BIJVOEGSEL
Ter Nmsnschs Courant
Zaterdag 5 Mei 1900. No. 3914.
Engeland en de Z.-A. Republiek.
Gemengde berichten.
Z ij n d o c h t e r t j e.
F WlJILLETON
RECHTSZAKEN.
VAN DE
VAN
Na den mislukten aanval van de Boeren op een
Britsch konvooi tussclieu Thabanchu en de Wets-
dorp, sehijnt er daar niet meer gevochten tezijn.
Berichten er over zijn althans niet outvangen.
Wei wordt melding gemaakt van een gevecht ten
oosten van Karee Siding, waarbij generaal Tucker
drie kopjes veroverde. Kolonel Henry's bereden
infanterie begon in den ochtend den aanval, waarop
dc Boeren zich in de vlakte ontplooiden. De
Engelschen sloegen een tegenaanval af, maar de
Boeren hielden den opmarsch der Engelschen
tegen, tot dat Maxwell hen kwam versterken.
Toen moesten de Boeren terug en de drie kopjes
ontruimen, die zij bezet hielden.
Of lord Roberts nu nog lang zal wachten met
voorwaarts rukken, is natuurlijk niet te zeggen.
Het sehijnt, dat alle voorbereidende maatregelen
klaar zijn. Diusdagavond deelde lord Landsdowne
in het Britsche Hoogerhuis een telegram van lord
Roberts mee, waaruit bleek, dat de Engelsche
troepen thans voldoende voorzien waren van warme
kleeren. Voorts stapelden de voorradeu te Bloein-
fontein zich op, nu de deloyale Vrijstaters worden
bestraft met berooving van al wat zij hebben.
Die maatregel vindt in het Britsche kamp dan
ook algemeene toejuiching. En eiudelijk heeft
lord Roberts meegedeeld, dat de nieuwe lyddiet-
boinmen uitstekend waren. Sedert ze het eerst
gebruikt zijn in den oorlog in Soedan, zijn ze
op verschillende wijze verbeterd, en 6000 lyddiet-
bommen, die Zaterdag met de ,/Dunogan Castle"
zijn verscheept voor de belegeringstrein, die tegen
Pretoria zal gebruikt worden, zijn volgens de
Engelsche bladen, //zoo volmaakt mogelijk."
Er is dus eigenlijk niets, dat Roberts belet,
om Pretoria te gaan nemen, dan misschien bier en
daar zoo'u troepje Boeren. Volgens een gevangen
genomen Duitsch ingenieur, zijn er bij Kroonstad
maar weinig Boeren, doch worden daar door
Kaffers verschansingen opgeworpen. Het gros
stond bij Brandfort, waar men elken dag een
aanval van de Engelschen verwachtte. De Boeren
zoo verklaarde de Duitscher nog, waren volkomen
overtuigd, dat zij den strijd zou lang zouden
kunnen rekken, tot het Engelsche volk den oorlog
moede was geworden.
In Engeland begint men zachtjes aan de hoop
op te geven dat Mafeking nog zal worden ontzet.
Men gelooft, dat de bezetting het uiterste heeft
doorstaan. De berichten van de dagbladcorrcs-
pondenten binnen de stad loopen tot 19 April.
Zij melden de ontvangst van de depeche van
Roberts, de belegerden verzoekende, het tot den
18n Mei uit te houden. Het idee sehijnt te wezen
dat Plumer, wiens poging mislukt is om Mafeking,
door middel van veero >vende Kaffers van levens-
middeleu te voorzien, er voor dien tijd in zal
slagen, Mafeking te ontzetten, waartoe hij weer
uit Gaberones is opgerukt. Intusschen melden
de correspondenteu, dat de Boeren bet dorp nauwer
en talrijker insluiten. Zij hebben de spoor naar
het zuiden opgebroken, terwijl de voedseluood in
Mafeking voortdurend nijpender wordt.
L.JI_
Een verliaal uit het leven van een misdadiger.
1)
In een restaurant aan eene der havens van
Rotterdam, dat de verzamelplaats was van de
meest verschillende nationaliteiten, liadden op
zekeren dag een paar rnannen, die er uit zageu
als Engelsche geestelijken, aan een tafeltje plaats
genomen. De jongste las ijverig in de Standard,
de oudere had eene andere Engelsche courant
voor zich.
z/Ik veronderstel," zeide de laatste, //dat ze
reeds een nauwkeurig bericht de wereld hebben
ingezonden. Juist daar lees ik het al Groote
inbraak in Essen, voor 3000 pond juweeleu gestolen
reeds vele belangrijke vingerwijzingen in-
hechtenisneming van verdachte personen politie
reeds op 't spoor. HahaWat zijn ze ijverig
en slim Maar, wat is er Ered
De aangesprokene had zooeven, bij het lezen
van de Standard een half onderdrukten kreet van
schrik geslaakt en staarde zeer-bleek en outhutst op
het blad, dat in zijn hand trilde.
