It BIJVOEGSEL Ter Neuzensche Courant Engeland en de Z.-A. Republiek. Zaterdag 26 Januari 1901. No. 4026. Binnenland. (iemengde berichten. Zondtsrlinge oorlog. Daar gaan de aanvoerders der verstrooide en verslagen Boeren op veroverd gebied een vooraf bekende vergadering houden, om een nader veldtochtsplan te bespreken. En in plaata van nu met £^n slag die heele bende in te pikken en z66 een eind aan den krijg te maken, moet Kitchener van uit Pretoria toe- zien, hoe de Wet en Botha over zijn oorlog beslissen. Bij Ermelo is de bijeenkomst Zaterdag ge- houden. De Wet leert langzamerhand wat hem als bevelhebber toekomt, en bracht een geleide van 1000 gewapende Boeren mee. Wat er op deze bijeenkomst, onder leiding van Botha, is besproken, weten we niet precies. De ,/Centraal News" heeft wel een bericht uit Standerton er over, maar dat is blijkbaar tendentieus. Er was verschil van meening, zegt het telegram, sommigen wilden capituleeren, anderen wilden een inval in Natal doeu, en deze meening, door de Wet verdedigd, won het, capitulatie was onnoodig, zoolang er nog munitie in overvloed was, en zoolang de Engelschen voor de vrouwen en kinderen zorgden. //Zorgden" men begrijpt, waarom dat naar Engeland geseind is. Hoe het zij, de Engelschen rekenen op een inval in Natal en brengen dit in staat van tegenweer. Ook te Barberton vreesde men een aauval en uit alles blijkt, dat er geen uitzicht bestaat op overgave van de Boeren. De aan voerders houden Kitchener's proclamatie op, en vernietigen haar. Generaal Smuts verbiedt aan de vrouwen, om het papier aan de mannen te overhandigen. Bij Boesmanskrans, zijn den 16n Januari, blijkens de officieele verliezenlijst, van de Engelschen 1 man gesneuveld en 14 gewond. Dit gevecht werd geleverd tusschen kolonel Colville en de Boeren, op 16 Januari, den dag na het gevecht bij van Tondershoek, tusschen dezelfden. Laatstgemelde plaats ligt ongeveer 35 KM. N.W. van Standerton, aan den westelijken oever van de Blesbokspruit. De afstand tusschen van Tondershoek en Boesmanskrans is ook onge veer 11 KM. Bij Johannesburg beschoten de Boeren voort- durend Engelsche patrouilles. De kommandant te Springs besloot toen, een hinderlaag te leggen, om dat de Boeren eens af te leeren. Volkomen slaagde die list niet, want wel werden 5 Boeren gedood, maar er werden ook 2 Engelschen ge- vangen en 66a, die zich niet wilde overgeven, werd doodgeschoten. „Gefusilleerd" noemen de Engelsche berichtgevers dat ten onrechte. In de Kaapkolonie heeft een voorhoede van 200 Boeren, die in het westen oprukten en die, volgens den een 1200, volgens den ander 1800 man tellen, Calvinia verlaten, om naar Clanwilliam op te rukken. Een ander bericht, ook van den 21", zegt, dat een belangrijk kommando bij de Doornrivier in aanraking is gekomen met een troep verkenners er is echter geen gevecht geleverd, want de Engel schen zijn op Clauwilliam teruggetrokken. Generaal Clements, wiens troepen den 13" December in de Magaliesbergen zulke zware ver- liezen hebben geleden, is vervangen door generaal Cunningham. Alweer een generaal, wiens reputatie niet tegen den oorlog bestand was. Telegrammen uit de Kaap melden een nieuwe agitatie der Jingos, die ten doel heeft, alle litte- ratuur te verbieden, die ten gunste der Boeren is de Kaapsche loyalisten betogen, dat het verbod tot het in omloop brengen van pro-Boer-geschriften en bladen niets uitwerkt, zoolang de invoer van Engelsche litteratuur, die den Boeren welgezind is, niet wordt belet. Een der Kaapsche bladen protesteert voorts tegen de manier waarop de inlevering van wapenen gaat. In het district Hanover bijvoorbeeld zijn in hoofdzaak ouderwetsche wapenen bij de mill tarie autoriteiten ingeleverd. De dood van koningin Victoria heeft den corres pondent van