Telegrafische berichtan. Gemengde berichten. Uit Gastel N.B. schrijft men ons De afgeloopen week zijn dagen van spanning geweest, niet alleen voor gemeentenaren en politie die gaarne den lafaard van de op Pieta van Nispen gepleegdeu moord zagen onldekt, maar ook voor de daderes die er belang bij bad dat ze niet ontdekt werd. Nadat de politie al het denkbare had gedaan om eenig spoor van den dader (men dacht aan eeu man) vast te krijgen, ging Lucia van Nispen die gewoonlijk, evenwel in den nacht toen het drama is afgespeeld niet, bij haar tante sliep op verzoek der politie naar Roozeudaal en met de wachtmeester aldaar de goudsmedeu af, om te zien of daar ook iets was dat haar tante had toebehoort. Bij den goudsmid D. werd een gouden halsketting, een dito broche, een ring en een schuifje gevonden, wat deze in den voormiddag na de ontdekking van den moord van eene ongeveer 30jarige vrouw, gekleed met een hooge inuts, zooals hier in den boere- en werkmansstand veelal gedragen worden en verkeerende in zwangere toestand en die opgegeven had te zijn vrouw Peereboom wonende te Wouw, had gekocht. Ofschoon het duidelijk was dat de opgegeven naam en woonplaats valsch waren, overtuigde zich de wachtmeester ten raadhuize te Wouw, welke naam daar niet was te vinden. Nu was het dus de kwestie de bewuste vrouw op te sporen en daar iedereen overtuigd was van begin af aan dat den dader geen onbekende moest zijn werden verschillende vrouwen die iets met de opgave overeen kwamen ondervraagd en ten raadhuize met den heer D. geconfronteerd. Dit alles leidde tot geen resultaat. De politie die tot dusver haar onderzoek zooveel mogelijk geheim hield, ging nu publiek maken wat ze zochten. Dit had tot gevolg dat eene vrouw, leurster van beroep, zich bij den wachtmeester vervoegde met mededeeling dat ze in den voormiddag van 19 dezer met eene vrouw in den tram had gezeten en gereisd tot Gastel. Dat deze vrouw de politie nog rneer omtrent de gezochte vrouw, hoewel zij ze niet kende, had gezegd, scheen duidelijk want toen in den namiddag van 25 dezer de wacht meester met zijn ambtgenoot uit Oudenbosch in onze gemeente kwamen, hadden ze al spoedig met ouze gemeenteveldwachter Baart, vrouw Peereboom, genaamd Cornelia de Jongh, opgespoord. Het publiek in spanning, vertoefde de politie geruimen tijd nabij haar woning waarvan alles gesloten, ze scheen dus niet thuis te zijn. Eindelijk ging de politie binnen die een weinig daarna haar naar het gemeentehuis leiden, waar de goudsmid D. met zijn huisgenooten zat te wachten, waarmede ze geconfronteerd moest worden. De confrontatie gaf naar we hoorden niet het gewenschte resultaat (loch de politie overtuigd dat ze de verkoopster van het goud hadden, stelden haar onder bewaking en arresteerde des avonds bij het van zijn werk komen ook haar man. Beide ontkenden hardnekkig de gepleegde gruweldaad. Voor het raadhuis was het inmiddels zwart van menschen geworden wachtende om iets omtrent de uitkomst te vernemen. De politie zooals altijd geheim liet niets uit en het publiek het wachte moede, dunde allengs, zoodat ten 11J uur de straat weer schoon was. Hierop scheen de politie gewacht te hebben om een onderzoek in de woning van Van den Broek, zoo heet de man van de Jongh, in te stellen, want des morgens al vroeg ging de blijde tijding door de gemeente dat de politie al het nog vermiste goud had gevonend in de woning van V. d. B. en dat diens vrouw reeds een volledige bekentenis dat zij en wel alleen de monsterachtige daad had bedreven. In den loop van den voormiddag kwam de justitie voor de vierde maal voor dit feit in onze gemeente. Het onderzoek duurde nu tot des avonds en verschillende personen werden gehoord. Van meende ik den leiddraad te ontdekken, die mij dat levende raadsel oplossen zou, maar telkens weder werd ik daarin teleurgesteld, doordien hij zich voordeed onder een nieuw daglicht, dat al mijne vroeger gemaakte gevolgtrekkingen ornver wierp. Naar alle