,/Wel voor den drommel," riep de andere ver-
schrikt, ,/wat is er? Zeg toch eens wat! Je
ziet er uit alsof de //wezel" je reeds bij den kraag
had Voor den dag er mee Zijn ze ons reeds
op 't spoor?"
//Ik geloof het niet I" zei Ered treurig. //Maar
uiijn klein meisje ligt op sterven. Zie maar
Hij wees op eene plaats in de courant en las
hallluid „Aan Fred Bijtje ligt op sterven en
verlangt onophoudelijk naar haren Daddy. Kan
je op de eene of andere manier overkomen
Jane."
Behalve Barton's brigade en de divisie van
generaal Sir Archibald Hunter is nu ook de Imperial
Light Horse uit Natal te Kimberley aangekomeu,
om deel uit te maken van de kolonne, die de
belegerde plaats moet gaan ontzetten.
Dr. Krause is benoemd tot waarnemend kom-
inandant van Johannesburg, ter vervanging van
veldkornet Schutte, die op kommando is geeaan.
Reuter seint uit Kaapstad, dat de gezondheids-
toestand van de gevangenen in het kamp bij
Groenepunt zeer verbeterd is. Zij doen aan
allerlei sport.
Dinsdag zijn 1100 gevangen Boeren met de
//Bavarian" in de haven van St Helena aange-
komen. Volgens Engelsche berichten waren zij
alien gezond en wel.
Ten slotte nog eenige telegrammen
Londeu, 2 Mei. Uit een brief uit Johannes
burg van 20 Maart blijkt, dat de Boeren opnieuw
moed hebben gevat en dat nieuwe kommandos
met geestdrift naar het front gaan. De Boeren
schijnen, ondanks de berichten van de Frausche
en Duitsche regeering, toch van plan te zijn om,
als er geen tusschenkomst plaats heeft en zij tot
wanhoop gedreven worden, de mijnen te Johannes
burg te laten springen. Te Londeu sehijnt men
hiervoor ook bang te zijn, daar.de te Johannes
burg achtergebleven Duitsche en Eransche amb-
tenaren de aanzegging hebben gekregen om, zoodra
de katastrofe verwacht kan worden, naar de kust
te gaan.
igLouden, 2 Mei. In Mafeking bepaalt de voeding
van het garnizoen zich tot de ambulance-ossen,
daar de paarden ziek zijn. De insluiting is zoo
nauw, dat geen looper meer in of uit kan. Het
aantal Boeren neemt, dagelijks toevolgens tele
grammen uit Mafeking lijdt het geen twijfel of
overste Baden Powell gebruikt gewapende inboor-
lingen tegen de Boeren. Inboorlingen hebben
tevergeefs beproefd, vee in de stad te brengen.
Overste Plumer sehijnt nog eens een aanval
uit het noorden te willen beproeven tot ontzet
en zou wellicht met den uit het zuiden komenden
generaal Hunter in gemeen overleg kunnen han-
delen. De Boeren bij Windsorton maken aan-
stalten om Barkley-West weer te veroveren.
St. Petersburg, 2 Mei. De //Gazette" acht het
oogenblik voor vredesonderhandelingen gekotnen.
Engeland kan om zijn positie niet direct gaan
onderhandelen met de Boeren. Zijn eigenliefde
zal maken, dat 't zijn tegenstanders, die het niet
als zijn gelijken beschouwt, nooit de hand zal
toesteken. Om al die reden zou het Engeland
misschien zeer aangenaam zijn, den schijn aan te
nemen of het voor drang van buiten bezweek, en
genoodzaakt werd, de onderhandelingen te openen.
Een officieuse druk zou op dit oogenblik niet
door de Engelschen worden afgewezen, zegt het
Russische blad.
Pretoria, 3 Mei. Offieieele berichten melden,
dat de republikeinen 28 April 9 Engelschen ge
vangen namen en 10 paarden ten oosten van
Thabanchu en op 30 April 1.1. Volgens een ander
bericht schemautselden de kommandos uit Wak-
kerstroom en Ermelo bij Brandfort. Na een kort
gevecht werden 11 Engelschen gevangen genomen
en 19 dood op her slagveld gevonden, waaronder
kapitein Lilly. De Boeren-verliezen waren onbe-
duidend.
