Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeewsch- Vlaandere (No. 3898. Dinsda^ 27 Maart 1900. BEiEMTlBA^D. Engeland en de Z.-A. Republiek. 40e Jaarajaofir. Het Oceaankerkhof. Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1.82J. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. rs ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. De correspondent van de /limes in den Oranje- Vnjstaat waarschuwt tegen de voorstelling alsof de zuidelijke Vrijstaters zich onderwerpen, omdat zij wapenen inleveren. Deze blijken toch alle oud-models buksen te zijn. De inleveraars be- houden blijkbaar hun mausers, liierin de taktiek der Afridi's nabootseud, zegt de correspondent. De berichtgever van //Central News" te Louren?o- Marquez verzekert, dat daar ontzaglijke bestellingen van krijgs- en mondvoorraad zijn geplaatst, met het oog op een beleg van Pretoria. Ook hebben firmas te Hamburg, Lissabon en Marseille derge- lijke orders gekregen. Dit alles getuigt weinig van de door Engeland zoo gehoopte moedeloosheid bij de burgers. Vrijdag vermeldden de telegrammen de aankomst van French te Thabe N'chu en het voorbijtrekken van een massa Boerenwagens langs Maseroe. Een telegram van Zaterdag laat French slaags raken met de Boeren ten oosten van Bloemfontein. Wathier van aan is, zal nader moeten blijken, evenals de bijzonderheden omtrent de gevechten bij Bethuhe nog ontbreken. Uit Natal zijn de berichten nog niet zeer roos- kleurig, wat den algemeenen toestand betreft. De correspondent van de //Daily Chronicle meldt uit Ladysmith, dat bij Elandslaagte en elders alle huizen en hoeven en voorraden geheel en al zijn vernield. De machines van de kolenmijnen zijn ook beschadigd, maar dc directeur van de mijnen hoopt binnenkort te kunnen beginnen met de reparatie. In Ladysmith krijgen de burgers nog vleesch- rantsoenen en voor de eerste maal hebben de menschen ook een kleine hoeveelheid brood ont- vangen. De paarden van het garnizoen komen langzamerhand bij, maar er zijn er nog maar weinige over, daar de meeste gedureude het beleg geslacht moesten woTden. De koorts is nog niet geweken. Sedert het begin van het beleg zijn 2300 gevallen voorgekomen, en twee nieuw aangekomen brigades zijn er ook FBUILLBTON Een geheim van den Atlantischen Oceaan. 2) ,/Ja en toch is ze zeer gevaarlijk. Linklater stond op, ging met zijn rug naar het vuur staan en scheen moeite te doen, zich eenige feiten in herinnering te brengen. Allen vestigden hun blik op zijn verweerd gelaat, want webemerkten dat hij een zonderlinge geschiedenis wilde vertellen. Het is een welbekend feit, zoo begon bij, dat or elk jaar drie of vier schepen soms zelfs meer in den Atlantischen Oceaan verdwijnen on dat er van hun lot nooit iets bekend wordt. In 1841 vertrok de /President" van New-Iork naar Liverpool, onder commando van een der meest bekwame zeelieden van den tijd, kapitein Roberts, die bevel voerde over de ,/Sirius", het eerste stoomschip dat den Atlantischen Oceaan overgestoken is. Midden in den Oceaan verging de ,/President" met. man en muis. In 1846 verliet de //Savanah", een Amerikaanscb zeilschip, New- Orleans" met bestemming naar Bristol. Ilet pas- eeerde de Bahama eilanden, maar na dien dag boorde men er niets meer van. In 1850 verdween de Southern Cross op dezelfde manier. Eenige jareu later ging een landver- huizers-stoomschip de //Nomad" geloof ik met 800 mensclien naar den kelder en de oorzaak van dit ongeluk is nooit bekend geworden. Tus- scben 1860 en 1870 verdwenen er niet minder door aangetast. Het hospitaal bij de Intombe- spruit raakt langzamerhand leeg, maar de veld- hospitalen zijn propvol, ofschoon er nog enktl gekwetsten in verpleegd worden. Maagziekten en dysenterie nemen nog toe en er zijn ook enkele gevallen van scheurbuik voorgekomen. Volgens