A1 g emeen
Nieuws- en Advertentieblad
Zeenwsch-Vlaanderen
Aanbesteding.
HUBESTEUIM.
voor
HERBESTEDING.
No. 3879.
Zaterdag 10 Februari 1900.
40e Jaargang.
aanbesteed:
aanbesteden:
aanbesteden
Binnenland.
herbesteden:
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82J.
Men abouneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs
slechts tveemail berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij deze courant behoort een bijvoegsel.
Namens GEDEPUTEERDE STATEN van
ZEELAND zal Vrijdag 2 Maart 1900, des
voormiddags 11 uren, in de Abdij, worden
de aanleg van een gedeelte der
telephoongeleiding met bij te leve-
ren materieel, tusschen hetkantoor
van den agent van den Provin-
cialen Stoombootdienst op de
Wester-Schelde te Ter Neuzen
en het spoorwegstation aldaar, ten
behoeve van den genoemden dienst.
De inschrijvingsbiljetten kunnen tot 11 uren
des voormiddags, van den dag der besteding
ingeleverd worden.
Aanwijzing zal gescbieden op V rijdag 28 1 ebruari
1900, des voorm. 11 uren, te beginnen aan het
kantoor van den agent aan de Buitenhaven te
Ter Neuzen.
Het bestek ligt ter lezing ter Provinciale Gritbe,
bij den Hoofdingenieur van den Provincialen
waterstaat te Middelburg, bij de Ingenieurs en
de Opzichters, en verder op de plaatsen waar
dit gebruikelijk is. Het is verkrijgbaar ter Pro
vinciale Griffie van Zeeltiud, te Middelbuig,
tegen betaling van f 0,25.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den
Hoofdingenieur voornoemd en bij den Ingemeur
van den Provincialen waterstaat te Ter Neuzen.
Middelburg, 8 Februari 1900.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
ROEST, Voorzitter.
W. POLMAN KRUSEMAN, Griffier.
De inschrijvingsbiljetten, op zegel gesteld,
kunnen ter gemeeute-secretarie in eene verzegelde
bus tot bet oogenblik der besteding worden
ingeleverd.
Ter Neuzen, 8 Februari 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. WISKERKE, Secretaris,
Burgemeester en Wethouders van
ZAAMSLAG zullen op Dinsdag, 20
Februari 1900, voormiddag 10 uur, in het
gemeentehuis, in het openbaar en bij enkele
inschrijving
De levering, vrij op den wal aan de haven
aan den Kleine Huissenspolder en op
keur, van 740 IVl'- IPruisiscHe
GRIND, metende 1—6 c. M.
Levering voor 1 Juli 1900. Haven- of kaai-
geld is niet verschuldigd.
Biljetten in gesloten couvert, waarop „Griud
gemeente Zaamslag", kunnen ingeleverd worden
tot op het oogenblik der besteding.
Zaamslag, 2 Februari 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. BARENDREGT Az., Yoorzitter.
P. J. WORTMAN, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van
AXEL zullen op Dinsdag den 20 Februari 1900,
des voormiddags te 9 4 ure, lokale tijd, ten
Raadhuize bij enkele inschrijving op gezegelde
biljetten
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
zullen op Dinsdag 20 Februari 1900, des
namiddags 3 uren, op het gemeentehuis, in het
openbaar
het onderliouden van eu het doen
van herstelliugen aan de gebouwen
en andere gemeenteeigendominen ge-
durende 1900, voor wat betreft het lc
perceel van het bestek.
Het bestek ligt ter lezing op de gemeente-
secretarie.
FEUILLETON.
Het vervangen van
de nog
bestaande ±OT3 grindbaan
in den „Zaamslagsche wegr"
door een 3 M. breede lxeibe-
stratingf.
Aanwijzing wordt gegeven op Zaterdag den
17 Februari 1900, des morgens 9 ure 1.1.,
samenkomst aan den provincialen tol bij Axel.
Het bestek ligt ten raadhuize ter lezing en is
op franco aanvraag tegen betaling van 50 cent
verkrijgbaar bij den Secretaris.
Axel, den 3 Februari 1900.
D. J. OGGEL, Burgemeester.
J. A. VAN VESSEM, Secretaris.
De Minister van binnenlaudsche zaken, de
heer Goeman Borgesius, heeft het beschermheer-
schap aanvaard van het comite tot vorming van
commissies buiten Amsterdam en voorts van alle
plaatselijke commissies, die reeds geconstitueerd zijn
of nog gevormd zullen worden tot inzameling van
gelden ten behoeve der werklooze diamantbewerkers.
Het beschermheerschap van den Minister strekt
zich evenzeer uit tot die commissies, die in hunne
gemeenten het iuitiatief nemen of zullen nemen
voor hetzelfde schoone doel.
