BIJVOEGSEL
Tsr NeuzenschG Courant
Engeland en de Z.-A. Republiek.
Zaterdag 22 December 1900. No. 4012.
President KRUGER te Amsterdam.
De vervulde Vloek.
Woensdagochtend omstreeks half tien reed
president Kruger in een gesloten rijtuig naar het
station van de Hollandsche Spoor. Zij, die zich
hadden opgesteld om hem nog eens toe te juichen,
zagen hem ter nauwernood, alleen op de perrons
had een vrij talrijk publiek gelegenheid hem hulde
te brengen.
De heeren Van Boeschoten en Canneel verge-
zelden den president naar het station dr. Heymans
en eenige te Amsterdam vertoevende hoofdamb-
tenaren gingen behalve de reeds gemelde heeren,
mee naar de hoofdstad.
Het weder was gunstiger geworden, en toen de
president omstreeks 11 uur te Amsterdam aankwam,
scheen de zon en kon de tocht door de stad in
open rijtuigen plaats hebben.
Wij behoeven niet uitvoerig melding te makeu
van de huldebetoogingen, waarmee president Kruger
overladen werd, noch van de toespraken, waarin
de Amsterdammers hun sympathie vertolkten.
Telkens werden hem bouquetten en kransen aan-
geboden, overal, waar hij zich vertoonde, steeg
luid gejubel uit de opgepropte meuigte, en de
oude president daukte daarvoor met de hand
wuivend, het hoofd ondertusschen gedekt door
een mats.
Aan het station spraken de heeren Wormser,
voorzitter van het comitd tot ontvangst, en Middel-
berg, den beer Kruger toe een zangkoor van 700
zangers, onder Daniel de Lange, zong twee verzen
van Psalm 32, die de president met ontbloot
hoofd aanhoorde. Een oorkonde en een album
met de namen der zangers werden hem aangeboden.
Even v<5br twaalven kwam de stoet op het
raadhuis aan, waar de raadzaal fraai versierd was.
De burgemeester in ambtsgewaad sprak president
Kruger toe, herinnerende aan Kruger's komst
in 1884, toen zijn volk op een toekomst meende
te mogen vertrouwen, en thans kwam de president
uit een verwoest land, met den pelgrimsstaf in
de hand, om door persoonlijk optreden te trachten,
aan de rampen zijns lands een einde te maker..
De burgemeester uitte, namens den raad en de
burgerij, den wensch, dat Kruger's vertrouwen,
niettegenstaande de ondervonden teleurstelling,
onverzwakt moge blijven, en hem moge sterken
en leiden bjj het vervolgen van den moeilijken
weg, waarvan hij zich het verkrijgen van een
eervollen vrede tot einddoel had gesteld.
Kruger stond op en zeide den burgemeester
hartelijk dank voor zijn welkomsgroet. Hij her-
innerde ook aan zijn bezoek in 1884, na de ves-
tiging der Zuid-Afrikaansche Republiek door Glad
stone's politiek, wiens daad nu is vernietigd. Nu
vechten 'er 10 tegen 1, zonder voedsel of gelegen-
hsid om ammunitie in te voeren, zonder fabrieken,
die dit maken.
Maar het is God's wonder dat dit kleine klompje
menschen nog niet geheel vernietigd is. Dat is
God's hand. Vooral Holland en de ,/Nederl.
Zuid-Afrik. Spw.-mij." hebben ons dapper bijgeslaan,
waarvoor wij niet dankbaar genoeg kunnen zijn.
Van alle zijden uit Europa stroomden de mannen
toe, om de gerechtigheid te dienen, en gel ijk de
boom ontspruit uit vele wortels, zoo vertrouwen
FEUILLBTON
iVaar het Duitsch.
84)
Beatrice praalde in zijden gaas en Brusselsche
kanten met een massa diamanten toch loosde
zij een zucht van nijd, toen zij haar nicht aan-
schouwde.
Van de heeren maakte Charles Stuart onge-
twijfeld den besten indruk. Toen de graaf met
Bertha in gezelschap verscheen ontmoette zijn
oog het hare enhij keerde zich om en begon
een gesprek met een lange, magere dame van
zekeren leeftijd.
