I! BIJVOEGSEL Tg: K'GUZGnschG Courant Zaterdag 26 Mei 1900. No. 3923. II Engeland en de Z.-A. Republiek. Gemengde berichten. LOODS YASTI. Binnenland. F EUILLETQN St I •kl le I VAN DE VAN r i IV Het is in den laatsten tijd zoo zelden voorge- komen, dat er een voordeeltje voor de Boereu te vermelden viel, dat wij er nu maar mee zullen beginuen, ook al is het niet het voornaamste nieuws. Zooals wij in ons vorig nummer meldden, was ook Ngoetoe, in Zoeloeland, door de Engelschen bezet. Bailer had op zijn weg naar Newcastle daarheen een 500 man onder generaal Bethune gedetacheerd. Het schijnt nu het telegram is niet heel duidelijk dat de bereden infanterie van Ngoetoe naar Vrijheid is opgerukt. Op ongeveer 10 K. M. ten zuidwesten van Vrijheid dus dicht aan de Zoeloeland-grens, viel een eskadron in hinderlaag en slechts zeer enkelen ontkwamen. Het geheele verlies schat Buller op 66 man. Daar Bethune 500 man bij zich had, vraagt men zich af, of de overigen niet konden helpen. Naar 't schijnt, hebben de Boeren hen terug- gedreveu, want Buller seiut, dat Bethune terug- keerde, om voorraad te halen en dat hij nu, dat is Diusdag, naar Newcastle marcheerde. Het schijnt dus te Ngoetoe niet veilig genoeg voor de itngelschen ts zijn. We zeiden het reeds, dit is niet het voornaamste oorlogsuieuws. Van veel meer belang en voor de Boeren veel ongunstiger is het bericht uit Kaapstad, dat de Engelsche troepen te V ereeuiging zijn aangekomen en dat de brug over de Vaal ongeschonden is. Voorts zouden er 27 locomo- tieven veroverd zijn. Indien dit bericht waar is, dan zijn de Engel schen weer een heel eiud opgeschoten. Onbe- grijpelijk zou het zijn, dat de Transvalers de groote spoorbrug bij Vereeniging ongeschonden zouden gelaten hebben. Het is een van de grootste bruggen van het geheele net der Z. A. S. M., en wat een voordeel voor Roberts, indien hij zijn proviand niet door de driften, maar over den spoorweg kan vervoereu. Langs de lijn is de afstand van Vereeniging tot Pretoria nog slechts een 125 KM. Intusschen lijkt het wel wat ongelooflijk, dat lord Roberts nu reeds Kroonstad zou verlaten hebben en zonder slag of stoot Vereenigiug zou bezet hebben. Dit bericht behoeft bevestiging evenals dat van de bezetting van Klerksdorp. Dit laatste is te onwaarschijnlijker, omdat en Methuen van Hoopstad uit, en Hunter huu op- rukken in oostelijke richting hebben opgegeven, om langs de spoorbaan naar Mafeking te gaan, teneinde vermoedelijk vandaar Transvaal binnen tc Villlfcll Aan de Morning Post" werd den 20 uit Kroonstad geseind, dat de Boeren Harismith ver laten en naar het noorden trekken. Volgens een gerucht zou van-Reenens-pas vrij zijn en Botha's pas slechts door enkele mannen verdedigd worden. Dit klinkt geheel anders dan de berichten uit den aanvang van den oorlog, toen juist die passen NAAR AHOL FORBES. ffOp zekeren dag moest ik een Fransche bark over de baar breugen. Zij kwam gewoonlijk van Boulogne hierheen. Cuthbert bedelde om te mogen meegaan, en daar het weer goed scheen, nam ik hem aan boord, en hij speelde op het dek, terwijl ik het schip bestuurde. Wij waren juist voorbij de klippeu, en ik dacht er reeds over, om naar mijn eigen vaartuig te gaan, toen ik een schreeuw hoorde van mijn kameraad, in de boot die achter aan het schip was vastgemaakt. Ik vloog naar achter. Met zijn zakmes was hij bezig den kabel doortezagen. //De jongen schreeuwde hij, terwijl het touw kapot ging. Ik keek in de richting, waarin hij wees, en daar werd mijn zoontje snel door den stroom meegevoerd maar hij deed zijn best om te ^remmen. Ik vloog naar het roer en riep de noodige bevelen om het schip te doen stil liggen en een boot uit te zetten. Ik wist dat de knaap wel een poosje kon bovenblijven, want hij zwom goed voor een kind van zeveu jaar. Tot mijn