de ^Vingtieme Si&cle" te Londen een merkwaardig nieuwtje bezorgd. Hij weet namelijk mee te deelen, dat de koningin op haar sterfbed, in een gespiek onder vier oogen met keizer Wilhelm (de zegsman had zich zeker onder het bed verstopt om te luisteren), dat langer dan een kwartier duurde, haar kleinzoon heeft laten beloven, zijn tusschenkomst te zullen verleenen, om den oorlog in Zuid-Afrika ten einde te brengen. De voornaamste kabinetten van Europa zouden van dit treffende onderhoud tusschen de koningin en den keizer reeds mededeeling ontvangen hebben. Het is niet kwaad bedacht, en bet zou koning Eduard, wiens schoonzoon, de hertog van Eive, een der directeuren van de Gecharterde is, een kansje geven op een naam in de geschiedenis, dien hij zich anders moeilijk nog zal veroveren. Zeer waarschijnlijk klinkt dit verhaaltje echter Diet. Hare Majesteit de Koningin, die reeds vd6r den dood van Koningin Victoria, ten huize van den heer Leveson Gower, tijdelijk zaakgelastigde van Engeland, door den ordonnance-officier, luite- nant Loudon belangstellend inlichtingen had laten inwinnen omtreut den toestand van de Britsche vorstin, heeft Dinsdagavond, kort nadat de heer Leveson Gower aan H. M. van den dood van zijne souvereine had kennis gegeven, een Harer ordannance-officieren opgedragen den zaak gelastigde Barer Majesteita deelneming te betuigen met het sterfgeval dat het Engelsche volk in rouw dompelt. Woensdagochtend heeft H. M. de Koningin- Moeder den intendant van Haar huis, jhr. de Ranitz, een zelfde opdracht gegeven. In de laatste dagen zijn ten huize van laatst- genoemde door het corps diplomatique veel be- wijzen van belangstelling en sympathie gegeven. Woensdagochtend heeft minister de Beaufort een condoleance-bezoek gebracht. Dinsdag vervoegde zich de heer Loudon, chef van het kabinet des ministers, bij den zaakgelastigde. Op den dag der begrafenis van koningin Victoria zal een rouwdienst in de Engelsche kerk worden gehouden. De Engelsche gezant, de heer Howard, wordt tegen het einde dezer week in de residentie terugverwacht. Van de woningen der vreemde gezanten bij ons Hof zijn de vlaggen van hunne landen halfstoks geheschen. De Ministers van Binnenlandsche zaken en financien brengen in de Stct. (n°. 19) ter alge- meene kennis, dat met ingang van 24 dezer, de in- en doorvoer van lompen, gebruikte kleeding- stukken en ongewasschen lijf- en beddegoed uit Hull (Engeland) verboden is. Bagages, door reizigers medegebracht, zijn onder dit verbod begrepen voor zoover betreft onge wasschen lijf- en beddegoed. Voorts is het verbod niet toepasselijk I. wat den in- of den doorvoer betreftop goederen, die wel van Hull (Engeland) zijn aan- gevoerd, maar waarvan voldoende blijkt, dat zij van elders afkomstig zijn en die zoodanig zijn vervoerd en verpakt, dat zij niet in aanraking kunnen geweest zijn met besmette voorwerpen II. wat den doorvoer betreft op goederen, die zoodanig zijn verpakt, dat zij onderweg geenerlei bewerking of behandeling kunntn ondergaan. rechtszaken"" Arrondissements-rechtbank te Middelhurg. De rechtbank heeft in hare zitting van 25 Jan. de volgende vonnissen uitgesproken E. F. M., oud 36 jaar, huisvrouw van E. H., zonder beroep te Sas van Gent, is wegens een- voudige beleediging veroordeeld tot f 2,50 boete of 3 dagen hechtenis. A. P. de K., oud 23 jaar, werkman te Hulst, is wegens diefstal veroordeeld tot 1 maand ge- vangenisstraf. J. O., oud 30 jaar, arbeider te Ter Neuzen, is wegens twee feiten van diefstal veroordeeld tot 6 weken gevangenisstraf. F. D., oud 20 jaar, metselaar te Zaamslag, is wegens mishandeling veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf. De oflicier van justitie te Amsterdam ver- zoekt dringend alle personen, die in den avoud van 20 December 