It
BIJVOEGSEL
Ter Neuzensche Courant
Engeland en de Z.-A. Republiek.
Zaterdag 26 Januari 1901. No. 4026.
Binnenland.
(iemengde berichten.
Zondtsrlinge oorlog. Daar gaan de aanvoerders
der verstrooide en verslagen Boeren op veroverd
gebied een vooraf bekende vergadering houden,
om een nader veldtochtsplan te bespreken. En
in plaata van nu met £^n slag die heele bende
in te pikken en z66 een eind aan den krijg te
maken, moet Kitchener van uit Pretoria toe-
zien, hoe de Wet en Botha over zijn oorlog
beslissen.
Bij Ermelo is de bijeenkomst Zaterdag ge-
houden. De Wet leert langzamerhand wat hem
als bevelhebber toekomt, en bracht een geleide
van 1000 gewapende Boeren mee. Wat er op
deze bijeenkomst, onder leiding van Botha, is
besproken, weten we niet precies. De ,/Centraal
News" heeft wel een bericht uit Standerton er
over, maar dat is blijkbaar tendentieus. Er was
verschil van meening, zegt het telegram, sommigen
wilden capituleeren, anderen wilden een inval
in Natal doeu, en deze meening, door de Wet
verdedigd, won het, capitulatie was onnoodig,
zoolang er nog munitie in overvloed was, en
zoolang de Engelschen voor de vrouwen en
kinderen zorgden. //Zorgden" men begrijpt,
waarom dat naar Engeland geseind is.
Hoe het zij, de Engelschen rekenen op een
inval in Natal en brengen dit in staat van
tegenweer. Ook te Barberton vreesde men een
aauval en uit alles blijkt, dat er geen uitzicht
bestaat op overgave van de Boeren. De aan
voerders houden Kitchener's proclamatie op, en
vernietigen haar. Generaal Smuts verbiedt aan
de vrouwen, om het papier aan de mannen te
overhandigen.
Bij Boesmanskrans, zijn den 16n Januari, blijkens
de officieele verliezenlijst, van de Engelschen 1
man gesneuveld en 14 gewond.
Dit gevecht werd geleverd tusschen kolonel
Colville en de Boeren, op 16 Januari, den dag
na het gevecht bij van Tondershoek, tusschen
dezelfden. Laatstgemelde plaats ligt ongeveer 35
KM. N.W. van Standerton, aan den westelijken
oever van de Blesbokspruit. De afstand tusschen
van Tondershoek en Boesmanskrans is ook onge
veer 11 KM.
Bij Johannesburg beschoten de Boeren voort-
durend Engelsche patrouilles. De kommandant
te Springs besloot toen, een hinderlaag te leggen,
om dat de Boeren eens af te leeren. Volkomen
slaagde die list niet, want wel werden 5 Boeren
gedood, maar er werden ook 2 Engelschen ge-
vangen en 66a, die zich niet wilde overgeven,
werd doodgeschoten. „Gefusilleerd" noemen de
Engelsche berichtgevers dat ten onrechte.
In de Kaapkolonie heeft een voorhoede van
200 Boeren, die in het westen oprukten en die,
volgens den een 1200, volgens den ander 1800
man tellen, Calvinia verlaten, om naar Clanwilliam
op te rukken.
Een ander bericht, ook van den 21", zegt, dat
een belangrijk kommando bij de Doornrivier in
aanraking is gekomen met een troep verkenners
er is echter geen gevecht geleverd, want de Engel
schen zijn op Clauwilliam teruggetrokken.
Generaal Clements, wiens troepen den 13"
December in de Magaliesbergen zulke zware ver-
liezen hebben geleden, is vervangen door generaal
Cunningham. Alweer een generaal, wiens reputatie
niet tegen den oorlog bestand was.
Telegrammen uit de Kaap melden een nieuwe
agitatie der Jingos, die ten doel heeft, alle litte-
ratuur te verbieden, die ten gunste der Boeren is
de Kaapsche loyalisten betogen, dat het verbod
tot het in omloop brengen van pro-Boer-geschriften
en bladen niets uitwerkt, zoolang de invoer van
Engelsche litteratuur, die den Boeren welgezind
is, niet wordt belet.
Een der Kaapsche bladen protesteert voorts
tegen de manier waarop de inlevering van wapenen
gaat. In het district Hanover bijvoorbeeld zijn
in hoofdzaak ouderwetsche wapenen bij de mill
tarie autoriteiten ingeleverd.
