Gemengde berichten.
BURGEBLIJKE STAND.
Hoogwatergetij te Ter Neuzen.
afgekondigd 14 Sept. 1898. Bij art. 83 werd be-
paald dat bij de iuwerkiugtrediug, 1 Dec. d. a. v.,
alle vroegere bepalingen op de brandweer ver-
vielen, zoodat men dus met dien datum een geheel
nieuwe toestand kreeg, een eenigszins vreemde
toestand dat er geen brandweer in de gemeente
Ter Neuzen aanwezig was. In dezen toestand kon
voor bekl. geen verandering worden gebracht door
het nieuwe artikel 53 van 10 April 1899 waarbij
de mannelijke ingezetenen die vroeger dienstplichtig
waren, verklaard werden gehouden te zijn hunne
diensten te blijven vervullen. Dat bekl. tot die
personen niet behoorde blijkt uii de door hem veel
later, 20 Nov., or.tvangen oproeping oin deel te
nemen aan de loting, uit welke oproeping dus
blijkt dat bij loting zou worden uitgemaakt wie
dienstplichtig was. Spreker meent echter dat
bekl. niet voor de loting kon worden aangewezen
daar volgens art. la alleen tot dienen verplicht
zijn de ingezeten die hun 30,le jaar bereiken en
bekl. het vorig jaar toen de loting plaats had
reeds minstens 32 jaar was. Dat volgens art.
la alleen de ingezetenen die 30 jaren oud zijn
moeten dienen, en niet dus zij die dien leeftijd
reeds hebben overschreden, blijkt z. i. duidelijk uit
b waarbij nog dienstplichtig wordeu verklaard,
personen die zich metterwoon in de gemeente
vestigen en 30 jaren oud zijn, voor zoover zij
hun 51 jaar nog niet zijn ingetreden dit laatste
ontbreekt aan de bij a dienstplichtig verklaarde
30jarigen.
Voordezestelling meent hij ook grond tevindenin
de bepaling van art. 5, dat de dienstplicht aanvangt
met 1 Januari uadat men zijn 30s jaar heeft bereikt.
Men heeft bij het maken der verordening alleen
op de toekomst gelet en geen rekening gehouden
met het tegenwoordigemen heeft verzuimd eerie
overgangsbepaling te maken voor de ingezetenen
die ouder zijn dan 80 jaren en dus kon bekl.
niet rechtsgeldig voor de loting worden opgeroepen
en ingelijfd en zal hij dus moeten worden vrij-
gesproken.
Maar al is men het met het te berde gebrachte
verweermiddel niet eeus, dan meent de verdediger
zou beklaagde van alle rechtsvervolging dienen
te worden ontslagen omdat er geen loting noodig
gewecst is. Uit de getuigenverklaringen is gebleken
dat er voor den dienst bij de brandweer slechts
noodig waren 260 personen, terwijl 400 terstond
moesten worden ingelijfd er was dus reeds een
overcompleet. Bekl. is dus in strijd met het uit-
drukkelijk voorschrift van art. 4 der verordening
opgeroepen voor loting en eveneens later ingelijfd.
Waar de getuige Geill schijnt te willen beweren
dat bekl. niet ontvankelijk zou zijn in zijn verweer
omdat hij geene bezwaren tegen zijne inlijving
bij den Raad heeft ingebracht, merkt spreker op
dat art. 12 alleen handelt over vrijstellingen en
niet in verband staat met feiten als die bekl.
betreffen. De verordening is verkeerd toegepast;
ware dit niet het geval, bekl. c. s. zouden hier
nimmer voor den rechter geroepen zijn.
In zijne repliek gaf de ambtenaar van het O. M.
toe dat door art. 52 een vreemde toestand geschapen
werd, doch al wil men ook aannemen dat men
toen door de oude bepalingen niet meer gebonden
was, dit deert niets aan zijn stelsel in deze.
