BIJVOEGSEL Ter Neuzensche Courant Engeland en de Z.-A. Republiek. Zaterdag 10 Baart 1900. No. 3891. Binnenland. De eenige lichlzij van de niet zeer gunstige berichten is de opstand van het Hollandsche element in Grikwaland-West. Kenhardten Prieska zijn in handen van de opstandelingen en van daar uit schijnt de beweging zich uit te breiden. Een zekere Piet Moolman wil de Hollanders zuidwaarts naar Brandvlei brengen en Koos Jooste, die wielrijder genoemd wordt, schijnt noordwaarts naar Upington te gaan. De strijd van deze Hol landsche Kapenaars is voorloopig tegen de bastaard- Kaffers, die zich krachtig verweren. Het heet, dat een groote Engelsche troepen- macht noodig zal zijn, om uitbreiding van den opstand tegen te gaan. Voorloopig ziet het er voor de Engelschen anders nog niet gevaarlijk uit. De districten, waar de opstand heerscht, zijn zeer schaarsch bewoond, liggen op vrij grooten afstand van de spoorbaan Kaapstad-Kimberley en geven door hun gesteldheid weinig gelegenheid tot ver- dediging. Maar wanneer de opstandelingen zich vereenigen en op eigen gelegenheid den guerilla- oorlog gaan voeren, kunnen de Engelschen er natuurlijk last genoeg van krijgen. Zooals we zeiden, de berichten luiden niet gunstig voor de Boeren. Uit telegrammen viel reeds op te maken, dat de stellingen der Boeren bij Koedoesrand en Osfontein naar sommiger meening gemakkelijk waren om te trekken en dat dus de positie niet sterk was. Lord Roberts nu heeft de stellingen ten zuiden van de Modder- rivier, die zich 18 kilometer uitstrekken, omge- trokken. Dit vereischte natuurlijk een heele krachtsinspanning van de cavalerie en de paarden waren dan ook uitgeput. Maar het resultaat was, dat de Boeren terugtrokken en hun stellingen verlieten met achterlating van een kauou en groote hoeveelhedeu fourage en tenten. De achtervolging van de Boeren zal wel niet veel beduid hebben, omdat de paarden, te vermoeid waren. Roberts liet de infanterie bij Populierdrift (ongeveer ten noorden van Petrusberg) de Modder- rivier overtrekken en zou daar zijn hoofdkwartier vestigen. Ook de Boeren aan den noordelijken oever van de rivier verlieten hun stellingen. Over de verliezen der Boeren seint Roberts niets en die zullen wel niet veel beteekend hebben, maar't is onbegrijpelijk, dat zij stellingen bezetten, die ze bij een aanval in hoofdzaak alleen van de cavalerie reeds moeten verlaten. Het blijkt nu echter, dat Roberts nog wel een 100 mijlen van Bloemfontein verwijderd is. Een tweede niet zeer gunstig bericht is dat de Britsche troepen aan den zuidoostkant Trans vaal zijn binnengedrongen. Ouder majoor Prendergast is'Melmorth, in Zoe- loeland, ontzet, en daarna heeft de Engelsche kolonne zich verschanst op Catassheuvel, 14 KM. over de grens. Op den spoorlijn naar Harrismith hebben de Engelschen twee locomotieven van de Z. A. S. M. FEUILLETON door J. T. 29) Op eens ging de deur open, en trad George Ward met een bleek gelaat het vertrek biunen. De jonge Gardner gaf geen antwoord op de vraag van den detective. Hij en zijn vader richtten zich toen Ward het vertrek binnen kwam op in een zittende houding en keken hem onderzoekend aan, toen hij voor hen giug staan, alsof ze ge- voelden, dat hun verder lot zou afhangen van de uitdrukking van zijn bleek gezicht. De zoon was de eerste, die begon te spreken. *Hoe gaat het u mijn waarde zwager vroeg hij. George rilde en keek de kamer door. »Waaris mijn echtgenoote?" vroeg hij aan Evans. z/Zij is heel wel en bevindt zich in een vertrek, niet ver hier vaudaau ik zal haar halen als u dat wenscht." z/Nog niet, nog nietriep Ward haastig. //Eersi moet ik deze schurkeu onder handen nemen en hooren, wat mijue vrouw door hare bloedver- wantschap met hen nog met ze te maken kan hebben." z/Uwe