waarschijnlijkheid zullen deze bladzijden nooit door iemand anders gelezen worden, maar toch wil ik bij wijze van psychologische sludie een poging wagen om kapitein Nicolaas Craigie te schilderen zooals hij is. Iemands uiterlijk geeft gewoonlijk iets van zijn inuerlijk wezen te kennen. De kapitein is lang en goedgebouwd, met een donker, fraai gelaat, en een zonderlinge manier van zijn ledematen te buigen, die zoowel te danken kan zijn aan groote zenuwachtigheid, als dat zij voort kan vloeien uit zijn ongewone geestkracht. Zijn trekken en de vorm van zijn gansche gezicht zijn mannelijk en vast- beraden, maar de oogen maken het opvallendste gedeelte van zijn gelaat uit. Zij zijn van het donkerste bruin en levendig en glansrijk, terwijl hun uitdrukkingeen zonderling mengelmoesoplevert van onversaagdheid en iets anders, dat mij bij oogenblikken is voorgekomen meer op afgrijzen te gelijken dan eenige andere aandoeniug, die ik ooit in een blik weerspiegeld zag. Gewoonlijk houdt de eerste dier beide uitdrukkingen de over hand, maar nu en dan, voornamelijk wanneer hij in een nadenkende stemming verkeert, verkrijgt dat vreesachtige den boventoon en wel in zulk een mate, dat het een geheel ander karakter aan ^ijn uiterlijk schenkt. (Wordt vervolgd). den Broek werd na afloop in vrijheid gesteld, het gerechtelijk onderzoek zal dus wel van dien aard zijn, dat zij alleen de schuldige is. Met den tram werd ze naar Roosendaal vervoerd om verder naar Breda te worden getransporteerd. Dat een drom van menschen arm en rijk, groot en klein zich voor het raadhuis verdrongen om deze vrouw, moeder van een kind en elk oogenblik een wachtende en waarvan niemand zoo iets had verwacht, nog eens te zien laat zich gemakkelijk begrijpen. Ook schrijver dezes en elk inwoner richte een dankbaar oog tot de politie die de geheele week nacht en dag heeft gezocht om een spoor van den dader, want niemand had het oog op een vrouw als daderes, vast te krijgen. Niet alleen een woord van lof aan de politie in het algemeen, maar vooal aan de respectieve brigade-commandanten der marechaussee en de gemeenteveldwachter Baart, die geen moeite hebben gespaard, niets onbeproefd hebben gelaten om het misdrijf tot klaarheid te brengen. Borssele, 26 Mei. Heden had door het be- trokken bestuur plaats de aanbesteding van het herstel, de vernieuwing en den ouderhoud tot 80 April 1901 der aarde-, kram-, rijs- en steen- glooiingwerken benevens van steeubestorting aan het calamiteus waterschap Ellewoutsdijk en den cal. polder Borssele. Begrootiug f 16950. Hiervoor schreven in de heeren B. den Exter van den Brink te Krabbendijke voor 20990 P. Dronkers te Kapelle voor f 20870 B. van Eck te Ter Neuzen voor f 20780 C. de Wilde te Kattendijke voor f 20290 J. Lindenberg te Wemeldinge voor 19891 J. de Bree te Ter Neuzen voor f 19748 en P. J. Visser te Hansweert voor 19850. Rotterdam, 28 Mei. Heden rnorgen is de ongehuwde vleeschhouwer Schinkel in een winkel- huis in den Oppert gevonden met vreeselijke hals- wonden, volgens zeggen zijn ze toegebracht door inbrekers. Door de Rotterdamsche politie is aange- houden en naar Amsterdam overgebracht een 36jarige koopman, die verdacht wordt van mede- plichtigheid aan den diefstal van f 20,000 ten nadeele van een haudelshuis in de hoofdstad. In het Overijselsche dorp Borne is een arbeider, tengevolge van bloedvergiftiging over- leden. Hij had zich licht verwond met een beitel aan zijne hand; toen die hand den volgenden dag was opgezwollen, maakte men zich ongerust en werd geneeskundige hulp ingeroepen. Woensdagnacht ontstond er brand in de bovenverdieping van het cafe en logement Het Rondeel, in de Bloemerstraat te Nijmegen. De kinderen en de dienstbode moesteu in nachtgewaad ontvluchteu. De schade wordt gedekt door assurantie. Door een visscher te Bergen op Zoom is aangebracht een steur, wegende ruim 80 kilo. Het dier is op den afslag voor ruim f 51 ver- kocht. Vrijdag ochtend wilde te Amsterdam