ontzetting pakten de kapitein en de stuurman mij beet, weigerden het schip te laten bijleggen, en Hij hield nogmaals opmet een diepeu zucht liet hij het hoofd op de borst vallen en een uitdrukking van wanhoop vertoonde zich op zijn gelaat. leder woord scheen met geweld door hem geuit te moeten worden. Ik riep de matrozen te hulp. Ik worstelde en razende op het zien van mijn jongen, die al zijn krachten inspande, sprong ik overboord, maar de afstand was te groot mijn maat die arme kerel, was machteloos in zijn boot want hij had den wind tegen. Eindelijk wist hij mij en den als geheel onneembaar werden voorgesteld. Maar wat is er al niet verauderd, siuds Cronje moest capituleeren Pretoria heefi ook al onneembaar geheeten en nu schijnt het nog een vraag, of het wel verdedigd zal worden. De uitlanders, die aan de zijde der Boeren staan, zouden het gaarne doen de Boeren hebben er geen zin in, en zouden het liefst direct naar Lijdeuburg trekken. De inwoners van de hoofdstad vergaderen om te be- raadslageu, wat zij moeten doen, als het beleg be- gint. Er is al vast een commissie benoemd, die zal moeten zorgeu voor de veiligheid van vrouwen en kinderen. Ook is tot den Nederlandschen consul het verzoek gericht, zijn regeering uit te noodigen, stappeu te doen, tot bescherming van haar onderdanen. Ook Johannesburg schijnt verdedigd te zullen wordener wordt druk gewerkt aan de verdedigings- werken. Op den Katsrand, bij den Kliprivierberg en achter de renbaau, worden verschansingen en loopgraven aangelegd. Zes kanonnen zijn van het oorlogsterrein teruggebracht en in het fort opgesteld. De vraag is, of Roberts die stad aan zal vallen, Misschieu rukt hij direct noordwaarts naar Pretoria. Johannesburg links latende liggen. Hieronder de laatste telegrammen Pretoria, 24 Mei. De Federaleu hebben besloten Johannesburg met inspanning van alle krachten te verdedigen. Boereu kamp bij Volksrust, 20 Mei. Gisteren laat in den namiddag hebben de voorposten der Boeren eene afdeeling Engelsche troepen aange- vallen tusschen Ngoetoe en Mount Prospect, ten zuiden van Majoeba. Er werden 8 Engelschen gedood en 13 gewond. De Boeren leden geen verliezen. Zij zijn meer dan ooit besloten een inval in Transvaal af te weren. Pretoria, 23 Mei. Officieele telegrammen be- helzen dat bij gelegenheid van het voorposten- gevecht met Bethune de Boeren twee maxims buit hebben gemaakten dat zij bij het gevecht dat aan de bezetting van Heilbron door de Engelschen voorafging, 20 Engelsche gevangen hebben genomen onder wie 3 officieren. Londen, 24 Mei. Lord Roberts meldt dat hij, in den ochtend van den 23en dezer op den zuide- lijken oever der Rhenoster-rivier aangekomen, aldaar bevond dat de vijand in den loop van den nacht gevlucht was. De vijand had eene sterke stelling op den noordelijken oever der rivier ingenoinen, welke zorgvuldig verschanst was, maar hij achtte het ten slotte niet raadzaam, die stelling te verdedigen. De brug over de Rhenoster-rivier, verscheiden kleine bruggen en eenige mijlen weg van de spoorlijn zijn vernield. De vijand trachtte met groote hardnekkiglieid den overtocht over de rivier te verijdelen. De bevelvoerende officier te Boshof meldt dat ongeveer 350 Vrijstaters zich in den loop der laatste dagen overgegeveu hebben. Generaal Kelly Kenny bericht dat de yeomairy het land tusschen Bloemfontein en Boshof van vijanden gezuiverd heeft. Londen, 24 Mei. Hit Heilbron wordt van den 22 dezer aan de Standard gemeld dat president Steyn zich te Frankfort, ten oosten van deze plaats bevindt. Durban, 24 Mei. Officieel. Er wordt bekend gemaakt dat alhier zich een geval van builenpest heeft voorgedaan. Het slachtoffer was een Indier. Er zijn onmiddelijk voorzorgsmaatregelen ge nomen. jongen in de boot te halen. Zij zeggen dat ik mijn armen on hem lieen