^iumengde berichten
Handelsberichten.
RECHTSZAKEN.
Arrondisseraents-reclitbank te Middelburg.
Ook de vrouw werd naar het ziekenhuis ge-
voerd en bleek een schot in den linker- en een
in den rechterschouder gekregen te hebben. De
verwondingeu leveren geen gevaar voor haar
leven op.
GEMEENTERAAD VAN SAS VAN GENT.
Antwerpen, 20 Dec. 1899.
fr
gistermorgen de romp bijna geheel onder water
zat. Een groot deel der kostbare lading, o. a.
graan, mats, enz. zal door het water bedorven zijn.
De bemanniug is hier gistermorgen geland.
Door personen die zich met schuitjes en roei-
booten naar het wrak begaven, waren heden reeds
een aantal dierenvellen hier aan wal gebracht.
't Is voor hen een mooi buitenkansjeeen
schipper bracht in een reis 300 stuks aan.
Nu de mist heden wat minder was, heerschte
aan de Wests] uis een groote bedrijvigheid, wegens
het groot aantal aangekomen stoomschepen.
Hoek. Yoor de Nieuwjaarscollecte werd alhier
bijeengebracht f 297,35 en ongeveer 30 mud
tarwe.
Sits Tan Gent, 22 Dec. Heden voormiddag
had in het Hotel Rotterdam van den heer N.
Acke, de aanbesteding plaats
a. Het maken van den bovenbouw der suiker-
fabriek op de bestaande fundeering, waarvoor
ingeschreven werd als volgt
F. de Meijer te Gent voor f 118,750 A,
Goedemont te Hansweert voor 116,000 L.
Ramackers te Wouw voor f 115,800; E. Claeijssens
te Sas van Gent voor 92,900 H. Reulinck
te Hulst voor 92,000 P. J. Wisse te Zaamslag
voor 91,000 en G. van der Peijl te Ter Neuzen
voor 88,679.
b. Het uitvoeren van grondwerken op een
gedeelte der fabrieksterreinen, waarvoor inschreven
werd als volgt
H. Klaassen te Zaamslag voor f 3650 P. J.
Visser te Hansweert voor f 2890 D. de Doelder
te Ter Neuzen voor 2600 A. Tholens te Ter
Neuzen voor f 2325 en P. Gilson te Sas van Gent
voor f 2295.
Perceel a. gegund aan den laagsten inschrijver
en perceel b. gegund aan den heer A. Tholens
te Ter Neuzen.
Middelburg, 22 Dec. Aan het gebouw van
het Provinciaal Bestuur alhier, had heden de
aanbesteding plaats van het onderhoud van het
Nederlandsch gedeelte van het Kanaal van Ter
Neuzen met bijbehoorende werken, gedurende drie
jaar, ramiug f 27850 per jaar.
Hiervoor werd van de 3 inschrijvers het laagst
ingeschreven door den heer G. J. Balkenstein te
Ter Neuzen, voor f 27892 per jaar.
De rechtbank heeft in hare zitting van 22
December de volgende vonnissen uitgesproken
J. M., oud 42 j., bierhuishouder te Ter Neuzen,
is wegens mishandeling veroordeeld tot 8 boete
of 8 dagen hechtenis.
P. A. v. H., oud 24 j., workman te Clinge,
is wegens mishandeling veroordeeld tot f 5 boete
of 5 daaen hecht.
C. V., oud 24 j., schipper te Philippine, is
wegens diefstal veroordeeld tot f 3 boete of
3 dagen hecht.
Nadat Dinsdagochtend omstreeks twaalf uren
te Vlissingen het nieuw gebouwde schip Sindoro,
van de Koninklijke maatschappij de Schelde, door
het Marinedok was verhaald en in een breeder
gedeelte van het kanaal was wgezwaaid", werd bij
het terugkeeren naar het werfterrein de nieuwe
kanaalbrug door het vaartuig aangevaren, waardoor
deze werd ontzet en niet meer geheel gesloten
kon worden. Het verkeer voor rijtuigen was
gestremd men is evenwel dadelijk begonnen de
aangerichte schade te herstellen door een der reserve-
schuitjes onder de brug te brengen.
Erger werd evenwel vervolgens de Tonnenbrug
geraakt, waartegen het achterschip van de Sindoro
met kracht aansloeg. Het horizontale deel en het
schuinliggeude gedeelte van deze brug werden
daardoor aan eene zijde geheel weggeslagen en
zwaar beschadigd.
Natuurlijk is ook deze brug voor alien toegang
gesloten.
