A lgemeen
NienwB- en Advertentieblad
voor
Zeenwseh- Viaandere
a 40 cent.
Bekendmaking.
Nationale Militie.
No. 3861.
Zaterdag 30 December 1899.
Engeland en de Z.-A. Repnbliek.
39e Jaarffang;.
Voorwaardelijk Ontslagen.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binneu Ter Neuzen 1,Franco per postYoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhaudelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de priis
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Intending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
Nieu wjaars-advertentien
voor het nummer van 1 Januari
1900, dat Maandagmorgen a. s. zal
verschijnen worden weder geplaatst
De inzendingen kunnen geschieden tot
u i t e r 1 ij k Zaterdag 30 dezer, des
namiddags 4 ure.
Ter Neuzen, 27 Dec. 1899.
De uitgever,
P. J. VAN DE SANDE.
Ten einde teleurstelling te voorkomen zij
herinnerd, dat voor de TER NEUZENSCHE
COURANT met geen lijst om advertentien
wordt rondgegaan.
FJEIJILLKTON
HOOFDSTUK L.
Na den storm.
Lobelia Cuffs voelde een hevigeu bios op hare
wangen en een zonderlinge warmte in haar hart,
toen op een morgen, in het kamertje achter den
groenteuw'r:kel, Liza Simmons' neef! Tom Cum-
rnings, een jongmensch, die kruier was aan het
station El ton, haar vroeg, of hij een eiodje
met haar moclit opwandelen.
Drie jareu waren er uu verloopen, sinds haar
gedenkwaardig bezoek aan een cafe chantant. Jim
was getrouwd en had een kindje, dat zijn sprekend
evenbeeld was, volgens de geheele familie, uitge-
zonderd Lobelia, die bet onzinnig vond, een
Adonis als Jim te vergelijken met zoo'n klein,
schreeuwend, rood kreatuur.
Sam Chipchase was rheumatischer dan ooit, en
zijn vrouw werd met den dag lastiger. Lobelia
had veel lust, ffop eigen beeneu te staan", zooals
zij aan hare vriendinnen uitlegde, en daarom zei
ze greteg ja, toen Tom Cummings haar ten huwe-
lijk^ vroeg. Ze hield nu op, een ,/slavin" te zijn.
Tom was geen leelijke jongen, en hij vond
Lobelia //een aardige meid". Vooral haar deftige
mamer van spreken had indruk op hem gemaakt
't was net of je een boek las
Natuurlijk zorgde Lobelia er voor, haar vrijer
te imponeeren door het feit, dat zij geletterd was
-en bijgedragen had aan de pers. Bij de eerste
De EngelscheD willen het eerste gedeelte van
den Zuid-Afrikaauschen oorlog, dat zij nu achter
den rug hebben, liefst niet meetellen. Dat is een
verkeerd begin, dat echter geheel vergeten zal
worden door het succes van den //nieuwen oorlog".
De rnannen van dien nieu wen oorlog zijn lord
Roberts en lord Kitchener.
Generaal Roberts, zoo beweert ten minste de
Londensehe berichtgever van den //New York
Herald", heeft het opperbevel alleen willen aan-
vaarden op voorwaarde, dat hij geen bevelen uit
Engeland zou hebben te ontvangen. En toen
de beste gelegenheid kwam het ,/intervieuw" met
't portret voor den dag. De vrijer kon zich beter
vereenigen met den tekst dan met de illustratie.
J a, zei Lobelia, 't was een wonderlijke
historie. Ik heb altijd volgehouden. dat die goede
rneueer Alison onschuldig was. Ik wist wel, dat
hij geen moordenaar, maar een echte gentleman
was j hij ging altijd uit in een rok en witte das.
Hebben ze dan zijn onschuld bewezen na
zijn dood vroeg Tom.
Natuurlijk Heb je dan de kranten in
dien tijd niet gezien Ze waren er vol van.
Inbrekers hadden het gedaan. Als je met rnij
naar oom en tante gaat, zal ik je de kamer laten
zien, waar hij dood gevonden werd.
lorn Cummings vond dit een vroolijk vooruit-
zicht, en toen hij den volgenden Zoudag gearmd
met Lobelia ging wandelen, hief hij fier zijn hoofd
omhoog; want zijn aanstaande was de heldin ge
weest in een groote zaak en had gestreden voor
de onschuld van een man, dien ieder voor schul-
dig hield.
Op het terras van een bekoorlijke villa te
Lugano, in Noord-Italie, zit Clement Hansell, de
Zuid-Afrikaansche millionnair, naast een dame met
een vriendelijk, lief gelaat, die zijn hand in de
hare houdt.
