A 1 g em e e d Nieuws- en Advertentieblad Zeenwsch-Vlaanderea No. 3905. Donderdag 12 April 1900. voor Engeland en de Z.-A. Republiek. 40e Jaarffang. Geheirnzinnige Buren. ABONNEMENT: Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave F JBUILL FTP N LONDEN, 11 April. De Boeren hebben eene groote overwinning bebaald te Meer- katfoutein, waar in het gevecht BOO Engel schen gedood en gewond en 900 hunner gevangen genomen werden. De verliezen der Boeren bedroegen 5 dooden en 9 ge wonden. TER NEIIZENSCHE COIIRANT Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,_. Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32J. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. Dit blad vergcliijni AflaaiKiHg Berraw ADVERTENTIfiN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecbts t w e e m a a 1 berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. «ensd»|f- en I rijdugavonil, uit|gez»uderd in—unii ■■imiii i t- i>p rre.<<ilagt-B, bij ilen vr, I». J. At IIIIIK te Ter Yenzen. Wij hebben met eenige verbazing gevraagd, hoe kwain het, dat kolonel Broadwood allerlei plannen voor een inval in Transvaal bij zich had, die men eerder te Bloemfontein zou gezocht hebben. Trou- wens, de tegenwoordigheid van de Engelsche legermacht te Thabanchu was niet geheel duide- lijk. Het blijkt nu, dat kolonel Broadwood ver- moedelijk de voorhoede vormde van een legermacht, die langs een omweg Transvaal wilde binnendringen, zonder met de Boerenhoofdmacht te Krooustad in aanraking te komen. Men schrijft Roberts het plan toe, langs den volgenden weg te willen trekken Bloemfontein, Thabanchu, Ladybrand en Ficksburg. Tot zoover loopt de weg voor een groot deel langs de grens van Basoetoland, en zou dus zijn rechtervleugel geen aauvallen der Boeren te duchten hebben. Van Ficksburg zou het gaan naar Bethlehem, misschien over Senekal en vervolgens op Villiersdorp aan, waar de Vaal zou worden overgestoken. Nu de Boeren echter kaarten en plannen voor dezen tocht hebben ge- vonden, zullen er wel eenige wijzigingen in worden gebracht. Voorloopig schijnt Roberts echter rustig te blijven. flij moet ontzaglijk veel paarden verloren hebben en nu zijn er wel 700 paarden van Norvals- pont te Bloemfontein aangekoinen, en zijn er te New-York een 50,000 aangekocht, maar daarmee herft men nog niet dadelijk cavalerie. Bovendien heerscht er veel longziekte onder de manschappeu, zoodat Roberts eerst dikkere kleeren wil hebben, aangezien langzamerhand de winter in Transvaal nadert en de nachten reeds zeer koud worden. Een tweede oorzaak van vertraging ligt in de houding der Vrijstaters, die tegenover Engeland weinig betrouwbaar is. De Daily News" zet uiteen, dat Roberts' stelsel, om de zoogenaamd zich onderwerpende Boeren vrij te laten, hoogst nood- lottig werkt. Nauwelijks hebben de Engelschen de hielen gelicht, of die Boeren staan weer op, en overal duiken korpsen op, die blijkoaar bestaau uit Boeren die zich onderworpen hadden. Maar wat zal Roberts anders doen met die duizeuden, die zich overgeven De Reddersburgers zijn ook al onbetrouwbaar gebleken. In schijn hadden zij zich onderworpen, toen de Engelschen het dorp bezetten, maar zij gingen toch de Wet's Boeren tegemoet en vervingen de Engelsche vlag weer in de Vrijstaatsche. Ilet gevecht bij Reddersburg is nog erg vreemd. Wie de Engelsche aanvoerder was van het troepje, is bv. niet bekend geworden. Het gevecht werd vooral geleverd rondom een kopje, dat de correspondent van de „Times" Mestershoek noemt, vermoedelijk hetzelfde, dat op de officieele stafkaart Mozarshoek heet. Er blijkt uit de beschrijvingen, dat de Engelschen, die zich overgegeven hebben, van de Westdorp kwamen en op Bethanie terugtrokken, toen de Boeren, onder aanvoering van de Wet, wier getal geraamd wordt op tusschen de