Gemengde berichten. Telegrafische berichtsn. Hoek, 10 April. Heden werd alhier door het bestuur der vereeniging //Doelmatige Samen- werking" aanbesleed de levering van 76,800 Kg. chilisalpeter. J. A. Rijnberg en F. C. Herrebout, beiden voor f 1900. Het lot besliste ten gunste van eerst- genoemden aan wien het werk is gegund. Gisteren werd alhier op het bureel van den opzichter van fortificatien, door den kapitein eerst- aanwezend ingenieur der genie te Bergen op Zoom, onder nadere goedkeuring van den Minister van oorlog, aaubesteed J°. Het doen van voorzieningen aan rijsbeslag en watertaluds teTerNeuzen, (raining 1350.) Hiervoor werd ingeschreven door de heeren M. van den Hoek, voor f 1500 D. de Doelder, voor f 1485 en K. de Vos, voor f 1480. 2°. Het herstellen van bruggen te Ter Neuzen, (raming f 1030.) Hiervoor werd ingeschreven door de heeren H. van der Velden, voor 1263 J. A. Rijnberg, voor f 1258 en A. Tholens Danz., voor f 1200. Alle inschrijvers wonen te Ter Neuzen. De 14 weeksche practische hoefsmidcursus in de afdeelingen van de Maatsch. tot bev. van landbouw en veeteelt in Zeeland is weer aange- vangen. De heer P. van den Meen te Barneveld is ook nu weder met de leiding belast. In het geheel nernen 108 leerlingen aan de cursussen deel, t. w.te Middelburg 17, te Goes 13, te Oostburg 19, te Zierikzee 18, te Axel 18, te Kruiningen 8, te Cortgene 8 en te Scherpenisse 7. Hiervoor werd ingeschreven door de heeren Van Driel te Nieuwerkerk, voor f 10,30; Adri- aanseus te Bergen op Zoom, voor /IOjOI1^; J. J. van Arenthals te Hansweert, voor 10,01; P. J. Versluijs te Ter Neuzen, voor f 9,95 Adriaansens-Van Gassen te Walsoordeu, voor f 9,95 en P. J. Scheele te Ter Neuzen, voor f 9,91, alles per 100 Kg. Gegund aan den heer P. J. Scheele. 's Gravenhage, 1 I April. De aanbevelingslijst voor kantonrechter te Tholen bestaat uit de heeren Mr. Bastert, griffier van het kantongerecht te Breukelen, Mr. Brevet, advocaat te Middelburg en Mr. Koksma, griffier van het kantongerecht te Hulst. Benoemd tot burgemeester van Hoofdplaat, de heer H. S. Gratema. Te 's Gravenhage is Zondagochlend een agent van politie plotseling krankziunig gewordeu. Hij verliet onvolledig gekleed zijne woning en begaf zich naar het politiebureau. In de nabijheid daar- van gekomen, schelde de agent, al schreeuwende en allerlei wartaal sprekeude, aan de woning van den honfdcommissaris aan, onder den uitroep dat hij den hoofdcommissaris met een mes te lijf zou gaan. Zoover kwam't echter niet, want nauwelijks was hem de deur geopend of hij werd door eenige ageuten gegrepen, die werkelijk in zijn hand een mes vonden. Een hunner is, toen hij het mes wilde afnemen, aan de hand gewond. De krank- zinnige is naar een gesticht vervoerd. Het veesmokkelen langs de gansche Noor- dergrens is volop aan de beurt, zoo zegt de //Gazette van Eecloo." Er zijn immers voor den naasten weidegang magere koeien noodig en niemand kan ons die imwwmm&amammi mi nam m _<ri m mi iibbiiw miiii mil ii tin was hoogst onaangenaam. Men had mij, een dame-rechercheur van beroep, in mijn eigen huis bestolen, zonder dat ik eenige aanwijzing had wie de dief kon zijn. Ellen had niet eens geweten, dat ik de juweelen in huis had het was waar dat alleen mevrouw Ellis en ik van de zaak af- wisten. Bovendien was de sleutel in het bezit van mevrouw Ellis en tenzij Ellen een mede- plichtige had en in het bezit was van een tweeden sleutel, kon de kast niet zoo schielijk geopend en leeg gestolen zijn. Meermalen had ik mijn hersenen afgetobt-ten bate van anderen, maar nu moest ik al mijn verstand ten behoeve van mij zelve inspaunen. Misschien konden mijne wijze superieuren mij helpen, maar ik wist dat zij mij zouden uitlacheu, omdat ik mij zoo had laten beetnemen en dus besloot ik hun niets van den diefstal te vertellen, zoolang het niet hoog