Engeland en de Z.-A. Republiek.
Landbouwberichten.
Binnenland.
Telegrafische berichten.
yerkreeg voor den aanleg en de exploitatie van
haar spoorweg, als volgens de bepalingen der
Nederlandsche spoorwegwetgeving, vermits die
verhooging van vracht niet is goedgekeurd door
den Nederlandschen Minister van Waterstaat,
Handel en Nijverheid dat bovendien de Belgische
staat niet bevoegd is door een zoogenaamde surtaxe
den eischer te dwingen voor die verzending zijner
goederen een anderen weg te kiezen dan den
eischer de beste toeschijnt;
Overwegende dat de oorspronkelijke gedaagde,
optredende als eischeres in vrij waring, den Belgi-
scheu staat In vrij waring heeft gedagvaard tegen
dezelfde terechtzitting van den twaalfden September
laatstleden, teneinde zooals ook ter terechtzitting
is gecoucludeerd de Rechtbank bij vonnis uitvoer-
baar behalve wat de proceskosten betreft, bij voor-
raad, den gedaagde in vrij waring veroordeele om
de eischeres te vrijwaren tegen de veroordeeling,
die tegen haar op den eisch van den oorspronke-
lijken eischer mocht worden uitgesproken en alzoo
aan de eischeres in vrijwariug te betalen al dat-
gene, waartoe deze bij )het op de vordering van
den eischer te wijzen vonnis, mocht veroordeeld
worden, met veroordeeling van den gedaagde in
▼rijwaring, in al de kosten, zoo in den oorspronke-
lijken eisch als in die in vrijwaring gevallen of nog
te vallen, daardoor bij de dagvaarding en de con-
clusie van eisch aanvoerendedat zij is gedag
vaard tot terugbetaliug van vier honderd dertig
franken of salvo justo twee honderd zes gulden
veertig cent, die de oorspronkelijke eischer onder
protest in handen van de eischeres in vrijwaring
had gestort, welke die eischeres van hem moest
vorderen om te kunnen voldoen aan zijn eisch om
de door hem ten vervoer en verdere verzending
aangegeven goederen franco langs haar lijn aan het
bestemde adres te kunnen doen toekomen, omdat
de gedaagde in vrijwaring met een surtaxe van
tien franken per duizend kilogram die goederen
belast, dat zij er belang bij heeft en gerechtigd
is den gedaagde in vrijwaring te roepen, omdat
de gedaagde in het algemeen en in het bijzonder
niet bevoegd is met een dergelijke surtaxe de
bewuste goederen te belasten gelijk bij heeft ge-
daan, en welk bedrag dier surtaxe door de
eischeres in vrijwaring aan den gedaagde in vrij
waring is voldaan dat de heffing eener dergelijke
surtaxe is de heffing eener belasting op het ge-
bruik maken door een Nederlandsch uitgezetene
van de diensten van en op de wijze van verzen
ding van goederen op een in Nederland geexploi-
teerd wordende spoorweglijn, ook gedurende het
vervoer op Nederlandsch territoirdat een vreemde
staat niet bevoegd is een dergelijke belasting te
heffen op het gebruik maken van een in Nederland
geexploiteerd wordende spoorweglijn, noch op de
wijze van verzendin op die lijn, tenzij een der
gelijke heffing bij tr; taat ware bedongen en goed
gekeurd door de bevoegde autoriteti in Nederland,
wat niet het geval is dat de eischeres in vrijwaring,
krachtens de concessie die zij van de Nederlandsche
regeering verkreeg tot exploitatie harer lijn en
volgens de Nederlandsche spoorwegwetgeving, niet
bevoegd is, boven de door de Nederlandsche
regeering goedgekeurde en openbaar gemaakte
tarieven, extra heffingen te doen en zij dus ver-
plicht is aan de vordering van den oorspronkeiijken
eischer tot terugbetaliug van de door hem niet
verschuldigde surtaxe te voldoen, dat de heffing
dier surtaxe ook in strijd is met de Belgische
wetgeving, speciaal met die op de spoorwegen,
met de concessie door de eischeres in vrijwaring
van het Belgische gouvernement verkregen en het
daarbij behoorende cahier des charges et conditions
betreffende den aanleg en exploitatie der geconce-
deerde spoorwegen in Belgie, met de overige
overeenkomsten tusschen de eischeres in vrijwaring
en de administratis van de Belgische Staatsspoor-
wegen aangegaan en eindelijk ook met de beginselen
der Bernschc conventie van 1800 zes en tachtig;
dat de gedaagde in vrijwaring derhalve verplicht
is de eischeres in vrijwaring te vrijwaren voor de
gevolgen der veroordeeling in deze zaak door den
eischer tegen haar bij deze Rechtbank aanhangig
gemaakt.