geslageu had, maar ik herinner mij er niets van. Ik weet alleen, dat ik hier in de kamer tot mijzelf kwam. Tot mij zelf? Neen ik was een duivel geworden; voortaau had ik nog slechts een doel. Mijn kleine Cutbert. werd in hetzelfde graf begraveu als zijn moeder. Wij hadden het dappere ventje gemakkelijk kunuen redden als de bark maar had gestopt en een boot uitgezet, want hij deed zijn best om zich boven water te houden. Ik hoor hem nog schreeuwen, terwijl ik naar hem toe zwom. yGauw, vader, g8uw maar de worsteling op het schip had mijn krachten uitgeput, en ik kwam te laat." De oude man zweeg een poos, en eindelijk, met een diepen zucht, ging hij weer voort. ,/Ik zeide zooeven, dat ik een duivel was gewordendat was ik ook, en ik heb nu nog geen berouwover mijn booze daad. Lang voordat de bark weer te Hartlepool verwacht kon worden, was ik dagen nacht op den uitkijk naar haar. Mijn maat, die bij mij was toen het gebeurde, wist wat ik van plan was, ofschoon hij het nooit heeft laten blijken praten deden wij eingenlijk nooit. Och ik denk nog dikwijls aan de nachten die wij hebben doorgebracht. Hij klaagde wel eens over de koude, maar die hinderde mij nietdaarvoor gloeide het het vuur in mijn binnenste te hard. Toen de tijd naderde, dat het schip zou komen, waren wij dag en nacht op zee. Op een namiddag zageu wij het van het Zuiden naderen, en ik weet, dat ik nu weldra mijn wraak zou geuieten. //Mijn maat bracht mij naar het schipwij keken elkander aan dat was alles en ik sprong op het dek. #Ah zijt gij daar weer?" riep de kapitein: hij scheen verbaasd. ,/Ja, mijnheer", zeide ik bedaard, terwijl ik naar het roer ging. Hij was erg vriendelijk, en vroeg of ik niet iets drinken wildemaar ik bedankte. //Zou het getij ons gunstig zijn?" vroeg hij. Ja," zeide ik yvanavond zijt gij aan wal." De Koningin en de Koningin-Moeder bevinden zich te Scharzburg beiden in goeden welstand. Ofschoon het weder vooral in de eerste dagen zeer koud en regenachtig was, profiteerd de Koningin toch veel van de heerlijke en mooie omstreken en maakt vele en groote wandelingen. In de zitting der Tweede Kamer van Woens- dag stelde tot versterking van de waarborgen voor behoorlijke behartiging van de belangen van minderjarigen, de Commissie van voorbereiding als amendement voor den voogd voor het aangaau van een nieuw huwelijk te verplichten rekening en verantwoording te doen omtrent goederen van den minderjarige, waaraan de toeziende voogd hem kan herinneren. Daarentegen verdedigde de Minister van justitie zijn stelsel, om beoordeeling of overlegging van een staat noodzakelijk is over te laten aan de verantwoordelijkheid van den toezienden voogd. Evenmin achtte de Minister het nocdig een door d'en heer Van Deinse voorgestelden termijn, waar binnen casu quo de staat moet overgelegd zijn. De verplichting werd ook verdedigd door de heeren Smeenge en Pijnappel, maar bestreden door den heer Willinge. De Minister achtte den maatregel eene noode- looze plagerij, vooral bij totale afwezigheid van vermogen. De verplichting werd verworpen met 32 tegen 25 stemmen waarna, met wijziging overeenkomstig het voorstel-Van Deinse, 's Ministers stelsel wordt goedgekeurd. De groote meerderheid vereenigde zich met voortgezette poging Loeff-Lucasse, om ouderlijke macht te bestendigen zoodra reden tot voogdij ophoudt. Het blijkt daarna, dat de stemmencijfers waren 37 tegen 13, zoodat de vergadering onvoltallig is. Zij wordt daarom geschorst tot half twee. Bij de heropening van de vergadering deelt de voorzitter, onder aanbieding van excuses, mede, dat het vereischt getal leden wel aanwezig was. Toch wordt over het amendement andermaal ge- stemd en aangenomen met 42 tegen 18 stemmen. Voor afdeelingsonderzoek in de volgende week, wanneer ook een nadere regeling van werkzaam- heden