan het
lieve Mecklenburgsche land uiting geven en vat
mijn wenschen samen in deze woorden Hoera
voor Z. K. H. Groothertog Frederik Frans en Z. H.
den hertog-regent, hoera
FEUILLETON
Naar het Duilsch.
48)
Onbevangen keek zij hem aan en antwoordde
//Als ik geweten had, hoe je vader je moeder
behandelde en hoe zijn waanzin op je overging,
dan zou ik oprecht medelijden met je gehad hebben
en daaruit zou de liefde geboren zijn, die ik je
eenmaal beloofde. Nooit zou ik je verlaten hebben
nooit I En ik weet ook, Victor, dat het nooit
zou gebeurd zijn, wat je vreesdeZoo waar
als ik op dit oogenblik naast je neerkniel, zoo
waar weet ik, dat je nooit je hand tegen mij
zoudt hebben opgeheven I"
z/Geloof je dat vroeg hij met bevende stem,
terwijl zyn oogen begonnen te schitteren.
//Ik weet het ik gevoel het I" antwoordde
zy met overtuiging. ,/Je zoudt het nooit gedaan
hebben Daar zou ik geen oogenblik bang voor
geweest zijn, en langzamerhand zou de gedachte,
dat je waanzinnig was, ook wel uitgesleten zijn.
Het was te veel op eens voor je, Victor, alles
wat je vernam, en dat beroofde je van je verstand.
Had jo het van je kunnen verkrijgen om mij je
vertrouwen te schenken, dan zou alles anders ge-
gaau zijn
Zij sprak met zooveel overtuiging, dat hij er
door werd medegesleept. De smartelijke uitdruk-
king kwam weer op zijn gelaat.
z/Dus was mijn opoffering uutteloosZonder
reden leed ik zoo zwaar onder de scheiding van.
Tante Elisabeth viel hem vastberaden in de
rede en zeide //Dat is zelfkwelling, Victor!
Kom, Bertha, ga mee rust wat uit, al die opwinding
doet hem kwaad. Als je den geheelen nacht
hier blijft, slaap hij geen seconde en hij kan den
slaap niet ontberen. Victor, zeg bet haar ook
eens, zij zal wel naar je woord luisteren
Dat was een moeilijke taak voor hem, maar
hij begreep toch ook, dat zijne tante gelijk had.
Hij had geen rust noodig, wat was er aan zijn
leven gelegen maar zij moest rust hebben.
Hij overwon dus zijn eigen verlangen en zei
z/Ja ik moet bekennen, dat ik wat vermoeid
ben Ga nu been, Bertha. Morgen kunnen wij
den geheelen dag bij elkaar zijn. Ga nu een
paar uur ten minste rust nemen I"
Nog tegenstribbelend stond Bertha opzij
legde de kussens voor hem recht en sprak
z/Je wilt het zoo. Nu, goeden nacht dan,
V ictor. Tracht ook wat te slapen, opdat je morgen
gesterkt ben."
Toen kuste zij hem en verliet de kamer. Tante
Elisabeth ging mee tot aan de deur. Bertha
keek haar droevig aan en fluisterde
z/Ach, waarom verdroogt de levensader, als de
mensch het geluk bereikt heeft en slechts de
hand behoeft uit te steken om het te begrijpen P
Wat xonden wij nu alien gelukkig zijn!"
Lady Carley schudde het grijze hoofd en zei
//Mijn kind, het leven is wel schoon, maar
als het leed te diep wortelt, dan is de dood
een verlossing. Voor hem is nog slechts geluk
te wachten in de eeuwigheid, die hij weldra zal
binnengaan."
Die woorden bleven Bertha dien nacht in den
droom bij. Zij sliep echter vast en de zon stond
reeds aan den heme], toen zij ontwaakte.
z/Leeft hij nog .J" was haar eerste gedachte.
Zij kleede zich aan en schelde.
Blanca trad binnen.
x,Ik weet, welkc vraag je niet durft uitspreken,
arm kind," sprak zij en kuste Bertha. *Wees'
gerust, de slaap heeft hem versterkt. Hij wacht je."
