Algemeea Hieuws* en Admtentieblad voor 2eeuwscli*Vlaanderen. AANBESTEDING. Z E 1 M I L I T 1 E. Engeland en de Z.-A. RepnMiek. No. 4018. Dinsdag 8 Januari 1901 41e Jaargang. aan besteed: het uitvoeren van buitengewone herstellingen aan den Steiger te Kalsche Veer HOOFDELIJKEN 0MSLAG. Binnenland. De vervulde Vloek. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. - - - - - F FIJI LLETON TER SEIIZMSCHE COIIRAST A.BONNEMENT Voor Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,-. Franco per post xr j i i f\ 111 Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32i. Men^'abonneertzich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven- bushouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaataing derzelfde advertentie wordt de pr^js slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend. Namens GEDEPUTEERDE STATEN van Zeeland zal op Vrijdag 1 Februari 1901, des voormiddags te 11 uren, in de Abdij worden De aanbesteding zal bij enkele inschrijving ge- schieden overeenkomstig het bestek. Het bestek ligt ter lezing ter Provinciale Griffle van Zeeland te Middelburg, b'j Tden Hoofd- ingenieur van den Provincialen Waterstaat te Middelburg en bij den Iugenieur van den Provincialen Waterstaat te Goes. Het is ter Provinciale Griffie verkrijgbaar met teekeningen voor 1,00 en zonder teekemngen voor 0,40. De aanwijzing zal plaats hebben op Dinsdag 22 Januari 1901, tusschen voormiddags 10 en namiddags 1 uur. De inschrijvingsbiljetten kunnen tot 11 uur voormiddags van den dag der besteding ingeleverd °Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den Hoofdingenieur en den Ingenieur voornoemd. Gedeputeerde Staten voornoemd, ROEST, Voorzitter. W. POLMAN KRUSEMAN, Griffier. Bursremeester en Wethouders van TER NEUZEN, noodigen de lotelingen dezer gemeente van de lichting van dit jaar die verlangen bij de zeemilitie te dienen, uit, zich daartoe V.,or den 1 Februari a. s. ter gemeente-secretane aan temelden, en brengen ter kennis dat verzoekschnften om lnlijving bij de zeemilitie, gericht aan den Minister van Marine, voortaan buiten beschikking zullen worden gehouden, vermits de keuze uit hen. die zich daarvoor aanbieden, geheel is overgelaten aan de officieren van de Marine, met de overneming der zee- miliciens belast. Ter Nenzen, den 7 Januari IDOl. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Bnrgemeester. J. WISKERKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders vau TER NEUZEN brengen ter kennis, dat het suppletoir kohier van den Hoofdel jken Omslag, No. 3, in deze gemeente, voor 1900, in afkehr gedurende vijf maanden, op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Ter Neuzen, den 7 Januari 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GEILL, Burgemeester. J. WISKERKE, Secretaris. Het be-oep op de ,/loyalen" in de Kaapkolonie heeft wonderen bewerkt. llonderden vrijwilligers boden zich aan om den inval te keeren, en daar, volgens den premier, alle staatsambtenaren dieust mochten nemen, liepen dra de departementen en het postkantoor leeg. Donderdag, den eersten dag, meldden zich te Kaapstad al 540 mannen aan, en Donderdag a. s. zal het eerste korps uittrekken. Kaapstad alleen geeft 2500 man, en in een week verwacht men over 10,500 man ongeregelde troepen te kunnen beschikken. De Israelieten in de Kaap willen een eigen korps oprichten, en ook de voornaamste handels- maatscbappijen zullen haar personeel tot afzon- derlijke kompagnieen vormen. Deze nieuwe Engelsche troepen worden volgens een bericht uit Kaapstad, ongeveer uitgerust als de Boerencommandos, met een geweer, maar overigens weinig bagage. Hot zal spoedig genoeg