vrouw?" zei de oude man. //Wat heeft die nu met de zaak te maken De vraag, waar het hier op neer komt, is nu maar, hoe u over de geheele geschiedenis denkt en welke stappen u wilt nemen, om ons onze vrijheid terug te geven /,Daar zal ik zeker niets voor doen," hernam George. ,/Gij hebt uw lot ruimschoots verdiend en hebt dus van mij niets 1e wachten. Bovendien zou ik ook niet in de gelegenheid zijn u uwe vrijheid terug te gevenu genade schenken, dat zou alleen de gouverneur van Vermont kunnen in bezit genomen en zij gebruiken die nu bij het overbrengen van legerbehoeften naar een punt, waar men bezig is de spoorweg te herstellen. De berichten van den Boerenkant over het op- brekeu van het beleg van Ladysmith doen ernstig het gebrek aan een krachtige centrale leidingaan den dag komen. Het beleg is opgeheven, zegt het bericht uit het Boerenkamp, bij Glencoe. De federalen zijn teruggetrokken op de Biggarsberg- keten, die ten zuiden van Dundee Natal door- snijdt. De aftocht is te wijten aan de fout van een zeker kommandant, die zijn manschappen zonder eenige reden last gaf, den sleutel van de stelling op te geven, en aan de slechte berichten van de Modderrivier. Een groot aantal tenten, die op de Engelschen bij Dundee vervoerd waren, zijn achtergelaten. De voornaamste moeilijkheid was de lange Toms uit hun verschillende stellingen weg te halen. Toen de kranen waren opgericht om ze neer te laten, openden de marinekanonnen uit Ladysmith een zwaar vuur, dat twee artille- risten licht verwondde. Door een misverstand liet men eenige ammunitie achter, daar niet bij- tijds voor vervoermiddelen gezorgd was. De laatste telegrammen luiden als volgt Londen, 8 Maart. De parlemeutaire verslag- gever van de Daily News meldtEr is besloten, dat Cronje en zijn leger ten spoedigste naar Sint- Helena zullen worden gezonden, waar zij tot aan het einde van den oorlog zullen blijven. Loreixjo Marquez, 6 Maart. Het s.s. Kaiser kwam hier aan met 130 passagiers voor Transvaal, waaronder vier vroegere Duitsche officieren, waarbij de barons Spiegel en Von Schierstadt. Hunne bagage werd op verzoek van den Engelschen consul nage- zien, en daarin werden gevondendubbelloops- geweren en een Mauser-revolver met 124 rounds patrouen. De ambtenaren legden beslag op de wapenen en de ammunitie. Londen, 8 Maart. De avondbladen bevatten een telegram uit Molteno van heden, meldende, dat de Engelsche troepen gisteravond zonder tegen- stand Burgersdorp (iu de Katpkolonie) bezetten. Mafeking, 19 Febr. Typheuse koortsen en malaiia heerschen erg onder de kinderen in het vrouwen- laagerdysenterie en maagkwalen, vooral veroor- zaakt door gebrek aan groenteu en goed voedsel, heerscht onder het garnizoen. De hospitalen zijn overstelpend vol. Het kinderkerkhof, vlak bij het vrouwenlaager, neemt week na week meer gestorven kinderen op. De vijand raakt thans van zijn vooruitgeschoven posteu de straten, de markt en pleinen. Sedert het begin van het beleg zijn 292 personen gedood of gewond. Toch, hoewel het garnizoen klein is, is iedereen vastbesloten tot het einde vol te houden. Voor eene zeer aanzienlijke vergadering van ruim 300 landbouwers, bijeengeroepen door de heeren H. Buijze te Biervliet, Temmerman en P. Thomaes te Hoofdplaat, hield de heer G. A. Vorsterman van Oven Woensdag te Oostburg eene voordracht over de oprichting van een bond van landbouwers, tegenover de eisehen van den beetwortelsuiker-fabrikantenbond, in welke voor dracht hij aantoonde dat het geen zaak is op dit oogenblik met de fabrikanten over betere voor- doeu, waarheen gij ook in elk geva! zult worden opgezonden." ,/Het zal wel goed staan in de couranten, als daar het bericht in voorkomt van de gevangen- neming van den schoonvader en den zwager