„Hoe bekoorlijk is zijWei inoet graaf Norton
daardoor verblind zijn. Arme graaf Hoe jammer,
als hij ook de kwaal van zijn familie geerfd had
Uw zuster is zeer smaakvol gekleed. Zeg u mij eens
Zijn alle Amerikaansche dames schoonheden
Charles boog bij dit compliment en antwoordde
//Vroeger heb ik het altijd gemeend, maar sedert
ik Engelsche dames leerde kennen, denk ik er
anders over
Dit gezegde was niets anders dan een van die
onbeschaamde leugens, welke men in de salons
onbeschroomd uitspreekt ofschoon niemand zal
ontkennen dat ze verfoeilijk zijn. Op hem maakte
die dame met haar magere gestalte, haar hoekige
bewegingen en haar afgedragen balkleed den-
zelfden indruk als een distel in een rozengaarde.
Hij griezelde er van.
Bertha werd dien avond zoo bewonderd, als
wij, dat uit de sympathie van heel Europa onze
volkomen onafhankelijkheid zal voortspruiten. De
Boeren vechten met buitgemaakte wapenen. Wij
weten niet, wat God wil. Velt hij over ons een
vonnis, dan is dit een tuchtiging, een kastijding.
Blijft ons met alle middelen steunen. Niet
als vluchteling kwam ik hier, maar als een afge-
zant van mijn volk, dat opdracht gaf, te doen wat
gedaan kan worden.
Erger dan barbaren behandelt onze vijand onze
vrouwen en kinderen, wier gebrek hij als wapenen
tegen ons gebruikt. Maar wie in den naam des
Heeren strijdt, hem zal eindelijk gerechtigheid
geschieden.
Nadat de president eenige ververschingen had
gebruikt en afzonderlijk in de burgemeesterskamer
had uitgerust, werd het Tehuis voor Afrikaners
op de Nieuwe-Heerengracht bezocht.
In het Tehuis aangekomen, werd den president
toegezongen het bekende//Welzalig hij, die al
zijn kracht", enz.
De heer Bijleveld heette hem welkom en zeide
te gelooven, dat het begin der onafhankelijkheid
spoedig zou aanbreken. Hij bad God, dat Kruger's
zending met goeden uitslag mocht bekroond
worden.
Namens de Afrikaansche bannelingen sprak de
heer F. de Villiers Smeer.
Kruger dankte de commissie van het Tehuis
voor alles wat zij deed aan zijn broeders en zusters.
Hij herinderde aan Jezus' belofte Wat gij voor
de Mijnen deed, hebt gij Mij gedaan", en eindigde
met te wijzen op het naderende Kerstfeest, dat
een feest van vrede is.
Hierna werd den president een stoel aangeboden
door 2 Afrikaners vervaardigd met toepasselijke
symboolen. Daarop werd een rijtoer gemaakt,
waarbij op verschillende plaatsen huldeblijken
werden aangeboden, teveel om op te sommen,
o. a. een fraaie kraus van 400 telegrafisten.
Donderdag had in den ochtend een plechtige
ontvangst in de Nieuwe Kerk plaats, waar als
sprekers optraden de heeren ds. de Visser, Mid-
delberg en Bijleveld.
Omstreeks half elf hield de president receptie
voor vereenigingen en particulieren in het Paleis
voor Volksvlijt, waar ter ontvangst een 8000
kinderen hem toegezongen.
Op de receptie verschenen een 2000 personen
van allerlei rang en stand, waarvan velen bou
quetten aanboden. Een naamgenoot sprak den
president even toe. Bij drieen was de receptie
afgeloopen.
Een vermakelijk incident dient nog vermeld
Toen Therese Schwartze ter receptie een schets
maakte, wees de heer Wolmarans den president
hierop, zeggende//die dame is bezig u te steel
(teekenen)", waarop de president antwoordde //ik
heb nooit ni zoo banja-dief gezien als in Holland".
Even voor vieren kwam de president te's Graven-
hage terug.
De stemming te Londen is gedrukt. Er zal
geen optocht door de straten gehouden worden
als Roberts komt, en er heeft geen dienst in de
St.-Pauluskerk plaats, en hoezeer men dit besluit
een wijze maatregel moet vinden, de teleurstelling
is toch algemeen en groot. Die goede Bobs, die
den oorlog heeft uitgemaakt, en die nu zonder
eeuig pretje ontvangen wordt
Het zal voor Roberts een vreemde gewaarwording
zijn te merken, dat er voortdurend troepen naar
Zuid-Afrika gaan, hoewel er toch geen oorlog
meer is. Zoo zijn er weer een 400 lanciers te
Queenstown scheep gegaan, nadat zij vddr hun
zij slechts wenschen kon. Allen huldigen haar
als een koningin en zij genoot haar over-
winning.
z/Mijn kind, ik ben trotsch op je," verzekerde
lady Carley met voile tevredenheid. #Je hebtje
zelven overtroffen, je doet me eer aan 1"
Bertha bracht de hand der oude aristocratische
dame aan haar lippen en kuste die.
