Gemengde berichten.
RECHTSZAKEN.
geboren Oostburger aan ieder bekend en men
hoorde nooit anders dan met lof over hem spreken.
De grindtram was Vrijdag te ongeveer 12 uur
de gemeente Oostburg gepasseerd toen op een
twintig minuten afstands een werkman iemand van
de locomotief zag storten, ter recbterzijde op den
weghij werd gegrepen en voortgeduwd door den
eersten waggon, en niet door de machine tooals
eerst gemeld isdaarna geraakte hij onder de
volgende en werd door alle waggons, twaalf in
getal, overreden. Het lijk zag er ontzettend uit.
De linkerarm was letterlijk van het lichaam ge-
scheurd.
Toen de trein gepasseerd was, scheen bet alsof
het verbrijzelde lichaam nog eens van den grond
werd opgeheven. Genoemde werkman vond niets
dan een bijna onkenbaar lijk. Hoe het ongeluk
ontstaan is, kan nog niet met juistheid worden
bepaald, doch als men weet dat op de tamelijk
lange machine ddn man voorop en zijn helper
achterop staat, terwijl beide zich als in een soort
bak bevinden, zoodat ze elkaar, daar de ketel bun
dit belet, niet zien kunnen, is het best te ver-
klaren, dat de tweede man zijn makker niet heeft
zien vallen, en door het leven der machine ook
niets gehoord heeft. Eerst eenige honderden meters
verder, nabij Yeldzicht, waar bij het naderen van
een overweg de snelheid van de tram moet worden
verminderd en met de stoomfluit gewaarschuwd,
wilde de stoker, die zich verwonderde dat de
waarschuwing zoolang uitbleef, de machinist daarop
opmerkzaam maken, doch toen hij op zijn herhaald
geroep geen antwoord kreeg, overtuigde hij zich
en kwam, door over de machine te klouteren, tot
zijn schrik tot de ontdekking, dat Kouwer ver-
dwenen was. Spoedig bemerkte hij natuurlijk dat
de arme kerel verongelukt was en snelde onmid-
dellijk om hulp, die helaas niet meer noodig was.
Op bevel en onder toezicht van den burgemeester
van Schoondijke en met behulp der politie werd
het overblijfsel van den eertijds zoo flinken machi
nist naar Schoondijke overgebracht om later naar
Draaibrug vervoerd te worden. De ongelukkige,
die nog maar 33 jaar oud was, laat een weduwe
met 4 zeer jeugdige kinderen achter.
Borssele, 29 Sept. De ongelukkige M. L.,
die zich door een val in het ruim, zoo erg bles-
seerde, dat hij vermoedelijk er het leven zal bij
inschieten, werd tot heden toe, gelegen op een
strooleger, verpleegd in een schuurtje van het
havenhuis, waar ook walgelijke viervoeters huisden.
Met loffelijken ijver, door in de haven liggende
scbippers geholpen, protesteerden dezen ook tegen
deze voor een mensch onwaardige ligging.
Tot de schippers, die zich dit ongeval bijzonder
verdienstelijk maakten in inenschlievend hulpbe
toon, behoorden o. m. ook P. H. Jansen en A.
Oppeneer van Ter Neuzen.
Gisterenavond is M. L. door hulpvaardige
handen op een ledikant naar de woning van den
heer N. de Kunder aan den steiger vertranspor-
teerd en daar liefderijk opgenomen. Den volgenden
dag werd hij op dezelfde wijze aan boord van
de prov. stoomboot gebracht, teneinde alzoo in
zijne woonplaats te Middelburg door familie ten
zijnen verder te worden verpleegd.
Voor het gerechtshof te 's Gravenhage werd
Donderdag behandeld de zaak tegen J. K., geboren
te Zaandam, rijksveldwachter-jachtopziener, gestati
onneerd te Kapellebrug, gemeente Clinge, en
wonende te Hulst, die, door de Middelburgsche
rechtbank werd vrijgesproken van het hem ten
laste gelegde, als zou hij een valsch proces-verbaal
hebben opgemaakt, waarin hij opgaf mishandeld
te zijo*
Door den officier van justitie was destijds een
gevangenisstraf van drie jaren geeischt.
3 In deze zaak, die den 1 Juni jl. voor de rechtbank
te Middelburg werd behandeld werden nu voor
het hof drie getuigen gehoord.
De hoofdgetuige gaf op dat bekl., in liaar winkel
om vleesch was gekomen, haar vervolgens had
gesard, waarop zij bekl. met een stalen voorwerp
had gedreigd te slaan als hij niet den winkel
uitging. Zij was toen door bekl. meegesleurd,
die haar het staal had ontrukt. Bekl. gaf op,
dat zij hem ermede had geslagen, waarna hij het
staal in beslag had genomen.
