Telegrafische barichten.
Gemengde berichten.
TEll NEUZEN, 12 Februari 1900.
op het lager onderwijs?" wel een gevestigde opinie
zal hebben en het das volstrekt niet noodig is,
de behandeling van het wetsontwerp op den leer-
plicht af te wachten.
Met 8 tegen 4 stemmen werd dan ook besloten
zich niet neer te leggen bij het besluit van Ge-
deputeerde Staten en den post van f 450 te
handhaven.
In de op a. s. Woensdag, des voormiddags 10
uren, te houden openbare vergadering van den
gemeeteraad alhier, kornen de volgende punten
in behandeling
Ingekomen stukkenwijziging belasting ver-
ordeningen.
In de op hedeti gehouden gecombineerde
vergadering van ingelanden der polders Nieuw-
Othene en Kreke werd tot vertegenwoordiger in
den dijkraad der waterkeering van het calamiteuze
waterschap Margaretha c. a. gekozen de heer
I). Dekker Fz.
In de heden alhier gehouden vergadering
van stembevoegde ingelanden van den Nieuw-
Othenepolder werd met algemeene stemmen be-
noemd tot ontvanger-griffier de heer J. A. Klaassen,
zulks tengevolge van het vacant komen dier
hetrekking door het overlijden van den heer
J. Sturm.
Zaterdagavond hield de bootwerkersvereeni-
ging ,/De vereenigde Bootwerkers" alhier hare
eerste maandelijksche vergadering en werd na het
behandelen der huishoudelijke zaken eene openbare
vergadering gehouden, die goed bezocht was.
Allereerst werd besproken de nieuwe loonlijst
aan enkele bazen uitgereikt. De vergadering
verklaarde deze lijst met te beschouwen als een
middel om tot eene vreedzame oplossing der
loongeschillen te geraken, aangezien zij is opge-
maakt door de expediteurs, zonder overleg met
de werklieden. Men ontkende niet dat op som-
inige punten eenige verbetering wordt aangeboden,
doch in vele gevallen zijn de tegenwoordige loonen
nog verlaagd.
Vooral werd protest aangeteekend tegen een
opgenomen boete bepaling voor de werklieden,
terwijl daartegenover geen enkel voordeel is be-
paald en was van meening dat naast opgelegde
plichten ook rechten behooren te bestaan.
Men betreurde het dat sommige patroons geen
rekening wilden houden met het billijk verlangen
der werklieden.
Ten slotte restte de vraag, wat moet er gedaan
worden om de hinderpalen uit den weg te ruimen.
Het antwoord hierop werd gegeven door den
voorzitter, den heer S. van der Hoofd, in eene
uitvoerige bespreking over het onderwerp ffWaar-
om vereenigd". Spreker betoogde dat niet de
pogingen van enkelen kans van slagen hebben,
rnaar dat men alleen door een vereenigd optreden
het doel bereiken kan.
Dan zal men in staat zijn een eind te maken
aan vele willekeurige handelingen tegenover de
werklieden, waaraan ook vroegere kameraden
meedoen, zoodra zij iets te vertellen hebben ge-
kregen. Die handelingen worden ook gesteund
door hen die zich steeds gedienstig toonen,
terwijl daarentegen zij die voor hun recht durven
opkomen, worden bedreigd met werkeloosheid en
daarmee gepaard gaand gebrek met hun gezin.
Het streven der vereeniging is om op verschil-
lende punten verbetering te krijgen en spreker
noemt het daarom een gelukkig verschijnsel, dat
reeds zooveleu zich aansloten. Hij eindigde met
een woord van opwekking tot hen, die nog van
veire staan, opdat men door eendrachtig samen-
werken belangrijke verbeteringen zal kunnen ver-
krijgen.
de naaisier, die uit zijn huis ontvoerd is
„Houd op riep Ward op strengen toon. Daarin
vergist ge u dat is bepaald onmogelijk
,/En waarom
„Het meisje, dat gij bedoelt, had goudblond
haar en dat had de naaister die hier in huis woonde,
niet."
„Inderdaad? Ik meende, dat U uwe naaister
nooit had gezien en dat U niet wist, hoe zij er
uitzag."
,,Ik zou haar zeker hebben opgemerkt, als zij
zulk haar had gehad als het meisje, waarvan u
spreekt."
Clifton glimlachte en deed zijn zakboek open
vHier is een staaltje van het haar, mijnheer,'
zei hij, er eenige lichte, glanzige haren uitnemen-
de en ze den heer Ward toonende. „Licht, zoo-
als u ziet en goudblond even als van dat arme
schepsel, waarmee u nog onlangs sprak."