eene dame in den treiu naar Bussum plaats nemen, toen deze reeds in beweging was. Zij viel en kwam tusschen den trein en het perron terecht. Door het treinpersoneel, dat het ongeval opmerkte, werd de trein tot stilstand gebracht. Zwaar ge- kneusd werd de dame naar de wachtkamer gebracht. Vrijdagmorgen is in de fabriek van den heer Schellen te Geldrop een droevig ongeluk gebeurd. G. kwam in aanraking met een drijf- riem, welke hem mede sleurde en tegen het plafond te pletter wrong. De ongelukkige was onmid- dellijk dood. Uit Sappemeer wordt van 24 Mei gemeld In den verloopen nacht heeft men op verschil lende plaatsen alhier pogen in te breken. Door 't uitsnijden van eene ruit wist de inbreker zich toegang te versehaffen tot het kantoor van de gist- en spiritusfabriek Sappemeer. Na tevergeefs getracht te hebben de brandkast te forceeren door middel van een ijzeren pomzwengel, heeft de dief dit onvoldoend werktuig laten staan en getracht de lessenaars te openen, wat hem eveneens niet gelukt is, althans van een der lessenaars was het laken van boven weggesneden en eene poging gedaan om het blad te vernielen. Den lessenaar van den directeur heeft de inbreker wel kunnen openen, doch daarin geen specie vindende, de papieren in 't rond verspreid. Tal van afgebrande lucifers wijzen het spoor van den iubreker aan. In dienzelfden nacht heeft men, eveneens door 't uitsnijden van een ruit, ingebroken bij een bakker te Kleinemeer en aldaar een paar kistjes sigaren ontvreemd. Ook is nog op eene plaats eene poging tot inbraak gepleegd. Waarschijnlijk heeft men hier met denzelfden persoon of dezelfde personen te doen. Blijkens het testament van baron Adolphe Charles de Rothschild, die onlangs te Londen overleed, hebben de eigendommen, die hij alleen in Engeland nalaat, een waarde van 2,257,979 pd. st., ongeveer 28 millioen gulden. Hij laat een groot gedeelte van zijn fortuin na aan lief- dadige instellingen te Parijs, Frankfort a M., Napels en Geneveeen rente van 20,000 gulden aan de hulpbehoevende werklieden van Parijs hij heeft aanzienlijke sommen bestemd voor de oprichting van ziekenhuizen voor ooglijders te Parijs en te Geneve. Zijn prachtige verzameling kunst- werken uit de 12"—16e eeuwen heeft hij aan 't Louvre vermaakt. Uit alle deelen van het wijubouwgebied langs de Moezel, Saar en Ruwer komen berichten over de groote schade die een nachtvorst van 19 op 20 Mei in de wijnbergen heeft aangericht. De thermometer daalde bijna overal tot drie graden onder het vriespunt. Men neemt aan dat een derde gedeelte van het jonge gewas vernield is. In de wijubergen te St. Matthias bij Trier is geen tiende van het gewas gespaard, in het Olevtigerdal is bijna alles bevroren. De winst van de bank te Monaco bedroeg in het vorig jaar 24 millioen francs, na aftrek van de reusachtige bedragen, welke gelijk steeds worden besteed voor de verfraaiing van het land. Te Pueble, in Colorado, hebben in den nacht van Dinsdag op Woensdag der vorige week omrrent 8000 personen een binnenloopenden trein aaugehouden en een neger Kimblern daaruitgehaald, die, van moord en mishandeling beschuldigd, naar de gevangenis werd gebracht. Nadat men driemaal getracht had hem aan een telegraafpaal op te hangen, welke telkens afbrak, werd de man ge- steenigd en zijn lijk verbrand. De burgemeester had met een kleine politiemacht vruchteloos gepoogd den ongelukkige te ontzetten. De correspondent van de New-York Herald te Pretoria seint Mijn Boerenvriend, een neef van president Kruger, dien ik in lang niet gezien had, kwam gisteren bij mij. Hij zeide ffIk geloof dat de mijnen ver nield zullen worden. Het spijt mij verschrikkelijk, want mijn vader en veel andere aanzienlijke Boeren hebben groote financieele belangen bij de mijnen." Ik vroeg hem wat hij dacht van den stand van den oorlog. Zijn antwoord was dat hij de zaak verloren achtte, en dat de Boeren geen stand zouden houden te Pretoria, maar pas te Lijdenburg. Met hun groote