BIJVOEGSEL I
Ter Keuzensche Courant
Zaterdag ii April 1900. No. 3996.
Engeland en de Z.-A. RepublieE
Gemengde berichten.
Geheimzinnige Buren.
F FUILLtCTON
VAN DE
VAN
Over de nieuwe overwinning van de Boeren,
waarvan de telegrammeu berichtten, is nog geen
nader nieuws ontvangen. Roberts heeft er geheel
over gezwegen, doch dit behoeft niet opgevat te
wordeu als een bewijs, dat de berichten onjuist
waren of op een misverstand berustten. Immers
in zijn telegram van gisteren komt lord Roberts
eerst tot de ootdekking, dat de vijand, sedert een
paar dagen //zeer actief" was, en Wepener was
aangevallen, vier en twintig uren nadat uitvoeriger
Reuter-berichten daarover bekend waren geworden.
En is ook Roberts niet met zijn mededeeling
van 't gebeurde bij Koornspruit 12 uren na Reuter
aangekomen
Men is trouwens te Londen ailes behalve gerust,
vooral na het telegram aau de Daily News d.d.
11 April van zijn correspondent te Pretoria lui-
dende als volgt
Generaal de Wet heeft den Engelschen in een
gevecht bij Meerkatsfontein een derde nederlaag
toegebracht. De Engelschen verloren 600 dooden
en verwonden, alsmede 900 krijgsgevangenen en
12 wagens. De Boeren verloren 5 dooden en
9 gewonden.
Het blad meent dat er geen grond bestaat de
waarheid van den inhoud te betwijfelen, daar tot
heden alle berichten van gemelden correspondent,
een persoonlijken bekende van Paul Kruger, steeds
waar zijn gebleken.
De //Daily Telegraph" bevat een gelijkluidende
depeche ontleeud aan de Parijsche editie van den
//New-York Herald."
Deze //derde nederlaag" vindt te Londen na-
genoeg algemeen geloof, hoewel lord Roberts haar
nog niet officieel gemeld heeft en dus een beves-
tigiug door het departement van oorlog nog niet
gegevejKworcTt.
Te oordeelen naar het hooge cijfer der Engelsche
verliezen, moet het generaal de Wet gelukt zijn
den vijand weder te overvallen, en heeft hij daarbij
gebruik gemaakt van de buitengewone bewegelijkheid
der Boeren. Deze vormt een scherpe tegenstelling
met de oubeholpenheid en laugzaamheid der En
gelsche troepen, die dan ook in de allerheftigste
bewoordingen in de pers gelaakt wordt. Lord
Roberts moet zich bijna geheel op de bereden
koloniale ongeregelde troepen verlaten. Zijneigen
infanterie is hem tot weinig nut en aau cavalerie
bezit hij alleen een groot aantal gedemonteerde
ruiters en een minimum van ter dood toe uit-
geputte paarden.
Lord Methuen's troepen hebben, volgens een
//Times" bericht van Zwartkopjesfontein, 10 mijlen
oostwaarts van Boshof halt gemaakt en een bivouac
betrokken. De cavalerie maakte een verkennings-
techt vandaar en ontmoette daarbij een afdeeling
Boeren, die terstond den teugel wendden. Die
Boeren hebben zich natuurlijk gehaast hun plicht
als rapportgangers te verrichten en de hoofdmacht
bij Veertienstroomen door tijdige waarschuwing
voor een overval of omsingeling gevrijwaard.
Thans is lord Methuen op weg naar Hoopstad
(100 kilometer noordoostelijk van genoemde plaats)
maar zal aan de Vaalrivier op de hem afwachtende
Boeren stooten.
Lord Roberts schijnt troepen uit Natal ter ver-
sterking van zijn eigen korpsen te gaan ontbieden.
Afdeelingen van verschillende wapens zijn of worden
te Durban ingescheept, met bestemming naar
Kaapstad. Of die zullen dienen om de Kaap-
kolonie te bezelten en zoodoende den Afrikaanders-
opstand te onderdrukken, dan wel of zij naar
Bloemfonten moeten oprukkeu, is hier nu nog
niet bekend.
Nog steeds wordt de vraagOf Portugal recht
heeft, Engeland het vervoer van troepen en oor-
logsmateriaal over Beira toe te staan P breedvoerig
besproken.
In de Eransche Earner werd die vraag gemaakt
tot een middel om het kabiuet-Waldeck Rousseau
ten val te brengen. Doch het middel bleek niet
afdoende te zijn.