Ward nam de enkele haren in de hand en
vroeg met een trilling in zijne stem ,/Vanwaar
komen deze haren."
„Uit de kam, die de naaister 's nachts gebruikt
heeft, voordat zij verdwenen is."
Mijnheer Ward wierp de haren plotseling ter
zijde.
„Wij verspillen onzen tijd," zei hij, den de
tective scherp aanziende. „Wat gij mij hebt mee-
gedeeld, rechtvaardigt noch uwe tegenwoordigheid
in mijn huis, noch den toon, dien u tegen mij
aanslaat.
Is er misschien nog iets te zeggen Ik ben
er de man niet naar om met mij te laten spelen."
Philippine. Zaterdagavond hield de heer Zwier
van Alkmaar in de openbare school eene rede tot
al de visschersleden te Philippine. Op gepaste
en duidelijke wijze toonde hij aan, hoevele takken
van bedrijf: landbouw, veeteelt, fabriekswezen enz.
in ons land de bescherming der Hooge Regeering
mag ondervinden, terwijl de visscherij, die zulk
een machtig leger onder zijne leden telt, nog altijd
stiefmoederlijk wordt behandeld. Het ware daarom
te wenschen, dat alle visschers in Nederland bij
elkander aansloten om schouder aan schouder
stappen bij de Regeering te kunnen doen, ten einde,
evenals in andere landen voortaan bescherming te
mogen ondervinden. Op de vraag van den rede-
naar of er ook personen waren, die genegen zijn
zich aan zulk een groot lichaam aan te sluiten,
waren alle aanwezige visschers, een veertigtal,
terstond bereid.
Deze zijn nu leden geworden van de Neder-
landsche visschersvereeniging.
's Gravenhage, 12 Febr. Met ingang van
14 dezer is het aouanenkantoor te Selzaete
(station) des Woensdags van 6 tot 11 ure en
des Zaterdags r.a 12,34 ure geopend voor invoer
van Nederlandsch slachtvee, bestemd voor de
abattoirs te Antwerpen, Brussel, Cureghem, Ander-
lecht, Gent en Luik, alsmede voor paardeu,
schapen, geiten en vleesch.
London, 12 Febr. Uit Durban wordt van
gister gemeld, dat de Boeren trachtten Buller in
den rug aan te vallen. Men weet niet waar zij
de Tugela zijn overgetrokken.
De ongerustheid is alhier groot. Uit Pieter-
maritsburg wordt gemeld dat de Boeren een hoeve
hebben bezet, beheerschende de beide bruggen
over de rivier en bestrijkende de Eugelsche forten.
De passagiers, die zich Donderdagavond per
tram van elf uur van Middelburg naar Vlissingen
begaven, hadden een minder aangenaam avontuur,
dat zich op de volgende wijze toedroeg. Aan het
station Abeele werd op een of andere, onverklaar-
bare manier achtergelaten de conducteur. Het
wanhopige hoorngetoeter van den man bleef zonder
resultaatmachinist noch stoker hoorden het en
de tram reed door. Eenige passagiers uit de derde
klasse trachtten door de waggons heen de locomotief
te bereiken, maar daar de doorgang van de eerste
tot de tweede klasse was afgesloten, was dit on
mogelijk. Zoo reed men door tot aan Souburg,
waar men den machinist waarschuwde, die dai/rop
terugreed. Reeds bij den wissel tusschen Souburg
en Abeele ontmoette men den verloren conducteur,
maar tot overmaat van smart bleek nu de trein
op een verkeerd spoor te staan en, toen men dit
wilde herstellen, geraakten twee der achterste
wagens uit de rails.
Door zooveel tegenspoed ontmoedigd ondernamen
toen een aanlal passagiers de verdere reis naar
Vlissingen te voet, hetgeen gelukkig bij hetprachtige
weer niet al te veel bezwaren opleverde. De tram
zelf kwam, na een vertraging van meer dan drie
kwartier, te Vlissingen aan. (M. Ct.)
Terwijl te Harderwijk een hoornblazer zich
met zijn vrouw in de kazerne bevonden en hunne
woning hadden overgelaten aan de zorg van een
kind van 14 jaar, heeft een ander kind van onge-
veer 10 jaar zich te dicht in de nabijheid van den
gloeiendeu kachel begeven, met het noodlottig ge-
volg, dat haar kleeien in brand geraakten. Uit
angst kroop het kind toen in bed, waardoor ook
dit begon te smeulen op het angstgeschrei kwamen
weldra de buren toeschieten, die den binnenbrand
hielpen blusschen en het kind met ernstige brand-
wonden aantroffen. Men is beducht voor het
behoud van het leven.
