A1 g o m e o a
Hieuws* en Advertentieblad
y o o r
2eeuwsch*VUanderen.
K ER HI I S.
No. 3969.
Engeland en de Z.-A. Republiek.
Donderdag 13 September 1900.
40e Jaargang.
Binnenland.
Tot zwij gen gebracht
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amenka 1,321.
Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busnouders.
ADVEBTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
Bij deze courant belioort een bijvoegsel.
Als we niet wisten, hoe onjuist vaak de Engel
sche telegrammen zijn, als we niet uit Zuid-
Afrikaansche brieven wisten, hoe treurig de toestand
van bet Engelsche leger in het laatst van .lull
was, een toestand, die er wel niet beter op geworden
zal 'zijn, dan zouden we alle hoop voor de Boeren
moeteu opgeven. Geruchten, dat Kruger en Steyn
naar Delagoabaai zijn gevlucht, geruchten, dat de
Boeren geen geweren meer hebben, kortom allerlei
berichten, die den iudruk geven, dat het uit is.
Maar dien indruk heeft men te Louden juist
noodig. De khaki-stemming voor het Parlement
kan eerst goed van stapel loopen, als de oorlog
gedaan is, als de republiekeu zoogenaamd zijn
onderworpen. Van daar dat we de berichten van
de Engelsche bladen met nog meer wantrouwen
moeteu beoordeelen, dan vroeger. Zoolang de
Boeren volhouden, bestaat er eemge kans, dat
er redding komt, en dat de Boeren nog met aan
uitscheiden denken, blijkt uit verschillende feiten.
Zoo zelfs uit het bericht omtrent het gebrek aan
geweren de Daily Mail voegter aan toe dat geweren
die door de Engelschen op een hoop geworpen en
verbrand waren, door de Boeren van meuw liout-
werk waren voorzien, en weer in gebruik genomen
werden.
En dit volhouden blijkt ook uit de hardnek-
kigbeid, waarmee in het noordoosten van den
Vnjstaat de plaatsen weer door de Boeren worden
Na het beleg van Ladybrand trokken de Boeren
den 5e naar Mequatlingsnek een zeer sterke
stelling tusschen Ladybrand en Winburg.
Kommandant Fourie, van het Bloemfontein-
kommando, die de krijgsverrichtingen tegeu Lady
brand leidde, had bij zich kommandant Ilaasbroek,
F ffiUILLETOJS
die doorgeglipt is, toen generaal Prinsloo in Juli
over overgaaf onderhandelde, en kommandant
Visser, en bij de kommandos onder Fourie, bevond
zicb dat van Olivier, den man van Stormberg,
die oulangs met 25 man gevangen genomen werd bij
Winburg.
Deze Boerenmacbt wilde blijkbaar samenwerken
met de Wet, en wilde vooral de kleine Britsche
afdeelingen in zijn nabijheid lastig vallen, en
schrik verspreiden onder de Boeren, die zich zouden
willen overgeven.
Betlehem en Fouriesberg werden den 25cn ont
ruimd Senekal werd de vorige week verlateu
door de Worcesters, die naar Ficksburg terugtrok
ken, terwijl Ladybrand aau de Boeren waa over
geleverd. Deze vier plaatsen zijn door de Boeren
bezet.
Het schijnt volstrekt noodig te zijn, zegt de
correspondent van de /Daily Mail" dat een sterke
macht ruiterij gebezigd wordt om deze lastige,
rondzwervende kommandos te ouderwerpen, die
veel te bewegelijk zijn om door infanterie en
yeomanry uiteengejaagd te kunneu worden.
Ook in het Lijdenburgsche is het verzet nog
niet gebroken. Toen de stad van dien naam bezel
was, werd zij nog twee uren lang door de Boeren
beschoten van de naburige hoogten in het noord
oosten. Zondag den 9cn viel Buller een Boeren-
stelling aan op een steileu bergrug, aan den weg
naar Spitskop gelegen, 1500 voet hoog. De Lngel-
schen namen de positie onder een verlies van 13
dooden en 25 gewonden en de Boeren zouden
daarbij aanzienlijke verliezen hebben geleden.
French is nu weer ten zuiden van den spoor-
weg en rukt op van Carolina in de richting van
Barberton. Hij verdreef de Boeren uit drie
stellingen. Een gerucht te Louren?o-Marquez
zegt echter, dat de Engelschen weer naar Waterval-
Boven, dicht bij Machadodorp, zijn teruggetrokken
het verzet der Boeren langs den Oosterspoorweg
70u dus nog vrij sterk zijn. Een ander gerucht
wil, dat er 70 locomotieven op den Barberton-tak
den Engelschen in handeu zijn gevallen. Dit is
nog al onwaarschijnlijk, waar French Barberton
nog niet eens bereikt heeft.