De dood van koningin Victoria heeft den corres
pondent van de ^Vingtieme Si&cle" te Londen
een merkwaardig nieuwtje bezorgd. Hij weet
namelijk mee te deelen, dat de koningin op haar
sterfbed, in een gespiek onder vier oogen met
keizer Wilhelm (de zegsman had zich zeker onder
het bed verstopt om te luisteren), dat langer dan
een kwartier duurde, haar kleinzoon heeft laten
beloven, zijn tusschenkomst te zullen verleenen,
om den oorlog in Zuid-Afrika ten einde te brengen.
De voornaamste kabinetten van Europa zouden
van dit treffende onderhoud tusschen de koningin
en den keizer reeds mededeeling ontvangen hebben.
Het is niet kwaad bedacht, en bet zou koning
Eduard, wiens schoonzoon, de hertog van Eive,
een der directeuren van de Gecharterde is, een
kansje geven op een naam in de geschiedenis,
dien hij zich anders moeilijk nog zal veroveren.
Zeer waarschijnlijk klinkt dit verhaaltje echter
Diet.
Hare Majesteit de Koningin, die reeds vd6r
den dood van Koningin Victoria, ten huize van
den heer Leveson Gower, tijdelijk zaakgelastigde
van Engeland, door den ordonnance-officier, luite-
nant Loudon belangstellend inlichtingen had
laten inwinnen omtreut den toestand van de
Britsche vorstin, heeft Dinsdagavond, kort nadat
de heer Leveson Gower aan H. M. van den dood
van zijne souvereine had kennis gegeven, een
Harer ordannance-officieren opgedragen den zaak
gelastigde Barer Majesteita deelneming te betuigen
met het sterfgeval dat het Engelsche volk in
rouw dompelt.
Woensdagochtend heeft H. M. de Koningin-
Moeder den intendant van Haar huis, jhr. de
Ranitz, een zelfde opdracht gegeven.
In de laatste dagen zijn ten huize van laatst-
genoemde door het corps diplomatique veel be-
wijzen van belangstelling en sympathie gegeven.
Woensdagochtend heeft minister de Beaufort een
condoleance-bezoek gebracht. Dinsdag vervoegde
zich de heer Loudon, chef van het kabinet des
ministers, bij den zaakgelastigde.
Op den dag der begrafenis van koningin
Victoria zal een rouwdienst in de Engelsche kerk
worden gehouden.
De Engelsche gezant, de heer Howard, wordt
tegen het einde dezer week in de residentie
terugverwacht.
Van de woningen der vreemde gezanten bij
ons Hof zijn de vlaggen van hunne landen
halfstoks geheschen.
De Ministers van Binnenlandsche zaken en
financien brengen in de Stct. (n°. 19) ter alge-
meene kennis, dat met ingang van 24 dezer, de
in- en doorvoer van lompen, gebruikte kleeding-
stukken en ongewasschen lijf- en beddegoed uit
Hull (Engeland) verboden is.
Bagages, door reizigers medegebracht, zijn onder
dit verbod begrepen voor zoover betreft onge
wasschen lijf- en beddegoed.
Voorts is het verbod niet toepasselijk
I. wat den in- of den doorvoer betreftop
goederen, die wel van Hull (Engeland) zijn aan-
gevoerd, maar waarvan voldoende blijkt, dat zij
van elders afkomstig zijn en die zoodanig zijn
vervoerd en verpakt, dat zij niet in aanraking
kunnen geweest zijn met besmette voorwerpen
II. wat den doorvoer betreft op goederen, die
zoodanig zijn verpakt, dat zij onderweg geenerlei
bewerking of behandeling kunntn ondergaan.
rechtszaken""
Arrondissements-rechtbank te Middelhurg.
De rechtbank heeft in hare zitting van 25 Jan.
de volgende vonnissen uitgesproken
E. F. M., oud 36 jaar, huisvrouw van E. H.,
zonder beroep te Sas van Gent, is wegens een-
voudige beleediging veroordeeld tot f 2,50 boete
of 3 dagen hechtenis.
A. P. de K., oud 23 jaar, werkman te Hulst,
is wegens diefstal veroordeeld tot 1 maand ge-
vangenisstraf.
J. O., oud 30 jaar, arbeider te Ter Neuzen,
is wegens twee feiten van diefstal veroordeeld tot
6 weken gevangenisstraf.