overmacht zullen de Engelschen Lijdenburg toch ook kunnen nemen, zeide ik. Dat is onmogelijk, antwoordde hij. Lijdenburg is zoo door bergen omringd dat het onmogelijk te veroveren is. Ook niet door het uit te hongeren De geheele voorraad uit P etoria zal daarheen overgebracht worden, en wij hebben genoeg om het drie jaar uit te houden. En president Kruger, vroeg ik nog. Hij gaat niet mee naar Lijdenburg. Wat zal hij dan doen Net wat hij in 1880 deed. Hij zal Pretoria verlaten, en niemand zal hem kunnen vinden. Muskusgeur is als een vetvlekeeumaal aanwezig, gaat 't niet meer weg. Dit ondervindt men nu nog in de Drentsche gemeente Beilen, waar bijna zes jaren geleden het z.g. fabriekje van muskus heeft gestaan, dat tevoren elders in den lande was verdreven. Uit het plekje, waar het loodsje heeft gestaan, stijgen, vooral bij zoel, warm weder, nu nog de geuren uit den grond, welke, met den luchtstroom meegevoerd, nog wel op een kwartier uur gaans duidelijk merkbaar zijn. Reizigers, wandelaars en wielrijders, die bij Oostewind den straatweg van Beilen naar Dwingeloo of Hoogeveen passeeren, trekken soms opeens den neus op en zeggen tot elkaar //he wat een muskus 1" Wanneer men door het zand loopt, waar de fabriek gestaan heeft, kan men, als 't eenigszins vochtig is, er zeker van zijn, een dosis muskusgeur in de zolen mee te nemen, waar men langeu tijd plezier van kan hebben zoodra de schoenen maar eenigszins warm worden, begint de muskus te werken. Voorwerpen, die ter plaatse uit het zand worden opgedolven, zelfs glazen stoppen van flesschen, geven, als ze in een warme kamer komen, nog een haast onverdragelijk scherpe lucht af. Te Amsterdam zijn eenige Engelschen die op kleine steentjes voor het paleis op den Dam liepen door een schildwacht, nadat deze tevergeefs had getracht zijn verbod om van die steentjes ge- bruik te maken, aan hen verst.aanbaar te maken, zoo hardhandig er van verwijderd, dat de japon van eeu dame scheurde. De Engelschen wendden zich toen tot het Vreemdelingenverkeer, dat hun duidelijk maakte, wat zij hadden misdreven. Deze zaak zal nu in den Amsterdamschen ge- meenteraad worden begandeld. Vel over been is 't in den vollen zin van het woord met een 3ljarigen man, die thans te Rotterdam vertoeft. Dit //monstrum," waarover vroeger al is bericht toen hij in het buitenland door professoren was onderzocht, is niet grooter dan een 12Hl3jarige knaap en oppervlakkig gezien louter een met vel overtrokken skelet. Lippen en oogleden ontbreken nagenoeg, zoodat de tanden en pupillen uitsteken en zijn uiterlijk nog afstootender maken. Het geheele onderhuidsche weefsel ontbreekl spieren en beenderstelsel zijn zwak. En toch is dit menschje lichamelijk gezond en geestelijk normaal ontwikkeld, slaapt (met open oogen) en eet als een gewoon man. 't Moet wetenschap- pelijk een uiterst zeldzaam geval zijn. Dominique Castagna is te Sologny in Fraukrijk geboren. Vrijdag ochtend is bij Nijmegen op de stoomtramlijn Drachteu—Suameer een koe door de locomotief aangereden. De locomotief ont- spoorde en kantelde; de machinist kreeg brand- wondenvan een personenwagen is het balkon ingedrukt. De passagiers kregen geen letsel. Onder de gemeente Belfeld (L.) zijn 5 hectaren dennenbosch afgebrand, ten nadeele van de fabri- kanten Steegh Co. Men vermoedt dat de brand is veroorzaakt door kwaadwilligen. Men meldt uit Steenwijkerwold In de buurtschap Kellenkote heeft eene dienst- meid getracht het huis van haren baas in brand te steken. Door het kloek optreden der huisvrouw gelukte het den brand onmiddellijk te blusschen. De meid is naar Heerenveen gebracht. Men schrijft uit Utrecht Het dauwtrappen raakt hoe langer zoo meer in onbruik. Wel werd het landschap in den omtrek der stad nog hier en daar in den vroegen ochtend gestoffeerd door waggelende, zingende en vloekende troepjes, maar dat waren meest alien opgeschoten jongens, die bij hun terugkeer naar de stad in de nabijheid er van op een