De nationalist Berry had verlof gevraagd tot
het stellen eener vraag over de door Portugal
verleende vergunning, en over de houding die
trankrijk daartegen zal aannemen.
Hierover werden beraadslagingen gevoerd in
den ministerraad, met het gevolg, dat minister
Delcassee gemachtigd werd, om te weigeren ant-
woord te geven op deze vraag.
Onmiddelijk kondigde de heer Castelin het
voornemen aan, een interpellatie te houden over
hetzelfde onderwerp.
Hierover werd gisteren beraadslaagd. De heer
Delcasse verklaarde, dat het niet aanging in de
Eransche Earner te discussieeren over een inter
national quaestie, waarbij Frankrijk niet rechts-
streeks betrokken is. Frankrijk betracht de neu
traliteit, maar het heeft niet de roeping om
onzijdigheid van andereu te verzekeren.° De
Fransche belangen worden niet bedreigd, daarom
moet Frankrijk zich er buiten houden.
Dit kon Castelin niet onderschrijven; hij protes-
teerde tegen den steun, dooreen onzijdige mogendheid
aan een oorlogvoerende partij verleend. En Berry
vroeg, of het niet mogelijk zou zijn met andere
mogendheden samen te werken, om te beletten
dat Portugal de onzijdigheid schendt, die het ver-
klaard heeft te zullen handhaven.
Bovendien werden wel Fransche belangen be
dreigd want niet alleen heeeft Frankrijk belang
bij de gebeurtenissen in de Z.-A. Republiek, maar
het heeft ook belang bij den Beira-spoorweg,
waarvan een groot aantal aandeelen in handen der
Franschen zijn.
De Earner besloot daarop de behandeling der
interpellatie voor een maand te verdagen.
TER NEUZEN, 13 April 1900.
Met 1 Mei worden de volgende kommiezen
bij 's rijks belastingen verplaatstL. A. Pieters,
3e kl., met intrekking zijner verplaatsing naar
Uzendijke, van Axel naar Hansweert; C. Ruijter-
man, 4e kl., van Aardenburg (tijd.) naar Hansweert
J. H. van Zijl, 4e kl., van Hontenissenaar Vlissingen
(haven)J. J. de Smit, 3e kl., van Aardenburg
naar Hontenisse R. de Boer, 4« kl., van St. Jansteen
naar VejdzichtH. J. A. van Schingen, 4" kl.,
van "V el a zich t naar St. Jansteen A. van Nieuwen-
huize, 4e kl., van Weert (tijdelijk) naar St. Jansteen
en C. Reus, 4e kl., van St. Jansteen naar Netterden.
Men meldt ons uit Oud-Gastel (N.-B.),
dat de moeder van het jongmensch, dat in de ge-
vangenis te Breda bekend heeft de beide hofsteden
van C. en E. van der Heiden moedwillig in brand
te hebben gestoken, bij het vernemen daarvan
krankzinnig is geworden. De ongelukkige vrouw
is Woensdag naar Vught overgebracht.
Dinsdagmorgen ging in den polder Hin-
keleiioord nabij Bergen op Zoom een voor een
rijtuig gespanuen paard op hoi. Het rijtuig viel
om en kwam in een sloot terecht, waardoor de
in het vebikel zittende dame uit Bergen op Zoom
in het water geraakte en verdrouk. De koetsier
kwam met den schrik vrij.
Naar het Enqelsch.
4) T—
z/Dat is hun beroepgij kunt hen nareizen, maar zij
zullenmij nietdankbaarzijn,datikhetverradeu heb."
Ik nam het papier en las het begin van de
volgende advertentie
A 11 e n t i e
Beldoin's Koninklijk Circus,
onder bescherming Harer Majesteit
te Windsor.
Reis door de Zuidwestelijke provincien.
Nieuwe sterren, Nieuw gezelschap,
Nieuwe toeren,
en al de oude gunstelingeu, met inbegrip van den
beroemden Clown, de Europeesche Vermaardheid,
den grooten
Kleinen Elleno.
De reis begint 14 Augustus.
Mejuffrouw Antonie Elleno
in hare ongeevenaarde equestrische
toeren.
Komt, Komt, Komt.
Let op Beldoin.
Lage prijzen. Het beste van alles. Zes-en-dertig
paarden. Tien kameelen. Vijf olifanten. Honderd
medewerkers.
save the queen
i/O zei ik. //Dus is de familie Ellis aan
een circus verbondenWat is de heer Ellis, zeker
directeur
z/Wel neen Hij is de //Groote Kleine Elleno,"
de hansworst, de clown 1"
Ellis, de hansworstDit mannetje een clown
//Hij is de hansworst. Mevrouw Ellis een van
de bureaulisten en het meisje is de rijderes.