Bij bevelschrift der Arrondissements-Rechtbank
te Middelburg is naar de openbare terechtzitting
dier Rechtbauk verwezen, de zaak tegen J. Z. J/n.,
n■■■■i ji, .i.11...1 iii i»i
//Van overkomen kan natuurlijk geen sprake
zijn riep de oudste op heftigen toon.
z/Neen eigenlijk niet," antwoordde Ered teneer-
geslagen en met weifelende stem, maar't zou toch
te hard zijn, als zij moest sterven, zonder dat ik
haar nog eenmaal heb gezien
z/Wie weet of alles nog niet als valstrik moet
dienen," zeide de ander. „Ji, stellig zal het zoo
wezen Wie is die Jane De moeder van het
kind
z/Neen, mijne zusterEn mijn kind is bij
haar, sinds ik weg ben. Mijne vrouw stierf voor
twee jarcn."
z/Dus voor je bij 't vak waart?"
z/Ja, toen ik nog eerlijk man was en met mijn
gezin hunger leed. Bij mijn vertrek heb ik Jane
opgedragen mij alles, wat er belangrijks voorvalt,
door de Standard te doen weten. Mijn Bijtje was
al lang niet wel, maar ik dacht niet, dat het zoo
ernstig zou worden, anders had geen macht ter
wereld mij van haar weggedreven. Ze is mijn
eenigste. Ach, ik wilde, dat het eene valstrik
ware, maar vrees, dat de advertentie waarheid
bevat
#Nou ja, het kan wel wezen," broirde de
andere. Maar aan heengaan valt natuurlijk niet
te denken
z/Toch wel, Tijger, ik ga ik moet mijn kind
zien
//Wat, je wilt toch niet zeggen och, onzin
man zoo gek kan je toch niet wezen Twintig
jaar zal stellig je deel zijn als je den voet op
Engelschen bodem zet eer de lucht zuiver is.
Je moet niet vergeten, dat de//wezel" misschien
het spoor reeds heeft gevonden en naar ons uitkijkt.
Maar ah, nu begrijp ik het, je wilt zeker
voor verklikker spelen en je zelf uit den nood
helpen, door mij in gevaar te brengen Is het
zoo bedoeld
oud 20 j., arbeider, geboren en wonende te
's Gravenpolder, thans soldaat in garnizoen te
Middelburg en P. B., oud 19 j., boerenknecht,
geboren te 's Gravenpolder, wonende te Wilhelmi-
nadorp, beiden sedert den 28 April 1.1. gedetineerd
te Middelburg, beklaagd van ter terechtzitting van
het Kantongerecht te Goes van 9 April 1900,
in de strafzaak contra C. Nieuwdorp, beklaagd
van jachtwetovertreding, ten gunste van genoemden
Nieuwdorp, opzettelijk eene valsche verklaringonder
eede te hebben afgelegd.
Aan de beklaagden is Mr. A. A. de Veer,
advocaat te Middelburg, ambtshalve als verdediger
toegevoegd.
Aan het bestek voor het bouwen van het
sanatorium op Oranje-Nassau-Oord is het volgende
ontleend
Het werk bestaat in het verbouwen van de be-
staande villa op het landgoed Oranje-Nassau-Oord,
gemeente Wageningen, het bebouwen ten oosten
van de vill i .van een vleugel en ten westen van
een halfcirkelvormig gebouw, vormende te zatnen
het sanatorium, het verbouwen van het bestaande
stalgebouw tot keukengebouw en het bouwen van
een machinegebouw en ketelhuis, fiitergebouw en
woning van den directeur-arts.
Het sanatorium bestaat dus uit de villa met
dagverblijf der patienten, terwijl het halfcirkel
vormig gedeelte verdeeld is in de afdeelingen
z/behandeling patienten" en //pandjoen."
Alle onderbazen, opzichters, werklieden, enz.,
uiemaud uitgezonderd, moeten bij een Nederlandsche
verzekering-maatschappij tegen ongelukken verze-
kerd worden.
Het machinegebouw wordt op eenigen afstand
van het sanatorium geplaatst, doch is door een
tunnel daarmede verbouden.
Een reiziger sprong aan de halte Schiedatnsche-
dijk uit den trein, die Woensdagmiddag 4.1 0 van
Hoek van Holland vertrok, doch had het ongeluk
onder den trein te gerakeu, waardoor hem een
been werd afgereden. Een der reizigers deed
door de noodrem den trein stilstaan men hielp
den ongelukkige in den trein en telefoneerde van
de halte Schiedamschedijk naar Schiedam om een
geneesheer, waarna de man bij aankomst aldaar
naar het ziekenhuis gebracht werd.