Eerst bij het aanbreken van den dag gingen de
genoodigden huiswaarts.
Twee weken na het bal namen de Amerikaansche
gasten afscheid, om met kapitein Hammond naar
Londen te gaan. Bertha zou op het slot Powsys
blijven. Lady Carley's aandrang gaf daarbij den
doorslag en Bertha voegde zich gaarne naar haar
wil. Zij vreesde de nabijheid van Charles.
Graaf Norton was in verrukking. Hij zou met
Berta alleen zijn; de wereld scheen hem in een
paradijs veranderd te zijn. Het ontging hem
echter niet, hoe de oude heer Stuart in de laatste
dagen veranderde. Anders altijd trotsch en
praalzuchtig, was hij nu stil en terughoudend
geworden. Soms scheen hij in gezelschap alles
rondom zich te vergeten en verzonk hij in somber
gepeins.
z/Heb je 66k eenige verandering bij papa Stuart
opgemerkt vroeg Victor op zekeren dag aan
Bertha „Het is of hij ernstige zaken in het
hoofd heeft, vindt je ook niet
Er ging haar een rilling door de leden bij
deze woorden.
z/Ja ik heb het ook bemerkt," antwoordde zij
eenigszins in verwarring. //Ik vrees dat dit in
verbaud staat met zijn zaken in Amerika. Mijn
vertrek zich aan eenige grov# insubordinaties
ladden schuldig gemaakt. Dat zal den geest
onder de Britsche troepen in Zuid-Afrika niet
beter maken. In het Lagerhuis heeft Bryn Roberts
een brief voorgelezen, waaruit bleek, dat de Austra-
liers gemuit hadden. Kitchener, die jnist nog
meer troepen uit Australia gevraagd had, heeft
zich gehaast deze bewering tegen te spreken.
Maar nu komt de //Morning Leader" met de op-
merking, dat die logenstraffing alleen de Australiers
betreft, en geenszins het bericht van het blad,
dat de Zuid-Afrikaansche vrijwilligers, onlangs ge
muit hebben en niet zijn gestraft, wat niet is
tegengesproken en ook onweerlegbaar is.
Omtrent den inval in de Kaapkolonie is nog
altijd geen nieuws en moeten we ons met eenige
geruchten tevreden stellen. De //Magdeb. Ztg."
ontving uit Oost-Londen het bericht, dat drie
Boerenkommandos, na overwinningen op de cava-
lerie van Macdonald en Brabant, over Sterkspruit,
Odendaal en Francisdrift, in de kolonie gevallen
zijn. Zij maakten twee treinen met proviand en
munitie buit en namen 80 gevangenen. Kom-
mandant Hertzog vaardigde een proclamatie uit,
gedateerd Herschel K.K., 13 December, waarin
hij alle Afrikaners te wapen roept.
Die datum van 18 December maakt het bericht
minder geloofwaardig overigens is bet zeer waar-
schijnlijk, dat meer dan ddn kommando de rivier
is overgetrokken, want het telegram uit Kaapstad
sprak van den inval op den 15n en een telegram
uit Aliwal-Noord van een op den 16n dezer.
Philipstown, dat in een telegram bedreigd heet,
ligt westelijk van Colesberg, in een district, dat
verleden jaar niet door de Boeren bezet is.
Het bericht, dat Knox de vervolging van de
Wet heeft opgegeven, lijkt ons zeer geloofwaardig
als reden wordt opgegeven de inval in de Kaap
kolonie, maar het feit, dat hij de Wet niet krijgeu
kon, zal er ook wel iets toe hebben bijgedragen.
De Wet schijnt niet veel behoefte aan rust te
hebben, als hij tenminste inderdaad Winburg
weer bedreigt.
Bij het doorbreken der Engelsche linien op den
14n dezer, tusschen Ladybrand en Thabanchu,
blijkt generaal de Wet 80 dooden en gewouden
en 12 gevangenen verloren te hebben.
Generaal Talbot Coke is in de Transvaal met
ziju paard gevallen, toen hij bij een der laatste
schermutselingen beproefde, een kopje te be-
klimmen.
Hij werd zoo ernstig gekwetst, dat hij naar
Kaapstad vervoerd is moeten worden.