Een ooggetuige verhaalde aan de Utr. Ct.
het volgende staaltje van paardeuinstinct
Elken morgen omstreeks half 11 komt de asch-
karman met zijn bespanning door de Muntstraat
(te Utrecht) de vuilnis ophalen. Bij perceel no. 1
gekomen, gaat het paard op den stoep staan de
bestuurder zorgt er voor dat het hoofd van het
dier ter hoogte der belknop komt. Hierna pakt
het dier deze in den bek en trekt tot een flink
geschel aan de binnenzijde weerklinkt. Even
daarua komt een der in het huis wonende dames
met een hoeveelheid oud brood enz. Het paard
eet nu den voorraad uit hare hand met smaak op
en laat zich dan, blijkbaar tevreden, door zijn
vriendelijke voedster over den kop strijken.
Het dier is aan deze onderbreking van zijn
dagelijkschen tocht zoo gewoon, dat zelfs, al wilde
men dwang gebruiken, het niet van zijn plaats
te kiijgen zou zijn, voor het zijn extra-rantsoen
heeft ontvangen. Eerst daarna vervolgt het ge-
willig zijn weg. Het aardigste van de geheele
zaak is zeker wel het trekken aan den schelknop.
Een lange reeks telegrammen in de Frankf.
Z. maakt melding van een aardbeving, welke
Dinsdagochtend in het gebied van den Middel
Rijn plaats had. De schokken waren vrij hevig
werden omstreeks 8.50 in den ochtend waar-
genomen. De dunr was 2 seconden. Er optstond
wel ontsteltenis, maar geen ongelukken of schade.
Het verschijnsel deed zich voor in dezelfde
streek, waar het ook in 1869 en 1872 werd waar-
genomen.
Te Rotterdam is Dinsdagnamiddag door een
Duitscher, die sedert een maand of drie gescheiden
van zijn vrouw leefde, op deze een moordaanslag
beproefd.
De vrouw begaf zich met een anderen man uit
een bierhuis op den Botersloot naar een cafe in
de Eerste Lombardstraat. Het paar werd gevolgd
door den wettigen man, die reeds meermalen zijn
vrouw verzocht had bij hem terug te komen en
haar zelfs met moord had bedreigd, indien zij
aan zijn verzoek geen gevolg gaf. Hij was Dinsdag
ook uit Amsterdam, waar hij woonde, overgekomen
om haar te ontmoeten.
Na het verlaten van het cafe in de Lombard
straat sloeg het tweetal den weg in naar de woning
der ouders van de vrouw, weder door den wettigen
man gevolgd.
Deze loste op den hoek van den Oppert een
viertal schoten, waardoor de vrouw gewond werd.
De Duitscher, meenende zijn vrouw doodelijk
getroffen te hebben, zette de revolver, waarmede
hij geschoten had, tegen het hoofd en joeg zich
boven het rechteroog een kogel daarin. Rugge-
liugs viel hij neer, richtte zich met moeite nog
eeumaal op en lostte andermaal een schot op
zichzelf, dat miste.
De man werd opgenomen en naar het ziekenhuis
vervoerd, doch toen hij daar aankwam bleek
hij reeds overleden te zijn.
Dinsdag is J. Zeegers, vroeger wonende te
Harscamp, die wegens vergiftiging zijner vrouw
tot levenslange gevangenisstraf is veroordeeld, uit
de gevangenis te Arnhem ontvlucht.
De vrouw te's Gravenhage, die onlangs onder
verdachte omstandigheden overleed, is, naar de
gerechtelijke schouwing aan het licht bracht, een
natuurlijken dood gestorven.
Een der Haagsche bladen stelde voor het
ontworpen pleintje bij de gedempte Elandssloot
te noemen Elandslaagte. Jammer dat Elands-
hoogte toepasselijker zou zijn, merkte Het Vad.
op. Maar men zal, als er een vluchthoogtetje
in 't midden is, dit, altijd volgens hetzelfde blad,
Stormberg kunnen noemen. En het daaronder
stroomende water Modderrivier. In dien trant
doorgaande zou men het kunstproduct, dat het
Binnenhof versiert, met den naam Magerfontein
kunnen vereeren.
Omdat het gerechtshof te Arnhem een vonnis
vernietigd heeft van de rechtbank te Almeloo,
waarbij een wielrijder, die een op post staand
schutter omver reed, die hem doorgang weigerde
naar een brand, tot drie weken gevangenisstraf
veroordeeld werd, hebben de kapitein-commandant
en de officieren der d.d. schutterij te Oldenzaal
ontslag aangevraagd.