1900 met de stoomboot D. A. Verschure I, als passagiers zijn gevaren van Amster dam naar Rotterdam, zich ten spoedigste, met opgave van hun beroep en tegenwoordig verblijf, bij hem oflicier bekend te makeu. Dit staat in verband met de op 20 Dec. jl. op den Amstel plaats gevonden aanvaring van een tjalk, tengevolge waarvan vijf personen het leven verloreu. Dinsdagavond is te Hunsel (L.) de arbeider B. L.. die rustig uit een caf£ huiswaarts keerde, door den landbouwer J. H. achtervolgd, en zoo danig met een mes gesneden en gestoken, dat hij in stervenden toestand huiswaarts werd gebracht. De dader is gearresteerd. Te Nievelstein (L.) is Dinsdag de W. Pel zer, toen hij in een zandgroeve werkzaam was, onder eene massaafschuivend zand bedolven geraakt, Met een gebroken been en ingdrukte borstkas werd hij in hopelozen toestand naar zijn woning gebracht. Maandagavond is het aan de politie te Zeist gelukt op heeterdaad te betrappen een 19 jarigen jongen man, die in den afgeloopen zomer, en ook thans weer, er zijn werk van maakte dames, meest uit den deftigen stand, de kleeding met verf te bespuitenvan niet minder dan 48 gevallen werd bij de politie aangifte gedaan. Voor duizenden guldens aan kleeding werd op die wijze door hem bedorven. Een volledige bekentenis werd door hem gedaan, doch zonder dat hij de reden opgaf, waarom deze laaghartige aardigheid door hem bedreven werd. Woensdagavond wilde aan het station te Leiden een schaalknecht, bezig een goederentrein op het 4* spoor staande te bedienen, van daar naar het le spoor oversteken, juist op het oogen- blik dat de van Amsterdam komende bliksemtrein die sporen voorbijreed. De man bekwam esn vreeselijke wond aan het hoofd en was dadelijk een lijk. Door de marechauss^e ts Zevenbergen is proces-verbaal opgemaakt wegens kennelijken staat van dronkenschap op den openbaren weg o. a. tegen den gemeenteveldwachter en den nachtwaker. Aan den machinefabriek van de heeren Begema te Helmond, is de werkman J. Philipse van een der zolders gevallen, met het noodlotlig gevolg dat hij op de plaats dood bleef. Hij laat een vrouw met twee kinderen na. Te Lisse is Dinsdagnamiddag de werkman P. Weijers, in dienst bij de firma Zegers Co. op droevige wijze om het leven gekomen. Terwijl hij met nog twee werklieden bezig was boom- stammen door middel van buskruit te laten springen, sloeg bij de ontploffing een stuk hout met zoo'n kracht tegen zijn hoofd, dat hij met gespleten schedel neerstortte en bijna onmiddellijk daarop overleed. Een gerucht wil, dat Dreyfus in de laatste maand, dat hij verblijf hield "oij zijn zwager Hadamard, zijn mbmoires van het Duivelseiland schreef. Deze uHeriuneringen aan het Duivels eiland" zouden gratis door geheel Frankrijk worden verspreid. Zoowel mr. Labori als kolonel Picquart moeten zich, volgens hetzelfde gerucht, tegen dit voor- nemen hebben verklaard en er zelfs door in onmin zijn geraakt met de familie Dreyfus. Te Dole, de geboortestad van Pasteur, zal voor dien geleerde een standbeeld worden opgericht. Het model, van Antonin Carles, is gereed. De onthulling zal eerst in 1902 plaats hebben, na de onthulling van een standbeeld voor Pasteur te Parijs. De gelden voor beide beelden zijn langs den weg van nationale inschrijving bijeen- gebracht. Een zware orkaan heeft in den nacht van Maandag op Dinsdag op de geheele Noorsche westkust gewoed van Tromsoe tot Kristianssand. Het noodweer ging vergezeld van hagel, sneeuw, bliksem, donder en springvloed, zoadat geen der schepen van de kustplaatsen kon uitzeilen. De benedenwijken der havensteden zijn ondergeloopen en schade is berokkend aan pakhuizen, bruggen, enz.ook vreest men voor het verlies van menschenlevens. Rajko Marie, de moordenaar wiens ontsnap- ping uit de gevangenis van