Men is te Londen niet zonder ongerustheid
over het lot van generaal Baden-Powell.
Er was gemeld, dat hij zich uit Transvaal naar
Kaapstad begeven had, om er ziju moeder en zijn
zuster te begroeten, die uit Engeland waren over-
gekomen. Daarna is in geen enkel telegram uit
Zuid-Afrika melding gemaakt van den generaal.
Uit republikeinsche bron is te Kaapstad be
richt ontvangen dat generaal Botha bijna al het
rolleud materieel van den spoorweg naar Delagoa-
baai en Natal, in het geheel meer dan 200
waggons en 46 locomotieven, heeft terugveroverd,
De Times" bericht, dat hij met ziju troepen te
Nelspruit zit.
Clements moet, volgens een Kaapsch bericht,
bij Nooitgedacht, zijn geheelen tros met het
grootste dee! van zijn schietvoorraad en zijn
kanonnen verloren hebben. Een klein gedeelte
van den schietvoorraad konden de Engelschen nog
bijtijds vernietigen en van de kanonnen namen zij
de sluitstukken mede.
Standerton, 19 Dec. De Boeren hebben gisteren
een hoeve in dit district geplunderd en 200 stuks
vee weggevoerd. Men zegt dat een groot corn-
papa schreef daarover een paar woorden in zijn
laatsten brief."
In New-York kwamen in den laatsten tijd veel
faillissementen voor, waaronder enkele, die op
de beurs veel opzien verwekten. Wat Fredd
Darrell schreef, doelde hier op, en zijn vrees
betreffende den ouden heer Stuart scheen wel
gegrond. Dagelijks kwamen er telegrammen en
brieven voor den heer Stuart, en telkens stond
zijn gelaat somberder. Op de vragen van vrouw
of kinderen gaf hij slechts ontwijkende antwoorden.
Zij vermoedden echter volstrekt niet, dat zij met
ondergang bedreigd werden. Den laatsten dag
voor het vertrek naar Londen zocht de bankier
zijn nicht Bertha op en reikte haar een wissel
van duizend dollars toe.
//Voor je uitzet, lief kind," zei hij. ffEigen-
lijk had ik je veel meer toegedacht, maar de zaken
staan niet zoo goed meer als vroeger. Neem
dit aan van mij, Bertha, je zult daarvoor nog
wel een bruidskleed kunnen koopen."
Zij schrikte terug voor hetgeen haar nu een
feit bleek te zijn en bedankte hem in warme be-
woordingen, doch beslist voor het geschenk.
z/Neen, mijn vaderlijke vriend," sprak zij, //ik
heb aan u reeds meer te danken dan ik verdiende.
Ik mag dit geschenk niet aannemen. Tante
Elizabeth heeft mij een sluier toegezegd en
meer behoeft niet. Wanneer ik eenmaal gravin
Norton ben, zal het mij niet aan toiletten ont-
breken, al mis ik zeker veel."
Zwijgend legde hij den wissel weer in zijn
portefeuille. Wat vroeger een droppel in den
emmer mocht heeten, had nu meer waarde gekregen.
Den morgen van het vertrek was Bertha zeer
bleek, toen ze in het salon kwam om afscheid te
mando Boeren gekampeerd is bij Roberts' drift,
22 K.M. van hier. Gisteren is een kleine troep
Boeren gazien bij een andere hoeve, 6 K.M. ten
noorden van het dorp. Twee bommen verstrooiden
hen. De gezinnen van Boeren die zich over hebben
gegeven binnen enkele mijlen van het dorp, zijn
hier binnengebracht.
Londen, 19 Dec. Volgens de Evening Standard
loopt te Londen het geruchl, dat Knox de jacht
op De Wet heeft moeten opgeven wegens den
inval van de Boeren in de Kaapkolonie. Men zegt
dat die Boeren omstreeks 3000 man tellen, en dat
een groot aanlal hunner Philipstown bereikt hebben.
De Wet is met ongeveer 4500 man teruggetrokken,
hij staat nu ten noordoosten (noordwesten van
Ladybrand, en men verwacht ieder oogenblik een
aanval op Winburg.