De uitlegging die pleiter geeft aan art. la,
dat bekl. niet dienstplichtig zou zijn omdat hij
ouder is dan 30 jaar, noemt hij een geweld doen
aan de Nederlandsche taal. Een termijn voor het
aanvangen van den dienstplicht kon natuurlijk in
de verordening niet ontbreken. Er staat niet in
de verordening dat men precies 30 jaar moet zijn,
maar dat men zijn 30"te jaar moet hebben bereikt
dit is ook het geval met hen die reeds lang te
voren 30 jaar werden. Wanneer men dit had be-
doeld als pleiter meent, dan had men het heel
anders moeten uitdrukken.
Spreker had gewichtiger en ernstiger bezwaren
verwacht, bezwaren die tegen de verordening zelve
zijn te vinden, doch wier opsomming zijne taak
niet is. De kracht der aaugevoerde argumenten
is hem ontsnapt. Hij begrijpt wel waarom men
zich wil beroepen op het groote aantal dat aangifte
verzuimde, miar er staat nergens in de verorde
ning dat die nalatigen moeten worden gestraft en
dat zij bij inlijving moeten voorgaan. Voor dat
niet aangeven kunnen honderdlei redenen zijn, het
kan ook zijn een versloffen, dat gebeurt overal,
ook met de inilitie, maar er staat niet in de ver
ordening dat die personen tot straf in de eerste
plaats voor inlijving in aanmerking komen. Een
en ander overwegende handhaaft hij zijn requisitoir.
De verdediger zegt dat het O. M. een eigen-
aardig standpunt inneemt, hij er zich op de van
hem bekende handige, scherpzinnige wijze afmaakt
en het schijnt te willen doen voorkomeu alsof
hij verdediger moet bewijzen en niet het
O. M. de feiten in de dagvaarding ten laste gelegd
dat bekl. terecht wordt vervolgd. Spreker hand
haaft zijne stelling dat zij die verzuimden aangifte
te doen moeten worden ingelijfd, niet omdat hij
die menschen straf toewenscht, maar omdat hij
ook niet wil dat zijn client, die zijne verplichtingen
nakwam, van hun vrij blijven nadeelige gevolgen
ondervindt. Hij handhaaft ook zijn interpretatie
van art. 1 en dat men door het verzuim van het
maken eener overgangsbepaling niet meer het
recht heeft personen ouder dan 30 jaar op te
roepen. Met vertrouwen ziet hij dan ook de
uitspraak tegemoet.
Het onderzoek werd hierua gesloten en de uit
spraak bepaald op Dinsdag a. s.
Daarna diende de zaak tegen J. P. W. R.,
winkelier alhier, voor hetzelfde feit.
Ook hier trad Mr. Jacobse Boudewijnse als ge-
machtigde op, doch zag af van het hooren der ge-
tuigen.
Bekl. verklaarde vroeger dienstplichtig te zijn,
zich voor f 5 jaarlijks te storten bij den gem.-ont-
vanger te hebben afgekocht, doch in 1898 daarmee
een paar dagen te laat geweest te zijn, zoodat hij
in 1899 reeds had ingedeeld moeten worden. Een
jaar lang hoorde hij van niets, tot het later ver-
anderd schijnt te zijn en men hem meedeelde dat
hij zich weer kon afkoopen.
Waar evenwel een strooming veld won, dat het
met de verordening niet in den haak was en de
als scherpzinnig bekende heer Van der Moer deze
stelliug in verschillende courantenartikelen ver-
dedigde, meende hij met velen een afwach-
tende houding te moeten aannemen. Hij weet,
dat hij door aangifte voor de loting te verzuimen,
in de termen valt om ingelijfd te worden, maar
ofschoon dat hem niet van schuld ontheft waarom
de eene ingelijfd en de andere niet.
De ambtenaar van het O. M merkte op dat dit
een administratieve doch geen rechtskwestie is.
Bekl. Maar waarom wordt dan ook met de
vervolging onderscheid gemaakt en slecbts twee
van de weggeblevenen vervolgd.
