A Igemeen
Mieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderen
JAARMAR K T
3901.
Dinsdaj* 3 April 1U00.
UITSLAS VSRKIEZING.
cp
Engeland en de Z.-A. Republiek.
40e Jaara:ang;.
Veeartsenijkundig Staatstoezicht.
Belasting op Bedrijfs- en
andere inkomsten.
Het Oceaankerkhof.
f?.h
ABONNEMENT
t
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
FKIJILLETON
Hier 1 agen de overblijfselen van een reusachtig
schip naast dat van een kleinere, niet grooter dan
een schoener. Ik keerde mij om, ik had genoeg
gezien I
TE
KOEWACHT,
Ik nam dit voorstel gaarne aan, want ook mijne
gedachte was slechts gericht op de vraag, hoe de
rots weg te krijgen. Hoewel ik eenig gevaar kon
loopen hij het plaatsen der patronen, was dit van
weinig beteekenis tegenover het succes, dat wij
konden behalen.
4'
COUR
Yoor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post
Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10,
Bij directe opgaaf van driemaa] plaatsing derzelfde advertentie wordt, de prjjs
slechts tveemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Hit bl»ii versehijnl rinHiiiIni;-, lloeu!iilH|{. eu t'rijilmtavuuil, nitsezouderd op Veestdageu, bij den ail)(ever P. J. AM Ob' llfDK Ter \i
Burgemeester en Wethouders der gemeente TEB NEUZEN
maken bekcnd, dat een afschrift van het proees-verbaal,
vermeldende den uitslag der op 30 Maart 1900 gehouden
stemming, ter verkiezing van een lid van den Gemeenteraad
is aangeplakt en voor een ieder ter Gemeente-Secretarie ter
inzage ligt.
Ter Nenzen, den 31 Maart 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
J. A. P. GEILL.
De Secretaris,
J. WISKERKE.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN maken bekend, dathunne oproeping
van sollicitanten naar de betrekking van
van af heden is vervnllen.
Ter Neuzen, 2 April 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. WISKERKE, Secretaris.
De Burgemeester van TER NEUZEN, brengt bij deze ter
keunis van belanghebbenden, dat blijkens bericht van Zijne
Excellence den Minister van Buitenltndsche Zaken de invoer
van melkkoeien in Belgie langs Achel met ingang van 1
April a. s. wederom is toegestaan.
Ter Neuzen, 31 Maart 1900.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
De Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
Gezien de circulaire van den Commissaris der Koningin
in Zeeland van 24 Maart 1900, A no. 248/', 1»'« afdeeling
(Provinciaal blad no. 49)
innUen bekends
dat de aanvang van het beschrijvingswerk voor de belasting
op bedrijfs- en andere inkomsten voor het dienstjaar 1900/1901
door den Commissaris der Kooingin is bepaald op Zaterdag
5 Met 1900, en dat het werk der commissien van aanslag
behoort te zijn afgeloopen op 29 September daaraanvolgende
dat onidat er bezwaar zou kunnen rijzen tegen regeling,
na den krachtens art. 19 7 der wet op de bedrijtsbelasting
bepaalden termijn, van aanslagen welke niet uit de beschrijving
voortvloeien of die om eene andere reden zijn aangehouden
moeten worden is bepaald, dat die regeling moet zijn
afgeloopen binnen eene maand, nadat de commissie van aanslag
of het college van zetters door den voorzitter daartoe zal
zijn opgeroepen
en dat de voornaamste verplichtingen welke het publiek
Een geJieim van den Atlantischen Oceaan.
5)
Toen ik in een soort hoi kroop, was het alsof
een donkere rnuur voor rnij oprees. Eerst dacht
ik, dat het de rots was, tnaar het was lang en
bad regelmatige lijnen. Ik trad naderbijgoede
hemel het was een schip Eene groote stoomboot
Welk een aanblik, zooals zij daar lag op een
kant, op en neer gaande met den zich bewegenden
budetn. De masten en schoorsteenen waren weg,
het dek was opengescheurd en de boeg ingedrukt.
Rondom haar lag een ware verwoesting. Ik
ontwaardde de overblijfselen der lading en de
balf vergane beenderen der bemanning. Welken
naam voerde de boot Ik kroop naar voren en
mijn lamp ophoudende las ik: ,/Ontaris, Liverpool."