In de veenkolonie Beets (Fr.) bekend ge-
worden door hare bittere armoede onder de groote
bevolking, die in hutten en pramen gehuisvest
was, is, tengevolge van de werkverschaffing van
den heer Janssen te Amsterdam reeds eene groote
verbetering te constateeren. In het winterseizoen
waren vroeger de aanvragen om onderstand aan
het armbestuur bijna even groot als het aantal
bewouers, tot de veenbevolking behoorende. Per
sonen in de kracht van het leven, moesten on
derhouden worden. En thans vragen en krijgen
slecht de oudsten en zwakken hulp van het
burgerlijk armbestuur, de overige vinden werk
bij de ontginning der uitgeveende plassen en zijn
daardoor in staat in de behoeften van zich en
hun gezin te voorzien.
Het gevolg van dit verschijnsel is mede, dat
de bevolking zich meer bewust wordt dan weleer,
meer „leeft en gevoelt", dat duideliik blijkt uit
de verbetering der woningen, het verbouwen van
eigen vrucht enz. Vroeger versufte men door de
armoede, die des winters geleden werd, men legde
er zich onder neder, omdat men meende, dat het
toch niet anders kon. Nu ondervind men het
tegendeelde winter is niet meer de tijd van
kleumen en honger, men krijgt meer lust in het
even en den arbeid.
Men schrijft uit Schoterl&nd
De raad dezer gemeente besloot op de begrooting
der gemeente over dit jaar een post van 450
aan te brengen voor kosten van voeding en schoeisel
ten behoeve van behoeftige schoolgaande kinderen,
om daardoor het schoolverzuim tegen te gaan.
Gedeputeerde Staten hebben naar aanleiding
van dezen post hunne goedkeuring aan de
begrooting onthouden, daarbij o. m. overwegende
dat deze uitbreiding der gemeentelijke bemoei-
ingen, welke van die proef het niet onwaarschijnlijk
resultaat zal zijn, deze vergadering niet zonder
bedenking voorkomt
dat hoegenaaind geene gegevens zijn verstrekt,
waaruit zou kunnen worden afgeleid, dat de ornvang
van het schoolverzuim is van zoodanigen aard, dat zij
een zooveel beleekenenden maatregel zou wettigen
dat bij de zoo verspreidde bevolking in de ge
meente de fiuancieele gevolgen van dien maatregel,
indien tot toepassing daarvan werd overgaan, hoogst-
waarschijnlijk zouden zijn van zeer ernstigen aard
door J. T.
17)
„Maar," zei Timothy, „Bertha zei toch uit-
drukkelijk dat het haar zeer donker was geweest,
terwijl dit meisje Groote God zei hij
plotselitig, terwijl hij opnieuw een blik op de
doode wierp, »dat is het meisje met wie ik hem
op dien dag in een van de zijstraten van de
Bowery zal sprakenik herkeu haar aan hare
ileeding
Hij haalde zijn zakboek te voorschijn, nam er
het kleine stukje -katoen uit, dat hij dien dag van
de vuilnisbak had afgenomen en vergeleek het
met de verbleekte japon, waarin het lijk gehuld
was. Patroon, stof en kleur, alles was precies
gelijk.
„In elk geval," hernam Clifton, op eenige won
den aan het hoofd en aan de ontbloote armen wij-
zend, die blijkbaar door een zwaar werktuig wa
ren veroorzaakt, „zal hij mij ten minste op eene
vraag moeten antwoorden, en wel op die, wie of
och het arme schepsel is, dat hier voor ons ligt
als een slachtoffer van verraad of van wanhoop."
Zich tot den dienstdoenden politie-agent wen-
dende, vroeg hij hem of er nog andere sporen van
geweld aan het lichaam ontdekt waren.
„Ja" luidde het antwoord zij is blijkbaar ge-
storven ten gevolge van slagen en schoppen."
Clifton drukte zijne lippen stijf op elkaar.
„Maar dan is het een schandelijke moord
zei hij, terwijl hij met een trillende hand den
doek opnam en er het gezicht weer mee bedekte.
iZooveel is ten minste zeker," zei Evans, vdat
dit niet het meisje is, dat verdwenen is, uit het
huis van George Ward."
„Zijt gij daar zoo zeker van Ik niethernam
Clifton.
„Hoe?" riep Evans uit. „Meent gij, dat
Bertha onwaarheid sprak, toen zij ons eene be-
schrijving gaf van het verdwenen meisje, wier spoor
wij uog steeds trachten te vinden
Clifton glimlachte; hij keerde zich om en gaf
den politie-agent een wenk om dicht bij hem te
komen.