F. D., oud 20 jaar, metselaar te Zaamslag, is
wegens mishandeling veroordeeld tot 3 maanden
gevangenisstraf.
De oflicier van justitie te Amsterdam ver-
zoekt dringend alle personen, die in den avoud
van 20 December 1900 met de stoomboot D. A.
Verschure I, als passagiers zijn gevaren van Amster
dam naar Rotterdam, zich ten spoedigste, met
opgave van hun beroep en tegenwoordig verblijf,
bij hem oflicier bekend te makeu.
Dit staat in verband met de op 20 Dec. jl.
op den Amstel plaats gevonden aanvaring van
een tjalk, tengevolge waarvan vijf personen het
leven verloreu.
Dinsdagavond is te Hunsel (L.) de arbeider
B. L.. die rustig uit een caf£ huiswaarts keerde,
door den landbouwer J. H. achtervolgd, en zoo
danig met een mes gesneden en gestoken, dat hij
in stervenden toestand huiswaarts werd gebracht.
De dader is gearresteerd.
Te Nievelstein (L.) is Dinsdag de W. Pel
zer, toen hij in een zandgroeve werkzaam was,
onder eene massaafschuivend zand bedolven geraakt,
Met een gebroken been en ingdrukte borstkas
werd hij in hopelozen toestand naar zijn woning
gebracht.
Maandagavond is het aan de politie te
Zeist gelukt op heeterdaad te betrappen een 19
jarigen jongen man, die in den afgeloopen zomer,
en ook thans weer, er zijn werk van maakte
dames, meest uit den deftigen stand, de kleeding
met verf te bespuitenvan niet minder dan 48
gevallen werd bij de politie aangifte gedaan. Voor
duizenden guldens aan kleeding werd op die wijze
door hem bedorven. Een volledige bekentenis
werd door hem gedaan, doch zonder dat hij de
reden opgaf, waarom deze laaghartige aardigheid
door hem bedreven werd.
Woensdagavond wilde aan het station te
Leiden een schaalknecht, bezig een goederentrein
op het 4* spoor staande te bedienen, van daar
naar het le spoor oversteken, juist op het oogen-
blik dat de van Amsterdam komende bliksemtrein
die sporen voorbijreed. De man bekwam esn
vreeselijke wond aan het hoofd en was dadelijk
een lijk.
Door de marechauss^e ts Zevenbergen is
proces-verbaal opgemaakt wegens kennelijken staat
van dronkenschap op den openbaren weg o. a.
tegen den gemeenteveldwachter en den nachtwaker.
Aan den machinefabriek van de heeren
Begema te Helmond, is de werkman J. Philipse
van een der zolders gevallen, met het noodlotlig
gevolg dat hij op de plaats dood bleef. Hij laat
een vrouw met twee kinderen na.
Te Lisse is Dinsdagnamiddag de werkman
P. Weijers, in dienst bij de firma Zegers Co.
op droevige wijze om het leven gekomen. Terwijl
hij met nog twee werklieden bezig was boom-
stammen door middel van buskruit te laten springen,
sloeg bij de ontploffing een stuk hout met zoo'n
kracht tegen zijn hoofd, dat hij met gespleten
schedel neerstortte en bijna onmiddellijk daarop
overleed.
Een gerucht wil, dat Dreyfus in de laatste
maand, dat hij verblijf hield "oij zijn zwager
Hadamard, zijn mbmoires van het Duivelseiland
schreef. Deze uHeriuneringen aan het Duivels
eiland" zouden gratis door geheel Frankrijk
worden verspreid.
Zoowel mr. Labori als kolonel Picquart moeten
zich, volgens hetzelfde gerucht, tegen dit voor-
nemen hebben verklaard en er zelfs door in
onmin zijn geraakt met de familie Dreyfus.
Te Dole, de geboortestad van Pasteur, zal
voor dien geleerde een standbeeld worden opgericht.
Het model, van Antonin Carles, is gereed.
De onthulling zal eerst in 1902 plaats hebben,
na de onthulling van een standbeeld voor Pasteur
te Parijs. De gelden voor beide beelden zijn
langs den weg van nationale inschrijving bijeen-
gebracht.
Een zware orkaan heeft in den nacht van
Maandag op Dinsdag op de geheele Noorsche
westkust gewoed van Tromsoe tot Kristianssand.
Het noodweer ging vergezeld van hagel, sneeuw,
bliksem, donder en springvloed, zoadat geen der
schepen van de kustplaatsen kon uitzeilen. De
benedenwijken der havensteden zijn ondergeloopen
en schade is berokkend aan pakhuizen, bruggen,
enz.ook vreest men voor het verlies van
menschenlevens.