Overwegende dat de oorspronkelijke gedaagde
bij clonclusie van antwoord ter terechtzitting heeft
erkend de feiten, zooals die door den oorspronke
iijken eischer zijn gesteld, heeft verklaard geen
bezwaar te hebben dat zij worden veroordeeld om
aan den eischer te betalen wat deze vordert, mits
de gedaagde in vrijwaring, worde veroordeeld om
haar te vrijwaren overeenkomstig de door haar
genomen conclusie in vrijwaring, en heeft gecon-
cludeerd dat de rechtbank de vordering van den
oorspronkeiijken eischer zal toewijzen.
Overwegende dat die vordering, als zijnde niet
tegengesproken en op de wettelijke bepalingen ge-
grond, moet worden toegewezen.
Overwegende dat de gedaagde in vrijwaring,
die niet in rechte is verschenen, het door de
eischeres in vrijwaring gestelde, niet heeft tegen
gesprokendat alle termijnen en formaliteiten zijn
in acht genomen en dat derhalve de conclusion
van de eischeres in vrijwaring behooren toegewezen
te worden, vermits zij den rechter noch onrecht-
matig noch ongegrond zijn voorgekomen.
Gezien de artikelen drie en vijftig principio
en zevende lid, vijf en vijftig, zes en vijftig, acht
en zestig en volgende, zes en zeventig, honderd
acht en dertig van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering.
Teroordeelt de oorspronkelijke gedaagde (de
Naamlooze vennootschap spoorwegmaatschappij
MechelenTer Neuzen) om aan den oorspronke
iijken eischer, ter zake voormeld, terug te betalen
een bedrag in Nederlandsch geld, als op den dag
der betaling zal uitmaken de som van vier
honderd dertig franc* met de rente a vijf procent
's jaars sedert den negentienden Juli laatstleden
tot de geheele voldoening.
Veroordeelt deze gedaagde in de kosten van het
geding, waarvan het bedrag, aan de zijde van den
oorspronkeiijken eischer tot aan deze uitspraak
wordt bepaald op een honderd twee en twintig
gulden negentig cent.
Veroordeelt den gedaagde in vrijwaring (de
Belgische staat) om de eischeres in vrijwaring te
vrijwaren tegen de hiervoren tegen haar uitge
sproken veroordeeling.
Veroordeelt dien gedaagde in alle kosten van
deze vordering tot vrijwaring, waarvan het bedrag
tot aan deze uitspraak aan de zijde van de eischeres
in vrijwaring gevallen, wordt bepaald op een
honderd negen en tachtig gulden vijftien cent.
Verklaart dit vonnis, behalve wat de proces
kosten betreft, uitvoerbaar bij voorraad niettegen-
staande verzet zonder borgtocht.
Uit deze beslissing der rechtbank volgt dus,
dat de heer Vandenpeereboom niet gerechtigd was
tot het uitvaardigen van het reeds meermalen
aangevallen besluit. Wat zal hij nu doen We
verkeeren in afwachting.