De Ambt. van het O. M.Wat nog niet is kan
nog komen er liggen op het parket van onder-
geteekende nog 24 processen die personen kunnen
ook nog opgeroepen worden.
De ambtenaar refereerde zich in deze zaak aan
zijne conclusie van de voorgaande en eischte even
eens veroordeeling tot f 3 boete, subs. 2 dagen
hecht.
De verdediger, zag van het woord af, verklarende
dat het hier eene heel andere zaak gold en hij
het er dus niet voor gehouden wilde hebben, dat
hij in dezen hetzelfde zou gezegd hebben.
Uitspraak eveneens a. s. Dinsdag.
Een voerman, bode van Bokstel op 's Her-
togenbosch, is even voor Bokstel bij ongeluk
tegen een boom gereden. Door den schok viel
hij van den bok in de rivier De Dommel en is daarin
verdronkenzijn lijk is den volgeuden morgen
opgehaald. Het paard liep door en kwam met
het voertuig ongedeerd te Bokstel aan.
Een bewoonster van de Westermarkt te
Amsterdam deed Dinsdag aangifte, dat ten huize
harer ouders geld werd vermist, en dat zij ver-
moeden had op de dienstbode. Een agent, der-
waarts gezonden, berichtte bij terugkomst, dat
sedert j.l. Vrijdag uit de ongesloleu brandkast
vermist werd een bankbiljet van f 100 en een
muntbiljet van f 50dat het dienstmeisje in
tegenwoordigheid van haren meester en een ge
tuige bekend had, het geld weggenomen, doch de
biljetten in de kachel geworpen te hebben, en
dat zij zich in den nacht heimelijk uit de woning
had verwijderd. Haar opsporing is verzocht.
Een ongelukkige moeder heeft te Amsterdam
getracht zich met haar kind door middel van
phosphorus te vergiftigen. Zij werden in het
Gasthuis opgenomen en zijn herstellende.
Te Haarlem overleed onlangs het zooge-
naamde »appeler.vrouwtje", een bejaarde, arme
stumperd, naar men meende. Thaus is echter
gebleken, dat zij een sommetje van 3000 in
contanten bezat, hetwelk de ambtshalve aange-
stelde curator in de onbeheerde nalatenschap
in haar huisje op het Nieuw Heiligland vond,
onder linnengoed, turfmolm, in een emmertje enz.
Vrouw Visscher genoot nog een onderstand
van f 2,50's weeks van de Doopsgezinde gemeente
en heeft haar /,vermogen", blijkens een gevonden
testament, niet vermaakt aan de familie van haar
overleden //echtgenoot", doch uitsluiteud aan haar
familie.
Te Enschede heeft de politie een gepensioneerd
koloniaal gearresteerd, die in het vroege morgenuur
eene fabrieksarbeidster, die zich naar de fabriek
begaf, had mishandeld. Aan de politie zeide
hijffdat het meisje van den duivel bezeten
was."
Men meldt uit Amsterdam
In het gebouw Frascati vond Woensdagavond
eene matig bezochte meeting plaats, uitgeschreven
door het landelijk comite tot invrijheidstelling
van de Hogerhuizen. Bij de beweging voor de
Hogerhuizen heeft zich nu ook aangesloten de
christelijke volkspartij, welker voorzitter H. van
Munster ook het woord voerde. Eerst sprak
echter Geert Hoitenga uit Beetgum, de man die
Allard Dijkstra, Paulus van Dijk en S. Alberda
beeft aangewezen als de ware inbrekers van Britsum.
Hij gaf zijne lezing van het gebeurde, hield
ook nu vol dat de drie genoemden en niet de
Hogerhuizen de schuldigen waren en ook, dat de
commissaris van politie Heg hem een positie had
beloofd, als hij tegen de Hogerhuizen zou getuigen.