noodig was. Mijn plan was gemaakt en ik stond den volgen- den morgen op met het vaste voornemen om tot elken prijs den schuldige te ontdekken. Mijn eerste gang was naar het huis van mevrouw Ellis. Het was gesloten en leeg. Jemina was haar moeder uagereisd dat was de eerste teleurstelling. Ik had volstrekt geen begrip van het beroep dat de heer Ellis uitoefende. Hij was altijd zoo stil en leruggetrokken, dat ik hem voor stom had kunnen houden. Men is zoo licht geneigd de politie te laken, omdat zij niet spoedig een mis- dadiger ontdekt, maar niemand begrijpt de moeie- lijkheden aan zulk een opsporen verbonden. Mijn eerste stap was om naar den bakker te gaan, die mij en mijne buren bediende en het gelukte mij na eenig praten een weinig licht te bezorgen dan Holland. Nu, dewijl de grens voor mager vee toe moet blijven, ligt er geen ander middel aan de hand om aan mager vee te geraken, dan het binnen te smokkelen. Hier en daar worden tolbeambten en smokkelaars handgemeende meeste troepen vee ontsnappeu echter aan de waakzaamheid der douanebedienden. Dit smokkelen bewijs dat Belgie geen IIol- landsch mager vee kon missen stelt niet alleen de levens bloot van dezen die het bedrijf uitoefenen, alsook van die, welke het bewakenhet levert onzen veestapel aan alle smetziekten prijs, dewijl het binnengesmokkeld vee aan elke gezondheids- controol ontsnapt. Wanneer, voegt het blad er bij, zal men dit eens aan hooger hand willen bekennen In de vorige week heeft te Oomsberg nabij Musselkanaal een treurig ongeluk plaats gehad. Daar woonde in een armoedig hutje van plaggen een 83jarige weduwe met haar 44jarigen zoon. Terwijl deze nu een boodschap deed te Stadskanaal, geraakte de woning in brand. Toen de naaste buurman, die op ruim 5 min. afstand woont, op de plaats des onheils kwam, trapte deze de deur oogenblikkelijk in. Te laat helaas, alles stond reeds in lichtelaaie. En toen de vlammen uitge- woed hadden, vond men de verkoolde overblijf- selen van een menschelijk wezen, van de oude vrouw. De zoon kwam kort daarna terug De Bond van suikerfabrikanten heeft aan den secretaris der Vereenigiug van landbouwers die suikerbieten verbouwen, medegedeeld, dat in het contract geene wijziging, wat prijs en voor- waarden betreft, kan gemaakt worden. Zondagavond ontstond in een oliekoekenzaak in de Zandstraat te Rotterdam een verwoede vecht- partij tusschen een aantal Rotterdammers en een Engelschman. Op straat werd de strijd met messen voortgezet, die zoo ongelukkig voor den Brit afliep, dat hij met bebloed gelaat het hazenpad koos en een eind verder weer een huis binnen- vluchtte. Eenige agenten die nu op het tooneel van den kainp verschenen, moesten hu i sabels trekken om het publiek op een afstand te houden tot de rust hersteld was. Toen de menigte zich verstrooid had, namen de agenten den Engelschman die uit verscheidene wonden bloedde, mede naar de poli- tiepost aan de Coolvest. Geen der daders werd gegrepen. De Haagsche kroniekschrijver van de Prov. Gron. Ct. zegt dat een deel van het Haagsche straatpubliek in enkele hoofdstraten daar op den Zondagavond zich eenvoudig liederlijk gedraagt. Maar ook daar niet alleen. Ook in het gebouw voor kunsten en wetenschappen dat des Zondags volksvoorstellingen geeft, zegt deze briefschrijver, trede de politie krachtig en onversaagd op. Is het geen schande, dat daar een gedeelte van het publiek verhinderd wordt, ongestoord te luis- teren naar hetgeeu men vertoont, omdat het rapalje op de bovengaanderijen daar huis houdt alsof het in de Spuistraat rondsjokte Daar word ge- schreeuwd, gejoeld, gevochten, geravot, alsof het scheliinkje stormerderhand de geheele zaal had ingenomen. De gierende bende gooit met sinaas- appelschilleti en papierproppen, jouwt de ^artisten" uit, die haar niet aanstaan en doet precies wat haar in het dwaze hoofd komt." 