Hoe de strijd tusschen Knox en de Wet is
afgeloopen, .weten we nog niet en 't is de vraag
of we het zullen hooren. Uit Edenburg komt
het bericht, dat de Boeren in de streek van
Rouxville en Smitsfield zich bij de de Wet
voegen, maar ze zouden gebrek aan wapen* en
aan ammunitie hebben. 't Laatste is mogelijk,
maar wapens zullen ze na de verovering van de
Wetsdorp toch zeker wel hebben. Bovendien
moet de Caledon-vallei nog al rijk voorzien zijn,
zoodat de Boeren zich het noodige wel zullen
kunnen aanschaffen.
Het gevecht met Paget ten noordoosten van
Bronkhortspruit op den 29", blijkt zeer ernstig
geweest te zijn. Tegen den avond naderden de
Eugelsche troepen de Boerenstellingen. De Boeren
hadden versterking gekregen, brachten nog drie
kanonnen in stelling en deden om half 7 een
heftigen aanval op de Britsche positie, maar zij
werden teruggedreven.
De Boeren wachtten den voorgenomen aanval
niet af, en trokken tegen den ochtend terug. In
den loop van den nacht was het verlies aan
Engelsche zijde geweest: luitenant-kolonel Lloyd
gesneuveld, 10 officieren gewond, 13mangesneu-
veld en 59 gewond. Paget nam de vijandelijke
stelling in bezit. Vrijdag vervolgden de bereden
troepen de Boeren, die naar het noordoosten
aftrokken.
Kitchener onthoudt zich van berichten over
de verliezen der Boeren. We zullen dus niet
meer hooren, dat deze zwaar zijn of dat de Boeren
geheel uiteengeslagen zijn enzde telegrammen
zullen daardoor aan betrouwbaarheid winueu. In-
tusschen moeten we ook weer niet te veel een
nederlaag der Engelschen gaan zien in elk bericht,
dat niet van Boeren verliezen spreekt. Dat bij
dezen slag de Engelschen vaak in 't nauw zijn
gebracht, blijkt o. a. hieruit, dat de Nieuw-Zee-
landers 5 van hun 6 officieren verloren. 't Zal
weer een aardig verliezenlijstje worden, vooral als
we dat van de Wetsdorp er bij tellen 451 man
gevangen, waaronder de majoor Turnell en Massy
en 7 andere officieren en verder onder dejongste
opgaaf: 1 gesneuveld, 1 zwaar gewond, 9 aan
ziekte overleden manschappen en 57 gevaarlijk
ziek.
Waarlijk, men mag Roberts wel als de over-
winnaar van Zuid-Afrika huldigen, waar hij zoo
de toestand achterlaat. Kitchener zal er nu on-
meedoogenloos een eind aan maken. Er wordt
een nieuwe strijdmacht aangeworven, die als //Kit
chener's Fighting Scouts" bekend zal staan.
Binnen veertien dagen wil men vijfhonderd man
beschikbaar hebben. Deze verkenners worden
afgericht op de guerilla, hun uitrusting moet
licht zijn, ieder man krijgt twee paarden mee en de
eskadrous zullen onafhankelijk van elkaar optreden.
Omtrent de bewegingen langs de Oosterspoor
van Bruce Hamiltom wordt het volgende verteld
van de gevechten bij Springs. Het tweede gevecht
onderscheidde zich door groote behendigheid en
dapperheid, zegt //Centraal News". De voorpost
van den vijand werd door onze verkenners verrast
en zonder dat alarm gegeven werd, gevangen ge
vangen genomen. De kolone rukte toen op de
hoofdmacht der Boeren aan, waarbij deze volkomen
verrast werden. De Boeren vluchtten in ver-
schrikkelijke verwarring en lieten hun kamp in
den steek. Bij hun vlucht sprougen er telkens
Engelsche bom men onder hen. Een deel zocht
beschutting in een woonhuis op een ho$ve, van
waar zij begonnen te vuren, maar onze manschappen
vernielden het gebouw spoedig door bomvuur.