Rajko Marie, de moordenaar wiens ontsnap-
ping uit de gevangenis van Semlin met zulke
verschrikkelijke bizouderheden gepaard is gegaan
is te Belgrade gevat en aan de Oostenrijksche
politie uitgeleverd. In het bijzijn gebracht van
de 6 lijken van het vermoorde gezin van den
cipier, bekende de 23jarige boef met groote kaln^te;
dat hij de dader was. De lijkschouwing heeft
aan 't licht gebracht, dat de vrouw van den cipier
zwanger was.
De jaarlijksche statistiek van de Britsch-
Indische regeering wijst het enorme aantal van
27,500 sterfgevallen aan, die gesteld moeten
worden op rekening van de roofdieren- en slangen-
plaag. Van deze worden 24,621 gevallen toege-
schreven aan giftige kruipeude dierentijgers
doodden 899, wolven 338, luipaards 327, kroko-
dillen en jakhalzen 300 personen. De prijzen,
die door de regeering op iederen kop van roof
dieren en vergiftige slangen zijn gezet, hadden
tengevolge, dat 100,000 slangen en 20,000 wilde
dieren werden ingeleverd.
Daarvoor werd een bedrag van f 80,400 uitge-
geven aan prijzen en reeds zijn plannen in voor-
bereiding, om nog krachtiger handelend op te
treden tegen de plaag. Zoo denkt men er bij
voorbeeld erustig over, een groote tijgerexpeditie
naar Bengalen uit te zenden. Behalve de 27,500
menschen werden het vorig jaar 90,000 paarden
en slachtvee door tijgers en luipaards gedood.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
VAN DE
VAN
Vergadering van Donderdag 24 Jan. 1901.
Aanwezig de heeren Moes, Van iden Hoek, De Feijter,
Harte, Wieland, Visser, Van IJsselsteijn, Grenn, Dees en
Van de Velde.
Afwezig de heeren Van der Hooft, wegens nitstedigheid,
De Jonge, wegens bijzondere omstandigheden, en De Koeijer
zonder kennisgeving.
De VoorzitterMijne Heerenik open de vergadering.
Waar dit de eerste is in het nieuw begonnen jaar, wil ik,
evenals altijd, u een welkom in de raad toeroepen. Ik hoop
en ik wensch dat de belangen der gemeente, die steeds door
u hoog zijn gehouden, ook in den nieuw begonnen jaarkring
zullen worden behartigd zooals het behoort. Partieulier
wensch ik u geluk voor n zelf en uwe familie, dat het u
goed moge gaan en geluk en voorspoed uw deel zij.
Speciaal heet ik welkom de heer Van den Hoek, detweede
wethouder, die na zoo langen tijd aan het ziekbed gekluisterd
te zijn geweest, voor het eerst weder tegenwoordig is. Ik
hoop dat de verbetering in zijn toestand van dien aard moge
zijn, dat hij weer spoedig geheel de oude is en zich weer
geheel zal kunnen wijden aan de behartiging van de belangen
der gemeente, die zoo goed aan zijne handen zijn toevertrouwd.
Dat de leden van den Raad dit laatste beamen blijkt wel
uit zijne benoemtng tot wethouder.
Ook den heer Visser roep ik na zijn herstel een welkom
toe en hoop, dat deze zich weder voortdurend zal kunnen
bezig houden met het behartigen der belangen van de ge
meente en zijne particuliere zaken.
De leden geven blijk van instemming met het gesprokene
Hierna geschied lezing van de notulen der voorgaande
zitting, welke worden goedgekeurd.
De Voorzitter stelt achtereenvolgens aan de orde
I Ingekomen stukken.
a. Een schrijven van Ged. Staten, dd. 22 Dec. 1900,
waarbij het college bericht bezwaar te maken tegen het raads-
besluit van 4 Dec. j.l. betreft'ende de uitgifte in erfpacht aan
E. J. L. Nolson, van een strook grond nanet diem woning
in de Nieuwstraat.
Wanneer, zooals uit de overwegingen van het besluit bljjkt,
de grond van den publieken dienst bestemd moe^blijven en
het enkel de bedoeling is, om den belanghebbende een on-
belemmerd uitzicht over bedoeld terrein te verzekeren, dan
is het niet noodig daartoe het terrein in erfpacht uit te geven.