zal worden voorgesteld, zijn aangewezen o. a. de wetten betreffende de legerorganisatie en landweer en de muntwet. De Minister van Oorlog heeft op het adrcs van Arnhemsche ingezeteuen, houdende verzoek om te verhiuderen, dat de dienstweigeraar De Bruin voor dezelfde zaak andermaal zal worden gevounisd, geantwoord, dat, wanneer genoemde milicien zich andermaal mocht schuldig maken aan een feit als dat, waarvoor hij is gestraft en er weder termen aanwezig zijn om te dezer zake eene strafvervolging tegen hem in te stelleu, het recht zijn loop moet hebben en het niet op den weg ligt van den Minister van Oorlog om daarin tusschenbeide te treden. TER NEUZEN, 25 Mei 1900. Ter griffie der arrondissements-rechtbank te Middelburg is door A. B., oud 30 jaren, tnan- denmaker te Hontenisse, gedetiueerd te Middelburg UM' z/Ik keek het scheepsvolk eens aan. Het waren dezelfde mannen, die mij veertien dagen geleden bespot hadden, en nu was bun leveu in mijn hand." De oude Yasti sprak niet meer op zijn gewonen, droeviegen, afgetrokken toon, en een boosaardige blijdschap vertoonde zich op zijn gelaat, terwijl het geheele tafereel hem weer voor den geest kwam. ,/De wind begon op te zetten," ging hij voort, ven over de baai kwam een stevige bries uit het Noordoostenhet schip dook nu en dan met den voorsteven in de golven. Het liep recht op de Long Scar aan. De kapitein liep het dek op en neder, en de mauschappen waren aan hun werk. Wij waren een paar honderd el van de plek waar mijn arme jongen was omgekouien. De kapitein wierp zijn sigaar overboord en ging naar zijn hut. Mijn hart bonsde. Ik wist, dat hij op zijn kaart was gaan kijken. De stuurman kwam naar mij toe en wees naar de klippeu en dan naar het water. O, het water is hier diep genoeg antwoord- de ik, maar ik zag dat hij niet op zijn gemak was. //Op dit oogenbiik kwam de kapitein met ontsteld gelaat weer boven. //Mijnheer de loods, gij vaart erg dicht langs de klippen," zeide hij z/Het water is hier diep genoeg voor ons," zeide ik. //Het schip heeft maar zestien voet diepgang en de eb is nauwelijks begonnen. z/Nu goed, goed, gij zult het wel weten." Hij haalde de schouders op en keek nogmaals in de richting waar het gevaar dreigde. //Nog een kleine honderd el. //Kapitein," zeide ik, ;/door uw schuld heb ik mijn jongen verloren gij hebt niet willen wach- ten, totdat wij hem konden opvisschen. Ik heb hier meer dan veertien dagen op u gewacht //Daarvoor kon ik mijn schip niet laten stoppen mijuheer de loods," zeide hij, en keek weer in de richting van de Long Scar. Ik zal nooit zijn gezicht vergeten. Opeens keerde hij zich om en alsmede door den heer officier van justitie hooger beroep aangeteekend tegen het door voornoemde rechtbank op den 11 Mei 11. gewezen vonnis waarbij voornoemden A. B. ter zake van diefstal van een rijwiel werd veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf met in mindering brenging der doorgebrachte hechtenis. Axel, 24 Mei. Uitnemend geslaagd mogen de pogingen genoemd worden, aaugewend door het Axelsch Comite voor de Ongevallenwet, om alhier ten gunste dier wet eene meting te houden. Na een inleidend woord van den heer Rolff, trad hier gisteravond op de bovenzaal van den heer Koole als spreker over dat onderwerp op de heer Wibaut uit Middelburg. Een talrijk publiek, hoofdzakelijk bestaande uit belanghebbenden bij de aanneming, alsmede afgevaardigder. van vak- en kiesver- eenigingen uit deze omgeving, volgden met be- langstelling aandachtig den begaafden spreker, die op eene beknopte maar voor zijne hoorders zeer duidelijke wijze de redenen uiteenzette waarom alle arbeiders, zoowel in de steden als op het platleland hunne stem moeten doen hooren, om te voorkomen, dat deze wet, die met zulk een groote meerderheid in de Tweede Kamer is aan