den berichtgever van de //Morning Post zijn er in het kamp bij Ladysmith nog 2000 gekwetsten onder behandeling, niettegenstaande er reeds ongeveer 4000 gewonden naar het zuiden zijn vervoerd. Vele officieren van Buller houden vacantie te Pieter Maritzburg, terwijl een paar honderd koelies bet kamp en de stad schoonmaken. Vele Natalsche Boeren worden gevangen geuomen. Uit het westen is niet veel nieuws. Van Transvaalsche zijde wordt over de laatste gevechten bij Veertien Stroomeu gemeld, dat de Engelschen, nadat zij versterking hadden ontvangen, een bevig bombardement begonuen tegen de stellingen van de Boeren. De Boeren ledeu geen veriiezen en behielden hun stellingen. De spoor is tot Content, ruim 57 K.M. ten noorden van Kimberley, hersteld. De Boeren in GrikwalaDd-West zijn, volgens de //Times", verstrooidenkelen houden nog Kenhardt bezet. Plurner, die Mafeking moet ontzetten, is naar Krokodilpoel teruggetrokken. Veel gewonnen heeft hij dus zeker niet. Te Kaapstad zijn Woensdag het transportschip //Orient" met 1130 gevangen Vrijstaters en de //City of Cambridge" met 800 gevangenen, meest Transvalers, uit Simonsstad aangekomen. Onder de gevangenen zijn jongeus van 13 jaar en wan- kele grijsaards van 70 zij zagen er verwaarloosd uit. Sommigen waren ter neer geslageu, anderen onverschillig. De Vrijstaters werden van de Transvalers gescheiden gehouden, omdat zij twitsten. De Vrijstaters zijn naar de wielerbaan teGroenepunt gestuurd, maar de Transvalers gaan, zoo het heet, naar St. Helena. Een telegram van Lord Roberts uit Bloemfon tein van den 228te° zegt dat twee kolonels, een kapitein en een luitenant der garde zonder geleide zich acht mijl van het Modderrivierkamp begaven, toen een troep Boeren op hen vuurde. De luitenant werd gedood, de overigen zwaar gewond. Een der gewonde officieren zwaaide met zijn zakdoek, waarop de Boeren hun te hulp kwamen en zij naar een boerderij gebracht werden. Door den Minister van Binnenlandsche zaken is het volgende schrijven gezonden aan de Gede puteerde Staten der onderscheidene provincien. Bij eenige Koninklijke besluiten, genomen in het laatst van bet afgeloopen en in den aanvang van dit jaar, zijn onderscheidene plaatselijke belastingen goedgekeurd tot 1 Januari 1901. Voor sommige heffingen werd deze korte termijn gesteld, omdat de desbetreffende verordening aanleiding gaf tot bedenking, maar in de meeste gevallen is de goedkeuring aan dien termijn gebouden, omdat in het laatst van 1899 de besluiten tot voortzetting van heffingen, die met 1 Januari 1900 van rechts- wege vervielen en andere plaatselijke belastingen in te grooten getale inkwamen, dan dat er voor een behoorlijk onderzoek tijd overbleef. Voor a]'e hier bedoelde heffingen bestaat dus de mogelijkheid, dat of de inhoud der verordeningen, of de verstrekte gegevens, of wel beide, indien bedoeld onderzoek had kunnen plaats hebben, aanleiding zouden hebben gegeVen tot bezwaar tegen de goedkeuring. Opdat in het loopende jaar, bij voortzetting der bedoelde belastingen na 1 Januari 1901, zoodauig onderzoek kunne plaats hebben, heb ik de eer u te verzoeken, te bevorderen, dat de betrokken ge- meentebesturen zoo tijdig hunne verordeningen vaststellen, dat die, met uw verslag, voor 1 Juli a. s. mijn departement hebben bereikt. Ten slotte breng ik nog onder uwe aandacht, dat in verordeningen tot heffing van begrafenis- I recht zeer dikwijls gesproken wordt van personen ,/boven twaalf jaar," waar, blijkens de overige bepalingen bedoeld worden personen van //twaalf jaar en daarboven." Meermalen wordt bovendien in die verordeningen vermeld, behalve een recht voor begraven, vergoeding voor grafdelven of graf- maken, voor welke laatste retributien dan de na- leving van art. 34 der begrafeniswet wordt ver- zuimd. Verder worden in