„Geef mij de beschrijving eens aan," zei hij,
„die ik eenige dagen geleden gegeven heb aan de
politie-agenten die dienst deden langs het kanaal,
om die te identifiseeren met een zeker lijk, dat
ik zocht,"
dat het bovendien eene zeer betwistbare vraag
is, of een zoodanige maatregel in overeenstemming
is met de beginselen der wet op het lager onderwijs
dat zonder in dezen nog een oordeel uit te
spreken, deze vergadering van oordeel is, dat
een proef als in dezen bedoeld, in elk geval aan
den vooravond der behaudeling van 't wetsoutwerp
op den leerplicht in de volksvertegenwoordiging,
is praematuur
dat naar 't zich toch laat aanzien, die behande-
ling ruimschoots gelegenheid zal bieden om over
deze vraag meer licht te doen schijnen, dan tot
dusver beschikbaar is
dat reeds 't voorafgaand schriftelijk overleg
tusschen de regeering en de Tweede Kamer, het
bewijs heeft geleverd dat inderdaad dit punt de
aandacht niet zal ontsnappen
dat naar 't oordeel dezer vergadering het wen-
schelijk is, het nemen der, door den gemeenteraad
gewenschte proef, alsnog althans tot eene
volgende begrooting te verdagen, in afwachting
van hetgeen bij de behandeling van evengemeld
wetsontwerp zal blijken.
Gedeputeerde Staten geven daarom den gemeen
teraad in overweging bedoelden post van de be
grooting over 1900 te schrappen.
Daarentpgen hebben Gedeputeerde Staten goed-
gekeurd de postern van f 1000 en f 1200 voor
exploitatie van ontgonnen, gemeentelijke gronden
en voor ontginning van woeste gronden in het
oostelijk deel der gemeente, onder ressort van het
dorp Jubbega. Deze ontginning geschiedt enkel
als middel tot werkverschaffing.
TER NEUZEN, 9 Februari 1900.
UITSLVG der stemming voor een lid van
den Gemeenteraad te Ter Neuzen, wegens het
bedanken als zoodanig door den heer L. J.
van der Moer, op Vrijdag 9 Februari 1900.
Aantal stemmen
in district
cn.
Totaal.
Aantal kiezers
Uitgebracht
Van onwaarde
Geldige stemmen
J. A. de Jonge
J. Nelemans
P. J. Versluijs
680
465
12
453
151
207
95
155
111
2
109
65
35
297
228
6
222
117
46
59
1132
804
20
784
333
288
163
De volstrekte meederheid bedraagt 393.
Alzoo herstemming tusschen de heeren J. A. de
Jonge en J. Nelemans.
De man haalde een gedrukt papier te voor
schijn, dat hij op een wenk van Clifton aan
Evans gaf.
De inhoud van dat papier luidde
„Zoekt naar het lijk van een jong meisje, dat
lang, goed geproportionneerd eu slank is, een
blanken gelaatstint heeft en goudgeel haar van
eene zeldzaam mooie kleur, eu geef er mij on-
middellijk kennis van als het gevouden is
„Daar begrijp ik niets van," zei Evans hoofd-
schuddend.
Clifton klopte hem op zijn schouder en zei
ernstig
„Als gij weer eens in eene kamer mocht komen
waarin iets geheimzinnigs is voorgevallen, kijk
dan in de waschtafel-lade En als gij daar dan
nog een paar lange goudblonde haren mocht vin
den, draag dan zorg uwe Bertha's of hoe de mooie
kamenier ook mag heeten niet al te onvoorwaar-
delijk te gelooven, als ze U zegt, dat iemaud, die
blonde haren in hare waschtafel-lade heeft achter-
gelaten, donker hoofdhaar had."
Clifton begaf zich nu met Evans naar het huis
van George Ward. De bediende, die hen open
deed, zei dat mijnheer Ward nog met eenige
gasten aan tafel zat, maar dat hij zijn heer wel
even kon roepen.
Clifton antwoordde dat het niet behoefde, en
dat hij en Evans wel in een of ander vertrek op
hem konden wachten.
De bediende maakte eene buiging en opende
de deur van eene kleine gezellig gemeubelde
kamer.
Toen zij reeds langer dan een uur gewacht
hadden, kwam de heer des huizes zeer bedaard
het vertrek binnen en verontschuldigde zich omdat
hij zoo laat bij hen kwam.
„U kwaamt op een bijzonder ongelukkigen
tijd," zei hij. „Doch mag ik weteu, met welk
doel u hier gekomeu zijt
„Wij komen hier naar aanleiding van eene zeer
belangrijke zaak," zei Clifton,/daarom verzoek
ik u beleefd de kamer te mogen sluiten."
Mijnheer Ward scheen eenigszins verwonderd
te zijn, maar niettemin ging hij vlug naar de
deur toe en drukte die in het slot.
Toen hij tegenover de detectives had plaats
genomen, zei hij
„Ik geloof, dat ik u vroeger ook reeds gezieu
heb."
„lk heb reeds eenmaal de eer gehad, u in dit
huis te spreken," autwoordde Clifton.
Ward scheen zich nu het vroegere gesprek met
de beide detectives te herinueren.
-rT-„ hi I dm ■liiiptrr P. 3. V1W OK I»K te Ter lemen
Dit bl»il verncliijnl Mitanilag-, Wi>eu8d»K-
it
i -§
i "3 11—i
"B