Indien men dit wil, zouden in ieder geval in het raadsbesluit
zelf zoodanige voorwaarden moeten worden gesteld als noodig
zijn, om te voorkomen, dat de erfpaehter te eeniger tijd van
de rechten, welke do wet aan erfpachters toekent, gebruik
maakt door b.v. den grond te bebouwen, zoodat hij feitelijk
voor don publieken dienst geen nut meer zon hebben.
Intusschen kan het beoogde doel evenzeer bereikt worden,
wanneer op het terrein ten behoeve van de woning van den
belanghebbende eene tijdelijke erfdienitbaarheid van uitzicht
wordt gevestigd, b.v. gedurende den tijd, dat de belangheb
bende in het aangrenzend huis woont. De gemeente behoudt
in dat geval de volledige beschikking over den grond en
heeft alleen toe te zien, dat het uitzicht daarop van de zijde
van adressantswoning niet belemmerd wordt.
Ged. Staten bevelen ten slotte aan den Raad een daartoe
strekkend besluit, met intrekking van het bestaande, in over-
weging te geven,
De Voorzitter geeft lezing van het adres van den heer
Nolson, van het besluit tot uitgifte in erfpacht en van de
rechten die het Burgerlijk Wetboek aan den erfpaehter toekent,
o. m. ook het recht tot het bebouwen van den hem in erfpacht
aigestanen grond.
Ofschoon Ged. Staten hunne goedkeuring onthouden aan
het raadsbesluit, op grond eener met de wet in strijd zijnde
voorwaarde, acht de Voorzitter het evenmin wenschelijk op
den bewusten grond eene erfdienstbaarheid te vestigen. Het
is alleen de bedoeling van den aanvrager, de verzekering te
verkrijgen, dat zijn uitzicht over den grond niet zal belemmerd
worden, doch hij heeft geen plan den grond te bebouwen.
Daarom acht spreker het beter hem den grond uit te geven
in erfpacht, met volledig recht, doch voor korten tijd. Dan
verkrijgt de gemeente de zekerheid dat de grond niet zal
bebouwd worden, want de erfpaehter kan dan daaraan geen
kosten bestcden, niet verzekerd zijnde dat hij na korten tijd,
als de erfpacht eindigt, den grond niet zal moeten ontruimen.
Men zou ook het eerste besluit eenvoudig kunnen intrekken
en den toestand laten zooals deze is, doch dan is het doel
van den heer Nolson niet bereikt, en deze is, als eerste aan
vrager toch op den grond de eerst rechthebbende.
Er zijn tegen het raadsbesluit bezwaren geopperd ter wille
van den eigenaar van het andere aangrenzende perceel.
Onder dc gemaakte voorwaarde mag de grond niet in erfpacht
worden uitgegeven, doch wel met volmaakte rechten. Dat
laatste kan men dan voor een korten termyn doen. Ook
kan de Raad het genomen besluit intrekken en zeggen de
een krijgt het niet en de ander ook niet.
De heer De Feijter verklaart zich voor laatstgenoemde
oplossing.
De heer Van den Hoek noemt het motief van het be-
lemmeren van 't uitzicht van -den heer Nolson op de Schelde
een wassen neus. Het is er maar om te doen om het te
hebben. De kooper van het andere aangrenzende huis zal
voor het bezit van dien grond misschien een f 400 ;h f 500
overhebben, die tegenwoordige aanvrager dan in den zak
kan steken, terwijl de gemeente het hem voor geringen prijs
in erfpacht uitgeeft.
De Voorzitter spreekt tegen dat het uitzicht van den heer
Nolson op de Schelde niet zou belemmerd worden door
bebouwen van den bewusten grond.
De heer Van den Hoek betwist dit, wanneer het andere
huis wordt verbouwd tot in de voorlijn der Nieuwstraat kan
dit onmogelijk het uitzicht van het kantoor van den aan
vrager belemmeren.
De Voorzitter merkt op dat dan het uitzicht door het raam
in den zijgevel van het huis van den heer Nolson belemmerd
wordt.
De heer Van den Hoek wist niet dat er in den zijgevel
van het huis een raam was, maar vermoedt dat het alleen
de bedoeling is om van uit het kantoor uitzicht op de Schelde
te hebben, dat is toch maar alleen voor hem vaa beteekenis.