blijken, dat zij daarom nog niet vecbten als de Boeren. Te Kaapstad dringt men aan op het afkondigen van den staat vau beleg, nu de voorboede der Boeren een dag of vier rijdens van die plaats is. Men gelooft, dat er berichten over den inval worden achter gehouden, en dat bekende ledeu van den Afrikaander Bond 's avonds in geheime vergadering bijeenkomen. Kitchener behandelt den inval in de Kaap kolonie als iets, dat heelemaal buiten hem omgaat. Aan generaal Forestier Walker, den bevelhebber over de communicatiemiddelen, seinde hij uit Pretoria ,/Ik verneem met genoegen het besluit van het Kaapsche ministerie. Geef alien bijstand dieu gij geven kunt. Gebruik de treinen om de kolonialen te brengen naar stellingen ten zuiden van den vijand. Vraag den eerste-minister, of ik hem op eenigerlei wijze kan helpen. Zeg hem dat de vijand weinig taliijk is, maar zeer beweeg- lijk. Daarom worden vooral goed bereden man- gchappen vereischt om de Boeren te omsiugelen of hen naar het noorden te drijven." Hoe vriendelijk, dat hij desnoodig nog helpen wil, hoewel het zaakje hem eigenlijk te vreemd is, om zich mee te bemoeien. Onder de telegrammen wordt gewag gemaakt van een treffen bij Middelburg. De Boeren bleken daar de sterkste, maar trokken toch lerug. Of er nu nog kommandos bij Matjesfontein staan, is zeer de vraag. De westelijke invallers schijnen naar Williston te zijn gezwenkt. Verder zijn er kommandos op- gedoken te Blikfontein, Daniels Krul en Boctrop, alle in Betschoeanaland, waar de inwoners gemeene zaak met de invallers schijnen te maken. Daarentegen schijnen ook weer Boeren de Oranje- rivier over en den Vrijstaat weer binnen getrokken te zijn. In Transvaal hebben de Boeren de laatste dagen groote activiteit betoond. Elken dag weiden treinen, konvooien en ge'isoleerde posten aange- vallen en de loop der treinen was zeer ougeregeld. Sir Alfred Milner is nu officieel benoemd tot I gouverneur van Transvaal en van de Oranjerivier- kolonie, bij zijn betrekking van hooge-commissaris voor Zuid-Afrika. Hutchinson, tot nu gouverneur van Natal, is benoemd tot gouverneur van de Kaapkolonie. Mc. Callum, gouverneur van New- Foundland, is benoemd tot gouverneur van Natal. Majoor Goold-Adams, resident-commissaris van het Betschoeanaland-protectoraat, is benoemd tot luitenant-gouverneur van de Oranjerivier-kolonie. Naar liet Duilsch. 39) De maan scheen helder op Bertha's gelaat toen zij uit haar vaste sluimeriug ontwaakte, en zich heriunerde wie zij nu was. Zijn vrouw Gravin Norton Zij stond op, de vochtige avondlucht deed haar rilleti. Nu ze het toppunt van haar streven bereikt had, kwam haar dit niet zoo verrukkelijk voor, als zij zich had voorgesteld. Haar hart geleek een steen zij begon te vreezen voorzich- zelven en voor haar echtgenoot. Maar waar was hij Zij schelde en een bediende kwam. „Is de graaf reeds terug, Anton /Mijnheer d« graaf, mevrouw Ik dacbt, dat hij hier was," luidde het antwoord. Bertha schudde het hoofd. „Spoedig na onze aankomst verliet de graaf het huis, zooals je weet. Is hij nog niet terug Biijkbaar nam de verwonderiug van den bediende toe. z/Mijnheer de graaf is reeds meer dan een uur terug, ik heb hem zelf zien thuis komen. Me vrouw sliep bij het geopende venster, toen hij kwam. In de eetzaal schreef mijnheer de graaf eeuige regelen ik zag het papier in zijn hand toen hij naar dit vertrek gingzoo dacht ik dat hij hier was." Verbaasd luisterde Bertha naar deze woorden. „Ik meende, dat mijnheer de graaf nog hier was, anders had ik de vrijheid genomen om het venster te sluiten," vervolgde Anton. //Als me vrouw het goedvindt, zal ik licht aansteken en dan mijnheer