drie- en vijfduizend, ze inhaalden en omsingelden. De Engelschen hadden wel degelijk een ver- schanste stelling, waarin zij het geschutvuur van de Boeren uithielden tot Woensdagmorgen. Zonder voedsel en zonder bedekking, onder een tropische zon, gaven de Engelschen zich over, uit gebrek aan schietvoorraad, toen er geen hulp opdaagde. De gewonden vertellen, dat de Engelschen man- moedig den ongelijken strijd volhielden. Hieronder eenige telegrammeu Louden, 9 April. Men is hier bevreesd voor het geval, dat de aanvoer van paarden en winter uitrusting voor lord Roberts troepen zal worden gestoord Roberts positie zou dan hachelijk worden. Hoe groot de behoefte aan remonte is, blijkt uit de mededeeling van de „Daily Tel" van Dinsdag 1.1., volgens welke bekende regimenten, zooals de Scots-Crey's, de Iuniskillings-dragonders en de lansiers ternauwernood gezamenlijk 100 bereden manschappeu konden bijeenbrengen. Ook de artillerie moet minstens 1000 nieuwe paarden ontvangen, alleen voor de bespanning der stukken, en niet medegerekend die van muuitie- wagens en trein. Lord Kitchener is belast met de verdediging der verbindingslinien. De pers is zeer heftig over de onbekwaamheid der Engelsche officieren. Volgens een Times'" bericht uit Kaapstad zijn de Engelschen bij Koorn- spruit in den val geloopen, zoo bedaard en kalm, alsof zij in een ontvangst-salon opgewacht werden. De Boeren vroegen de soldaten bedaard de geweren af, en verzochten dan om zijwaarts te gaan om ze niet verder te hinderen. De soldaten konden wel niet anders dan handelen volgens het beleefde verzoek. Philadelphia, 10 April. Gister werd eeudruk bezochte meeting gehouden ten gunste der Boeren. Davis voerde het woord, en een schooljongen werd aangewezen om het manifest, door '22,000 jongens onderteekend, persoonlijk aan Kruger te gaan overhandigen. Louden, 9 April. Volgens de Birmingham Post zijn er nu 6 Engelsche detectieven afge- zonden, om den prins van Wales te begeleiden tot hij weer in Engeland terug is. De Engelsche regeering zou zich voorts bij de Belgische regeering beklagen, dat de prins niet voldoende door de politie is beschermd, hoewel de autoriteiteu wisten, dat de prins Brussel zou aandoen. Londen, 10 April. Uit Louren^o Marquez verneemt de Times dat er een belangrijk hoog- verraad proces is behandeld te Johannesburg. Het driemanschap Dempsey, Perron en Thompson werden voor den hoofdrechter Gregorowski gebracht wegens het leggen van een hinderlaag aan Munnik, onderslaatsingenieur van het mijnwezen, dien zij als gijzelaar wilden hebben tegen de dreigende veruieling van de mijnen, en wien zij staatsge- heimen wilden afpersen. Dempsey werd bij ver- stak veroordeeld tot zeven jaar tuchthuisstraf, de beide anderen werden vrijgesproken. Het is zon- derling dat de hoofdspeurder op geheirnzinnige wijze is verdwenen voor het begin van het geding. De voorzitter van het hof verklaarde dat de straf- vervolging geen politieke bedoeling had, en zeide dat hij niet begreep hoe Munnik de afdreigers twee honderd pond had kunnen betalen, omdat hij het beloofd had immers hij behoorde te weten dat afgedreigde beloften tot niets verbinden. Holland vroeg Munnik of het waar was dat de Transvaalsche regeering hem gelast had, het vernielen van de mijnen voor te bereiden. Munnik weigerde te antwoorden, omdat hij geen staatsgeheimen raocht verklappen. Volgens Monnypenny staat het echter toch vast dat er toebereidselen gemaakt zijn. Wij vermelden hier nog de volgende telegram- men, die alien wijzen op een bedrijvigheidop het oorlogsterrein Londen, 10 April. De avondbladen bevatten een telegram uit Pietermaritzburg van heden, meldende dat er hedenochtend bij Elandslaagte een zware kanonnade begonnen is. Ladysmith, 10 April. Er is vanochtend vroeg den kant van de