De procureur-generaal Mr. Reitsma, door de
getuigenverklaringen het bewijs van het ten laste
gelegde geleverd achtende, requireerde veroordeeling
van bekl. tot een gevangenisstraf van twee jaren
wegens aflegging eener valsche verklaring onder
eede.
De verdediger, Mr. E. G. van Deinse, uit
Middelburg, de antecedenten van bekl. hoogst
gunstig achtend, niettegenstaande verschillende
ougunstige renseignementen omtrentbekl. verzameld
in het dossier, meende, dat bekl., onder de be-
dreiging hem te zullen slaan, het staal heeft beet-
gepakt, doch daarop verschillende slagen heeft
ontvangen, voor hij het aan de vrouw kon ont-
rukken, zoodat het proces-verbaal geheel overeen-
komstig de waarheid was, daar bekl. toch geen
enkele reden had een valsch proces-verbaal op
te maken. Het overtuigend, zoomin als het wettig
bewijs geleverd achtend, concludeerde pleiter tot
vrijspraak in overeenstemming met het vonnis der
Middelburgsche rechtbank.
Na re- en dupliek werd de uitspraak over 14
dagen bepaald.
De 15jarige H. v. C. te Retranchement,
die Donderdag met een voer suikerbieten op weg
was, schijnt door een of andere omstandigheid
van den wagen te zijn gevallen en door het i SP
voorwiel aangereden.
De knaap, die hevig gekneusd en bewusteloos
werd gevondeu, is des avonds overleden.
De landbouwer W., wonende aan den Ouden
Yeerschen weg, heeft de gewoonte water uit de
leiding te Middelburg te koopen tot het drenken
van zijn vee.
Daar het water heel snel verdween, vroeg de
man zich af of zijn vee zoo overmatig veel dronk,
dan wel dat anderen meenden mede te kunnen
profiteeren.
Hij stelde de politie met de zaak in kennis
een agent werd verdekt opgesteld en de buurman
van W., zekere D. R., op heeterdaad betrapt,
toen hij water uit de kuipen stal voor eigen
gebruik of tot laving van zijn vee.
Twee emmers met gestolen water werden in
beslag genomen, terwijl tegen den waterdief proces-
verbaal is opgemaakt. (M. Ct.)
Twee dreumessen van elf jaar, die Zaterdag-
middag aan het spelen waren op den Molenberg
nabij de Krommeweele te Middelburg, zagen dat
een meisje van een jaar of zes, zeven, dat zich aan
den kant van de gracht begaf, daarin viel.
Kort van beraad en kloek van besluit sprongen
de jongens op de daarliggende balken, grepen de
drenkelinge en brachten haar op het droge, zonder
dat zij meer bekwam dan den schrik en een nat pak.
Te Bilsen (Limburg) is het 3jarig zoontje
van een landbouwer levend verbrand. De moeder
had de zorg over den knaap even toevertrouwd
aan een achtjarig meisje, daar zij zelf een boodschap
moest doen. Het meisje had door een of ander
toeval de kachel omgestooten, die boven op het
arme kind terecht kwam. Op het hulpgeschrei
kwamen de buren te hulp Snellen, doch zij vonden
slechts het verkoolde lijk van de kleine.
In de jongste zitting van den gemeenteraad
n Leiden werd de voorzitter door een der leden
gei'nterpelleerd over de strenge toepassing der
strafbepalingen op de wielrijdersverordening. De
voorzitter deelde daarop mede dat de politie-agenten
met de bekeuringen niet immer de noodige kalrnte
hadden in acht genomen, zoodat dan ook 43 be
keuringen niet verder zouden worden veTvolgd,
terwijl ook in overweging zou worden genomen
of sommige bepalingen der verordening behoorden
te worden gewijzigd.
Vrijdag namiddag is een zesjarig meisje
Johanna H., in een reservoir bij de fabriek der firma
J. A. A. Scholten te Euschede geraakt. Zij
is aan brandwondeu overleden.
Door het vlam vatten van een petroleum
toestel bekwamen de vrouw van den winkelier
J. V., te Hansweert en een kind dat zij op den
arm droeg, bevige brandwonden. Het kind is
aan de gevolgen overleden en de toestand der
vrouw is zeer ernstig.
Dinsdag vervoegde zich te Amsterdam aan
het bureau Noordermarkt eene vrouw, die zich
beklaagde, dat eenige mede aldaar verschenen
vrouwen, haar het kind van 3 weken, dat zij
droeg, hadden afgenomen. Zulks bleek geschied
te zijn uit vrees voor ongelukken, daar de moeder
onder den invloed van sterken drank verkeerde.