gaan opzoeken. Zij gaf een goedkeurende wenk en ging weer naar het venster. Anton stak de lichten aan, doch in het volgde oogenblik liet hij een kreet van verrassing hooren. „Het schrijven van den graafhier is het De bediende had gelijk, daar lag het brief je op de tafel. Bertha nam het papier op. Het schrift was van den graaf, en de inhoud voor haar be- stemd? Wat rnoest dat beduiden Een oogen blik hield ze het in de hand, toen wendde zij zich tot den bediende en zeide z/Het is goed. Ads ik je uoodig heb, zal ik I schellen." Anton boog eerbiedig en verdween. Berlha draalde, voor zij het papier openvouwde. Waarom schreef hij aan haar? Waarorn kwam hij niet zelf Eindelijk opende zij het schrijven dat met bevende hand geschreven scheen, en zij las /Bertha heb medelijden met mij, schenk imj ,/vergiffenis Nooit zal je me wederzien Ach, z/geloof mij, ik heb je nooit zoo liefgehad als op vhet oogenblik, dat ik je verlaat. Als ik je met if zoo liefhad zou ik niet van je kunnen scheiden /7maar ik waag het niet bij je te blijven Meer „durf ik niet te zeggen, een gelofte bindt mij. Aan mijn leven is op geheimzinnige en nood- ^lottige wijze een misdaad verbouden Keer /terug naar tante Elizabeth O, mijn eenige „!iefde, mijn hoogste gelukVer van je ver- j flwijderd, zal mijn hart breken en toch terwijl Reuter seinde Zaterdagarond uit Weimar: Groothertog Karl Alexander is hedenavond kwart over zessen zacht ontslapen. Groothertog Karl Alexander August Johann, oudste zoou van Groothertog Karl Friedrich en Grootvorstin Maria Paulowna van Rusland, werd den 21en Juni 1818 te Weimar geboren. Hij studeerde te Jona en te Leipz-'g en diende een jaar in een kurassiemegiment te Breslau. Den 8en October 1842 huwde hij met prinses Wilhelmina Maria Sophia Louise der Nederlanden, zuster van Koning Willem III en volgde den 8en Juli 1853 zijn vader op. Groothertog Karl was in geheel Duitschland zeer bemind. De tradities van zijn huis op kunstgebied heeft hij steeds zeer hoog gehouden. ,/ik deze woorden nederschrijf breng ik aan ,/datzelfde hart een doodelijke wonde toe. Vaar- wWej J lk heb nog slechts £en wensch, een ,/bededat mijn leven spoedig moge eindigen Victor." Te Weimar heeft hjj een kunstschool en een museum gesticht; vooral voor de beeldeude kuust leeft hij zeer veel gedaan. Hij was een warm vriend voor Nederland en leeft nooit vergeten, dat ons land hem de voor- treffelijke vrouw heeft geschonken, met wie hij meer dan een halve eeuw in een allergelukkigsten echt vereenigd was. Zoowel Koningiu Wilhelmina als haar aanstaande Geinaal verliezen in den hoogen ontslauene niet slechts een bloedverwant veel meer dan dat. Eng was hij aan het Huis van Oranje verknocht, terwijl zijne dochter, zijne trouwe begeleidster op zijne zomerreizen naar ons land, gehuwd is met den Prins Regent van Mecklenburg-Schwerin. Hij ruste in vrede. Men schrijft uit Zeeland aan de N. R. Ct. De oester- en mosselteelt behoort zonder twijfel tot de hoofdmiddelen van bestaan van de Zeeuwsche visschers. Wei wordt er op de Schelde en Zeeuwsche stroomen hot, haring en ansjovis ge- vangen, maar deze visscherijen kunnen niet in de schaduw staan van de cultuur van oesters en mosselen waarvan de geldelijke opbrengst ieder jaar een 2 millioen gulden bedraagt. Van welke beteekenis de mosselhandel voor Zeeland is, be- wijst wel het feit, dat alleen uit Bruinisse iedere week 2200 tot 2800 ton mosselen naar Engeland, Frankrijk, Belgie en verschillende plaatsen van Nederland worden verzonden. Rekent men als gemiddelde prijs 2,25 per ton, dan vertegen- woordigt dit eene waarde van een kleine 6000, welke iedere week door het dorpje