Bertha snelde naar beneden. Zij vond graaf
Norton half opgericht tusschen de kussens, die
hem ondersteunden. Zijn trekken waren zoo
bleek, zoo lijkachtig, dat zij een oogenblik verstomd
stond. Had hij werkelijk geslapen Zijn gelaat
stond zoo vermoeid. Hij was de eerste, die sprak.
vBertha, hoe vreedzaam is het rondom, nu je
bij me bent 1 Maar ik wil niet over mezelven
spreken, zooals gisteren. Je moet me nu je
levensloop vertellen alles, alles, wat je geleden
hebt door mijn verkeerde handelwijze."
z/Daar is niet veel aan te vertellen," antwoordde
zij. //Mijn leven was zeer aldaagsch. Ik ging
uit om werk te zoeken en ik vond het. Doe je
daar nu maar geen verwijten over, VictorHet
viel werkelijk niet zoo zwaar. Ik geloof dat de
spreuk „Arbeid brengt zegen," waarheid bevat.
Voor rustelooze, ontevreden menschen is onop-
houdelijk werken een zegen. Zij hebben geen
tijd om zich ontevreden te gevoelen. Het ging
me daarbij zeer goed en mijn krachten kwamen
me heel goed te pas."
z/Maar om mij te verschoonen, zwijg je van
de uren, dat je niet werkte en van de gedachten,
die dan bij je opkwamen," zeide hij treurig.
//Ik heb geen oogenblik gedacht, dat je het slot
Powsvs zou verlaten; ik meende dat je bij tante
Elisabeth zou blijven dat had ik beter moeten
weten. Ik hield geen rekening met je trots,"
voegde hij er weemoedig bij.
//Met mijn trots P Neen, met mijn onge-
voelig hart Victor," antwoordde zjj deelmoedig.
//Hoe kon ik zoo slecht voor je zijn
RECHTSZAKEN.
Arrondissemeuts-rechtbank te Middelburg.
De rechtbank heeft in hare zitting van 1 Febr.,
de volgende vonnissen uitgesproken
E. J. S., 27 jaar oud, schippersknecht te Axel,
is wegens wederspannigheid veroordeeld tot 8
dagen gevangenisstraf.
J. P. J., 18 jaar oud, bootwerker te Ter
Neuzen, is wegens wederspannigheid veroordeeld
tot 1 maand gevangenisstraf.
P. I. v. D., 28 jaar oud, werkman te Ter
Neuzen, is wegens huisvredebreuk veroordeeld
tot 8 of 8 dagen hechtenis.
M. P., 16 jaar oud, werkmeid te Domburg,
gedetineerd te Middelburg, is wegens diefstal en
brandstichting veroordeeld tot 2 jaren gevange
nisstraf met in minderingbrenging der doorge-
brachte hechtenis.
//Je hebt niet anders kunnen handelen," sprak
hij met warmte, /-dat begrijp ik nu, Bertha. Maar
als je nog eenmaal gelegenheid krijgt om gelukkig
te worden, Bertha, Iaat je trots dan het geluk
niet afwijzen. En dat geluk smeek ik voor je
af, Bertha. Daar hoop ik op voor jou. Ik zou
zachter rusten, als ik wist, dat je nog eens gelukkig
zou worden."
//Victor, zwijg!" Houd op," fluisterde zij.
//Zooveel goedheid doodt me. Ik verdien ze niet."
z/Bertha," begon hij na een korte poos stilte.
z/Nog een laatst verzoek. Je weigert me dat niet
wel
I/O, neen, Victor. Spreek alles zal ik
doen.
z/Bertha, als ik er niet ben beloof me, dat
je zult nemen, wat je toekomt. De weduwe van
een graaf Norton moet de waardigheid ophouden
van het geslacht, waarvan zij den naam draagt
en je bent immers mijn vrouw. Juan Norton,
die op Martinique met een Creoolsche vrouw ge-
trouwd is, wordt erfgenaam van het stamgoed.
Jij krijgt de andere goederen en het vermogen
van mijn grootmama, ik heb je dat als vrij pri-
vaat-eigendom in mijn testament vermaakt. Zoo
behoed ik ten minste voor geldelijke zorgen. Dit
is mijn laatste wensch ja, mijn bevel. Beloof me,
Bertha, dat je niet in strijd daarmee zal h indelen."
•Hoe zou zij zich tegen een stervende verzet
hebben, vooral waar het zulke nietigheden betrof,
als geld of goed P
Met gebogen hoofd, terwiil heete tranen langs
haar wangen biggelden, fluisterde zij
//Ik beloof het je, Victor."
(Wordt vervolgd).
VAN DB
VAN
'=ag—
ii