Semlin met zulke verschrikkelijke bizouderheden gepaard is gegaan is te Belgrade gevat en aan de Oostenrijksche politie uitgeleverd. In het bijzijn gebracht van de 6 lijken van het vermoorde gezin van den cipier, bekende de 23jarige boef met groote kaln^te; dat hij de dader was. De lijkschouwing heeft aan 't licht gebracht, dat de vrouw van den cipier zwanger was. De jaarlijksche statistiek van de Britsch- Indische regeering wijst het enorme aantal van 27,500 sterfgevallen aan, die gesteld moeten worden op rekening van de roofdieren- en slangen- plaag. Van deze worden 24,621 gevallen toege- schreven aan giftige kruipeude dierentijgers doodden 899, wolven 338, luipaards 327, kroko- dillen en jakhalzen 300 personen. De prijzen, die door de regeering op iederen kop van roof dieren en vergiftige slangen zijn gezet, hadden tengevolge, dat 100,000 slangen en 20,000 wilde dieren werden ingeleverd. Daarvoor werd een bedrag van f 80,400 uitge- geven aan prijzen en reeds zijn plannen in voor- bereiding, om nog krachtiger handelend op te treden tegen de plaag. Zoo denkt men er bij voorbeeld erustig over, een groote tijgerexpeditie naar Bengalen uit te zenden. Behalve de 27,500 menschen werden het vorig jaar 90,000 paarden en slachtvee door tijgers en luipaards gedood. Gemeenteraad van Ter Neuzen. VAN DE VAN Vergadering van Donderdag 24 Jan. 1901. Aanwezig de heeren Moes, Van iden Hoek, De Feijter, Harte, Wieland, Visser, Van IJsselsteijn, Grenn, Dees en Van de Velde. Afwezig de heeren Van der Hooft, wegens nitstedigheid, De Jonge, wegens bijzondere omstandigheden, en De Koeijer zonder kennisgeving. De VoorzitterMijne Heerenik open de vergadering. Waar dit de eerste is in het nieuw begonnen jaar, wil ik, evenals altijd, u een welkom in de raad toeroepen. Ik hoop en ik wensch dat de belangen der gemeente, die steeds door u hoog zijn gehouden, ook in den nieuw begonnen jaarkring zullen worden behartigd zooals het behoort. Partieulier wensch ik u geluk voor n zelf en uwe familie, dat het u goed moge gaan en geluk en voorspoed uw deel zij. Speciaal heet ik welkom de heer Van den Hoek, detweede wethouder, die na zoo langen tijd aan het ziekbed gekluisterd te zijn geweest, voor het eerst weder tegenwoordig is. Ik hoop dat de verbetering in zijn toestand van dien aard moge zijn, dat hij weer spoedig geheel de oude is en zich weer geheel zal kunnen wijden aan de behartiging van de belangen der gemeente, die zoo goed aan zijne handen zijn toevertrouwd. Dat de leden van den Raad dit laatste beamen blijkt wel uit zijne benoemtng tot wethouder. Ook den heer Visser roep ik na zijn herstel een welkom toe en hoop, dat deze zich weder voortdurend zal kunnen bezig houden met het behartigen der belangen van de ge meente en zijne particuliere zaken. De leden geven blijk van instemming met het gesprokene Hierna geschied lezing van de notulen der voorgaande zitting, welke worden goedgekeurd. De Voorzitter stelt achtereenvolgens aan de orde I Ingekomen stukken. a. Een schrijven van Ged. Staten, dd. 22 Dec. 1900, waarbij het college bericht bezwaar te maken tegen het raads- besluit van 4 Dec. j.l. betreft'ende de uitgifte in erfpacht aan E. J. L. Nolson, van een strook grond nanet diem woning in de Nieuwstraat. Wanneer, zooals uit de overwegingen van het besluit bljjkt, de grond van den publieken dienst bestemd moe^blijven en het enkel de bedoeling is, om den belanghebbende een on- belemmerd uitzicht over bedoeld terrein te verzekeren, dan is het niet noodig daartoe het terrein in erfpacht uit te geven. Indien men dit wil, zouden in ieder geval in het raadsbesluit zelf zoodanige voorwaarden moeten worden gesteld als noodig zijn, om te voorkomen, dat de erfpaehter te eeniger tijd van de rechten, welke do wet aan