Ook beklaagde hij zich, dat men hem, toen hij
te 's Gravenhage getuigenis had afgelegd, te weinig
had betaald. Hij heeft 27,49 ontvangen, ter
wijl een zaakwaarnemer hem met de wet in de
hand heeft voorgerekend, dat hij recht had op
f 41, daar Beetgum 41 uren gaans van 's Gra
venhage verwijderd is.
Na Hoitenga sprak Hermans, de secretaris van
het landelijk Hogerhuizencomit£. Hij besprak den
toestand van het oogenblik, deelde de conclusie
mede van den advocaat-generaal Mr. Patijn, strek-
kende tot afwijzing van het verzoek om revisie
en het door het Vaderland verspreide bericht, dat
bij het onderzoek door den raadsheer Jhr. Laman
Trip zelfs nog verzwarende aanwijzingen voor de
schuld der gebroeders Hogerhuis zijn bijgebracht.
Gatze Hoitsma moet thans stelliger dan vroeger
in de Hogerhuizen de inbrekers herkend hebben.
Spreker vroeg hoe het mogelijk was, dat Hoitsma
nu, na vier jaren, de inbrekers beter herkende
dan kort na de inbraak. Hierin zag spreker een
nieuw bewijs dat de justitie, zij 't dan onbewust
en onwillens, in deze zaak voor de eeue partij en
tegen de andere is gestemd. Voorts betoogde
spreker, dat de verschillende arbeiderspartijen nu
toch alle haarklooverijeu zouden laten varen en
wederom eendrachtig moesten gaan agiteeren indien
er van de revisie niets komt. Mr. Van den Bergh,
die voor de Hogerhuizen zal optreden, heeft volgens
spreker maar weinig voortvarendheid getoond, daar
hij nog niet eens alle getuigen in de zaak heeft
bezocht.
De genoemde Van Munster, voorzitter der
christelijke volksp&rtij, was de derde spreker, die
ook en wel op het voorbeeld der gelijkenis van
den onrechtvaardigen rechter in Lucas 16, op
krachtige voortzetttng der beweging aandrong en
op samenwerking van geloovigen en ongeloovigen
in deze zaak van recht of onrecht,
Na een enkele opmerking van Samson werd de
vergadering gesloten.
Het Haagsche Dagblad schrijft
Van de Wagenbrug kwam een kolossus van
een hooiwagen met den voerman dicht tegen den
hooiwand aan en zijn voet tegen den dissel.
Tot zoover alles goed.
Maar even voor het tramhuisje hield een agent
die daar al stond, den wagen aan en greep het
paard bij den teugel.
Je naam
M'n naam M'n naam Wat m'n naam
Je naam. Je wagen is te breed beldjen.
Hoe heb ik het nou P Toe, laat me door.
Wat heb 'k nou aan de hand
Je naam, anders ga je mee naar 't b'ro.
Dadelijk natuurlijk een standje om den wagen
die er dom en groot boven uitstak, met het aan
den teugel gehouden paard, dat van niets wist.
Alle ingredienten voor een //herrie" waren van
zelf op het appel een oude mum-juffrouw met
muts, sjaal, karabies en verschoten paraplnie, die
gelijk en ongelijk stond te geven een slagersjougen,
die er //lol" in had, met zijn mand op den rug,
een loopknecht, die z'n wagen even liet wachten,
een paar voerlui op den achtergrond, die van hun
bok, de leidsels in de hand, zaten toe te kijken,
en ter aanvulling nog een mensch of wat, een
paar //nette lui" ook, nieuwsgierig even en klaar
om dadelijk weer door te loopen.
De voerman zat nijdig, bedenkend, de zweep in
rust, te wachten tot wat de agent wel zou doen,
die met bleek prestige-gezicht, ingehoudenzenuw-
achtig voor het paard bleef staan.
Laat je me nou door, leelijke smeres
Je naam, of mee naar 't b'ro.
Je hebt met mijn naam niks te maken. Ik
heb den wagen niet gelaje
Maar jij bent de vervoerder.
Da kan me niet schelen. Ik heb niet gelaje.