besluiten tot. heffing van hondenbelasiing dikwijls zoodanige bepalingen op- genomen omtrent losloopen of vastleggen der hondeu, dat honden, waarvoor art. 253 der ge- meentewet vrijdom of vermindering van belasting eischt, voor het doel, waarvoor zij worden gehouden, niet kunnen worden gebezigd, zonder in de voile belasting te vallen. Als voorbeeld uoem ik de bepaliug, dat alle beroepsbonden, dus o. m. ook herdershonden of jachthonden, om op vermindering j of vrijdom van belasting aanspraak te hebben, niet anders op den openbaren weg mogen komen, dan vastgebouden aan een touw of ketting. Teneinde veelvuldige briefwisseling te voor- komen, heb ik de eer uwe aandacht op deze puDten te vestigen en u te verzoeken, te bevorderen, dat aan mijn departement in te zenden belasting- besluiten, voor zooveel noodig, te dezen aanzien zijn verbeterd. Nu tot twee malen toe in korten tijd onge- lukken met doodelijken afloop plaats hadden met hondenkarren, die postbeambten gebruikten, heeft het hoofdbestuur der posterijen het verder ge- bruik van hondenwagens in Noord-Holland ver- boden. Dr. L. J. Eilerts de Haan schrijft aan de Java Bode o. a Gistermorgen vroeg ik een voor den vijand gewond inlander, die in ellendigen toestand ver- keert, of hij ontbeten had. De stumpert ant- woordde ffik heb twee eieren gogeten." En waarom niet alle vier. Alle vier, mijnheer? ik krijg er maar twee. Krijgt gij geregeld niet meer dan twee eieren per dag Neen, mijnheer. Welnu, geachte redacteur, aan dezen man waren vier eieren daags voorgeschreven, door mijn voor- ganger op de zaal zoowel als door mij. De Europeesche ziekenoppasser, de man op wiens hulp zoo'n arme machtelooze is aangewezen, wilde mij nog aan het verstand trachten te brengen, dat de man loog Bij een door mij ingesteld onderzoek bleek dat op de gewondenzaal van het hospitaal te Kotta- radja dagelijks tegenwoordig wordt gestolen 28 eieren (zegge acht-en-twintig), en 16 flesschen melk, (zegge zestien), waarde 1,40 plus 5,60 is gelijk 7 daags, 7 maal 30 is gelijk 210 's maands. En op die zaal liggen plm. 40 lijders. Het geheele hospitaal bevat 300800 lijders. Men spreekt van hyena's van het slagveld In onze zieken-inrichtingen houden wij er hos- pitaal-hyena's op na. Wat melk en eieren betreft, zijn officieren van gezondheid nog eenigszins tot controle in staat. Maar wat de samengestelde spijzen aangaat mogen zij alleenproeven Of en hoeveel dus op die samengestelde spijzen wordt gestolen weten op dit oogenblik de hospitaal-hyena's alleen. dan achttien schepen op dezelfde geheimzinnige manier. Wanneer we de latere tijden eens nagaan, hebben we de //Crusader" de oude (/Crusader bedoel ik de „Cleptic", de White Slave", de //Ontario", een Amerikaansche stoomer en een groot aantal andere. In 1890 hebben we de „Erin" van de National Lijn, de Italiaansche bark Silvio, die in Januari van dat jaar van Holyhead vertrok, de ./Thanemore," een Engelsch stoomschip en de /Roman Empire," een prachtig ijzeren schip, dat gepraaid werd door een schip op den llden Juni en toen rapporteerde //A'le^ wel." Maar het meest zonderlinge geval was misschien wel dat van het Duitsche schip de de ,/Meriea Rickmers," waarover later nog zoo- I veel gesproken is, in de kringen der zeelieden." „Ik herinner mij dat ik daar wel eens van gehoord heb," zeide kapitein Lorton. #Het was, geloof ik, een bark, en het grootste zeilschip dat op dat oogenblik in de vaart was." //Nn dan, dit prachtige schip, geheel bemand en gecommandeerd door bekwame officieren, vertrok van Sagion naar Bremen op den 15 Juli 1892. Het was pas zijn tweede reis. Het werd nog in den Atlantischen Oceaan gezien ongeveer 300 mijlen ten westen der Azoren en het totaal ver dwijnen van zulk een schip bij volmaakt mooi weer, is wel het merkwaardigst van de