Stephen, zegt zij, hem in de oogen ziende,
hoe gelukkig en kalm is ons leven hier. Soms
denk ik, dat het verleden slechts een booze droom
was.
Laat het een droom bljjven, Marion, ant-
dit na eeu beetje gehaspel was toegestaan, vroeg
hij Kitchener als hulp.
Kitchener is bij uitstek de man ran voorbereiding
en van regeling, en de ffnieuwe" oorlog zou dan
ook niet voor Maart beginnen. Niet voordat alles
volgens Kitchener in orde was, zou bevel gegeven
worden tot oprukken. In die twee maanden zouden
vermoedelijk de belegerde plaatsen in handen der
Boeren vallen, maar overigens ziet zoo'n tatiek
er gevaarlijk uit. De Boeren toch zijn het sterkst,
niet als zij aanvallen, maar als zij hun stellingen
kunnen kiezen en verdedigen. Wat moeten ze
doen als de Engelschen twee maanden wegblijven
Oorlogsuieuws is er weinig. De Boerenmacht
aan Modderrivier is nog wat sterker geworden
en verschantst zich op een uur afstands van de
Eugelsche buitenposten.
Catacre tracht de gemeenschap met de kolen-
mijnen te Indwe te herstellen. Vermoedelijk in
verband daarmede werd den 21* in de richting
van Dordrecht door Brabant's bereden karabiuiers
en een detachemeut Kaapscbe politie een ver-
kenniug gedaan onder bevel van kolonel Mont
morency. Bij Indwe kwamen de Britsche troepen
130 opstandeiiugen tegen, die op de vlucht sloegen
en hun lager met uitrusting, wagens en Martini
geweren in Engelsche handen lieten. Aan Engelsche
zijde werd niemaud gekwetst, zegt het Engelsche
bericht, dat ook geen dooden of gewonden aan
den kant der Boeren vermeldt. Dit ongeluk scbijut
dus niet heel erg te zijn geweest en in elk geval
staat er tegeuover, dat de Boeren in Natal met
succes werkzaam zijn en het generaal Buller
mooi lastig maken.
Zaterdag voor Kerstmis waren de kapiteins
Kirk wood en Grenfell van de Zuid-Afrikaansche
lichte ruiterij het kamp bij Chievelev uitgereden
om patrouilles te inspecteeren. Den 25™ waren
zij nog niet teruggekeerd. Hun paarden waren
een dag te voren zonder berijders teruggekomen.
Het laatst waren de officieren gezien toen zij langs
een keten van kopjes naar het oosten van de
Engelsche stellingen reden.
Een ander hewijs, dat de Boeren op de loer
liggen, meldt de correspondent van de Daily Mail"
uit het kamp bij Chieveley. In den ochtend van
den 20™ is een patrouille van het 13' huzaren door
ougeveer zestig Boeren verrast. De Engelschen
verloren twee dooden en een gewonde. Zes van
hun paarden zijn buitgemaakt.
Uit dergelijke berichten blijkt, dat de Boeren
zich weer laten gelden ten zuiden van de Toegela.
Volgens den correspondent van de Daily Tel."
hebben de Boeren een nieuwe brug over de Toegela
woordt haar echtgenoot, zacht haar hand drukkend.
Zijue oogen waren gericht op het prachtige meer
voor hen doch zijne gedachteu dwaalden ver weg,
naar die dagen van storm en duisternis, toen zijn
naam overal met afschuw werd genoemd, als die
van een moordenaar, die juist bijtijds gestorven
was om aan de galg te ontkomen.
llij kon nu kalm over al die verschrikkingen
nadenkeu.
Eerst later had hij vernomen, hoe sergeant
Verity behendig voor hem gewerkt had, om te
voorkomen, dat zijn zaak bedorven werd door een
outijdige onthulling van Gannett. Door het arres-
teeren van den hertog en Ben Gooch, waardoor
licht kwam in de moordzaak, verdween de waarde
van Gannett's ontdekkiug. Deze liet zich gaarne
bewegen om geen ruchtbaarheid te geven aau de
geschiedenis van Stephen's breeder, ter wille van
mevrouw Alison en haar dochter, die reeds zooveel
geleden hadden, en hij was tevreden geweest met
zijn aandeel in de eer, het geheim van Grosveuor-
Place te ontdekken en de moordenaars aan de ge-
rechtigheid over te leveren.
En thans viel er niets meer te vreezen.
Clement Hansell leefde kalm in Italie en be-
steedde hef kolossale fortuin tot leniging van veel
ellende. Niemand wist van de aanzienlijke giften,
die hij schonk aan tal van Londensehe instellingen,
niemand, behalve zijn secretaris en vertrouwde.