Ten slotte een bericht van de //Daily Mail".
Dit blad ver^eemt uit Louremjo-Marquez, dat de
Portugeezen Ressano Garcia, een plaats aau den
Oosterspoorweg, even over de Transvaalsch-Portu-
geesche grens versterken.
De officieren en bemanning van bet 1 ransche
oorlogschip //Admiral Aube', gaan telkens aan
wal, ofschoon het schip in quarantaine heet te zijn.
Het vertrekt naar Madagaskar, maar acht officieren
en twintig manschappen zullen blijven, men zegt,
d. w. z. de //Daily Mail" zegt, om de Boeren
te helpen.
C H I IV A.,
De vredesonderhandelingen worden met zooveel
spoed voorbereid, als noch van de Chineezen, noch
van de verbonden mogendheden verwacht kan
worden. Li-boeng-tschang, de man van wien men
eerst niets weten wilde, heeft zijn vijanden den
mond gesnoerd met een pak geloofsbrieven, zooals
alleen een Chinees kan vertoonen. Een keizerlijk
besluit, nauwelijks 14 dagen oud, machtigt Li,
om den toestand geheel naar eigen inzicht te
regelen, zonder er eerst den Keizer in te kennen.
Verder heeft hij geloofsbrieven gezonden van de
commissarissen, die als vredesonderhandelaars zijn
aangesteld. Een telegram uit Louden meldt, dat
aan de deugdelijkheid der geloofsbrieven wel niet
getwijfeld zal wordenze moeten er erg echt
uitzien.
Een tweede gegeveu voor een spoedigen vrede
is de komst te Peking van prins Tsching, een
lid van het Keizerlijk huis. Hij zou op last van
den Keizer onderhaudelingen aanknoopen en was
door Japansche troepen, die ook zijn paleis
bewaakten, in de stad gebracht.
Hoe nu die besprekingen zullen afloopen, is
natuurlijk niet te zeggen ze zullen wel erg gerekt
worden en het zal heel wat moeite kosten, om
van de Chineezen iets gedaan te krijgen, vooral
als de mogendheden hooggeplaatste personen
willen gaan straffen. Een Duitsch blad geeft om
het noodzakelijke hiervan aan te toonen, eeuig-
bijzonderheden uit rapporten, die in het Keizere
lijke paleis te Peking gevonden zijn. Zoo b.v.
kreeg de Keizerin-Regentes iederen dag een nauw-
keurige opgaaf van het getal christenen, dat
gedood was. Ook vond men een proclamatie van
den minister van politie, Tschoeng-li, gedateerd
Juli, waarbij deze voor het inleveren van een
mannelijken christen 50 taels uitloofde, voor iedere
christenvrouw 40, voor ieder kind 30 taels.
Tschoeng-li was toch reeds te Peking in
hechtenis genomen, op sterk vermoeden van inede-
plichtigheid aan den moord van Ketteler.
Te Shanghai heeft men nu de zekerheid ver-
kregen, dat dertien Amerikaansche zendelingen,
een Engelsche zendeling en twee Duitsche zende
lingen in Juli vermoord zijn in de provincie
Tschi-li. Zij werden begeleid door een detacheinent
Chineesche troepen, en die soldaten zelf hebben
de zendelingen vermoord.
Intusschen is aan de vredesonderhandelingen
voorafgegaan een geweldige plundering van Peking,
zoodat er nu weinig te stelen overschiet. Mijlen
van huizen zijn leeggeroofd, eerst door de Boxers
toen door de Chineesche soldaten en daarna door
de beschaving breugende troepen. Alleen de
verboden stad is nog gespaard en daar liggen
volgens de Times verscheiden millioenen pondeu
sterling geborgen. De Japanners hebben zonder
verzet het zomerpaleis bezet, maar het naderhand
weer ontruimd voor de Russeu, die beweerden,
er 't eerst geweest te zijn. De Amerikanen ont-
ruimden voor de Franschen een kwartier van
Peking zonder te weten, dat het het allerrijkste paleis
van prins Li bevat, waarin onnoemelijke schatten
heeten te liggen, geschat op vele millioenen
dollars.
Het keizerlijke hof heet de Jehol te zijn.
ROBERT EUSTACE.