van den voornamen George Ward riep de jonge mis- dadiger spottend uit. z/De couranten zullen er niets van vernemen," zei Timothy snel. //Uwe verwantschap met den heer en mevrouw Ward zal hier op deze plek be- graven worden, voordat wij van hier gaan. Geen woord daarover mag van dit oogenblik af ooit weer over uwe lippen komendat heb ik tot voorwaarde gesteld en daaraan zult ge u moeten houden." z/Inderdaad riepen vader en zoon woest schater- lachend uit. //En wie is u dan, dat u zulke voor- waarden kunt stellen Kunt u ons misschien nog meer kwaad aandoen dan ons naar de gevan- genis terug te zenden, waaruit wij ontvlucht zijn Als eenig antwoord op die vraag nam Evans den ring uit zijn vestzakje, dien hij in de asch van den keukenkachel in het huis van de Gardner's bij Melville had gevondenhij hield hem hun voor en keek heu daarbij strak aan. De gezichten van de twee misdadigers ver- bleektenhunne lippen trilden en hunne oogen hingen met een strakke uitdrukking aan den ring, die eene vreeselijke beteekenis voor hen moest heb ben. Evans kon tevreden zijn met het behaalde voor- deel; en dat was hij ook; hij glimlachte zegevierend »/lk vond dien ring in den kachel, waarin ge uwe gevangeniskleederen verbrand hebt," zei hij. z/Veel waarde heeft hij niet, maar hij zal u aan de galg brengen, zoodra het mij belieft hem tegen u te gebruiken. De ,/Stil riep de vader op een zachten doffen toon, die zonderling afstak bij zijn vroegere brutale houding. //Als u dien ring uit het veuster werpt waarden te onderhandelen, wijl men zoodoende te veel tijd verliestmaar met beslistheid zijne eisehen te stellen om, worden die niet ingewilligd, ook geen bieten te verbouwen. Nadat de heer Vorsterman van Oyen gesproken had, werd gelegenheid gegeven tot het teekeuen van de volgende overeenkomst z/De ondergeteekenden, alien domicilie kiezende ten gemeentehuize verbinden zich geene tel- quel-contracten te sluiten tot het zaaien van suikerbeeten dan wanneer de suikerfabrikanten algemeen bepalen, dat de prijs van suikerbeeten, geleverd aan het schip, zal bedragen negen gulden vijftig cent en aan het naastbijgelegen station van spoorweg of tram negen gulden, alles per 1000 kg. netto en zulks volgens de voorwaarden, vermeld in het hieraan toegevoegde concept-contract, gewaar- merkt door de onderteekening van de heeren Deze overeenkomst is bindend voor het jaar negentienhonderd, doch niet voor die partijen der onderteekenaars, welke zij op gehalte hebben ge- contracteerd bij eene der fabrieken, waarvan bekend is, dat zij contracteeren op gehalte. Zij, die deze overeenkomst hebben onderteekend en desoudanks contracten sluiten voor de beetenprijs algemeen vastgesteld is, gelijk booger is vermeld, verbinden zich voor elk gemet beeten, dat zij bezaaien, bij de eerste invordering eene boete te betalen van vijf en twintig gulden en zulks ten bate van de algemeene armen hunner woonplaats, verbindende zij hunne goederen ter nakoming dezer overeenkomst als naar rechten." M. Ct. In de zitting der Tweede Kamer van gister, zeide bij repliek de heer Mackay, dat hij in 1889 tegen leerplicht als middel tegen schoolverzuim was. Hij opperde het denkbeeld het huisonderwijs buiten de wet te latenhij wees er op, dat de bijzondere scholen door hare plaatsing onder de macht der gemeentebesturen de haar in 1889 verleende vrijheid verliezen, en zou desnoods kunnen meegaan met een schoolverzuimregeling zonder straffen voor de ouders, waar immers hoofddoel moet zijn het naar school zenden der kinderen. De heer Dobbelinan achtte leerplicht niet ge- rechtvaardigd door schoolverzuim. Nadat de heeren De Waal, Malefijt en Heldt nog het woord hadden gevoerd, diende de Minister van Binnenlandsc'ne Zaken (de heer Goeman Bor- gesius) van