Nauwlijks had ik deze boot verlaten, toen ik
weer een andere romp ontdekte. Ditmaal was het
die van een zeilschip 1 Daarna bracht elke stap
mij naar een attder gezonken schip, zij lagen rondom
verspreidinalle richtingen. Van soinmige was slechts
■een deel overgebleven, terwijl andere pas begonnen
uit elkaar te vallen sommigen wezen er op dat
zij gedureude de twee laatste jaren daar waren
gekomen. De iugeslagen boeg van elk schip ver-
telde dezelfde verschrikkelijke geschiedenis. Sche-
pen van alle naties en van elke grootte lagen bij
elkaar opgehoopt in deze verschrikkelijke doods-
*allei.
heeft te vervullen, zijn voorgeschreven bij de navolgende
artikelen der wet van 2 October 1893 (Staatsblad no. 149)
die luiden
Artikel 15.
2. Ieder die optreedt als bestunrder of beheerend ven-
noot van eene hier te lande gevestigde vennootschap, onderlinge
▼erzekering-maatschappij, cooperatieve vereeniging, of van
eene vereeniging of stichting die een bedrijf of beroep uitoefent,
of als boekhouder eener hier te lande gevestigde reederij, is
gehouden daarvan schriftelijk binnen dene maand kennis te
geven bij het bestunr der gemeente waar hij woont.
Het gemeentebestuur handelt met deze kennisgeving op de
wijze voorgeschreven in de laatste zinsnede der vorige paragraaf.
Artikel 16.
Hier te lande wonende beheerende vennooten van Neder-
landsche vennootschappen en maatschappen, als bedoeld in
art. 6 2, en van de in art. 1 b bedoelde commanditaire
vennootschappen op aandeelen, bestuurders van hier te lande
gevestigde naamlooze vennootschappen, cooperatieve en andere
vereenigingen, en onderlinge verzekeringmaatschappijen. als
ook boekhouders van hier te lande gevestigde reederijen
mogen niet tot het doen van uitdeelingen of uitkeeringen,
waarover volgens art. 5 I en 2 en art 6 2 belasting
verschuldigd is, overgaan, alvorens daarvan aangifte gedaan
en de over vroegere uitdeelingen of uitkeeringen verschuldigde
belasting betaald te hebben.
Bij liquidate mogen de hier bedoelde uitdeelingen of
uitkeeringen niet geschieden, alvorens de daarover verschul
digde belasting is voldaan.
Artikel 45.
Bestuurders van de bij art. li en c bedoelde naamlooze
vennootschappen, cooperatieve vereenigingen, andere vereeni
gingen en stichtingen, die een bedrijf of beroep uitoefenen,
onderlinge verzekeringmaatschappijen en societeiten, alsook
beheerende vennooten van hier te, lande gevestigde comman
ditaire vennootschappen op aandeelen en boekhouders van
hier te lande gevestigde reederijen, zijn gehouden binnen
veertien dairen na de vaststelling van balans of rekening een
zoodanig uittreksel als noodig is tot toeliehting der wiust,
nitkeeringen of uitdeelingen te doen toekomen aan den voor
zitter der commissie van aanslag, bedoeld bij art. 19 Id of
2, die den aanslag moet regelen.
Artikel 47.
5. Hij, die daartoe gehouden, nalaat de verplichtingen
na te komen bedoeld bij art. 15 1 eerste lid, en art. 15
2 eerste lid, wordt gestraft met eene geldboete van ten
hoogste f 25.
Gelijke straf wordt opgelegd in geval van overtreding van
art. 45.
6. Overtreding van art. 16 wordt gestraft met een
geldboete van ten hoogste 400.
Artikel 34.
Handelsreizigers, kramers en alle verdere personen, die
hun bedrijf of beroep rondtrekkende uitoefenen, voor zoover
zij behooren tot de bedoelden bij art. \a, h en kzijn gehouden
onverminderd hunne verplichtingen omschreven bij artt. 12
en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk, waar zij zich na het
begin van het belastingjaar het eerst bevinden, bij het ge
meentebestuur schriftelijk aan te melden, met opgaaf van hun
naam, hunne woonplaats en hun bedrijf of beroep. Ten
blijke dat zij hieraan voldaan hebben, ontvangen zij kostoloos
een door of vanwege het hoofd van dat bestuur onderteekend
Bewijs, dat zij gehouden zijn mede te onderteekenen en op
aanvraag aan ambtenaren der directe belastingen te vertoonen.
Artikel 47.
7. Personen, die van een bewijs voorzien moeten zijn
als bedoeld in art. 34 en die in gebreke blijven dit bewijs
Aan den tegenovergestelden kant der richting
waarin ik mij had bewogen zag ik den bodem
stijgen. Ik besloot in die richting voort te gaan.
Na een paar minuten te hebben geloopen, bevond
ik dat de grond nog steiler werd. Slechts laugzaam
kwam ik voorwaarts en werd zelfs eens terugge-
drongeu naar het hoi waaruit ik gekomen was.
Ik nam een ijzereu staaf van een der scheptn,
daarmede gewapend ging ik mijne pogiug herhalen
en kwam nu laugzaam vooruit.