De heer Wieland gelooft dat het wel degelijk om dat zijraam
te doen is, hij herinnert dat een der vroegere bewoners van
een huis daar in den omtrek een torentje op zijn huis liet
bouwen om uitzicht te hebben.
De Voorzitter heeft de heer Nolson, die met den iuhoud
van het schrijven van Ged. Staten bekend is, nog over de
zaak gesproken, het is hem maar alleen te doen om de
zekerheid onbelemmerd uitzicht te zullen houden. Men kan
het hem voor korten termijn geven en ook wil de heer
Nolson zich verbinden den grond niet te bebouwen.
De heer Van den HoekDan kan ik er gonoegen mede
nemen. Voor korten tijd in erfpacht uitgeven zal anders
misschien wel bezwaar ondervinden, daar de erfpaehter dan
telkens ook de kosten eener akte ten zijnen laste krygt.
De heer Van IJsselsteijn Het is hier een zaak van luxe
en dan moet de aanvrager er ook maar wat voor over hebben.
De heer Van den Hoek ziet er een geldkwestie in.
De Voorzitter wijst er op, dat men zich tot het adres van
aanvraag moet hepalen en de daarin aangegeven motieven.
Er zijn hier twee liefhebbers voor den grondhet was beter
dat zij een compromis konden sluiten, doch hy gelooft niet
dat het op den weg van Burg, en Weth. of van den Raad
ligt, om een vergelijk uit te lokken. De heer Nolson heeft
het eerst den grond gevraagd en het is dus billijk, dat ze
aan hem wordt gegeven.
De heer De Feijter zou het eerste besluit willen intrekken
en den grond laten liggende som die de grond kan op-
brengen is zoo groot niet; 3S MS. tegen 10 cent geeft maar
een bedrag van f 3,SO.
De heer Moes De opbrengst kan gerust buiten bespreking
blijven, doch het is om het recht van 't spel te doen.
De heer Van de Velde is van meening dat het beter was
den grond aan den kooper van het andere huis af te staan.
Deze beraamt een plan tot verbouwing van het perceel en
wanneer dat in de rooilijn der Nieuwstraat werd uitgebouwd,
zou de hoek er zeker aanmerkelijk verfraaien, terwijl het er
nu een leelijke hoek blyft.
De VoorzitterMaar moet u dan uw eigen besluit van
de vorige vergadering weer intrekken.
De heer Moes Het bedrag der opbrengst van den grond
is niet zoo hoog dat er waarde aan gehecht behoeft te worden
doch de grond is voor beide aangrenzende eigenaren van
waarde. Zou het niet mogelijk zijn beiden te gerieven, door
den grond te geven aan den kooper van het huis en deze
vergunning te verleenen tot bouwen, vuor zoover het uitzicht
van den heer Nolson niet wordt gestoord
De VoorzitterIk moet opmerken dat er nog geen verzoek
is ingekomen, ofschoon ik dit wel had verwacht. De heer
Nolson heeft echter de oudste rechten. Ik begrijp de bedoe
ling van Ged. Staten goedze doen het besluit teniet omdat
het een met de wet strijdige beperkende bepaling bevat.
Daar het vestigen van eene erfdienstbaarheid ook niet ge-
wenscht is, geef ik in overweging de grond eenvoudig in
erfpacht uit te geven, doch voor korten tijd, dan behoudt
men de zekerheid dat zy niet bebouwd wordt, aaugezien de
erfpaehter er niets aan zou hebben om er voor zoo'n tijd op
te bouwen.
De heer Van IJsselsteyn acht dat 'tbeste. Er is ook nog
geen andere aanvraag.
De heer Visser vraagt of er .bezwaar zou zijn de zaak nog
eens aan te houden tot de volgende vergaderingdan kon
de plaatselijke toestand nog eens worden opgenomen.
De Voorzitter: Als de leden dat wenschen ishetmijook
goedik heb er geen bezwaar tegen. Het kaartje geeft
evenwel duidelijk den toestand weer en de zaak is nu al
aanhangig van de vorige zitting en ik acht terugkomen op
't eerste besluit ongeraden.
De heer Moes gevoelt ook wel wat voor uitstel, het is hem
nog niet recht helder, dat er nog geen ander verzoek over
den grond is ingekomen.
Daar niemand op uitstel aandringt wordt met de behande
ling der zaak voortgegaan.
De heer De Feijter stelt voor het voorgaande besluit In
te trekken en den grond te laten liggen.
De heer Moes kan zich met dht voorstel niet vereenigen,
ook met het oog op het genomen besluit.