erfpachters toekent, gebruik maakt door b.v. den grond te bebouwen, zoodat hij feitelijk voor don publieken dienst geen nut meer zon hebben. Intusschen kan het beoogde doel evenzeer bereikt worden, wanneer op het terrein ten behoeve van de woning van den belanghebbende eene tijdelijke erfdienitbaarheid van uitzicht wordt gevestigd, b.v. gedurende den tijd, dat de belangheb bende in het aangrenzend huis woont. De gemeente behoudt in dat geval de volledige beschikking over den grond en heeft alleen toe te zien, dat het uitzicht daarop van de zijde van adressantswoning niet belemmerd wordt. Ged. Staten bevelen ten slotte aan den Raad een daartoe strekkend besluit, met intrekking van het bestaande, in over- weging te geven, De Voorzitter geeft lezing van het adres van den heer Nolson, van het besluit tot uitgifte in erfpacht en van de rechten die het Burgerlijk Wetboek aan den erfpaehter toekent, o. m. ook het recht tot het bebouwen van den hem in erfpacht aigestanen grond. Ofschoon Ged. Staten hunne goedkeuring onthouden aan het raadsbesluit, op grond eener met de wet in strijd zijnde voorwaarde, acht de Voorzitter het evenmin wenschelijk op den bewusten grond eene erfdienstbaarheid te vestigen. Het is alleen de bedoeling van den aanvrager, de verzekering te verkrijgen, dat zijn uitzicht over den grond niet zal belemmerd worden, doch hij heeft geen plan den grond te bebouwen. Daarom acht spreker het beter hem den grond uit te geven in erfpacht, met volledig recht, doch voor korten tijd. Dan verkrijgt de gemeente de zekerheid dat de grond niet zal bebouwd worden, want de erfpaehter kan dan daaraan geen kosten bestcden, niet verzekerd zijnde dat hij na korten tijd, als de erfpacht eindigt, den grond niet zal moeten ontruimen. Men zou ook het eerste besluit eenvoudig kunnen intrekken en den toestand laten zooals deze is, doch dan is het doel van den heer Nolson niet bereikt, en deze is, als eerste aan vrager toch op den grond de eerst rechthebbende. Er zijn tegen het raadsbesluit bezwaren geopperd ter wille van den eigenaar van het andere aangrenzende perceel. Onder dc gemaakte voorwaarde mag de grond niet in erfpacht worden uitgegeven, doch wel met volmaakte rechten. Dat laatste kan men dan voor een korten termyn doen. Ook kan de Raad het genomen besluit intrekken en zeggen de een krijgt het niet en de ander ook niet. De heer De Feijter verklaart zich voor laatstgenoemde oplossing. De heer Van den Hoek noemt het motief van het be- lemmeren van 't uitzicht van -den heer Nolson op de Schelde een wassen neus. Het is er maar om te doen om het te hebben. De kooper van het andere aangrenzende huis zal voor het bezit van dien grond misschien een f 400 ;h f 500 overhebben, die tegenwoordige aanvrager dan in den zak kan steken, terwijl de gemeente het hem voor geringen prijs in erfpacht uitgeeft. De Voorzitter spreekt tegen dat het uitzicht van den heer Nolson op de Schelde niet zou belemmerd worden door bebouwen van den bewusten grond. De heer Van den Hoek betwist dit, wanneer het andere huis wordt verbouwd tot in de voorlijn der Nieuwstraat kan dit onmogelijk het uitzicht van het kantoor van den aan vrager belemmeren. De Voorzitter merkt op dat dan het uitzicht door het raam in den zijgevel van het huis van den heer Nolson belemmerd wordt. De heer Van den Hoek wist niet dat er in den zijgevel van het huis een raam was, maar vermoedt dat het alleen de bedoeling is om van uit het kantoor uitzicht op de Schelde te hebben, dat is toch maar alleen voor hem vaa beteekenis. De heer Wieland gelooft dat het wel degelijk om dat zijraam te doen is, hij herinnert dat een der vroegere bewoners van een huis daar in den omtrek een torentje op zijn huis liet bouwen om uitzicht te hebben. De Voorzitter heeft de heer