Antonie."
//Dank u, zei ik, werktuigelijk naar mijn beurs
tastende. Mijne gedachten waren elders. Eensklaps
sprong ik op ik had een ingeving gekregen.
z/Wat is er, juffrouw, scheelt er iets aan?"
vroeg de meid, toen ik haar de beloofde beloouing
gaf. //Ik denk, dat u het circus morgen te Croydon
zult vinden dank u wel, juffrouw."
loen Ellen met mijn kaars kwam om mij naar
boven te begeleiden, vroeg zij bezorgd of ik al
iets aangaande den diefstal vernomen had en zij
betuigde nogmaals haar ouschuld.
yls u wel zeker, dat die dingen ooit in de kist
geweest zijn, juffrouw?" vroeg zij, toen ik van het
circus vertelde. //Sommige van die menschen zijn
ook goochelaars en bedriegen menigeen."
z/Neen, Ellen ik geloof dat zij gestolen zijn.
Ik begrijp de reden niet en moet morgen trachteu
mevrouw Ellis te spreken. Korn mee naar boven."
Wij gingen samen naar mijn slaapkamer en
bekeken de kast oplettend. De afdrukken der
vingers waren nog zichtbaar op de verf. Het
waren geen grove vingers, geen dikke afdrukken,
zooals de hand van een dief die zou achterlaten,
maar smalle, vrouwelijke vingertoppen.
Eene vrouw had de juweelen gestolen.
//Het is duidelijk," zei ik //dat de juweelen door
een vrouw zijn gestolen. Dat kunt gij zelf zien.
Zet nu uwe vingers hier, Ellen, zoo. De afdrukken
Kit een wijk onder Em men is opgevischt
het lijk van eene 24jarige veenarbeidster, die ge-
holpen had bij het laden van turf, bij welke
gelegenheid gewoonlijk heel wat sterken drank wordt
gebuikt. Dronkenschap wordt als de oorzaak
genoemd.
Een bekend landlooper werd Maandag dood
aan den weg onder Mijnsheerenland gevonden.
Op zijn borst werd een zakje gevonden, inhoudende
f 1400 aan bankpapier.
I usschen Gouda en Hekendorp is gisteren-
avond een reiziger (Duitscher) met reischtasch en
stoi in de hand uit den trein gesprongen. De
mede-reizigers, dit bemerkeude, trokken aau de
noodrem, waarna men den man op eenigen afstaud
op de rails vond, zwaar aan het hoofd verwond
Na voorloopig een verband te hebben aangelegd,
werd hij naar Harmelen vervoerd, waar het bleek
dat hij reeds stervende was.
De kerkeraad der hervormde gemeente te
Appe'tern heeft in zijne laatst gehouden ver-
gadering besloten, er op aan te dringen bij de
hoogere besturen dat de deelnemers aan het akelige
festijn, na den moord op den ongelukkigen Brenk-
rnan aangebracht, kerkelijk zullen worden gestraft.
'let bjk van den persoon, die Zondagavond
met den trein te Haarlem werd overreden, is
lerkend als dat van een 55jarig los werkman,
vertoevende is een logement aldaar. Uit het
onderzoek is gebleken, dat de man vooraf plan
koesterde zich moedwillig voor den trein te werpen.
Een dierenmishandelaar gestraft. Dinsdag
gaf een buitenman op de Bee'k te Zutphen zijn
bond een geweldigen slag met een ketting op den
kop, waardoor het dier zoo woedend werd, dat het
op zijn baas toesprong en hem op verschillende
plaatsen hevig beet. Verscheidene personen hadden
moeite den hond van hem los te krijgen.
Op de markt te Sneek werden Dinsdag on-
geveer 2000 kievits-eieren aangevoerd, die tegen
een kwarlje per stuk verkocht werden.
Op advies van den arts, belast met de
doodschouw, en na overleg met de justitie, heeft
de commissaris van politie der 2e afdeeling in
den Haag in beslag genomen het lijkje van°een
Sjang meisje, omdat er grond is voor het ver-
moeden, dat dit kind is overleden na het gebruik
van drop, die schadelijke bestanddeelen bevatte.
De schouwing zal plaats hebben in het Boerhave-
'aboratorium te Leiden.
Men schrijft uit Amsterdam
De schipper van een overhaal op den Amstel
is in zijn ziel overtuigd, dat Mr. Feschote, advocaat
hier, hem wederrechtelijk van al zijn hebben en
houden heeft beroofd.