Moedig girig ik hooger, totdat ik een groote
stevige rotsmassa bereikte. Ik kan mij nauwelijks
herinneren hoe ik weer in mijn boot gekomen
ben, want ik was uitgeput eu duizelig. Aan
boord van het jacht teruggekeerd, liet ik mij
dadelijk neervalleu. Ik moet er verschrikkelijk
hebben uitgezien, want kapitein George liep haastig
op mij toe en riep uit //Wat scheelt je toch
Lawrenceson. Je ziet er uit alsof je ternauwernood
ontsnapt zijt aan de kaken van een zeemonster.
//Den dood zelf ben ik ontsnapt," antwoord-
de ik.
z/Heb je de rots gevonden
,/Ja."
De kapitein keerde zich om en gaf bevel een
flesch brandewijn en een glas te halen.
//Drink eens," zeide hij, //je zult er belioefte
aan hebben."
Nadat ik mij eenigszins hersteld had, moest
ik hem alles vertellen, wat ik ontdekt en gezien
had. Hij luisterde zonder mij in de rede te vallen.
op aanvrage aan bevoegde ambtenaren te vertoonen, worden
gestraft met eene geldboete van ten hoogste 25.
Geven zij ter bekoming van dat bewijs aan het bevoegd
gezag een valschen naam, woonplaats, bedrijf of beroep op,
of maken zij gebruik van het ann een ander afgegeven bewijs,
dan worden zij gestraft met eene geldboete van ten hoogste 1&0.
Eindelijk vestigen zij nog de aandacht op de in art. 12
2, 2e lid 1°. d aan de ingezetenen van het Rijk verleende
bevoegdheid om zich bij de aanstaande beschrijving, de
uitreiking van een beschrijvings-biljet B te verzekeren, door
voor of op 14 Met a. s. het verzoek daartoe te richten tot
den Ontvanger der directe belastingen over hunne woonplaats.
Ter Neuzen, den 28 Maart 1900.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, L° Secretaris.
Begin 9 ure voormiddag. Eindigende 1 ure
namiddag.
De Burgemeester,
C. DIERICK.
z/Een pauze van eenigszins langen duur is
noodig" dit is als een domper gevallen te
midden van het vreugdevertoon der Britten over
den schijnbaren ommekeer in den staat van zaken
in Afrika's zuidelijk deel na de helft van de maand
Februari, toen Kimberley door de colonne van
generaal French na een insluiting van vele
maanden van de zijde der Boeren, ontzet werd,
om met behoorlijke tusschenpoozen gevolgd te
worden door de bezetting van Jacobsdal, de
overgave van generaal Cronje bij Paardeberg in
den Oranje-Vrijstaat met een vierduizend man
(27 Feoruari), de opheffing van het beleg van
Ladysmith (waardoor het lord Dundonald mogelijk
was triomfantelijk de stad binnen te rukken den
acht en twintigsten Februari na een belegering
ran 120 dagen) en de vermeestering van Bloem-
foutein bij afwezigheid van den vijand op den
dertienden van deze maand, door den veldmaar-
schalk der Britsche legermacht
Dan is er gevolgd een pauze in de krijgs-
verrichtingen, welker motieveu nu juist niet zoo
heel verblijdend waren aan Britsche zijde (meusch
en dier hadden in den opmarsch naar de hoofdstad
van Oranje-Vrijstaat enorm geleden) en er moest
worden zorg gedragen voor de naaste toekomst
z/Precies zooals ik gedacht had," zeide hij,
nadat ik geeindigd had. Hij stond op en liep
heen en weer, in gedachten over hetgeen hij had
gehoord.
z/Weet je wat, Lawrenceson," zeide hij, //ik
zal ook eens duiken om zelf de plaats te zien."
z/Doe dat niet, kapitein George," zeide ik
haastig.
z/Waarom niet? Men is niet dikwijls in de
gelegenheid, iets zoo zeldzaams te zien. Het ge-
vaar schrikt mij niet af. Leen mij dus heden-
middag je duiktoestel."
Ik kende hem als iemand die niet licht van
zijn plan was af te brengen en probeerde dit dus
maar niet. Ook vergezelde ik hem niet, want ik
was niet lekker en ging in den salon liggen.
Een paar uur later werd ik wakker door voet-
stappen. Ik keek op en zag kapitein George
binnenkomen.
»Wel, kapitein, wat denk je ervan vroeg ik
z/Het mag een Oceaan-kerkhof genoetnd worden,"
antwoordde hij ernstig.