Londen, 20 Dec. (Part.) Hoewel de regeering
het noodig geacht heeft, de onrustbarende berichten
van de Evening Standard wat te verzachten, worden
ze in de ochtenduitgave van de Standard herhaald,
en de Times acht ze belangrijk genoeg om de
regeering aan te hitsen tot nog krasser maat-
regelen tegen de Boeren, ten einde haar vast be
sluit tot herstel van den vrede in Zuid-Afrika
door te zetten. De Daily Mail dringt er in een
hoofdartikel op aan, spoedig belangrijke verster-
kingen naar Zuid-Afrika te zenden de anti-jingo
pers daarentegen vindt den toestand in Zuid-Afrika
zeer bedenkelijkde Boeren te Philipstown be-
dreigen daar klaarblijkelijk het spoorwegkruispunt
De Aar, de belangrijkste Britsche vooiraadschuur
in Zuid-Afrika. Het is duidelijk dat Kitchener's
officiele telegrammen den waren toestand niet
weergeven,
Uit een ambtelijke verliezenlijst blijkt nu pas,
dat de verliezen van de Northumberlands bij
Nooitgedacht grooter zijn dan gemeld was, terwijl
44 man nog zoogenaamd vermist worden.
RECHTSZAKEN.
Bij bevelschrift der arrondissements-rechtbank
te Middelburg is naar de openbare terechtzitting
dier rechtbank verwezen de zaak tegen D. v. d.
V., oud 20 jaar, smid, geboren te Hontenisse,
wonende te Ter Hole (Hontenisse), thans in hech-
tenis te Middelburg, ter zake dat hij in den
avond van den 4 November 1900, omstreeks 8
uur, te Hulst op de plaats achter de herberg
van Ch. Fassaert moedwillig Ch. A. N. Wauters
met een mes een steek in de linkerzijde van den
buik heeft toegebracht, waardoor een wond van
ongeveer 4^ centimeter diepte veroorzaakt is en
een gedeelte van het omentum buiten het lichaam
gekomen is en tengevolge van welke verwonding
bovenvermelde Wauters eenige dagen in levensge-
vaar verkeerd heeft.
Aan den beklaagde is ambtshalve als verdediger
toegevoegd Mr. F. C. van Deinse, advocaat en
procureur te Middelburg.
Voor de rechtbank te 's Gravenhage werd gis
teren behandeld de bekende beleediging van den
oudkoofd-commissaris van politie Van Schermbeek
door den burgemeester der residentie.
Eerstgeuoemde erkende dat zijn heengaan niet
alleen door dat geval was veroorzaakt, daar hem
ook vroeger rust was voorgeschreven.
De burgemeester verklaarde thans dat, ofschoon
hij nog meende dat de heer Van Schermbeek bij
den intocht der Koningin, in strijd met zijn order
te dicht voor den stoet reed, hij na de getuige-
nissen van vele achtenswaardige personen moet
aannemen zich te hebben vergist.
Overigens was het zijne bedoeling geenszins
om te beleedigen en had de heer Van Schermbeek
een kabinet-schrijven gepubliceerd, dat niet voor
openbaarheid was bestemd.
nemen. Papa Stuart drukte haar zenuwachtig
de hand, mevrouw Stuart omhelsde haar teeder,
en Beatrice drukte voor den vorm een
kusje op haar wangen. Charles drukte haar hand
zacht in de zijne, keek haar met een gedwongen
glimlach aan en zeide haar even hartelijk vaarwel
als hij lady Charley deed.
Toen was alles voorbij. De wielen ratelden
over de grintpaden en Bertha had een gevoel,
alsof die wielen over haar hart gingen en het
verpletterden.
Dienzelfden avond kwam de familie Stuart te
Londen en nam haar intrek in het hotel Langham.
Maar de mensch wikt, God beschikt.
Daags na aankomst ontving papa Stuart weer
een van die brieven, waarvan de inhoud hem
telkenmale verontrust had. Hij was toevallig
alleen in de kamer. Men hoorde plotseling een
kreet en toen een val.
In grooten angst kwam mevrouw Stuart toe-
schieten. Zij vond haar echtgenoot bewusteloos
op den grond liggen, met den noodlottigen brief
nog in de hand.
Weer straalden de vensters van het slot Powsys
een zee van licht uit. Een klein, maar uitgelezen
gezelschap was in het salon bij lady Carley ver-
eenigd. Zij gaf een feest met het doel aan de toe-
komstige gravin Norton een bevoorrechte plaats
in de hoogste kringen te bezorgen. Het was
juist den dag, nadat de familie Stuart door den
slag getroffen was.
Bertha was juist in een druk gesprek gewikkeld,
toen een bediende haar een naamkaartje bracht
en zeide, dat de heer in de spreekkamer wachtte.
(Wordt vervolgd.)
TAN DE
TAN