,/U hebt gelijk," zei Clifton, wat ik tot nu
toe verteld heb rechtvaardigt mijne handtlwijze
nog niet. Weuscht u, dat ik verder voortga."
,/Zeker eene interessante geschiedenis verliest
niets van hare waarde, als zij ten einde toe
verteld wordt. U wilt zeker nog iets zeggen
omtrent mijne reis naar het huis van de Gardners
„Neen."
,/IIoe, wilt u zulk een geheim onopgemerkt
laten."
„Ik ben niet hier, om over geheimen te spreken
die niet in verband staan met de naaister, voor
wier lot ik mij interesseer."
,/Iu dat geval behoeven wij ons gesprek niet
verder te rekken. Ik heb u veroorloofd, zelfs
aangemoedigd om zonder omwegen alles te zeg
gen, wat u tegen mij hebt, omdat ik weet, dat
mijne handelingen in den lahtsten tijd eenigzins
zonderling moeteu schijnen in de oogen van hen,
die met de redenen onbekend zijn. Maar wan-
neer u zegt, dat U geen belang stelt in eenig
geheim, dat niet in verband staat tot dat meisje,
moet ik u doen opmerken, dat het tijd is om
aan dit nuttelooze gesprek een einde te maken,
daar al wat ik in de laatste weken gedaan heb,
hoegenaamd niets te maken heeft met de persoon,
die ik nooit gekend heb, zoo lang zij in mijn
huis was en waaraan ik na haar verdwijnen nooit
meer gedacht heb." (Wordt vervolsd.)
- Te Harderwijk zijn Vrijdagavond twee vis-
schersjongens J. en L. in he* vooronder van hun
schuit gaan slapen, na eerst, tegen de koude,
een vuur te hebben aangelegd en den schoorsteen
te hebben afgesloten, Toen hunne kameraden hen
den volgenden morgen wilden wekken, waren
beiden bewusteloos. L. kwam, naar buiten ge-
dragen, weldra tot zijn bewustzijn, doch in weer-
wil van de onmiddellijk, in het militair hospitaal,
aangewende pogingen mocht het niet gelukken
om de levensgeesten bij J. op te wekken.
De substituut-officier van justitie bij de
rechtbank te Tiel, Mr. Mijnlieff, de inspecteur van
het Staatstoezicht op het krankzinningenwezen,
Dr. Ruijsch en Dr. Bollaan, hebben verschillende
personen bezocht, die betrokken zijn bij den te
Appeltern gepleegden moord uit godsdienstwaanzin
en bij andere ongeregeldheden. Vermoedelijk
zullen eenige van hen naar krankzinnigengestich-
ten worden overgebracht14 a 15 personen der
secte lijden aan dien waanzin.
De opgewonden toestand, waarin de bevolking
verkeerde, is gelukkig eenigszins bedaard. Te
Appeltern is het zelfs vrij kalm, hetgeen men
kan opmaken Juit het feit, dat de marechaussees
te voet dienst doen. De paarden zijn gestald.
Krachtige maatregelen zijn genomen.
Vrijdag en niet Donderdag, zooals reeds
in eenige bladen te vroeg was bericht is Scherf
naar Medemblik overgebracht. Gehoeid en in het
ingbuis werd hij in den trein gedreven. Hij
zong voortdurend |isalmen.
Gedurende zijne gevaugenisstraf heeft hij niets
gegeten en dronk slechts een glas water.
Spiering zit nog altijd in bewaring.
Te Arnhem viel een huishoudster bij een
familie op het Stationspleiu bij ongeluk van het
balkon op straat. Hoewel onmiddelijk geneeskun-
dige hulp werd verleend, bleek de juffrouw reeds
te zijn overleden.
Zaterdagnamiddag geraakte op de fabriek
Rigtersbleek, van de heeren G. J. van Heek
Zonen te Enschede de 28jarige B. Jansen tusschen
de drijfriemen en werd daardoor meegevoerd, zoodat
hij verder door de drijfstang zoodanig werd verwond,
dat de dood spoedig volgde.
Men meldt uit Sittard
Christine Rutten, die gedurende 80 jaren on-
afgebroken bij de familie Week alhier als dienst-
bode in betrekking was, is, na korte ongesteldheid,
op ruim 90jarigen leeftijd ten huize der genoemde
familie overleden.