Een mooi meisje komt lachend door het laantje
van oranjeboomen, gevolgd door een jongen man,
die haar parasol draagt.
O, papa, zegt zij tot Hansell, oom zit
al weer in duizend vreezen. Hij trachtte den
gebouwd bij 1 ieters, waarover zij een kommando
gezonden hebben, dat hnn strijdmacht op den
Langwana-kop, ten oosten van Colenso, en ook
de stellingen op de heuvels daaromheen, belang-
rijk versterkt. De Boeren vermoeden waarschijn-
lijk, dat de Engelschen allereerst zullen trachten,
die stelling te veroveren, omdat zij vandaar de
positie der Boeren bij Colenso zouden bestrijken.
Verkenners uit het Boerenleger loopen het land
in Zuidoostelijke richting af tot aan de Blauw-
kransspruit. Ook is een Boerencommando, ver
moedelijk uit Natallers bestaande, gezien op veer-
lien mijlen ten westen van Estcourt.
Volgens een telegram uit Kaapstad, is sir
Charles Warren uit het Noorden daar teruggekeerd.
Men weet, dat hij op inspectie naar De-Aar was
vertrokken.
Op de remonte-hoeve van Amerikaansche muilen
te Stellenbosch is de kwade droes uitgebroken.
Zes-en-twintig dieren zijn afgemaakt en 78 geiso-
leerd. Er zijn iu het geheel 1100 muilen op de hoeve.
Hieronder nog eenige telegram men:
Londen, 28 Dec. Aan de Times wordt van
21 dezer uit Pietermaritzburg geseind
Er heerscht hier een sterk vermoeden dat de
oogenschijnlijk onschuldige connossementen van
Duitsche stoomschepen die te Delagoabaai aan-
komen, oorlogscontrabande dekken. De bladen
hier ter plaatse vragen om den bevelhebbers van
de Engelsche oorlogsschepen te gelasten, de ver-
pakkingen te openen en de lading te doorzoeken
en zich niet tevreden te stellen met het iDzien
van de declaratie.
Londen, 28 Dec. Winston Churchill, die te
Chieveley terug is gekomen, seint aan de ,/Morring
Post", dat de vervanging van Buller door Roberts
een pijnlijken indruk heeft gemaakt. De toestand
van de Engelschen is moeilijkde Boerenstelling
is bijzonder sterk, de rivier is ondoorwaadbaar,
de groote kanonnen van de Boeren beheerschen
de voornaamste puuten, de driften staan onder
het kruisvuur van de Boerengeweren en er liggen
zestien mijlen moeilijk begaanbaar, ruw land
tusschen de Toegela en Ladysmith. Daarbij vraagt
die stad om spoedige ontzetting.
Aan de //Times' wordt uit Chieveley geseind,
dat de Boeren voortdurend hun loopgraven ver-
beterenzij maken een bomvrije gang van de
kopjes ten Noorden van Colenso naar den weg
naar Ladysmith en brengen kanonnen in stelling
op Hlangware Hill.
Aau de //Standard" wordt uit Chieveley geseind,
dat Buller op Frere zal terugtrekken, ten einde
zijn troepen daar weer te mobiliseeren.
schipper iu 't Italiaausch aan zijn verstand te
brengen, dat hij niet rechtop in de boot mocht
staan, terwijl wij op 't meer waren en daar de
man hem niet verstond, gaf hij ons een opsomming
vim al de vreeselijkheden, die hem kunnen over-
komen door de onmogelijkheid, zich bij de rnen-
schen hier in hun eigen taal verstaanbaar te maken.
Kapiteiu Halford, rood als gewoonlijk, maar
ghmlachend, kwam tijdig genoeg om de laatste
woorden te verstaan.
't Is waar, Stephen, zei hij, bepaald
waarMay en haar man zijn verschrikkelijk
roekeloos op 't water, en met Giuseppe, die maar
doet, of dat ranke schuitje een solide mailboot
is, kan je heelemaal niet opschieten. Ik zal met
die lui hier nooit opschieten. Als mij iets over-
kwam, zou ik al dood zijn, eer ik hun aan 't
verstand kon brengen, wat mij scheelde. En ik
kan niet eens de weg naar huis vragen, als ik
eens verdwaald ben. En verdwalen moet je hier
op die eenzame wegen, welke alle op elkaar
lijken. En wandelen moet ik anders word ik
te dikOch, Stephen, ik zal nog eens aan den
weg sterven van honger en gebrekwat doe ik
in een land, waar ik niet eens een boodschap
naar huis kan sturen, als ik dood ben
Mevrouw Alison glimlachte,
Wel, beste Richard, zei ze, je zult im-
mers heel gauw naar Engeland terugkeeren, en
dan zal je weer prat.en met lui, die je verstaan.