Bruinisse aan mosselen verhandeld wordt. Behalve van Bruinisse worden er ook uit Philippine jaarlijks groote hoeveelheden mosselen verzonden en wel voornamelijk naar Gent, Brussel, Antwerpen en Parijs. Die hoeveelheden bedragen wel minder dan die, welke uit Bruinisse verzonden worden, maar zijn voor een plaatsje als Philippine van een 700 zielen toch groot te uoemen. Volgens de wekelijksche opgave in dit blad bedraagt dit toch pi. m. 1000 balen. Gerekend tegen 5 francs per baal vertegenwoordigt dit eeDe waarde van 5000 francs, waarbij nog gevoegd moet worden die van de mosselen, welke aan de haven door Belgische en Nederlandsche venters worden opgekocht. Volgens een globale berekening zal er in het afgeloopen jaar 12 millioen kilogram mosselen uit Bruinisse en ruim 7 millioen uit Philippine verzonden zijn. Daarenboven gaan er ieder jaar groote hoeveel heden mosselen uit Tholen, Bergen-op-Zoom, Zij las en herlas dit schrijven en zij begreep er niets van, niets Zou dat nu een grap zijn of had graaf Victor zijn verstand verloren Weer las zij den brief over. Een misdaad aan zijn leven verbondeu Hij bedoelde zeker den dood van zijn mama. Maar was dat een reden om haar te verlateu Daar wist zij itomers reeds lang van. //Als ik je niet zoo lief had, zou ik niet van je kunnen scheiden." Hij beminde l,aar en verliet zijn geliefde Er was geeu twijfel aan, hij was niet goed bij zijn verstand, onmogelijk kon hij goed bij zijn verstand zijn Wat nu begonnen //Keer terug naar tante Elizabeth," had hij haar bevolen. Zou zij als een versmade terugkeeren naar de plaats, waar zij, weinig uren geledeu, als een gevierde en be- wonderde bruid van haar vriendeu en kennissen afscheid nam Den volgenden middag tegen drie uur bracht een rijtuig haar van spoorwegstation naar het slot Powsys, waar haar komst de grootste verba- zing wekte. ,/Is lady Carley thuis vroeg zij den bediende die de deur opende. Op het bevestigend antwoord stapte Bertha vastberaden voort en trad zonder aanmelding bij lady Carley binnen. De oude dame stond vastgenageld, toen ze haar zag. //Bertha, jij hier? Wat beteekend dat? Waar is Victor?" vroeg zij verschrikt. Bertha sloot eerst de deur en antwoordde toen zacht z/Ik kan zelfs niet vermoeden, waar graaf Norton op dit oogenblik is. Sedert gisteravond vijf uur heb ik hem niet gezien Verstomd door den schrik, keek de oude dame haar aan. z/Vermoeid door de reis en de voorafgegane aandoeniugen, overmeesterde mij de slaap, toen ik nauwelijks een half uur in de villa was. In de woonkamer had ik plaats genomen in een leunstoel bij het venster en sluimerde in. Graaf Victor had mij alleen gelaten, naar hij zei, om een wandeling te doen. Toen ik ontwaakte, was het bijna zeven uur. Ik was alleen evenais te voren. Graaf Victor was intusschen thuis ge- weest en weer heengegaan ffWeer heengegaan herhaalde lady Carley. wJa," bevestigde Bertha. //Hij liet dit brielje achter. Lees, tante Elizabeth, en u zal zien, dat ik slechts gevolg heb gegeven aan het bevel van mijn echtgenoot, toen ik naar hier terug keerde. Zij reikte het briefje overde oude dame nam het en onder het lezen werd zij doodsbleek. ,/Zoo spoedig," fluisterde zij halflnid, reeds zoo spoedig O, ik vreesde het, ja, ik wist het Vreesde u het Begrijpt u dit schrijven dan ,0 God, ik vrees, dat ik het begrijp ,/Dus u vreesde, wat ik nu vermoed dat ik gisteren getrouwd ben met een man, die krank- zinnig is." z/Kraukzinnig herhaalde de lady. Wie zegt dat? Victor is even goed bij zijn verstand als gij en ik." Bertha verbleekte, terwijl zij op doffen toon vroeg:

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1901 | | pagina 1