't Is echter, de geschiedenis der laatste dagen bewijst het, niet alleen in de lagere standen waarin verdierlijking heerscht, ofschoon die niet op 's Heeren straten aan den dag gelegd wordt. Het Dagbl. v. Noordbr. deelt het volgende mede betreffende een Zondagavond te Tilburg gepleegden moord. kiijgen in den vorm van het adres van het ver- huurkantoor, waar de meid van mevrouw Ellis haar naarn opgegeven had. Hier spoedde ik mij heen en verzocht het meisje den volgenden avoud bij mij te komen daarop begaf ik mij aan mijn dagelijksche bezigheden. Den anderen avond kwam het meisje en werd op mijn bevel in mijn kleine zitkamer gelaten. Zij was kalrn en fatsoenlijk, maar vrijpostig in hare manieren. Na eenige inleiding vroeg ik-: ,/Kunt gij mij zeggen waar ik mevrouw Ellis kan viudeu z/Dat kan ik en ik kan het niet." z/Gij bedoelt dat gij kunt, maar niet wilt z/Neen, dat bedoel ik niet. Ik meen dat ik u wel zoowat kan zeggen waar ze zijn, maar niet precies. Zij zijn op reis. ,/Op reis riep ik uit. //Naar het vastelaud Hoe ongelukkig!" z/Zij zijn niet naar het vasteland, maar ik denk niet dat zij dankbaar zullen zijn als ik het u vertel." z/Maar ik zal u dankbaar zijn en u beloonen bovendien. Ik moet mevrouw Ellis noodzakelijk spreken. Waar is haar man z/Wel natuurlijk bij haar en Jemina." O zijn zij voor hun plezier op reis een vacantie-reisje zeker." z/Ik zou het geen vacantie-reisje noemen. Wat krijg ik voor mijn moeite als ik het u zeg //Een guinje. Geef mij uu het adres als 't u blieft." Zij antwoordde niet dadelijk, maar zocht in haar zak en haalde een papier voor den dag, dat zij mij voorhield. (Wordt vervolgd.) In de Lange Nieuwstraat vonden twee agenten zekeren Marinus Korthout, arbeider, badende in zijn bloed en stervende. Hij had een gapende wond aan den hals en het bloed vloeide zoo veel- vuldig, dat de politiemanneu vreesden voor spoedigen dood. En inderdaad die vrees bleek niet onge- grond. Toen een ijlings gewaarschuwde geneesheer, dr. Bloemen, met den commissaris van politie, op de plek des onheils verschenen, kon men slechts den dood constateeren. De slagader was door- gesneden, zoodat de ongelukkige weinige oogen- blikken, nadat de verraderlijke steek hem werd toegebracht, aan verbloeding zal zijn overleden. Op het oogeublik dat de agenten den stervende vonden, was in de nabijheid geen levend schepsel te bespeuren en aanvankelijk wist men niet tegen wien eenig vermoeden te mogeu opvatten. Tegen middernacht echter arresteerden de hoofdinspecteur vau politie en een brigadier der marechaussee den zeventienjarigen P. E. tegen wien tijdens het aan- stonds ingesteld onderzoek, zeer zware vermoedens waren gerezen. Na het tijdstip, waarop de gruwel- daad moet geschied rijn, hadden eenige personen in zijn handen een met bloed bevlekt mes gezien en had hij zich zeer ontsteld voordoende, woorden en uitdrukkingen laten ontvallen, die hoogst ver- dacht voorkwamen. Tot welke resultaten het onderzoek der politie verder heeft geleid is nog onhekend. Men schrijft aan de N. R. Ct. Meneer, een woordje asjeblief En het hoofd eener stadsschool ziet zich tegen- over den vader van een achtjarigen knaap, welke veelbelovende spruit twee jaar geleden de school voor een paar maanden heeft bezocht, veel heeft gespijbeld en ten slotte nu voor ruim anderhalf jaar, ondanks alle pogingen en vertoogen zijuer onderwijzers, onder goedkeuring der ouders, voor goed de straat is op gegaan. z/Och meneer, zou u m'n jongen nie weer een plaasje wille geve Ziet u, hij heeft beloofd, zich goed te zulle houwe, hij was altijd zoo zenew- schtig, we waren zoo bang van hem, als hij boos werd, maar nu //Is u zeker de schrik voor den leerplicht om 't hart geslagen". z/Och meneer, we zullen maar niet daarvan spreke, hier is het pokkesbriefje terug en mag ik hem morge sture z/Ja mijn