Nolson, die met den iuhoud van het schrijven van Ged. Staten bekend is, nog over de zaak gesproken, het is hem maar alleen te doen om de zekerheid onbelemmerd uitzicht te zullen houden. Men kan het hem voor korten termijn geven en ook wil de heer Nolson zich verbinden den grond niet te bebouwen. De heer Van den HoekDan kan ik er gonoegen mede nemen. Voor korten tijd in erfpacht uitgeven zal anders misschien wel bezwaar ondervinden, daar de erfpaehter dan telkens ook de kosten eener akte ten zijnen laste krygt. De heer Van IJsselsteijn Het is hier een zaak van luxe en dan moet de aanvrager er ook maar wat voor over hebben. De heer Van den Hoek ziet er een geldkwestie in. De Voorzitter wijst er op, dat men zich tot het adres van aanvraag moet hepalen en de daarin aangegeven motieven. Er zijn hier twee liefhebbers voor den grondhet was beter dat zij een compromis konden sluiten, doch hy gelooft niet dat het op den weg van Burg, en Weth. of van den Raad ligt, om een vergelijk uit te lokken. De heer Nolson heeft het eerst den grond gevraagd en het is dus billijk, dat ze aan hem wordt gegeven. De heer De Feijter zou het eerste besluit willen intrekken en den grond laten liggende som die de grond kan op- brengen is zoo groot niet; 3S MS. tegen 10 cent geeft maar een bedrag van f 3,SO. De heer Moes De opbrengst kan gerust buiten bespreking blijven, doch het is om het recht van 't spel te doen. De heer Van de Velde is van meening dat het beter was den grond aan den kooper van het andere huis af te staan. Deze beraamt een plan tot verbouwing van het perceel en wanneer dat in de rooilijn der Nieuwstraat werd uitgebouwd, zou de hoek er zeker aanmerkelijk verfraaien, terwijl het er nu een leelijke hoek blyft. De VoorzitterMaar moet u dan uw eigen besluit van de vorige vergadering weer intrekken. De heer Moes Het bedrag der opbrengst van den grond is niet zoo hoog dat er waarde aan gehecht behoeft te worden doch de grond is voor beide aangrenzende eigenaren van waarde. Zou het niet mogelijk zijn beiden te gerieven, door den grond te geven aan den kooper van het huis en deze vergunning te verleenen tot bouwen, vuor zoover het uitzicht van den heer Nolson niet wordt gestoord De VoorzitterIk moet opmerken dat er nog geen verzoek is ingekomen, ofschoon ik dit wel had verwacht. De heer Nolson heeft echter de oudste rechten. Ik begrijp de bedoe ling van Ged. Staten goedze doen het besluit teniet omdat het een met de wet strijdige beperkende bepaling bevat. Daar het vestigen van eene erfdienstbaarheid ook niet ge- wenscht is, geef ik in overweging de grond eenvoudig in erfpacht uit te geven, doch voor korten tijd, dan behoudt men de zekerheid dat zy niet bebouwd wordt, aaugezien de erfpaehter er niets aan zou hebben om er voor zoo'n tijd op te bouwen. De heer Van IJsselsteyn acht dat 'tbeste. Er is ook nog geen andere aanvraag. De heer Visser vraagt of er .bezwaar zou zijn de zaak nog eens aan te houden tot de volgende vergaderingdan kon de plaatselijke toestand nog eens worden opgenomen. De Voorzitter: Als de leden dat wenschen ishetmijook goedik heb er geen bezwaar tegen. Het kaartje geeft evenwel duidelijk den toestand weer en de zaak is nu al aanhangig van de vorige zitting en ik acht terugkomen op 't eerste besluit ongeraden. De heer Moes gevoelt ook wel wat voor uitstel, het is hem nog niet recht helder, dat er nog geen ander verzoek over den grond is ingekomen. Daar niemand op uitstel aandringt wordt met de behande ling der zaak voortgegaan. De heer De Feijter stelt voor het voorgaande besluit In te trekken en den grond te laten liggen. De heer Moes kan zich met dht voorstel niet vereenigen, ook met het oog op het genomen besluit.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1901 | | pagina 5