Te Dordrecht heeft een tienjarig meisje hevige
brandwonden bekomen, doordat haar nachtjapon
in aanraking kwam met een door het kind in de
kachel gloeiend gemaakte pook. In vlammen
gehuld, liep zij naar een andere kamer, waar hare
79jarige grootmoeder het vuur met een kleed
doofde. Hoewel de toestand der kleine niet levens-
gevaarlijk is, achtte de ter hulp geroepen genees-
heer overbrenging naar het ziekenhuis noodzakelijk.
Te Wateringen (Z.-H.) werd dezer dagen aan
een Hongaar die fatsoenlijk gekleed was, doch
blijkbaar geheel zonder middeleu fran bestaan aan
den weg werd gevonden een onderkomen ver
schaft in het arrestantenlokaal. De burgemeester,
die den man ging bezoeken, liet den sleutel op
de deur, welke dicht viel, waardoor ook hij, tegen
de bedoeling der strafwet, mede opgesloten was.
De oudste wethouder, die voortdurend leven hoorde
in »het hok" deed eindelijk de deur open en be-
vrijdde alzoo, na eenige bange uren, den burger
vader uit diens gevangenschap.
De rechtbank te Arnhem behandelde Yrijdag
in een buitengewone zitting de zaak van Cornelis L.,
26 jaren, opzichter te Velp, en Flora D., 33 jaren,
verpleegster te Rotterdam, beiden ontslagen sup-
poosteu van de Weesinrichting te Neerbosch, be-
klaagd in gemelde inrichting 19 Augustus jl. te
zamen en in vereeniging Johannes Fieken, ver-
pleegde, mishandeld te hebben door moedwillig en
gewelddadig herhaaldehjk tegen diens lichaam te
slaan, hebbende beklaagde L. daarbij gebruik ge
maakt van een karwats, tengevolge van welke
mishandeling J. Tieken is gestorven.
Er waren 22 getuigen gedagvaard.
Beklaagden erkennen het 12jarig ventje peslagen
te hebben, L. met de karwats op zijn kuie, D
met de hand om zijn beide ooren.
Oorzaak was, dat de jongen met nog een ander,
Bauer, in bed gebleven was, terwijl 60 andere
jongens van de zaal reeds vertrokken waren
bovendien grond en bed bevuild had.
Hij zei hoofdpijn te hebben. Beklaagden ge-
loofden dit niet. Zij bevalen hem op te staan,
toen hij dit niet deed, heeft eerst L. geslagen
daarna D., die hem onder de armen uit het bed
tilde en aankleedde toen wankelde het ventje, L
verwijderde zich. D. bracht den jongen naar het
privaat waar hij geweldig braakte. Daarna werd
het knaapje naar het Ziekenhuis gebracht waar hij
nog den eigen morgen overleed.
L. hoorde dat er verteld werd, dat hij den
jongen zoo geslagen had. Toen hing hij naar den
directeur Van 't Liudenhout, vertelde hem het
geval, ging naar den dokter om dien te verzoeken
bij den doodschouw een onderzoek in te stellen
of de jongen tengevolge van slaan gestorven was
Deze heeft hem gerustgesteld. Verder heeft L
niets meer van de zaak gehoord tot dejustitie kwam
De president maakte beklaagde opmerkzaam dat
reeds den vorigen avond de ongesteldheid van
Fieken bekend was en hij opmerkzaam er op ge^
maakt was, dat verder ieder 's morgens de onge
steldheid bemerkte, alleen beklaagden niet.
Verder wijst president beklaagden op ernstig
plichtverzuim. L. moest tegelijk met de jongens
op zijn te 6 uur en slond om 7 uur, soms half
acht opdan waren de groote meisjes reeds op
de zaal bezig met schoonmaken en werd beklaagde
zelfs door een meisje koffie op bed gebracht.
Wisten de heeren Van 't Lindenhout dit alles.
Beklaagden weten niet of het hun bekend is.
Alle suppoosten deden echter 't zelfde, controle
was er niet.
Verboden te slaan was er nooit, wel in be-
paalde gevallen en in het algemeen bevolen in-
structies kreeg beklaagde bij het in dienst treden
niet. De oude heer Van 't Lindenhout bemoeit
zich niet met de controle en is tegenwoordig te
zenuwachtig. Jacob van't Lindenhout komt twee-
of driemaal per jaar in de zalen, nooit voor 8 uur
's morgens. Deze heeft het meestal te druk of
is op reis.