wederantwoord. Vele bedenkingen van voorstanders liet hij rusten tot de onderdeelen, maar hun verzocht hij niet te zeer aan kleine verschillen en eigen stand- punt te hechten. De Minister zal telkenmale mededeelen of een amendement in de wet kan passeu of haar in gevaar zou brengen. Hij bestreed de school raden naar de denkbeelden van den heer Troelstra. Nu den Minister de technische bewerking van een amendement is ver zocht, is een andere regeling in onderzoek. In zake plaatsruimte op de scholen verwijst hij andermaal naar het recht om vermeerdering van scholen te bevelen. Art. 1, waarin het beginsel van leerplicht is neergelegd waarop de heer Ketelaar zijn amendement intrekt is, nadat de heer Lohman verklaard had geen stemming noodig te achten, op verzoek van den heer Ketelaar in stemming gebracht. Het werd aangenomen met 52 tegen 37 stemmen. V6or de liukerzijde met de heeren Schaepman en Kolkmantegen de rechterzijde met den heer Pijuappel. (De heer Bastert was afwezig). beloof ik u nooit over iets te zullen spreken, dat u niet genoemd wilt hebben. Ik ben geen dwaas z/lk ook niet I" zei Timothy, den ring weer iu zijn zak stekende. //Zoo lang deze ring evenals zekere mij kort geleden ter oore gekomen feiten omtrent uw leven in het oude huis in mijn bezit is, haugt uw leven aan een draad, dien ik elk oogenblk verbreken kan. Mijnheer Ward heeft eenige nachtelijke uren in uw huis doorgebracht en weet, hoe dicht het bij een zekeren afgrond ligt, in welke diepte z/Miju hemelVader 1 Waarom spreekt gij toch niet?" riep de jongste misdadiger klappertandend. z/Als ze stilzwijgen van ons verlangen, laten ze het dan zeggen en niet over dingen spreken, die ,/Ziehier zei Clifton, zich voor de misdadjgers plaatsende met een blik, die hun onmiddelijk den mond sloot. //Ik zal ulieden precies zeggen, wat ons voornemen is. Gij gaat weer naar de gevan- geuis om daar uw geheelen straftijd uit te blijven daar is niets aan te veranderen, want dat is eene uitgemaakte zaak. Zoo lang ge u evenwel goed gedraagt en een volslagen stilzwijgen in acht neemt omtrent uwe verwantschap met de echtgenoote van dezen heer, zal er elke maand in een zekere bank, die mijnheer Ward zal aanwijzen, een som gelds betaald worden, en wanneer gij uit de gevangenis ontslagen wordt, zult ge die geheele som met rente en rente op rente ontvangen. Dat is u immers bereid hun te beloven niet waar vroeg bij zich tot Ward wendende. George Ward knikte bevestigeud en noemde de spaarbank en ook de belangrijke som, die hij er op wilde deponeeren. z/Maar," zei Clifton verder zonder te letten op de verbaasde blikken, welke die twee slechte men- schen met elkander wisselden, //als ik of iemand onzer ooit hoor, dat gij een enkel woord geuit hebt, waaruit ook maar in de verste verte kan RECHTSZAKEN- Arrondissements-rechtbank te Middelbnrg. De rechtbank heeft in hare zitting van 9 Maart het volgende vonnis uitgesproken E. J. E. V., oud 24 jaar, commissionair te Hulst, is wegens mishandeling veroord. tot f 8 boete of 8 dagen hechtenis. Kantongerecht te Ter Neuzen. In de heden gehouden zitting van het kanton gerecht werden de twee eerste vervolgingen behan- deld op grond van de reeds veel besproken brandweerverordening. In de eerste plaats werd opgeroepen J. d. K., winkelier alhier, die, volgens bericht van Burg, en Weth. ingedeeld bij het personeel der brandweer, bij de laatste oefening niet voldaan heeft aan de oproeping om op te komen en achterwege is gebleven. Voor den bekl. trad als verdediger en gemach- tigde op de heer Mr. Jacobse Boudewijnse, advocaat te Middelburg. Vanwege den verdediger waren twee getuigen a decharge gedagvaard, n.l. de burgemeester en de opperbrandmeester. Beklaagde erkende het hem ten laste gelegde, voor