vrind, ge moet in elk geval veertien dagen geduld hebben, dan komt de nieuwe klasse, waarvoor ge uw jongen intusschen kunt aangeven". z/Och meneer, hoor eens, neem u hem dadelijk. Ik kan zelf niet leze, maar ze zegge, de krante staan er vol van en dan de bulletien met groote letters, die voor het berroo stond och meneer, zeg eens, kan er ook kwaad van komen met de politie van die veertien dage z/Nu, stuur je jongen in 't vervolg geregeld, dan komt alles in orde". zz't Zal niet mankeere, meneer." En de man ging dankbaar heen, terwijl de ander nadacht over het heilig ouderlijk gezag, waarop de wet niet mag ingrijpen. (Historisch.) Te Gouda ziju aangehouden twee zeer be- ruchte Haagsche mannen, reeds herhaalde malen veroordeeld wegens diefstal en andere feiten. Thans worden zij verdacht van de jongste nachtelijke strooptochten in de residcutie. Ongeveer 14 dagen geleden werden zij daar gearresteerd, doch weder op vrije voeten gelaten. Een dag nadat zij in vrijheid waren gesteld, vaardigde de rechtbank weder een bevel tot gevangenneming uit, ortidat een der personen bij wie was ingebroken, in een der twee mannen een van de iubrekers meende te herkennen. Men schrijft uit Ter Apel Hij is een jongen van 18 jaarheeft nog niet eens geloot. Nog geen enkel voorjaar heeft hij in 't veen voor vol kunnen meedoen. -Dit voorjaar zou het wezen. Met vader zou hij in 't span" gaan, om te baggeren. Zaterdag was alles reeds ter stee gebracht, dat ze nu, Maandag, er zoo voor konden stappen. Vreugde in 't arbeidersgezin. Wat al een droombeelden van mooie verdiensten, van mooie arbeiden, van mooien zoraer, van mooie toekomst in dat gezin En de jongen zelf. Ook hij vol vreugde, vol goede voornemens. Voor 'n dag kwam hij terug uit Duitschland, waar hij den winter over goed geld gemaakt had en overgespaard voor ze thuis. Maar al had hij 't er ook goed gehad, de laatste dagen was hij vast ongeduldig geworden van ver- langen naar huis, waar ze droomden van zonnige toekomstige dagen. En och, wat was hij blij, toen er van thuis waren in het naaste Duitsche dorp, om hem af te halen Werkelijk er kroop hem iets in de keel. En zijn wederkomst in huis bij moeder. Neen toch. Van morgen zouden ze samen voor 't eerst heengaan, vader en hij. Maar van morgen ging vader alleen Met droefheid in het hart. Waar was de zoon 't Was Zondag, uitgaansdag voor de jongelui. Gisterenavond toen ze reeds alien te bed lagen, was hij thuisgekomen met kwetsuren aan het hoofd door kwaad. Toen ging hij naar bed. Doch een poos later werd hij //opgehaald" door de marechaussees. Hij wordt beschuldigd den rijks- veldwachter, onder invloed van drank en met dollen kop, gewond te hebben. Vader ging alleen naar 't werk. Moeder en alien schreiden hem na. Men meldt uit Tiel Vrouw Scherff, thans geheel genpzen, heeft dezer dagen een bezoek aan haren man te Medemblik gebracht. Blijft de verbetering in diens toestand aanhouden, dan kan, volgens den directeur, zijn ontslag spoedig verwacht worden. De gezusters Levoir zijn vol berouw over de daad, die zij met heete tranen beweenen. In den geestestoestand vanSpiering, den //blikkendominee", is weinig verandering te bespeuren. Te Appeltern blijft het rustig. De Liberte bevat een brief van kolonel de Villebois-Mareuil aan overste Monteil, die met de laatste mail in Fraukrijk was ontvangen en waarin de kolonel ook gewag maakte van het door hem ontworpen plan voor een aanval op Kimberly (ook door graaf Sternberg in zijn inter- vieuw te Londen vermeld) dat hij in een krijgs- raad toeiichtte, maar dat later verworpen is, omdat de uitvoering waarschijulijk te veel menschen- levens zou gekost hebben. Op het oogenblik dat Villebois-Mareuil schreef (10 Februa^ri) was hij al vijf dagen doende geweest om het plan door te zelten. «/De Boeren, schrijft hij, zijn de beste menschen ter wereld, hun