geheimen van dezen oceaan. Van al deze schepen ontkwam niemand, om iets van het ongeluk te vertellen en uitgezonderd een of twee gevallen zijn er zelfs geen planken of dergelijke diugen aange- spoeld." //Hoe verdwenen zij Gij zult misschien zeggen dat ze in een storm verongelukten. Met sommigen ervan zal dat waarscbijnlijk wel het geval zijn geweest, maar niet met alien. ,/Hct is zonderling, dat is zeker," merkte Moxly op. „Ik besluit er dit uit," ging de zeeman voort op oi gewonden toon, want langzamerhand was hij met gloed beginnen te spreken, //ik besluit er dit uiteen oubekend gevaar ligt op den weg van deze schepen op dien van sommige in elk gevaldat gevaar overviel ben plotseling, midden in den nacht misschien, toen zij het minst er op voorbereid waren en het gevolg er van was een vreeselijk ongeluk." z/Maar ik begrijp nog niet, hoe dat alles het bestaan bewijst van een rots midden in den Atlan- I tischen Oceaan," zeide kapitein Lorton. z/Dat zal ik je dadelijk vertellen." antwoordde Linklater. //In 1876 moest ik een lading graan brengen van Fensacolo in Florida naar Talmouth. Mijn schip, de bark //St. Kilda" van Sunderland later verongelukt op de hoogte van Hatteras zooals ge u herinneren zult, was een mooie, stevige boot. Haar goede eigenschappen werden gedurende die reis wel beproefd, want we kwamen in een van de hevigste stormen, die ik op den Atlan tischen Oceaan heb bijgewoond. Na eenige uren gelracbt te hebben, het schip in de koers te houden, gaf ik het ten laatste op en liet het drijven. Ruim twee dagen lang liepen we voor den wind in noordwestelijke ricbting. #Toen de storm een weinig bedaarde, bracht ik het schip weer in zijn vorigen koers terug. Het woei toch nog tamelijk hard, de zee stond hoi en aan de lucht bemerkte ik dat er nog meer wind zou komen j we hadden dus weinig zeil op. Op een avond, juist toen ik op het punt was naar beneden te gaan, om te gaan slapen, riep de uitkijk plotseling ,/Brauding vooruit Mijn eerste indruk was, dat de kerel bij het rumvat was geweest en er te veel uit gedronken had. Ik sloeg dus geen acht op deze waarschuwing maar toen ik nog een oogenblik staan bleef, schreeuwde de man nog harder //Branding vooruit, kapitein z/Nu, wanneer hij had gezegd, #/de zeeslang vooruit," of //ecu meermin vooruit," zou ik niet zoo verwouderd zijn geweest, maar //branding vooruit" in den open oceaan, ziet ge dat be- nam mij den adem. Ik snelde vooruit. Toen ik aan den boeg stond, over de golven starend, kon ik duidelijk bet geraas van branding hooren. z/De maan brak op dit oogenblik juist door de donkere wolken heen en recht voor den boeg bemerkte ik een donkere plek, waar bet water tegen op spatle. Ik had nauwelijks den tijd om bevel te geven bet schip te wenden. Het moest wel een rots zijn, want gedurende een of twee seeonden kon ik den zwarten top onderscheiden. Soms werd de rots geheel door het water bedekt, maar doorgaans braken de golven met een donde- rend geraas tegen het steengevaarte." Een doodelijke stilte volgde op deze buitengewone geschiedenis. De wijze waarop ze was verteld, overtuigde ons, dat er iets waars in waszelfs kapitein Lorton scheen over de feiten na te denken. Na een lange stilte, zeide Moxly z/Ik herinner mij, dat ik een ouden Scbotschen zeeman eens nagenoeg dezelfde geschiedenis heb hooren vertellen." TER IEI1ZENSCHE COIIRANT. HO. Dit blad verscliljnt Si»aud»|{ ii r mnr-"1 mnmrnnniii Woen.d»«- en Wril,lWvo.ul, nl«,e-oodero, b.J den H. J. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat Openbare V e r g a d e r i n g van den Gemeenteraad is belegd tegen llmnlenlag den -» IMnart I itOII. des voormiddags ten 10 uren. Ter Neuzen, den 26 Maart 1900. De Burgemeester voornoemd, J. A. P. GEILL.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1900 | | pagina 1