zoover dit betrof het ontvangen eener kennis- geving dat hij voor den dienst was aangewezen en zijn wegblijven van de oefening, maar hij ontkent zijn dienstplichtigheid. De getuige Geill, burgemeester dezer gemeente, verklaart op de vraag van den verdediger dat zich hadden aangegeven 405 en dit hadden verzuimd 409 personen. Getuige legt de lotingslijst met de getrokken nummers over. Verder verklaarde hij in antwoord op de gestelde vragen dat, naar hij vermeent, het aantal voor den dienst benoodigde manschappen eerst is bepaald op 260, doch later door Burg en Weth. op 250 als zijnde er niet meer manschappen aanwezig Ten slotte vroeg getuige, alvorens te vertrekken, verlof om er op te mogen wijzen dat door den beklaagde tegen zijne inlijving bij de brandweer geene bezwaren overeenkomstig art. 12 2 zijn ingediend. De volgende getuige S. van Rees, opper-brand- meester, bevesligde de verklaring van den vorigen getuige voor zoover dit het aantal voor den dienst benoodigden betrof. De derde getuige J. Sanderse, bode bij de brand weer, verklaarde tijdig de oproeping voor de oefening bij beklaagde te hebben bezorgd, wat deze erkende. De ambtenaar van het Openbaar Ministerie had, bij de groote emotie die hier naar aanleiding der brandweerverordening is ontstaan, verwacht dat een groot aantal bezwaren tegen die verordeuing zouden worden te berde gebracht. Hem lijkt de zaak nog zeer eenvoudig, de feiten zijn bawcavu en door bekl. erkend. Dat zoovelen die zonder loting hadden moeten worden ingelijfd~zijn vrij- gebleven, heeft z. i. geen invloed op den dienst- plicht van anderen. Dat de bepalingen der ver- ordening niet rechtsgeldig zijn, daaromtrent is nog niets gebleken, wellicht dat de verdediging daarover zoo straks wel spreken zal, doch op grond van het hem thans bekende, kan hij niet anders dan requireeren dat bekl. zal worden veroordeeld tot eene boete van f 3, subsidiair 2 dagen hechtenis. De verdediger hierna 't woord verkrijgende wees er op, dat de kunst om goede nieuwe wet ten te maken niet voor iedereen is weggelegd. Dit blijkt ook hier met de nieuwe brandweerverordening, worden opgemaakt, dat gij op de wereld eene bloedverwante hebt, die mevrouw Ward heet, dan zult gij uiet alleen geen enkelen cent ran het geld op de bank ontvangen, maar dan zullen er ook zekere zaken aan het daglicht gebracht worden, die u voor altijd den mond zullen stoppen, en dat nog wel zoo snel en zoo zeker, dat het u niet al te best zou bevallen." Stom en ontevreden, maar toch lang niet zoo woest meer als een half uur te voren, keken de geboeide mannen naar de drie mannen die voor hen stonden. Hunne bleeke gezichten bewezen, dat de woorden van Clifton niet zonder indruk op hen gebleven waren. z/Wilt gij alle drie beloven ons geheim te bewaren, als wij omtrent het uwe stilzwijgendheid beloven?" vroeg de oude Gardner eindelijk met een onrustigen blik op het vestzakje van Timothy. z/Dat beloven wij," antwoordden de drie mannen plechtig. ,/Goed Laat dan nu het meisje binnen komen! Ik wil haar nog eenmaal zien, voordat wij weg- gebracht worden. Wij zullen haar niets zeggen," vervolgde hij, toen hij mijnheer Ward zag ontstellen. ,/Maar zij is toch mijne dochter, en als ik geen afscheid van haar kon nemen ,/Laat hem zijn kind zien!" zei George terwijl hij huiverend naar het vester trad. //Ik ik wensch het Timothy verliet onmiddelijk het vertrek en begaf zich naar de kleine kamer, waar Lucy op zijn verzoek tot nu toe was gebleven. Hij vond haar biddende op de knieen liggen zij had haar gezicht met hare handen bedekthaar geheele voorkomen duidde aan hoe zeer zij leed onder al'die buiteugewone omstandigheden. (Wordt vervolgd.) VAN DE VAN

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1900 | | pagina 3