genomen door de Eerste Kamer zal worden ver worpen. Spreker schetste in breede trekken, door voorbeelden gestaafd, den toestand van door on- gelukken getroffen werklieden zooals die tegen- woordig is, ougeschikt tot werken of weduweu en weezen onverzorgd achterlatende en geheel afiian- kelijk van particulieren liefdadigheid, die helaas nog zooveel te wenschen overlaat en hoe die toestand zal worden, wanneer door aanneming der wet hem het recht verzekert wordt op een vaste uitkeering bij ongeschiktheid in eveoredigheid met zijn loon. Spreker somde verder de bedrijven op, die onder de wet vallen en betreurde het, dat ook het land- bouwbedrijf hieronder nog niet was begrepen, doch de toezegging van de regeering dat ook hierin spoedig zou worden voorzien maakt ook voor den landbouwarbeider de aanneming zeer gewenscht. Van de gelegenheid tot debat werd geen gebruik gemaakt, zoodat de vergadering na afloop op de gebruikelijke wijze werd gesloten, nadat met algemeene stemmen de volgende motie was aan genomen. z/De openbare vergadering, gehouden te Axel op Woensdag 23 Mei in het locaal van P. Koole, spreekt de meening uit, dat de verwerping der Ongevallenwet door de Eerste Kamer een toestand van ellende voor duizenden arbeidersgezinnen onnoodig zal bestendigen dat deze verwerping voor de arbeidersklasse een ramp zou zijn. Noodigt de Eerste Kamer dringend uit aan deze wet hare goedkenring te geven draagt aan het Comite op deze motie ter kennis te brengen van de Eerste Kamer der Staten Generaal." Eene behoeftige weduwe te Kloetinge bij Goes heeft van H. M. de Koningin 100 ont- vangen, om haar 15jarigen gebrekkigen zoon voor het kleermakersvak te bekwamen. In een vlaag van moedeloosheid sprong een passagier van de Woensdagmorgen te Vlissingen binnengekomen nachtboot ter hoogte van de Nieuwe Sluis over boord, doch werd dadelijk weer opgepikt, iets wat een krauig stukje mag genoemd worden. aa vloog op mij aan, maar ik weerde hem af en hij viel. Op zijn geroep sneldeu verscheidene matrozen toe, doch ik was een duivel en vocht als een duiveleer zij mij van het roer konden losrukken, stootte het schip en toen ik voelde, hoe de scherpe rots een gat in de kiel maakte, lachte ik. ,/Een oogenbiik lag het vaartuig stil, trillend en kreuuend als een gewond dier. z/De booten de booten riep de kapitein. yMon Dieu Mon Dieu z/lk stoud op het dek en lachtte om hun vergeefsche pogingen om de booten uit te zetten. In minder tijd, dan ik noodig heb om het te vertellen, zonk de voorsteven en weldra was alles voorbij. De golven spoelden over het dek, de masteu braken af, en mijn wraak was volkomen. z/Meer dood dan levend werd ik door mijn kameraad opgenomen in de loodsboot," ging den ouden man voort. ylk werd ontslagen als loods maar dat kon mij niet scheelen. Ik had mijn doel bereikt en ik heb er nog geen berouw over. Geen een van het scheepsvolk werd gered. In vijf minuten was het schip weg." Hij maakte een toornig gebaar, en met woeste blijdschap in zijn blik over zijne daad van recht- vaardigheid sloeg hij de armen over elkander en ging rechtop zitten. z/Er leven nog verscheidene menschen die het zagen zinken, en enkelen vermoeden wel dat het door mijn toedoen gebeurde, maar ik heb nooit met iemand over gesproken. Op de vragen die mij gedaan werden, gaf ik eenvoudig geen antwoord en om mijn ontslag bekommer ik mij niet wat kwam het er op aan? Ik had de laffe ellendelingen naar de hel gezonden, en als mijn proces herzien wordt bij de rechtbank hierboven, waar de Almachtige God het vonnis uitspreekt, dan moet ik den uit- slag afwachten. Hij zal althans alles weten," voegde hij er eerbiedig bij. E I N D G. d n r i. •el l-l t. n| lg in te le n. rsl 0]> te" er lij cL ter en en en J

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1900 | | pagina 5