Ja, goddank Ik heb aan Cecil ge-
schreven, om een poosje hier te komen. Een
huwelijksreis van een maand is voor hem en Jenny
toch lang genoeg om alleen te zijn; zij behoeft
TER VEIZEVS(HE (01R4YT
MM.*
bij den nltgever P. J. tm OK I1XUE te Ter Weazen.
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt bij deze ter
kennis van de daarbij belanghebbenden, dat het door den
Heer Directeur der Directe Belastingen enz. te Middelburg,
den 27 December 1899 inrorderbaar verklaard kobier no. 3
van de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten dezer gemeente
over het jaar 1899/1900, op heden aan den Ontvanger der
Directe Belastingen, ter invordering is ter hand gesteld en dat
ieder verplicht is zijnen aanslag, op den by de wet bepaal-
den voet, te voldoen.
Ter Neuzen, 29 December 1899.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN
gelet hebbende op de bestaande wettelijke bepalingen betrek-
kelijk de Nationale Militie,-
m a U I* n bekeml
dat het register tot inschrijving van alle mannelijke inge-
tetenen, die op den l,ten Januari aaostaande hun 19d* jaar
zullen zijn ingetreden, dat zijn diegenen, welke in 1881 zijn
geboren, zal gereed Iiggen op de gemeente-secretarie alle
werkdagen, van den 1»'"> tot en met den 31 Januari 1900,
van des voormiddags 9 tot des namiddags 5 uren;
dat voor ingezetenen wordt gehouden
1°. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder,
of, zijn 'beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens
de wet van den 28««" Juli 1850 (Staatsblad no. 44)
2°. hij die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de
laatste achttien maanden, voorafgaande aan den 1Janu
ari van het jaar. waarin hij zich moet laten inschrijven,
in Nederland verblijf hield
3°. hy, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was
ai is zijn voogd geen ingezeten, mits hy binnen het
Rijk verblijf houdt
dat niet voor ingezetenen wordt gehouden de vreemdeling,
behoorende tot een staat, waar de Nederlander niet aan de
verplichten krijgsdienst is ondcrworpen, of waar ten aanzien
der dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is
aangenomen (art. 15 der wet)
dat hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar, doch,
yoor het volbrengen van zijn 20Ite ingezetenen wordt, verplicht
is zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven
bij Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar de
inschrijving volgens art. 16 moet geschieden (art. 20 der wet)
dat voor de militie niet wordt ingeschreven
1°. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een
ingezeten die geen Nederlander is
2°. de in een vreemd Rijk verblijf hondende ouderlooze
zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten
3°. de zoon van den Nederlander die ter zake van'a lands
dienst in s Rijks overzeesche hezittingen of kolonien
woont (art. 17 der wet);
dat de inschrijving geschiedt
1°. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader,
of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden over
leden, de voogd woont;
van een gehuwde en van een weduwnaar, in de ge
meente. waar hij woont;
van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft, of
door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten
s lands gevestigd is, in de gemeente, waar hij woont
van den buiten 's lands wonenden zoon van een
Nederlanderdie ter zake van 's lands dienst in een
vreemd land woont, in de gemeente waar zijn vader
of voogd het laatst in Nederland gewoont heeft (art
16 der wet)
dat ieder, die volgens art. 15 behoort te worden ingeschreven
verplicht is zich daartoe hij Burgemeester en Wethouders
ter boven aangegeven plaatse en binnen den daar bepaalden
tijd aan te geven, en dat, bij diens ongesteldheid, afwezigheid
of ontstentenis, zijn vader, of, is deze overleden, zijn moeder,
of, zijn beiden overleden, zyn voogd tot het doen van die
aangii'te verplicht is (art. 18 der wet).
Belanghebbenden worden mitsdien dringend aangemaand
aan de op hen rnstende verplichting te voldoen, terwijl hun
nog onder de aandacht wordt gebracht, dat bij bovengemelde
wet, onder meer is hepaald
dat met boete van 0,50 tot 100 wordt gestraft de
overtreding van art. 18 en dat bij elke veroordeeling tot hoete
tevens door den rechter wordt hepaald, dat, indien daarin
niet is voldaan binnen twee maanden nadat de veroordeelde
is aangemaand, de boete door hcchtenis van ten hoogste tien
maanden zal worden vervangen.
Ter Neuzen, den 27 December 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. WISKERKE, Secretaris.
2°.
3°.
4°.
■"III