grasveld of tegen een dijk neervielen en hun roes uitsliepen. Van de vaders en moeders, die in vroeger jaren met hunne kinderen reeds vdor dagbreek er op uittogen om nog voor kerktij 1 beladen met meidoorntakken, seringen en andere bloemen weer huiswaarts te keereu, zijn nog slechts enkele zeer conservatieven overgebleven, die de oude beteekenisvolle gewoonte hunner vaderen handhaven. De politie van de dorpen in den omtrek is overal op haar hoede en de buitenbewoners zelven waken er voor dat de schoonste boomen en planten ju hunne tuinen en velden niet meer totaal worden vernield. In de stad was het dan ook vrij kalm en de talrijke door het klokgelui ter kerk geroepen burgers werden maar zelden, als vroeger, door stuitende dronkemanstooneelen in hunne plechtige stemming gestoord. De dauwtrappers bleven meestal buiten langs de Keulsche vaart of op den Ezelsdijk deze laatste een verdekte verbindingsweg tusschen het fort de Bilt en dat aan de Blauwcape), en hinderden daar o. a. des morgens vroeg een heer, die in den laatsten tijd de Kneippkuur op zichzelf toepast. Zijue verschijning op bloote voeten, waarmede hij door het gras stapt, terwijl hij van tijd tot tijd zijne beenen in het langs den dijk stroomende kanaal steekt, trok zoozeer de aandacht der Hemel- vaartvierders en maakte hunne spotlusl dermate gaande dat hij het geraden vond maar haastig te verdwijnen in de richting vanwaar hij gekomen was. De outrouwe bediende van den heer Crone te Amsterdam, die de vorige week Dinsdag des voormiddags zich met een bedrag van 20,009 ten nadeele van zijn patroon verwijderde en reeds Woensdag voormiddag te Zandvoort werd aauge houden, en de vrouw met wie hij het uitstapje deed, en bij wie nog een gezamenlijk bedrag van J 14,000 werd bevonden, ziju Zaterdagavond per laatsten trein van Haarlem naar hier overgebracht. Beide waren voorzien van een groot aantal koffers en pakjes, en de vrouw had verscheidene kost- bare sieraden in haar bezit, waaruit zich laat verklaren, dat de man in een dag 6000 van het bedrag kon uitgeven. Het meerendeel waren gescheuken voor de vrouw, die tamelijk opgeruiind in Amsterdam terugkeerde, aangezien „zij er al geuog van had." In Februari 1.1. werd de inboedel van den kantoorbediende W. v. d. W. aan het Burgemeester Hoffmansplein te Rotterdam gerechtelijk aaugesla- gen en hij zelve als bewaarder aangesteld. Toen de executoriale verkoop door een deurwaar- der zou plaats hebben, was V. d. W. met zijn gezin des nachts plotseling verdwenen en was de geheele inboedel bij verschillende opkoopers en uitdragers door hem verkocht. Het bleek a! spoedig, dat hij do wijk genomen had naar New-Castle, vanwaar zijne vrouw en kinderen onlangs wederkeerden en aan het Noordein- de onder Kralingen domieilie namen. Aan de politie kwam. het ter oore dat hij voornemens was naar Rotterdam te komen en werd een oog in het zeil gehouden. Werkelijk kwam hij in den nacht van Donderdag op Vrijdag per s s. //Warkworth aan de Boompjes aan en begaf hij zich naar het Noordeinde. Krachtens bevelschrift der rechtbank werd hij dadelijk gearresteerd en overgebracht naar de strafgevangenis //weger.s het onttrekken van goede- ren aan een gerechtelijk beslag." Kort na zijne ontvluchting. werd het grootste gedeelte van den inboedel reeds opgespoord. Er is rechtsingang met last tot instructie tegen V. d. W. verleend. De correspondent te Kaapstad van de ,/Zw Ct." meldt het volgeude Ook te Ladygrey, daar in het noorden, was door de militaire autoriteiten verlof gegeven, dat de menschen met Paschen naar het nachtmaal mochten gaan, waarvoor de diensten reeds op Goeden Vrijdag begonnen. Wie Lion Cachet's Worstelstrijd der Transvalers" gelezen heeft, weet, hoe men in Afrika met ossenwage is van verre naar nachtmaalsplaatsen trekt. Daar kwamen ze dus aan, de argeloozen Nauwelijks waren er paarden en ossen in #die dorp" aangekomen, of

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1900 | | pagina 2