Zondagsrivier uit zwaar schieten gehoord. Het duurde een paar uren. Er zijn geen bizonderheden vernomen. Een kaffer, die hier uit Newcastle is gekomen, vertelt dat de Boeren eenigen tijd (geleden druk bezig waren in de Biggarsbergen kanonnen o]) te stellen. St. Helena, 10 April. De Boeren-gevangeuen zijn hier aangekomen. Zij hebben zich goed ge- dragen. Waarschijnlijk landen zij morgen. Napels, 10 April. Het Boerengezantschap, be- staande uit Fischer, Wolmaraus en Wessel, is hier aan boord van de Kaiser aangekomen. Zij werden ontvangen door Dr. Muller, vertegenwoor- diger van den rijstaat en van Boesehoten, secre- taris van het Transvaalsche gezantschap te Brussel. Het driemanschap zal hier eenige dagen blijven. Brussel, 10 April. Dr. Leyds is naar Napels vertrokken om het Boerengezantschap te ontmoeten. Het driemanschap heeft hem verzocht daar te komen om simen te regelen, hoe zich tot de mogendheden te wenden. Rome, 10 April. De Corriere d'ltalia heeft een interview met Fischer gehad. Hij sprak zijn ver- trouwen uit, dat Lord Roberts nooit in Pretoria zal komen en veroordeelde de aantijging, dat de aanslag op den prins Van Wales een gevolg was van een campagne van Dr. Leyds. Bethulie, 9 April. De Boeren hebben feitelijk het gedeelte van den Vrijstaat, dat ten oosten van den spoorweg ligt, in bezit. De Boeren zijn gezien op 20 KM. ten oosten van Bethulie. Parijs, 10 April. De Temps verneemt uit Londen, dat het gevecht van de Wetsdorp iets anders is dan dat van Reddersburg. De gevangen Engelsche cavaleristeu zouden dan behooren tot de mannen, die Gatacre had gezonden om die van Reddersburg te ontzetten. Heden morgen ontvingen wij het volgende telegram Naar het Engelscli. Slapen was onmogelijk. Ik liet het gordijn zakken en stak het gas op, voorneuieus om wakker te bhjveu tot dat de dag aanbrak maar nu bleek Morpheus even grillig als een jong meisje. Toen hij begeerd werd, ontvluchtte hij, ougewenscht keerde hij terug en toen ik uit den zwaren slaap ontwaakte, waarin ik uren lang verzonken had gelegen, stond de zou reeds hoog aan den hemel. Overdag voelt men zich heel dapper en onder het kleeden lachte ik om mijn eigen dwaasheid. Zoodra ik klaar was opende ik de vensters en trachtle mijn droom, zooals ik het begon te be- schouwen, met de werkelijkheid te vergelijken. Eindelijk kwam ik tot het besluit dat" iets of iemand een schaduw op mijn raam moest «e- worpen hebben en dat ik dat in mijn halfslaperigen toestand door het dunne gordijntje had gezien. Hoe het zij, mevrouw Ellis moest haar goed terug hebben en na het ontbijt hegaf ik mij naar haar toe, eer ik naar Londen ging. Hare dochter deed mij open. j.Moeder is weg. Zij vertrok gisterenavond. Mat is er van uw dienst vroeg zij. Nietsja toch wel. Uwe moeder liet eenige voorwerpen van waarde onder mijne hoede. „Zoo.J Daar weet ik niets van!" u Heeft zij het u niet gezegd Zij heeft den sleutel zeker mee z,Dat denk ik wel." „Hoe vervelend riep ik uit. »Ik wil die dingen liever niet houden." „Staan ze u in den weg? Zijn ze zwaar? »Neen, het zijn sieradenkleinigheden. Ik dacht dat u het wist." „0, ik begreep wel dat ze ergens been gezonden waren die japausche doos bedoelt u Die moest u toch maar liever bewaren wij kunnen het niet. Nog wat „Neen, neen. Dan zal ik het wel moeten houden. Goeden morgen" „Goeden dag, juffrouw," zei het meisje de deur dicht doende, blijkbaar blij dat zij van mijne tegenwoordigheid verlost was. Geheel vertrouwde ik haar niet. Op het kantoor hield men mij lang bezig, er was veel te bespreken. Men droeg mij een zaak op, waarvoor ik naar Aldershot moest om de vrouw van een hoofd-officier te spreken een zeer zon- derling geval. Het grootste gedeelte van den dag ging daar mee heen, want mevrouw Raveus was heel aardig. Zij behandelde mij als