Een zware taak hadden de suppoosten, veel
kinderen onder toezicht. Soms had bekl. 220
kinderen en veel bezoekers in den zomer rond te
leiden. Regel en orde lieten veel te wenschen
er.
Kastijding met stokjes was algemeenieder
wist dat.
De rechtbank hoorde voor de pauze eenige ver-
pleegden, die op de zaal tegenwoordig waren bij
het slaan van Tieken. De juffrouw was driflig
en riep ,/Je gaat dood, je gaat dood." De klappen
waren niet hard. De juffrouw zond de meisjes
weg van de zaal, de jongen kreunde.
Allen zeggen, dat slaan gewoonte was en deze
beklaagde zeer hardhandig was.
Volgens een bericht uit Sheffield, heeft zich
het regiment Royal Irish Fusiliers daar Vrijdag
niet kunnen inschepen, omdat 166 manschappen
weigerden Engeland te verlaten.
Een allerdroevigst ongeluk, dat aan Hilde-
brand's ,/Teun de Jager" doet denken, heeft te
Saint-Ambroix in Frankrijk plaats gehad. Zekere
Catebras, een man van 29 jaar, ontmoette, van
de jacht komende, zijn meisje, de achttienjarige
Maria Vergnes. Zijn geweer over den anderen
schouder willende hangen, deed hij 'top onver-
klaarde wijze afgaan, en het arme kind werd zoo
deerlijk getroffen, dat zij eenige uren later den geest
gaf. De onwillekeurige moordenaar, in de diepste
wanhoop verzonken, is in hechtenis.
Op het terreiu van het grensstation Esschen
ontdekte een spoorbeambte Vrijdag dat uit een
goederenwagen rook kwam. Toen hij de deur
opende, sloegen hem de vlammen tegen. Terstond
werd met emmers water tot blusschen overgegaan,
doch men kou niet verhinderen dat de wagen met
zijn geheelen inhoud, bestaande uit pakken vlas,
door de vlammen vernield werd.
De dagelijksche kosten van den oorlog met
de Boerenrepublieken worden geschat op 250,000
tot 300,000 p. st. En deze kosten nemen thans
met den dag toe, nu uit alle streken der aarde
bijeengezochte kleine contingenten met hun velerlei
behoeften aankomen.
Van deze behoeften kan men zich moeilijk een
denkbeeld vormen, zegt de correspondent der
Miinchener Alg. Zeitung. Toen deze einde October
bij Storm berg was, zag hij daar het kamp van
het Berkshire-regiment (een Engelsch regiment
telt zelden meer dan 1500 man) ongeveer 60 tenten,
100 wagens, 600 muilezels en een eindelooze
bagage. Deze impedimenten dienen waarlijk niet
om de beweeglijkheid van den troep te bevorderen,
en toch meent Tommy Atkins zonder deze niet
te kunnen leven. Zelfs het noodige van cricket
en voetbalspel ontbreekt natuurlijk niet aan de
bagage.
In het tijdschrift Acetylen wordt een nieuwe
reddingsgordel besproken, waarbij het acetyleengas
de hoofdrol speelt. Het bestaat in een slang van
waterdicht linnen, die door banden om het middel
bevestigd wordt en aan de voorzijde van twee
bronzen trommels is voorzien, die met elkaar in
verband staan. De eene is gevuld met 40 gram
carbid en de andere met 140 gram water. Drukt
men op. een veer dan wordt het water tot het
carbid toeg laten en binnen 15 seconden is de slang
met acetyleengas gevuld. Aangezien de slang een
inhoud heeft van 9 k. d.M., is het toestel vol-
doende in staat om een persoon drijvende te houden.
Zonder de vulling weegt de geheele inrichting
slechts 80 gram.
Bijna 20 jaar geleden beging een Parijzenaar
eenige fraude ten nadeele van het gemeeutelijk
armwezen. Hij vluchtte naar Londen en zond van
daar het ontbrekende geld terug. Toen meende
hij de zaak afgedaan. Onder een aangenomen
naam vestigde hij zich weer te Parijs, waar hij
zaken dreef zelfs met de gemeente en met het
armwezen.
Maar even voor de straf verjaard zou zijn, werd
hij herkend en gevangen genomen. De jury was
echter mild en sprak den man vrij.
In het versiag van de Indische Rekenkamer
over 1898 wordt ons de volgende curiositeit mee-
gedeeld
De voorraad steenkolen in het depot te Djambi
werd onder ultimo 1897 opgenomen door eene
commissie, die daarvan procesverbaal dresseerde.
Dit stuk bleek, wat aanging de daarin opgenomen