Even later kwam haar man, eveneens onder den
invloed van sterken drank, aan het bureau.
Beiden zijn in de wachtkamer gebleven, totdat
zij behoorlijk in staat waren, naar hunne woning
te vertrekken.
Op de Gaslaan te 's Gravenhage werd
Donderdag een vijfjarig knaapje door een cokes-
wagen overreden en onmiddelijk gedood.
Te Oude-Pekela viel in een papierfabriek
een 24jarige, gehuwde arbeider in een in werking
zijnde machine. Hij werd gegrepen en medege-
sleurd en bekwam daardoor ernstige verwondingen.
Behalve eenige kwetsuren werd he'rsenschudding
en een gescheurde long geconstateerd.
Bij de kassiersfirma Van Mierlo te Breda
kwam een juffrouw, in Antwerpen woouachtig,
met effecten ,/Ville de Paris" om deze te ver-
zilveren. Juist met deze soort papieren was
evenwel de firma in Maart 11. eveneens bedrogen
geworden, zoodat men al dadelijk kwaad vermoeden
kreeg. Er werd gei'nformeerd, en het bleek, dat
de stukken afkomstig waren van een grooten
diefstal, indertijd te Rouaan gepleegd. De gestolen
nummers zijn toen buiten omloop gesteld frappes
d'opposition, en derhalve waardeloos geworden
lntusschen was de politie gewaarschuwd
werd de juffrouw, die, hoewel in Belgie wonende,
van Hollandsche origine bleek te zijn, aan het
station gearresteerd. Zij is naar het huis van
bewaring overgebracht.
Het schijnt, dat de Bredasche politie met deze
aanhouding een goede vangst heeft gedaan.
Een afschrikwekkend voorbeeld van //hooger
op gooien."
Iemand te Rotterdam, werd den 22n Mei jl.
door de rechtbank aldaar, wegens poging tot
oplichting veroordeeld tot 1 jaar gevangenis, met
aftrek van de voorloopige hechtenis sedert 30
September 1899. Dit vonnis werd door het hof
te 's Hage in hooger beroep, bevestigd. Dienten-
gevolge zou de straftijd van den veroordeelde 30
September geeindigd geweest zijn en hij moeten
zijn ontslagen.
Daar echter de man cassatie aanteekende en de
Hooge Raad daarop eerst den 15" October uit-
zal doen, is de veroordeeling nog niet in
kracht van gewijsde gegaan, en dus het vonnis
eigenlijk nog nog niet kunnen worden ten uitvoer
gelegd.
Op het cassatieberoep werd door het 0. M bij
den Hoogen Raad geconcludeerd tot vernietiging
van het arrest, en verwijziug van de zaak naar
een ander hof.
Vereenigt de hooge raad zich met deze conclusie,
dan zal de man dus nogmaals terecht moeten
staan, nadat hij de hem opgelegde straf reeds
ruimschoots heeft ondergaan.
Voor den kantonrechter te's Hage verscheen
een man, omgekocht door een jnffrouw, om een
Middernachtzendeling in de uitoefening van zijn
werk te dwarsboomen.
De juffrouw in kwestie had hem al deu maal
te pakken gehad, maar toen liet hij 't nog over
zijn kant gaan.
Op zekeren avond kwam zij buiten, een luchtje
scheppen, en trachtte hem over de halen, zijn
surveillance elders aan te wenden en liefjes legde
zij daarbij haar handen nu eens op de schouders
dan weer op den arm van den onverbiddelijken
blijvenden zendeling.
Toen, eenige oogenblikken later, de man zijn
mouw bekeek, zag hij tot zijn schrik de afdrukken,
in rood, van een dameshand. De juffrouw had
haar vingers vooraf in roode menie gedoopt.
Haar helper maakte 't een paar avonden later
niet veel beter. Deze begon met den zendeling
herhaaldelijk voor de voeten te loopen, zoodat
deze geen stap kon doen, of hij viel bijna over
de beenen van zijn voorganger, die eveneens op
behendige wijze zijn handen in aanraking wist te
brengen met de kleederen van zijn slachtoffer,
zoodat de zendeling er ten slotte uitzag als een
behanger in zijn werkpakje, zoovol zat hij met
stijfsel.
Nil werd aangifte gedaan, met het gevolg, dat
de stijfselman wegens verregaande baldadigheid
met f 5 boete gestraft werd, bij verstek. Hij
kwam in verzet, betuigde zijn onschuld voor zooveel
de stijfsel betrof en uitte zijn verontwaardiging,
dat de juffrouw van de roode menie den dans
ontsprong, want zij was niet bekeurd.