Ga mee naar den Rijswijkschen weg, dan zal ik
je brengen naar die 'm gelaje het. Ja, mense,
die wagen is drie duim te breed gelaje. Die
meneer het oogenmaatHij is zelf te breed gelaje
En de man wordt in eens door een besluit
overvallen. Hij trekt driftig de leidsels aan, legt
de zweep over zijn paard, dat steigerend aanzet.
Laat je me door of nietIk zal j'es anders
helpen. Je hebt met m'n naam niks te maken,
hoor je. Uit den weg
Voor een steigerend paard gaat het dichtste
standje uiteen. Hier vlogen al dadelijk een paar
juffers een winkeltje binnen en werd al angstig
z/Nelisgeroepen.
De agent, die door het afvallen van zijn helm
al beteekeude van zijn prestige had verloren, doet
nog of hij kalm is en grijpt het paard nog beslister
dan te voren bij den teugel. Zijn helm is bij
het opzetten wat scheef komen te staan en is
bestraatvuild. Dat doet 's mans houding geen
goed. De voerman is weer tot rust gekomen en
zit zich te verbijten tegen zijn hooiwand aan.
Ik kan wachten, sart bij.
De agent blijft staan waar hij staat en smacht
naar hulp.
We hadden geen tijd meer te verspillen en
waren alweer op de hooge Wagenbrug. Van
daaruit zagen we het stelletje nog van verre, de
hooivracht dom en groot er boven uit en er voor
het paard, dat van niets wist.
Te Brussel heeft zich een commissie gevormd,
waarvan ds. Hoek, de predikant der Nederlandsche
evangelische kerk, voorzitter en ds. Wolf, predikant
der gereformeerde kerk, secretaris is, om op den
avoud van 19 Maart een groote soiree te bereiden
aan het Brusselsche publiek, om het op de hoogte
te stellen van de Transvaalsche toestanden, door
middel van de lichtbeelden van den heer Wormser
van Amsterdam, die zelf deze vertoonen en ver-
klaren zal. De grootste concertzaal is er voor
afgehuurd. En een koor van zestig personen
heeft zich gevormd om de volksliederen der twee
republieken, benevens het lied di vierkleur te
zingen.
Dinsdagochtend heeft een verschrikkelijke
ontploffing plaats gehad in de werkplaatsen van
Redash te Montgomery, in de Vereenigde Staten.
Er zijn 70 menschen onder het puin bedolven,
slechts 2 werden er gered.
Luccheni, de moordenaar van de Keizerin
van Oostenrijk, is zooals wij hebben medegedeeld
na zijn aanslag op den directeur der gevangenis
te Geneve, opgesloten in een donkere eel, gelegen
onder de kelders van de gevangenis. Hij is daar
veertien dagen gehouden. Toen hij er uitgelaten
werd, werd hij door het daglicht onpasselijk.
Hij gaat nu naar een andere eel, waar hij in
strenge afzondering, zonder eenig verkeer zelfs
met zijn bewaarder, en zonder werk, opgesloten
blijft tot 30 April. Zijn verzoek om bezigheid
is afgeslagen. Na 30 April blijft de strenge
afzondering voortduren, maar dan krijgt hij werk.
De onderkoning van Britsch-Iudie meldt,
dat de vooruitzichten voor den hongersnood in
de kolonie allertreurigst zijn. Op het oogenblik
en dat is nog maar een begin wordt reeds
aan 4.374.000 noodlijdenden onderstand verstrekt.
Daarvan krijgen alleen in het district Bombay
1.152.000 personen ondersteuning.
In een circus te Brussel waren een aantal
Hindoes. Hun impressario betaalde hun 25
per maand voor het baantje om zich door kijk-
grage Brusselaars te laten aangapen. De Hindoes
vonden dat ten slotte te weinig en verlieten het
circus. In optocht trokken zij naar een oude
kazerne, die de politie hun als verblijfplaats had
aangewezen. Voorloopig leven zij op kosten van
de gemeente. Een Brusselsche bakker, die acht-
tien jaar in Indie geweest is, dient als tolk.