10)
*Gij hebt gedroomd Leonore," luiddezijn zwakke
verdediging. „Uw zenuwen zijn nog zwak en zij
waren* overprikkeld door het vooruitzicht op de
plechtigheid van heden maar er geschieden geen
wonderen meer, en ik die volkomen vertrouwd ben
met ziekten als deze, ik verklaar u dat zuster
Peter even onmogelijk gesproken kan hebben,
als had de dood zich reeds van haar meester
z/Goed 1" antwoordde de bruid, geboor gevende
aau een plotselinge ingeviug, //ik zal gelooven dat
ik slechts de speelbal ben geweest eener ziekelijke
verbeeldingskrachtmaar dat op eene voor-
waarde.
„Eu die is?" vroeg hij, weer eemge hoop
voelende herleven.
„Dat zuster Martha mij, zonder vooraf met u
gesproken te hebben, bet gansche gebouw door
zal leiden, zoodat ik elk uwer patienten te zien
krijg. Dit ougelukkige meisje beweert dat kapitein
Gifford zich hier bevindt, en ik wil en zal mij
daarvan overtuigen."
De geneesheer zag in dat bij niets meer te
winnen had bij het verder ontkennen der vvaar-
heid, en zicb aan haar voeten latende vallen,
strekte bij hulpbehoevend de handen naar haar
uit en smeekte
Wees niet onbarmhartig, Leonore, en veroor-
deel mij niet want zoo ik tegeu u misdeed, door
u Gifford's terugkeer te verzwijgen, bedenk welk
een prijs ik daarbij te verliezen had. Ik ben
niet zooals andere mannen, die wanneer de vrouw
hunner keuze hun ontvalt weer de oogen op een
andere richten gij waart bestemd het eenige zachte
gevoel op te wekken, dat ooit in mijn binnenste
leven zou. Wat ik in n bemin ik weet bet nauwe
lijks zelf, want er is niets tusschen onze naturen
gemeen, en toch, of gij de mijne worden zult of
niet, ik ben veroordeeld uw beeld onverflauwd in
mij om te blijveu drageu. O wees niet onmen-
schelijk, vonnis mij niet tot levenslange ellende,
voortdurende eetizaamheid. Bedenk wat een lieftle
als de mijue beteekent naast die van een ander,
die u jaren achtereen te vergeefs op eenig bericht
kon laten wachten, en zelfs nu, dat hij weder in
Engeland en nog wel op eenige schredeu afstands
van u vertoeft, u niet opvordert als zijn bruid.
Leonore verbleekte. In de opgewondenheid
van het oogenblik, had zij niet stilgestaau bij de
vraag, of Gifford's bonding niet inderdaad bewees
dat hij haar geheel en al had vergetenmaar
met even treffende als waardige uitdrukking het
fraais hoofd schuddende, gaf zij ten antwoord
z/Hijzelf zal mij zijn gedrag weten op te helderen,
wees daarvan overtuigd en zelfs dan wanneer bij
tot de onldekking gekomen mocht zijn dat zijn
gevoel voor mij niet krachtig genoeg was om ous
voor het leven te verbinden, zal ik nog den
Hemel danken voor zijn wederkomst, en kan dat
niets aan mijn liefde voor hem veranderen. Hij mag
zijn woord terugnemen, ik doe dat nietwij zullen
geen man en vrouw worden, dat zal bet eenig
onderscheid zijn; maar zoolang bij leeft blijf ik
zijn bruid."
„Is dit nw laatste woord vroeg Hertslet,
overeind rijzende.
"Ja"
,/Gij liebt dus hoegenaamd geen medelijden
met mij
,/Neenwant gij hebt mij willen misleiden,
door mij ondanks het eens door u gegeven eere-
woord, in het geloof te lateu dat bij niet meer
tot de levenden behoorde."
,/Gij zijt al heel bard," klonk bet langzaam,
„en toch hebt gij ongelijk, Leonorewant zoo ik
slechts gewild had, ware die man inderdaad ge-
storven. Hij vertrouwde zich aan mijn handen toe
de minsie afwijking van mijn scalpeermes had een
eind gemaakt aan zijn leven, zonder dat iemand
ter wereld mij daarom het minste verwijt
had kutinen maken. Oordeel dus of ik edelmoe-
dig ben geweest tegenover den man, dien ik toch
met recht als mijn grootsten vijand beschouwde."
„Moet ik u bewonderen omdat gij geen moorde-
naar werdt vroeg zij minachtend.