Vrijdagavond is eene dame, zenuwlijderes,
uit een raam op de tweede verdieping van een
villa aan den Badhuisweg te Scheveningen ge-
sprongen. Op last van Dr. De Niet, die de eerste
hulp verleende, werd de juffrouw naar het ge-
meente-ziekenhuis vervoerd, waar zij eenige uren
na aankomst is overleden.
Uit Tilburg schrijft men aan het VN. v
d. D."
Het opnieuw door de justitie ingestelde onder-
zoek in zake den moord heeft aan het licht gebracht,
dat Maria Kessels, op den noodlottigen morgen
komende van haar woning, niet verder is geweest
dan den hoek van de straat, waarin de kerk staat.
Volgens verklaring van den gearresteerden scbilder
M., zou het kind daar door den koster ontmoet
zijn en met dezen de kerk door een zijportaal
zijn binnengegaan. De schilder verklaarde verder
dat, toen hij eenige oogenblikken later in dat
portaal kwam, om een ladder te halen, hij zag
dat de deur van het torentje openstond en toen
hij daarna voor de tweede maal het portaal intrad,
was die deur gesloten.
Uit het onderzoek is tevens gebleken, dat de
koster de andere kinderen van den heer K. nooit
heeft aangesproken en dat hij evenmin wel eens
bij den heer K. thuis kwam, zooals men algemeen
vertelde. Alleen had hij den dag tevoren twee
kinderen, zusjes van het slachtoffer, die met haar
logeetje wij water kwamen halen uit de steenen
vazen bij den iugang van de kerk, uitgenoodigd,
de fleschjes in de sacristie te komen vullen, omdat
het water in de vazen minder helder was.
Te Zwolle is gearresteerd H. N., verdacht
zich te hebben schuldig gemaakt aan verduistering
ten nadeele van zijn patroon, bij wien hij ruim
18 jaren als pakhuisknecht werkzaam is geweest.
Nadat hij voor eenige dagen uit zijn dienst was
ontslagen, is het de politie gebleken dat hij op
verschillende tijdstippeu aan eenige smeden ijzeren
platen en andere ijzerwaren afleverde, zonder die
te boekeu of aan zijn patroon op te geven, waar-
door hij door die smeden getracteerd werd en
fooien van hen in ontvangst nam. Volgens zijn
bewering moeten een paar andere knechten zich
ook daaraan hebben schuldig gemaakt.
H. N. is op last van den rechtercommissaris
naar het huis van arrest overgebracht. De politie
heeft bij een paar smeden eenige ijzeren platen
in beslag genomen.
Verschillende bladen bevatten het volgend
schrijven van den heer G. E. A. van Hall, diiecteur
der ,/Prins Hendrik stichting"
Velen, die een warm hart hebben voor onze
oude zeelieden, koopen voor 10 centen een punten-
verzamelaar met snijmesje (guillotine), waarop,
naast de beeltenis van een ouden zeerob, ook
bovenstaand verzoek is afgedrukt, en zij ge-
bruiken hem trouw bij het punten van hun sigaren.
De heer W. H. van Zanten Jr., steenfabrikant
te Leiderdorp, die voor ruim vier jaren de bewe-
ging op touw zette met de bedoeling, den ouden
zeelieden gratis een pijp tabak te verschaffen,
veranderde van meening, toen bleek dat er meer
dan voldoende inkwam, om ook af-en-toe oude
lieden uit andere gestichten te verblijden. Toen
kwam natuurlijk ook niets van zijn eerste plan,
om, als de bal eenmaal aan het rollen was, den
verpleegden der vPrins-Hendrik Stichting" zelf
in de bereiding te onderrichten. Het spijt ons
zeer, hier te moeten verklaren, dat de heer van
Zanten niet alleen elke verantwoordingachterwege
laat betreffende de winst, door den verkoop van
minstens 40.000 stuks guillotines verkregen, maar
ook van de bijdragen in geld, die enkele zeemans-
vrienden aan de puntjes toevoegden. Wel publi-
ceert hij in locale bladen het feit, dat de zeelieden
reeds 34.000 onsen tabak ontvangen hebben, en
al is dit zeker een aardige hoeveelheid, zonder
nadere afrekening is die tabak gekocht, en nog wel
veel te duur gekocht ook.
Wij meenen daarom, nu de heer Van Zanten
weder 20,000 guillotines heeft laten aanmaken
en deze per circulaire te koop aanbiedt, de ,/Prins-
Hendrik Stichting" niet langer als vlag te mogen
laten dienen voor het vaartuig, waarmee hij zijn
doel tracht te bereiken.