Mr. Feschotte was curator in een faillissement
van des schippersvrouw, van wie hij echter ge-
scheiden leefdehij zelf had een paar deuren
verder een tapperij. Nu liep de zaak ongelukkig
zoo, dat ook de man failliet verklaard moest worden
waarvan t gevolg was dat de gansche inventaris
van de tapperij onder den hamer moest worden
gebracht. Wat men er hein ook van zeide, 't was
hem sedert niet uit het hoofd te praten, dat Mr.
Feschotte hem niet veel minder dan bestolen had.
Hij maakte het hem lastig op straat, en stond
nu terecht, omdat hij in de Vondelstraat den heer
Feschotte had nageroepen ,/leelijke dief." En ook
nu bleef hij doof voor de uitleggingen van den
reehter. Hij hoorde 10 boele, subsidiair 10
dagen hechtenis tegen hem eischen, zeide, dat hij,
door Mr. Feschotte straatarm gemaakt, de boete
niet betalen kon en dus //in godsnaam die tien
dagen onschuldig zou gaan zitten", maar dat hij
't //hooger op" zou zoetcen. Welke vounissen
hem ook nog inogen wachten, indien hij voortgaat
den heer Feschotte onrechtvaardig te beleedigen
nimmer zal deze man overtuigd worden van
zijne schuld.
Onlangs ging in de bladen het bericht
rond dat op eene publieke verkooping van in-
boedels te Velp verkocht waren een paar echte
oude Keulsche bloempotten, voorzien van de
wapens der stad Keulen en gemerkt met het
jaartal 1590. Er werd bijgevoegd, dat het mis-
schien de eemge in ons land waren en dat de
uitstekend geconserveerde bloemstukken, die op
800 waarde geschat werden, hoogstwaarschijnlijk
naar Engeland zouden gaan.
Het blijkt nu, dat de //Combinatie van kenners",
die ze voor een kleinigheid kocht, hun combinatie
gevormd hadden om er een paar would-be kunst-
kenners te laten inloopen, hetgeen dan ook ge-
lukte. De potten waren niet echt en niet veel*
meer waard, dan wat de combinatie ervoor ge-
geven had, n.l. 125.
Een bewonervan het Groenewoud bij Nijmegen
en een heer, die van Arnhem naar Rotterdam
spoorde, namen Maandag avond 2 April eenzelfde
natuurverschijnsel waar. Zij zageu in de lucht
een prachtig landschap met bergen en bosschen,
als besneeuwd. Beiden hebben dus het voorrecht
gehad een luchtspiegeling, een ,/fata morgana" te
zien, een in ons land wel zeer zeldzaam verschijnsel.
C harles William, de bekende militaire des-
kundige, beweert in de Morning Leader, dat er
slechts 200,000 wollen uniformen voor Zuid-Afrika
besteld zijn, en dat met haar aanmaak twee maanden
gemoeid zullen gaan; d. w. z. ten miuste drie
maanden moeten verloopen eer de troepen daar
ginder beginnen kunnen ze aan te trekken Maar
als dat waar is, dan zal Roberts de kleeren pas
krijgen, als ze nauwelijks meer noodig zijn
En nu bevindt Engeland zich in dezen ver-
nederenden toestand, dat generaal French en ver-
moedelijk andere generaals aan hun damesvrienden
bedeltelegrammen moeten zenden, gelijk men in
de huldige Times er een lezen kan stuur ons
in Godsnaam gauw wat winterkleederen
'Sedert den Kriinoorlog is zoo iets ergs daar
te lande niet beleefd.
Een dure misrekening, De ontvanger
van de in- en uitvoerrechten te Balowan Deli is
door het departement van fiuancien belast met
een bedrag van niet minder dan 16.000, wegens
met ingevorderde rechten op atap, waarvan de ont
vanger meeude geen rechten te moeten heffen.
De burgemeester van Antwerpen, Jan van
Rijswijck, zal Zaterdag een bezoek aan Rotterdam
brengen, alwaar hem des namiddags een dejeuner
zal worden aangeboden ten huize van den burge
meester dier gemeente, den heer F. B. 's Jacob.
Om half drie zal de burgervader van de Schelde-
stad tegenwoordig zijn bij het afloopen van het
eerste stoomschip der oulangs opgerichte stoorn-
vaart-maatschappij //Rotterdam", directeuren de
beereu C. W. H. van Dam en Joost van Vollen-
hoven. Dit stoomschip, groot 1500 ton en be-
stemd voor de algemeene vrachtvaart, is genoemd
naar den burgemeester van Antwerpen en gebouwd
op de werf van Rijkee Co. te Charlois.