Hun verliezen waren zwaar. De Boeren namen
een zeer sterke stelling in op den verderen weg van
generaal Hamilton en poogde hem den volgenden
dag in een hinderlaag te lokken. Dit werd voor-
komen door het uitmuntend werk der verkenners
waarop onze kanoniers den vijand uiteen joegen.
Ongeveer tachtig vrouwen, die de Boeren hie]pen
langs dezen weg, werden van hun plaatsen ver-
dreven en naar Heidelberg gezonden. Zij zullen
naar Natal gaan.
Voor de voorzetting der algemeene beraad-
slagingen over de staatsbegrooting in de zitting
der Tweede Kamer van gisteren deed de Minister
van Buitenlandsche Zaken eene mededeeling omtrent
de quaestie der gevangenneming van leden der
Nederlandsche ambulance in den Transvaal. Met
toestemming der Eugelsche regeering legt de
minister nu over, naast het rapoort van Dr. Koster,
de Engelsche stukken omtrent deze zaak, in ver-
band waarmede hij, juist in het belang der zaak,
zegt dat het nadeelig zou zijn thans in of buiten de
Kamer over dit onderwerp in discussie te treden.
De stukken worden, onder geheimhouding, ter
griffie nedergelegd.
Hierna worden de algemeene beraadslagingen
voortgezet.
De heer Troelstra zet zijn rede van Vrijdag
voort en somi tal van grieven op tegen de regee
ring, die hij beschuldigt van slapheid. Zij had
tegenover de Eerste Kamer een krachtiger houding
moeten aanuemen. Op sociaal gebied blijkt ook
met wat de regeering eigenlijk wil. Verder criti-
seert spreker al wat geschiedtop militair, rechterlijk,
koloniaal gebied, daarbij sterk opkomende tegen
hetgeen is ondernomen tegen de werkstakers,
waaruit bleek dat in alles het kapitali»me op den
voorgrond treedt.
De heer Kuijper brengt hulde aan het kabinet
voor zijne werkzaamheden en zijne hoffelijkheid
tegenover de Kamer, doch meent dat dit geen
critiek behoeft uit te sluiten. Spreker noemt
dan ook eenige punten op, waaromtrent hij de
handelingen der regeering afkeurt Ook komt hij
op tegen de wijze van samenstelling van het
kabinet, waarna spreker de redenen ontvouwt, die
pleiten tegen algemeen kiesrecht.
Daarna critiseert spreker de houding der re
geering in de Ohineesche aangelegenheden en wat
den 1 ransvaal betreft, kan spreker niet goedkeuren
den raad om maar toe te geven.
Daarentegen brengt hij der Koningin lof voor
het zenden van de //Gelderland" en vooral voor
haar telegram aan president Kruger, waaruit
spreekt het oud-Hollandsch hart.
Voorts besprekende de opslokkingspolitiek der
groote rijken wees hij op het verhoogd gevaar
voor ons land wegens zijn Kolonien, bepleitte
afdoende defensie en goede diplomatic maar
bovenal opwekking van het Nationaal besef en
gevoel van eenheid, te verkrijgen door weglating
van den schoolstrijd en het bezweren en voorkomen
van den klassenstrijd. Uitvoerig zet hij zijn
standpunt uiteen om daartoe te geraken, betoogen-
de dat voor de arbeiders de toestand ook beter
is te maken door tariefsverhooging. Vierkant is
bij tegen de sociaal-democratische partij, waarvan
hij, lettende op de onvaderlandsche uiilatingen,
gevaar ducht voor de toekomst nan het land.
De heer Vermeulen wil de Transvaalsche quaestie
beslissen door een internationaal scheidsgerecht
op initiatief van Nederland.
De heer Brummelkamp bestreed den heer
Troelstra omtrent de wording der anti-revolutio
naire partij.
TER NEUZEN, 5 December 1900.