De pakken tabak van onze Indische vrienden,
de vele pondeu waarmede deze en gene ons soms
verrassen, evenals de spaarpenningen van den
kleinen Karel, die bij de puntjes worden ingedaan,
meenen wij te mogen beschouwen als eigendom
van de ,/Prins-Hendrik Stichting" en niet als
gemeen goed, waarmede de heer Van Zanten kan
doen wat hij verkiest.
Wij verzoeken onzen vrienden dus beleefd, hun
schenkingen naar Egmond-aan-Zee te adresseeren,
daar er geen enkele betrekking tusschen de //Prins-
Hendrik Siichting" en den heer Van Zanten bestaat.
Te Callantsoog, nabij de groote Keeten, is
in den laten avond van den 27 Sept. gestrand
het Engelsche stoomschip European, geladen met
poetskatoen, kapitein John T. Stringer. Het volk
is gered met een sleepboot van den Helder. Het
schip is lek en zal hoogstwaarschijnlijk niet kunnen
worden afgebracht. De lafding spoelt reeds ge-
deeltelijk aan het strand, benevens hout en andere
voorwerpen.
Omtrent de redding der equipage wordt gemeld
Kort nadat het schip op de buitenbank aan den
grond was geloopen stootte het lek en drong het
water naar binnen, waardoor de bemanning zich
genoodzaakt zag de wijk te nemen in het want,
om daar hulp af te wachten. Onophoudelijk
werden de schipbreukelingen in die benarde positie
bestookt door de hevige branding en zware stort-
zeeen, waardoor de mast dreigde te bezwijken, in
welk geval alle schepelingen hun graf in de golven
zouden vinden. Is 't wonder dat de ongelukkigen
in den stikdonkeren nacht doodsangst uitstonden
en dat hun noodgeschrei onophoudelijk klonk
over het strand en de duinen En toch was
het bieden van hulp voorhands onmogelijk. Wel
beproefde de reddingboot van Callantsoog in zee
te steken, maar zij werd teruggeslagen, telkens
weer, en wel trachtte men ook nog door middel
van het vuurpijltoestel getneenschap met het schip
te krijgen, maar ook hierin kon men niet slagen,
doordat de stoomboot te ver uit den wal zat.
Toen werd de reddingsvlet van den Helder
ontboden en deze was gelukkiger. Door de
sleepboot Titan tot kort bij de strandingplaats
gesleept, zette de vlet alleen koers, dwars door
de hevige branding naar het schip, dat de roeiers
met veel inspanning bereikten. 't Was toen
pi. m. 8 uur na de stranding voor de redding
meer dan tijd, want de meeste der schipbreuke
lingen waren geheel uitgeput, en hielden nog
slechts werktuigelijk de touwen vast. De eerste
stuurman was reeds als offer gevallen. Voor aller
oogen was hij door een stortzee over boord ge
slagen en meegevoerd naar de diepte. De 13
overgeblevenen konden nu nog gelukkig worden
gered en zijn behouden op de Titan overgebracht,
die hen te Nieuwediep aan den Britschen vice-consul
overleverde.
Het verdelgen der ratten gaat in Amsterdam
de laatste maanden geregeld voort. Aan de stads-
belt werden er in enkele maanden tijds 6000 ge-
vangen. Ook aan het oude buitengasthuis worden
af en toe klopjachten gehouden, eveneens in het
oude Entrepotdok en in Artis. In laatstgenoemde
stichting ving men er tusschen 1 Mei en 1 Sep-
temper ongeveer een duizendtal soms bracht een
klopjacht het tot 180 per week.
Het is onlangs voorgekomen dat daar ter stede
bij het vangen van ratten iemand de onvoor-
zichtigheid had, een der dieren met de hand te
vangen, door het in den nek te grijpen. De rat
had echter nog gelegenheid den aanvaller in den
arm te bijten. Gevolg was dat 's mans arm in
een oogenblik hevig opzwol en in het ziekenhuis,
waarheen hij werd vervoerd, bloedvergiftiging werd
geconstateerd.
Gelukkig behoefde het lichaamsdeel, naar aan-
vankelijk werd gevreesd, niet afgezet te worden,
doch de genezing duurde zeer lang. Dit geval
moge dus tot voorzichtigheid aanmanen.
Het dagelijksch bestuur der gemeente Arrhetn
heeft een premie van vijf centen uitgeloofd voor
elken rht, dien men aan het kantoor der gemeente-
werken brengt.
Een gezaghebbend blad op rechtsgeleerd
gebied, het Engelsche //Law Journal", bespreekt