„Gelooft gij het misschien onmogelijk voor een
dergelijke verleiding te zwichten, wanneer men
lief heeft zooals ik u sprak hij op een toon
zoo somber, dat hij haar door merg en been
drong. Welnu dan, gij zult het tegendeel hooren,
opdat gij zoudt weten hoezeer ik u bemin, en
wat het voor mij beteekende u op te geven
deze vrouw hier vernam, den avond zelf van hare
komst alhier den naam van den patient, dien zij
te verplegen had en zij wilde onmiddellijk tot u
Snellen, om u te verkondigen dat kapitein Gifford
nog onder de levenden was ik trad haar echter
in den weg en poogde op allerlei wijze haar naar
rede te doen luisteren, haar bet stilzwijgen op
te leggenmaar alles bleef te vergeefs
„En toen hijgde Leonore ademloos.
„Wat verder geschiedde was alleen haar schuld.
Waarom waagde de dwaze bet met iemand van
Bij het Koninklijk besluit, houdende hand-
having van dat van Gedeputeerde Staten van
Zeeland, waarbij de goedkeuring is onthouden aan
het besluit van den raad van Veere tot verkoop van
den Campveerschen toreu wordt o. m. overwogen
dat de Campveersche toren een, van de laatste
belft der 14* eeuw dagteekeuend uit berg- en
baksteen machtig opgetrokken bouwwerk is, dat,
schilderacbtig gelegen aan den ingang van de haven,
waaraan Yeere eenmaal zijn opkomst had te danken,
voor de geschiedenis dezer stad een zoo keumerkende
beteekenis heeft, dat haar wapenschild sinds eeuwen
eene afbeelding bevat juist van dezen toren, met
het oudtijds ook aan den noordelijken oever van den
haveningang gelegen bolwerk van gelijken vorm
dat de Campveersche toren alzoo mag gerekend
worden te behooren tot onze oude historische
monumenten, wier instandhouding en zoo noodig
oordeelkuudige herstelling in het welbegrepen
volksbelang van overheidswege behoort te worden
bevorderd
dat trouwens het historisch-monumentaal karakter
van den Campveerschen toren ook door den ge-
meenteraad van Veere volkomen is erkend, waar
deze in zijn tot ons gericht appellatoir adres met
even zoovele woorden te kennen geeft, dat ,/het
mijn kracbt in het strijdperk te treden Met
welk recht plaatste zij zich tusschen mijn geluk
en mij
„Dat is hier de vraag niet," riep Miss Trefusis
driftig uit! „Wat hebt gij met haar gedaan?"
Er lag iets half wanhopigs, half zegevierends
in den toon, waarop de zonderlinge man antwoordde:
„Ik bezigde tegen haar dat geduchte wapen
mijn wetenschap en zoo gij de kracht daarvan
kondet vermoeden, zoudt ge huiveren, Leonore,
want zelfs op dit oogenblik, dat gij u vol afschuw
van mij keert, zou het mij slechts weinig inspan-
ning kosten u te doen zwichten voor de overmacht
van mijn geestmaar gij zoudt mij daarna haten,
en het is liefde, geen afkeer, die ik van u eisch.
Van bet oogenblik af, waarop ik inzie dat uw ziel
nooit de mijne zal toebehooren, is het dan ook
beter dat wij scheiden om het even welke pijn
mij die scheiding ook kosten zalmaar nog den
flauwe, misschien onzinnige, lichtstraal van hoop
blijft mij over; het is dat het u treffen zal te
zien hoe grenzeloos ik u beminde. Gij vraagt
mij wat ik met haar deed Toen zij volstrekt
weigerde mij te gehoorzamen, legde ik haar, zoo
ik meende voor altijd, het stilzwijgen op. Die
verlamming, door mijn waanwijzen collega aan
eene beroerte toegeschreven, lieb ik alleen haar
toegebracht. Dat zij daarover zegepraalde is iets
dat aan mijne berekening ontsnapte, maar ik kon
ook slechts gissen in hoeverre ik de edele hersen-
deelen bij haar trof."
,/Zoudt gij dat gedaan hebben, gij mompelde
Leonore, een stap achteruit tredende. Neen, ik
geloof u nietdat zult gij niet hebben verricht,
want het was u onmogelijk. Gij zijt geen toove-
naar."
(Wordt vervolgd),
SEIIZEMIHE COIIRAIT.
De Bureemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat
qedurende de kermisdie Maandag 17 September a. s. begint
en Zaterdag den 22 September d. a. v. dea nachts om 12
uur eindigt, de tapperijen, spellen, kramen enz. dea nachts
mogen openblijven, tenzij sluiting door de politie wordt
bevolen.
Ter Neuzen, 12 Sept. 1900.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
DOOR