Gisteravond vergaderden eenige heeren met
den burgemeester in de raadzaal, met het doel
eene plaatselijke commissie te vormen voor het
inzamelen van gelden voor het aanbieden van een
huldeblijk aan H. M. de Koningin bij H. D.
huwelijk.
De volgende heeren stelden zich voor het doel
disponibelM. Eijke, J. A. P. Geill, A. C. N.
Grenu, J. C. llarte, J. A. de Jouge, Jan de Jonge,
C. F. A. M. Koch, H. Koelmans, J. Nelemans,
E. J. L. Nolson, G. van der Peijl, P. J. Scheele,
H. J. Vooren en D. de Witte.
Het idee werd besproken om de ingezetenen
eene lijst ter teekening aan te bieden, doch om
de daaraan verbonden werkzaamheden te verlichten,
zullen meerdere ingezetenen worden uitgenoodigd
in de commissie zitting te nemen, en opnieuw te
vergaderen a. s. Zaterdagnamiddag 2 uur.
Door Burg, en Weth. dezer gemeente werd
benoemd tot onderbrandmeester bij de gemeente-
lijke brandweer de heer M. Verbrugge.
Het aandeel door de gemeenten in Zeeuwsch-
Vlaanderen te dragen in de lichting der Nationale
Militie voor 1901 is door Gedep. Staten vastge-
steld als volgt
Ter Neuzen 19, Aardenburg 5, Axel 12, Bier-
vliet 6, Boschkapelle 3, Breskens 5, Cadzand 4,
Clinge 6, Eede 2, Graauw 5, Groede 5, Hengstdijk
I, Hoek 5, Hontenisse 5, Hoofdplaat 4, Hulst 5,
IJzendijke 8, Koewacht 6, Oostburg 3, Ossenisse 2,
Overslag 1, Philippine 2, Retranchement 2, Sas
van Gent 3, Schoondijke 5, Sluis 5, Stoppeldijk
4, St. Jansteen 7, St. Kruis 1, Waterlandkerkje 2,
Westdorpe 5, Zaamslag 9, Zuiddorpe 3 en Zuid-
zande en Nieuwvliet 3.
Zaamslag. Dezer dagen heeft men zich niet
ontzien om bij den arbeider M. H. in den Een-
dragtpolder het kippenhok leeg te halen. Hoewel
diefstal nimmer geoorloofd is, valt het toch nog
des te meer af te keuren, om hen, die weinig
bezitten, alles te ontnemen.
Zaamslag, 4 Dec. Heden werd alhier door
den notaris De Ridder, te Ter Neuzen, in na te
melden perceel alhier geveild
a. de herberg ^De Witte Leeuw", met aan-
horigheden te Zaamslag.
Verkocht voor f 3570.
b. een woonhuisje annex het vorige, aldaar.
Verkocht voor 1040.
Van beide perceelen werd kooper de heer D.
Dekker Fz. Jr. te Zaamslag,
Axel, 5 Dec. Maandag werd ten huize van
den heer P. Koole alhier eene vergadering ge-
houden van honoraire leden van het muziek-
gezelschap //Concordia" waarin door den penning-
meester rekening en verantwoording werd gedaan
van zijn beheer over het afgeloopen vereenigingsjaar.
De rekening bedroeg in ontvang 281,52 J
en in uitgaaf 158,18.
Zoodat de vereeniging dit jaar de beschikking
heeft over een goed slot van 123,34^.
's Gravenliage, 5 Dec. Tweede Kamer. Bij
de voortgezette algemeene beschouwingen over de
staatsbegrooting verklaarde de Minister van Finan-
cien in zijn antwoord aan verschillende sprekers,
de buitenlandsche politiek der Regeering verdedi-
gende, op dit oogenblik nog niet te kunnen aan-
schouwen het psychologisch moment waarop
Nederland ten opzichte der Transvaalsche kwestie
het initiatief tot arbitrage kan nemen.