De echtgenoote van den heer Pr. te Wor-
merveer, moeder van vijf kinderen, had Woensdag
ochtend het ongeluk door een luik te vallen en
is tengevolge van dien val overleden.
Te Goriuchem werd een courantombrenger,
's avonds nog gezond en wel, 's morgens door zijn
moeder, met wie hij samenwoonde, dood te bed
gevonden. De schrik greep de bejaarde vrouw
zoo aan, dat zij onmiddeliijk een lijk was.
Een arbeider in //de Broek" (gemeente
Naaldwijk) had Maandagmorgen het ongeluk zijn
been te stooten en zich te verwonden, met het
treurig gevolg, dat de man door het enorme bloed-
verlies kort daarna overleed.
Terwijl de zoon van een schipper op de
vuilnisbelt te Haarlem bezig was puin uit te graven,
stortte een deel der puinmassa neer, zoodat hij
er onder werd bedolven. Uitgegraven bleek, dat
het hoofd zoo goed als verpletterd was en dat
tevens het lichaam zwaar was beschadigd. De
jonge man moet dadelijk zijn dood geweest.
Op de Waal tegenover Rossum had Dinsdag
eene aanvaring plaats tusschen de sleepstoomboot
-SWM.-.SE1 I—i m i .ijui.m/r-
Fred schudde het hoofd. Zoo'n man ben ik
niet, dat moest je toch weten Ik wil en moet
alleen naar mijn klein meisje zien Ja, Tijger,
ik moet, er moge gebeuren wat wil
Hoofdschuddend zag de ander hem aan en zeide
toen met een blik van iernand, die radeloos staat
tegenover iets, dat hij niet begrijptffNu we
zullen er vandaag maar niet verder over spreken,
morgenochtend zal je wel beter bij je zinnen
wezen
Fred Bathom sliep den heelen nacht geen oogen
blik. Eer de dag aanbrak, maakte hij Tijger
wakker, die als een rechtvaardige gerust had
geslapen. //Zeg, Tijger, hoor eens, ik ga weg
z/Wat wat is er te doen?" stotterde de
oude iubreker slaapdronken.
z/Ik ga naar huis, naar mijn klein meisje
z/Je moet wel gek wezen, mensch
z/Dat kan wel zijn, maar het zal gebeuren
Den heelen nacht heb ik mijn klein ziek Bijtje
in haar bedje gezien en haar//Daddy! Daddy!"
hooren roepen
z/Nou, 't is goed," stoof de Tijger op, //ga maar
heen, speel voor verklikker en laat jou de straf
schenken Dat had ik niet van je gedacht,
man
z/En dat moest je ook niet denken na de zaakjes
die we met elkaar hebben gedaan en waarbij de
een den ander altijd uit den brand hielp. Wees
maar niet bang; of ze mij pakken, of niet, jij
kunt gerust wezen
Hierbij bleef hij, in weerwil van het schimpen
en aandringen van den Tijger. Een uur later
staple hij in touristencostuum, met lorgnet en
bakkebaarden, op een juist vertrekkend vaartuig.
Hij zag er precies uit als een gewone Engelsch-
man, die voor zijn plezier reist.
Het bewustzijn van nu weldra, wat hem het
dierbaarst was, weer te zullen zien, maakte hem
Paul, die de Mannheimer sleepkaan 26 voorttrok
en een met grind geladen tjalkschip van schipper
Zoele.
Het tjalkschip zonk onmiddeliijk. De opvaren-
den hebben zich nog kunnen redden.
Men schrijft uit Borger aan de Winschoter Ct.
Het adderengebroed in onze bosschen sehijnt
thans bijzonder menigvuldig te ziju. Bij gelegen-
heid van een ouderzoek, in een dennenboscb inge-
steld om daar jonge vossen te zoeken, werden
door twee personen in den dag niet minder dan
23 adders gedood, terwijl bovendien nog vele
adders in de lange heide omkwamen. Men be
schouwt dit als een gevolg van de droogte in
't vorig jaar.
In de Woensdag gehouden zitting van den
gemeenteraad van Haarlem kwam o. a. aan de
orde de aan den kleermaker van de schuttersuni-
formen opgelegde boete van f 7020, welke smn
B. en W. wilden reduceeren tot 150. De raad
legde hem f 10 boete op.
Ds. Ulffers, Ned. Herv. predikant te Rotter
dam, is sedert eenige dagen ernstig ongesteld.