een dame, zoodat wij op een zeer Vriendschappelijken voet kwamen. Ik was ook zeer „presentabel." De uitslag van dien tocht was dus in zoover bevredigend, maar ik miste den trein en kwam veel later in Londen aan dan ik gerekend had. Het was al donker toen ik het Claphamstation bereikte en toen had ik nog een heel eind te loopeu naar mijn villa. Ik was echter niet bang. Niemand had mij nog ooit aangerand en bovendien had ik een revol ver bij mij klein maar zeer bruikbaar in- geval van nood. Ik was nog al moede en hon- TER NEUZEN, II April 1900. Gisteren werd alhier door den bouwkundige J. Scheele, namens den heer P. J. van de Sande annbesteed het vergrooten van de drukkerij, met bijbehoorende werken. Hiervoor werd ingeschreven door de heeren A. C. Rijnberg, voor f 2110 H. van der Velden, voor 1973; J. B. de Boij, voor 1953 M. Wisse, voor 1935 W. Reinhout, voor 1905 F. C. Ilerrebout, voor 1900 en J. A. Rijnberg,' voor f 1900, zoodat de minste inschrijvers waren toch veilig thuis, soupeerde gerig, maar kwam en ging naar bed. „Niemand geweest, Ellen?" vroeg ik onder het naar b >ven gaan. »Neen, juffrouw, ten minste niet terwijl ik thuis was." Zijt gij dan naar uw zuster geweest //Ja, juffrouw, maar niet lang." »Ik heb niet gaarne dat het huis alleen is. Gij hadt niet mogen gaan zonder het mij te vragen Er schijnt niets gebeurd te zijn: maar als gij weer een avondje wilt hebben, moet gij het mij eerst vragen." //Ik dacht juffrouw dat u vroeger terug zoudt zijn. Ik ging slechts van vier tot half zes en verzocht de keukenmcid van hiernaast om op de deur te letten." z/Het is nu gebeurd, maar denk er in het vervolg aan, Ellen. Goeden nacht." Zij deed het gas uit en ging heen. Op mijn kamer komende, vond ik tot mijn verbazing een gebroken ruit. in het rechtsche raam het spookraam zooals ik het in gedachte noemde. Mijn eerste opwelling was om te gillenmaar ik riep Ellen terug en wees haar het gebroken glas. Zij was zeker dat het nog niet gebroken was ge weest in deh vooravond, toen zij het gordijn neer- liet. z/Steek een kaars aan en verlaat de kamer,' zei ik. Zij kwam mij verdacht voor. Zij ging beleedigd heen, maar ik riep haar terug, want een paar afdrukken van vingers deden mij ont- stellen. jWaar is de sleutel van die kast, Ellen, weet gij dat vroeg ik, om haar op de proef te stellen. z/Neen, juffrouw, ik heb hem gisteren al gemist bij het sluiten der ramen." ,/Hebt gij geen slffutel, die er op past? Kijk, er zijn afdrukken van vingers op de verf. Neen, kom er niet aan j ik zal ze laten photographeeren. Waar is uw sleutel z/Ik heb geen sleutels, juffrouw. Wat denkt u van mij z/Breng mij een beitel en een hamer." Zij bracht die terstond en met een paar tikjes had ik het slot openEllen lichtte mij bij en ik kon dadelijk zien dat de kast geheel ledig was. z/Ellen," zei ik bedaard, //gij hebt mij bestolen, ontkennen baat je niet. Gij wist dat er kost.baar- in deze kast waren. BekenZeg mij wat gij met de juweelen en het zilver gedaan hebt." z/Zilver Juweelen! Ik verklaar plechtig, dat ik er niets van af weet," riep zij uit. „Verdenkt u mij? Ik zweer u, juffrouw, dat ik niet aan de kast geweest ben en niets van het zilver afweet Maak mij niet ongelukkig, juffrouw In haar angst viel zij bitter schreiende op hare knieen, terwijl ik beurti lings naar mijn geplun- derde kast en naar haar wanhopig gelaat keek. z/Ga naar beneden," zei ik kort af. ,/Laat mij er over deuken, gij behoeft niet bang te zijn, tenzij gij schuldig zijt." z/Ik ben zoo onschuldig als een pasgeboren kind," zei het meisje, opstaande en met den zak- doek voor de oogen de kamer verlatende. Ik zette de kaars op mijn toilettafel en viel moede en verdrietig in een armstoel. De toestand

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1900 | | pagina 1