De Engelsche consul heeft gezegd dat hij er
zich niet mee bemoeien kon, en men zit nu braaf
verlegen met de menschen.
Te Parijs is een onschuldig veroordeelde in
vrijheid gesteld, zekere Rabiet, die ruim een jaar
geleden, als medeplichtig aan een poging tot
moord en heling, tot 7 jaren gevangeuisstraf werd
veroordeeld.
Rabiet hield vol, onschuldig aan de misdaad te
zijn maar zijn verklaringen werden niet geloofd,
tegenover het zeer bezwarend getuigenis van een
medebeschuldigde.
Laatstgenoemde, die in de gevangenis is over
leden, heeft op zijn sterfbed bekend, dat hij Ra
biet valschelijk beschuldigde en dat deze volstrekt
niet bij de misdaad was betrokken.
Rabiet is daarop terstond vrijgelaten en zijn
proces zal worden herzien, om hem herstel van
eer te verschaffen.
DAGEN.
Voorm.
Nam.
Zaterdag 10 Maart
9.13
10.01
Zondag 11
10.47
11.25
Maandag 12
u
11.55
Dinsdag 13
w
0.20
12.43
Woensdag 14
r
1.03
1.18
Donderdag 15
1.86
1.51
Vrijdag 16
w
12.06
2.21
Z fc: K T 1J I 1 rv tjJ JfcC IX.
Van 7 tot en met 8 Maart.
a
Van 7 tot en met 8 Maart werden langs de
Oostsluizen alhier 15 binnenvaartuigen op- en
28 afgeschutj door de Westsl. 7 op- en 3 af-
geschut.
Mtoppelflijk. Geboorten. 23 Febr. Johannes Fran-
ciscus, z. van Carolus Emilius Martens en van Anna Maria
Bnijs. Henriette Maria Ferdinanda Matthea Sophia, d. van
Petrus Ludovicus de Wael en van Maria Magdalena van
Cam pen.
Overlijden. 11 Febr. Rosalia van Hecke, oud 63 j., wed.
van Judocus de Ruijter (overleden te Amsterdam). 16 Febr!
Gijsbregt de Rooy, oud 72 j„ eehtg. van Johanna Cornelia
de Ruijter. Petrus Aloysius Robijn oud 1 m., z. van Cornells
en van Maria Catharina Hamelink 26 Febr. Theodoras
Sponselee. oud 65 j., weduwn. van Cornelia Linthout.
H
t
0
3
3
VLAG.
NAAM.
M3.
Van en naar.
Lading.
Voor Ter Weaien I
7
Eng. barge
Unita
242 Ipswich
ijzer
idem
Kindly Light
327
Pentowan
pijpaarde
Eng. sch.
Rival
300
Plymouth
ijzer
8 'Eng. s s.
Ann Webster
2241
Londen
stukg.
Eng3m.sch.
Germania
435
Dublin
ijzer
Van Ter Keuzem
7
Eng. s.s.
Hailing
2199 jLonden
stukg.
Voor
(<eut i
7
Eng. s.s.
Tadorna'
3730
Liverpool
stukg.
8
idem
Altona
1901
Goole
idem
idem
Lestris
3680
Manchester
idem
idem
Sea Gull
2762
Londen
idem
Zweed. s.s.
Adolf
2415
Gothenburg
hout
Eng. s.s.
Astrologer
2580
Leith
stukg.
idem
Whimbrel
2514
Antwerpen
ledig
idem
Truro
2366
Hull
stukg.
Van faent
7
Eng. s.s.
Sea Serpent
2553 Londen
stukg.
8
idem
Tadorna
3730 Antwerpen
idem
idem
Ouse
2158 Goole
idem
Voor Selzaetet
7
Eng. s.s.
Alchymist
1079 lLonden
creos oot
Van Selznete i
8
Eng. s.s.
Alchymist
1079 jBeckton
ledig