Na eenigen tijd te hebben gezwegen, vervolgde
hij //Dat groote schip moet de oude //Redoutable"
zijn. Het verliet Bermuda in den herfst van
1883 en lang reeds is het aan de Admiraliteit
als verloren opgegeven."
z/Maar wat zulleu we nu met de ontdekte rots
aanvangen vroeg ik.
tfliaar in de lucht laten springen," anlwoordde
de kapitein ernstig.
Ik keek hem met verbaziug aan. //Ik heb een
hoeveelheid toniet medegenotnen," vervolgde deze,
ffeen springmiddel vier maal krachtiger dan bus-
kruit en gelijk aar. eerste soort dynamiet."
voor de verbindingslijnen, voor de voeding van
de geweldige legermacht der Engelschen in het
vijandelijke land en dan voor de pacificatie
Dat was onvermijdelijk, dat was een direct gevolg
van de omstandigheden, dat kon niet geweten
worden aan den opperbevelhebber of aan de on-
middellijk na dezen komende aanvoerders, doch
het was daarom niet minder betreurenswaard voor
de Britsche legermacht zij moest het verlies
aanzien van een belangrijk deel van het met zoo
groote offers verkregen stratische voordeel zij
moest er getuige van zijn, hoe de vijand, die
door het doortastende optreden der Britten na een
lange periode van tegenslag, min of meer verrast
en ge'iutimideerd waren, allengskens weer op zijn
verhaal kwam, hoe hij zich geleidelijk weg her-
stelde van de verrassingen, zonder dat de Britten
er in konden slagen hun strategische voordeelen
naar wensch en naar verwachting aan te vullen
met nieuwe militaire voordeelen
In betrekkelijke rust en kalmte hebben de Boeren
gelegenheid gevonden, niet alleen om zich te
herstellen van de agitatie der vorige weken, tijdens
welke de tegenslag op hun hoofden is neergedaald
als een rijkelijk stroomende regen, doch tevens
hebben zij zich geheel naar wensch kunnen voor-
bereiden op de voortzetting van den geweldigen
kamp voor vrijheid en onafhankelijkheid zij
hebben (voor zoover ze dan geacht konden worden
geschokt te zijn in hun vertrouwen op de toekomst
en op de zege van hun rechtvaardige zaak tegen
de overweldigende overmacht en voor zoover dan
wellicht kan aangenomen worden, dat de jongere
elementen min of meer teleurgesteld waren in hun
Godsvertrouwen) nienwen moed kunnen opdoen en
nieuwe hoop kunnen putten uit de ondervindingen
van het verleden.
Zoo kan dan met recht en met reden getuigd
worden, dat de door de omstandigheden geboden
gedwongen rustpanze der Engelschen te Bloem-
fontein en in het noordelijk deel van Natal, den
Boeren van evenveel voordeel is geweest als van
nadeel voor de Engelschen zelven.
Terwijl door de oorlogscorrespoudenten te Bloem-
fontein met aandoenlijke overeenstemmigheid
werd melding gemaakt van de voortdringing der
Boeren in zuidelijke richting van Kroonstad uit
en terwijl een enkel, bijzonderlijk welingelicht
reporter gewag maakte van een uitlating van
president Paul Kruger, als zon hij binnen 66n
week Bloemfontein willen hernemen, wordt uit
Londen bericht, dat generaal Wolseley den eersten
November zijn functien als opperbevelh rbber van
Daar de rots van holen is voorzien, is de inoeite
van boren ons bespaard. De patronen moeten
in waterdicht gutta-percha worden gepakt. Nadat
deze gelegd zijn, kunnen wij op een afstand gaan
liggen en alles met behulp van een electrischen
kabel doen springen. Indien het ons slechts ge-
lukte de rots te doen splijten, zouden wij ons
doel hebben bereikt."
Een geheelen tijd was ik in de diepte bezig
geweest met het plaatsen der patronentoen het
werk klaar was, werd de kabel gelegd en alles in
gereedheid gebracht voor het laatste oogenblik.
Het was een prachtige namiddag, zooals men dien
zelden heeft in October. Ik keek rondom, maar
zag geen enkel zeiltje.
De //Wanderer" had dien dag vollen stoom
opgezet, om dadelijk de reis naar huis te onder-
nemen. Kapitein George stond op het dek met
de electrische batterij voor zich.
z/Nu," zeide hij, //inaak je gereed om het einde
van deze geheimzinnige rots te zien
Ik hield mijn blik strak gevestigd op de plek
waar een boei de plaats aanwees. Plotseling vloog
een groote kolom water de lucht in en hoorden
wij gerommel als van een ver verwijderd onweer.
Toen kwam een machtige uitbarsting, die oris
schip hevig heen en weer deed slingeren. Een
nog grootere kolom water werd voeten hoog in
de lucht geworpen, medenemende groote stukken