Wat de kwestie van grondwetsherziening aan-
gaat, moeten de kiezers eerst uit*praak doen,
alvorens de raadslieden der Kroon hebben te over-
wegen welk en raad zij aan het Hoofd van den
Staat hebben te geven.
De heer De Visser bestreed het socialisme,
terwijl de heeren Fokker en Van Gijn aandrongen
op verbetering van den Dordtschen waterweg.
Eerste Kamer. In behandeling kwam de
ongevallenwet. Vele sprekers verklaarden thans,.
ondanks de bezwaren die zij nog tegen de wet
hebben, voor te zullen stemmen.
De heer Fransen van de Putte verdedigde de
Eerste Kamer, tegen de aanvallen tot haar gericht,.
naar aanleiding van de verwerping der eerst iu-
gediende ongevallenwet, en achtte het bestaan der
Eerste Kamer gewenscht, als bo]werk tegen uit-
spattingen op het gebied van sociale wetgeving.
Morgen voortzetting.
TJit een Almanak.
Dezer dagen kwam ons een allerliefst boekje
in handen. Reeds het uitwendige maakte op ons
een zeer prettigen indruk. Handig was het for-
maat en stevig den netten omslag. Met vergulden
letters stond daarop de titel. Hij is: //Belgische
Laudbouwalmanak voor het jaar 1900." Lang
bleven we evenwel niet op dien titel staren. Het
elastiekje, hetwelk het boekje sloot was spoedig
verwijderd en we bladerden het door. Of neen,
doorbladeren was het niet, wat we deden, want
't eerste opstelletje, dat we vonden, werd door
ons van begin tot einde gelezen en eerst daarna
gingen we aan 't bladeren. Maar ook daarbij
bleef het niet, want toen we later weer eenige
oogenblikken over hadden, gingen we alweer aan
het lezen. Zoo bevielen ze ons, de verschillende
korte en zaakrijke artikeltjes.
z/De Belgen hebben er toch den slag van, om
op populaire wijze te schrijven, dachten we en
onmiddellijk namen we ons voor, een en ander
uit den bewusten Almanak aan te halen.
We willen aanvangen met een stukje van den
heer H. Schreiber. Er staat boven //De Boom-
gaard." Dat we besloten, juist daarmede te be-
ginnen, vindt zijn oorzaak in de twee volgende
feiten. In de eerste plaats dachten we er aan,
hoe men in den laatsten tijd meer en meer de
aandacht begint te schenken aan de b lomgaarden
en in de tweede plaats beviel ons dit stukje zoo
bijzonder om den vorm. Kort en krachtig zegt
ons de heer Schreiber, wat we in het belang van
den boomgaard behooren te doen. Men zal kloeke
roor het klimaat geschikte en vruchtbare boomen
planten, wier vruchten goed aan de takken houdeu,
vastheid genoeg bezitten om het vervoer te kunnen
uitstaan en van goede hoedanigheid zijn.
Men moet van de oude soorten afzien en kiezen
tusschen de appelenBellefleur de Brabant.
Bellefleur de FranceRambour rouge d'automne,
Rambour PapeleuReinette Descardre. Reine des
reinettes Gros courtpenduen tusschen de peren
Double Philippe, Beurre d'Amanlis, Durondean
Marie-LouiseCalebasse RouxCalebasse a la
ReineCalebasse de TirlemontL4gipont.
z/De planting zal einde OctoberNovember ge-
beuren. In de diepe gronden, met leemachtigen,
doordringbaren ondergrond zal men kuilen maken
van 60 cM. diepte, op 2 M. zijde."
En zoo gaat het maar al door. Telkens even
krachtig en beslist. De kuil moet gevuld worden
met een mengsel van goed losgemaakte uitgegraven
aarde, compostmest en 2 U KG. Thomasslakken-
meel, terwijl er voor gezorgd moet zijn, dat de
wortels in aanraking komen met de fijnste en
beste aarde. Men neme den afstand tusschen