Na -afloop van het te water laten zal een
jezoek gebracht worden aan de haveninrichtingen,
terwijl des namiddags commissarissen van die
stoomvaart-maatschappij in het ,/Maashotel" een
diner zal worden aangeboden aan den hoogen gast.
Uit Odenburg veneemt men, dat de over-
troomingen in Hongarije nog altijd voortdurend
en zelfs een nog ernstiger karakter aannemen.
Het dorp Hon weg staat geheel onder water
terwijl nabij Bittnijed de dijken van den Dam
doorgebroken zijn, tengevolge waarvan groote
uitgestrektheden lands onder water gezet zij'n.
Zoowel te Esaport als te Janosda is een brug
ingestorthet water richt groote verwoesting aan
en \ele huizeu zijn voor zijn geweld bezweken.
De Raab wast nog steeds en bedreigt Kapvar,
Aescalay en Sarharry.
passen bijna. Breng mij dat vergrootglas eens.
Zij bracht mij een loupe en ik bekeek beurte
lings hare vingers en de afdrukken.
z/Neen, ik ben overtuigd van uwe onschuld
Ellen. De huid is niet precies zoo afgedrukt als
uwe vingers zijn. Wie de juweelen gestolen heeft,
heeft een andere huid aan de vingers dan gij."
z/Ik ben zoo onschuldig als u zelf, juffrouw,
Ik heb de dingen niet aangeraakt. Ik zou nooit
aan zoo iets deuken
//Ik geloof u, Ellenmaar wij moeten de schul-
dige toch vinden."
//Zal ik de politie gaan halen, juffrouw, niet
dat u niet bijna even scherpzinnig is."
z/Neen, haal morgen een photograaf en laat ons
nu het huis sluiten en naar bed gaan."
De slaap kwam echter niet. Ik was te veel
met dien geheimzinnigen diefstal vervuld. Hoe
kon iemand, die niet in huis was en geen sleutel,
had, dit goed wegnemen Had ik in mijn slaap
gewandeld, een sleutel gevonden, die op de kast
paste en de juweelen verborgeu? Dit denkbeeld
deed mij ontstellen. Ik had wel van dergelijke
gesprekken gehoord, maar als ik de juweelen ge
stolen had, waar had ik ze dan verborgen Het
zou mij onmogelijk zijn ze weer te voorschijn te
brengen, tenzij ik indien mijn veronderstelling
juist ware bewaakt en nagegaan werd. Mijn
bezorgdheid voor die voorwerpen zou mij hebben
kunnen nopen om ze op een veiliger plaats te
bergen, maar hoe had ik de kast open gekregen
Wederom bekeek ik de vuile plekken. De
afdrukken konden van mijne vingers zijn, wat den
vorm betrofmaar de huid was ook weer ver-
schillend en ik was overtuigd, dat ik mijn handen
nooit zoo vuil had gemaakt, als waarvan de af
drukken getuigden. Hoe kon ik mijne handen
elf zoo zwart gemaakt hebben
Kaad vragen is verstandig en ik besloot den
volgenden dag mijne superieuren of een hunner
te raadplegen. Tot dit wijze besluit gekomen
zijnde, opende ik het raam en keek naar buiten
in den donkeren nacht. Het was doodstil, behalve
het zachte gegons van de telegraafdraden, die boven
mijn hoofd gespannen waren, drie sterke draden.
Nieuwsgierigheid verleidde mij om op het koziju
te stappeu en de draden beet te pakken, half
verwachtende een electrischen schok te krijgen.
Maar dat overkwam mij niet en ik bleef een poos
daar buiten staan, naar beueden kijkende in de
tuinen en op de achterhuizen, de laatsten door de
uitgestrektheid der eersten van mij gescheiden.
Geen dief kon hier naar boven geklommen zijn
en, tenzij iemand met een valschen sleutel de
huisdeur binnendrong, was diefstal onmogelijk.
Dit verhoogde de geheimzinnigheid. Ik had
rnenige ingewikkelde zaak ontsluierd, maar deze
was mij te machtig.
Ik bleet nog een poos op het koziju staan, keek
naar de sterren, de enkele lichtjes in de naburige
huizeri, terwijl boven het verwijderde gedruisch
van de stad en het gegons der telegraafdraden, de
scherpe fluit van een locomotief klonk, gevolgd
door elf zware klokslagen.
(Wordt vervolgd.)