schot is buitengewoon zeker, zij hebben een merkwaardig inzicht in devensieve tactiek maar zijn van een onverstoorbare kalmte I Echter komen zij, als de toestand dreigend wordt in bewegingen daar zij een juisten blik, een sterk ge- loof en een onuitbluschlijke vaderlandsliefde heb ben, brengen zij groote dingen tot stand. z/Mijn invloed op den staf is dikwijls zeer platonisch. Toch behandeld men mij met een onderscheidiug en een sympathie die mij diep treffen in zoover zij ook Frankrijk gelden, voor welk land mijn verblijf hier stellig later voor- deelig zal zijn." Ten slotte spreekt Villebois ook over een aantal jonge Franscheu die overste Monteil hem heeft gezonden. //Zij zijn flink en vol ijver, maar zij zijn kaal aangekomen in deze woestijn, en nu mijn toch al bescheiden menage is uitgeput, scheelt het niet veel of wij lijden gebrek. Ik ben bezig met tenten voor hen te vinden, vervoermiddelen, keukengerei, proviand, maar dat zou alles gemak- kelijker gegaan zijn te Pretoria dan op acht dagen afstands. z/Ik weet niet wanneer ik bij u terugkom het ziet er naar uit of het lang zal duren dat brengt het klimaat zoo mee LafFan verneemt uit Pretoria, dat verscheiden duizenden bajonetten daar gemaakt worden ten dienste van het vreemden-legioen, dat onder bevel stoud van Villebois-Mareuil. Het legioen bestaat nu uit Frauschen, Duitschers, Hollanders en ItaTi- aneu, ook is er een afdeeling Ameribaansche verkenners bij, met verscheiden ossendrijvers uit de prairien. De drie jongens die met Sipido de dader van den aanslag op den Prins van Wales, in het Volkshuis aan een tafel zaten toen hij zijn weddenschap aanging, hebben zich uit eigen bewe- ging aan het paleis van justitie aangegeven, evenals andere kennissen van hem, die met hem naar het station waren gegaan, maar beweerden dat zij vau zijn plannen niets afwisten. Men vertelt dat de vader van Sipido een tijdlang in een krankzinnigengesticht heeft gezeten, maar het is gewoonte om koningsmoordenaars en der- gelijke erfelijk belast te verklaren, en dus is het nog de vraag of de bewering waar is. Van St. Helena. Uitgebreide maatregelen worden op Deadwood Plain getroffen voor de aankomst van de Boerengevangenen. Het kamp en al het verdere benoodigde is gereed. Een ruimte van drie vierkante acres is met gepunt ijzerdraad omringd en overal zijn wacht- posten geplaatst. Generaal Cronje en waarschijnlijk kolonel Schiel ook, zullen afgezonderd worden van de overige gevangenen. Generaal Cronje zal waarschijnlijk in een huis bij het regeeringsgebouw geplaatst worden, welk huis beheerscht wordt door de kanonnen van High Knoll Fort. Longwood, het nieuwe huis, dat naast het verblijf van Napoleon gebouwd is, is nu gereed *voor graaf Bathurst. Luitenant-koloriel graaf S. H. Bathurst is de schoonzoon van lord Glenesk en staat aan't hoofd van het 4* batallon Gloucestershire regiment dat Maandag een week geleden naar St. Helena is vertrokken. De regeering heeft verder alle mogelijke maat regelen genomen om elke minder vriendelijke behandeling van de zijde der bewoners tegenover de gevangenen te beletten. Trouwens over 't al- getneen zijn de bewoners nogal ingenomen met hunne gasten, daar door dezeu eene groote uit- breiding van den handel is te verwachten. De watervoorraad van Deadwod is vermeerderd en ook is voor groote reservevoorraden gezorgd. Ieren aan de zijde der Boeren. Het bericht uit Lorenzo Marquez, dat een sterk contingent Iersche vrijwilligers Zaterdag in die stad is aangekomen met bestemming naar Pretoria, heeft te Londen een zeer pijnlijken indruk ge maakt. Deze vrijwilligers, die in de Vereenigde Staten wonen, stellen zich dus lijnrecht tegenover velen hunner broeders uit Ierland, die op dit oogenblik de Koningin bewijzen hunner trouw geven.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1900 | | pagina 2