Naar men zegt, werd den predikant iu zijn wijn-
kelder een beet door een rat toegebracht in hand
en pols en vreesde men voor bloedvergiftiging.
Dank evenwel de spoedige heelkuudige hulp is
zijn toestand thans weer bevredigend. Of het
gevaar daarom als gewekeu mag worden beschouwd,
kan natuurlijk nog niet gezegd worden.
Te Boornberguin is een meisje van 6jaren
verdronken. Zij sehijnt bij het bukken naar
bloempjes voorover in een sloot te zijn gevallen.
Nabij Hasselt is een wielrijder aangevallen
en erg verwond door een jongenman, die aan
vlagen van waanzin sehijnt te lijden. Bloedende
werd hij op den weg gevonden en naar den naast-
bijzijnden dokter vervoerd, die hem verbond.
Behalve dat hij hoofdwonden bekwam, is ook een
der beenen beschadigd. Per rijtuig is hij daarop
naar Zwolle vervoerd. De dader was in de vroegte
even het huis uitgeloopen en werd dan ook spoedig
gevonden en in bewaring gesteld.
Een der lezers van het H b 1, schrijft aan
dat blad
Twee kindermeisjes liepen Woensdagochteud
met een sportkar en een jongenlje op het Bleekpad
te Hilversum, toen een rijtuig voorbijkwam waarin
eene dame met twee kinderen zat. Even daarna
vindt een der kindermeisjes eene portemonnaie,
die bij onderzoek bleek ongeveer f 70 en een
gouden ring te bevatten. Vermoedende dat de
beurs wellicht door de dame in het rijtuig ver-
loren was, rent zij het rijtuig na, doch wordt niet
opgemerkt, uiettegenstaande eenige andere personen
ook nog riepeu stil te houden. Bij haar kameraad
teruggekeerd liep het meisje met deze over het
geval te praten, toen zij eeusklaps ziet dat het
rijtuig terug komt. Het meisje biedt de porte
monnaie aan de vermoedeiijke eigenares, die angstig
uit het rijtuig keek, aan. Deze rukt de beurs
uit hare hand en geeft den koetsier last vlug weg
te rijden. Een hond die het paard hinderde een
slag willende toebrengen, gaf den koetsier de
eerlijke vindstere en fliuken striem over haar wang.
Dit, alhoewel niet als zoodanig bedoeld, was de
eenige dank of beloouing die het meisje kreeg.
Dat het hun, die in het voorjaar uit de
rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen worden ont-
slagen, geen ernst is met het zoeken van werk
in de gewone maatschappij, blijkt hieruit, dat
een der dagen van de vorige week te Veenhuizen
niet minder dan 50 personen, alien mannen in
de kracht des levens, werden opgenomen, die in
Maart jl. met een goede uitgaanskas de kolonie
hadden verlaten.
bijvroolijk, maar te gelijk rees ook de angstige
twijfel bij hem op zal ik haar nog in leven
vindeu? En toen de trein hem steeds dichter en
dichter bij haar bracht, beving hem bovendien de
vrees, dat hij verhinderd zou worden haar weer
te zien. O, welk een tochtBij elk station
keek hij schuw en voorzichtig door het coupe-
venster, om te onderzoeken, of de //wezel" de
gevreesde detective, daar misschien ook rondliep
en hem in hechtenis kon neinen, eer hij bij ziin
klein meisje kwam.
Iu Liverpool Street sloop hij heel voorzichtig
iu eene vigelante en beval den koetsier hem bij
eene kerk dicht bij het doel zijner reis te laten
uitstappen. Hij beefde thans van angst, dat men
hem herkeunen en oppakken zou en zoo dikwijls
het rijtuig een gaslantaarn voorbijkwam, leunde
hij zoover mogelijk achterover. Jammer genoeg
was er bij de kerk, waar hij uitstapte, ook juist
zoo'n lantaarn. Hij ging er naar toe om het
geld voor den lit bijeen te zoeken en toen hij
zich na het betalen haastig omdraaide om verder
te. gaan, had hij bijna een man met scherpe ge-
laatstrekken, dikke wenkbrauwen en loerende
blikken omvergeloopen. De inbreker mompelde
eene verontschuldiging en wilde haastig verder
loopen, maar daar zag hij bij 't licht der lantaarn
het gezicht van dien anderen en een kreet van schrik
ontsnapte hem, waarvoor hij zich echter in't
volgende oogenblik wel de tong had willen af-
bijten. De man, tegen wien hij was geloopen,
was niemand anders dan de inspecteur Casely van
Scotland Yard, de gevreesde Londensche detective
met den bijnaam //de wezel."
(Wordt vervolgd.)