Men schrijft uit Bennekom
Dinsdagmiddag hebben jongens, die hout sprok-
kelden in het bosch bij deze gemeente, op een
eenzame plek een man bewusteloos midden op den
weg gevonden. Zij waarschuwden arbeiders, die
in het bosch werkten. Deze hebben den man
op een kar naar Bennekom vervoerd. Bij onderzoek
bleek dat hij in elken pols een diepe wond had,
die daarop door een dokter zijn verbonden. Per
rijtuig naar het ziekenhuis te Wageningen vervoerd,
overleed de onbekende daar na korten tijd. De
man was naar schatting 40 jaar oud en droeg
een rossigen knevel. Hij was slechts gekleed in
flauellen hetnd en broek. Zijn voeten waren in
stukken van een zakdoek gewikkeld schoenen
had hij aan.
Woensdagnacht had er te Tiel een brutale
aanranding plaats. Om half twaalf werd er hard
aan de deur van den groenteboer P. J. v. E.
geruggeld en toen hij daarop buiten kwam, kreeg
lij een slag met een stok en eene lange en diepe
snede over het hoofd. Een dokter verbond den
gewonde. De daders zijn bekend.
Eergisternacht heeft op de grens van Bergum
en Bergumerheide een vreeselijke moord plaats
gehad.
Wanneer de grond met sneeuw bedekt is, houden
sommige personen in die streken zich bezig met
de bunzingvangst. Zoo waren dezen nacht drie
van zulke personen nl. twee van Twijzelerheide
en een van Zwaagwesteinde samen naar Bergum
afgezakt. Daar ontmoette dit drietal twee andere
bunzingvangers. Spoedig ontstond er twist tus-
schenhet drietal en het tweetal, het begon met een
gevecht tusschen de honden die op deze jacht
gebruikt worden en het eindigde met geweerschoten.
Een van het tweetal loste nl. ten slotte eenige
geweerschoten op het drietal, met dit gevolg, dat
een dadelijk dood was en een tweede vreeselijk
zwaar gewond. De derde is ongedeerd.
De doode en de gewonde zijn beide in het
onderlijf getroffen.
De schoten werden van zoo nabij gelost, dat
de getroffenen als 't ware in brand geraakten.
De justitie was gistermorgen dadelijk ter plaatse.
De vermoedelijke dader is gevat, hij kwam eens
kijken met andere menschen naar hetgeen gebeurd
was, dadelijk werd hij toen gevangen genomen.
De verdachte staat bekend als een groot strooper
en anarchist.
Te Elsegem is in een gevecht met stroopers
een jachtopziener door een geweerschot gedood,
terwijl zijn broer doodelijk werd gekwetst.
Vrijdagavond waren door een gebrek aan
de electrische geleiding, veroorzaakt door een
grondverzakking, alle Parijsche boulevards van
af de Place de l'Opera tot aan de Rue Mont-
martre in diepe duisternis gehuld. Alle voor-
stellingen in de daar gelegen opera's, cafe-chantants,
theaters enz., moesten bij kaars- en lamplicht
worden ten einde gebracht. Ook de talijke cafe's
moesten zich op die wijze behelpen.
INGEZONDEN STUKKEN.
Ter Nebzen, den 21 December 1899.
Geachte Redactie
Ik moet beginnen met even terug te komen op de oorzaak
der verwarring.
Deze ik zeide het wel niet nitdrnkkelijkmaar het is
toch uit mijn vorig schrijven op te maken is door Diets
anders veroorzaakt dan dat men te veel heeft willen >schipperen"
zooals men dat noemt. Men sprak over »verkregen rechten",
zonder dat men wist wanneer men een verkregen reeht heeft!
men wierp de billijkheid tegen het recht in de schaal, zonder dat
men wist wat in deze recht, d. w. z. het recht was. Men
redeneerde veel over »niet te pas komen", over .groote on-
rechtvnardigheid", zelf zou men voor dit en voor dat bedankeu
enz. enz. Men kon zich klaarblijkeljjk den toestand niet
goed voorstellen.
Toch was het eenvoudig. Men had zich eenvoudig moeten
voorstellen dat er nooit een brandweer was geweest, dat de
zaak iets geheel nieuws was.
Ware de verordening, zooals zij in Augustas 1898 is aan-
genomen, zonder schroom, zonder angst voor allerlei mogclijk-
heden en zonder al dat geschipper uitgevoerd, zooals toch
inderdaad had moeten geschieden, dan zou het gemeente
bestnur vast in zijne schoenen hebben gestaan.
Ik zelf ik beken het heb aan dat geschipper nice-
gedaan, ofschoon het raij tegenstond.
Ik heb er dan ook ten slotte genoeg, meer dan genoeg
van gekregen.
Voor zoover dit niet reeds nit het bovenstaande blijkt wil
ik mededeelen omdat er my naar gevraagd werd
waarom ik mij in de vergadering van 14 December heb
onttrokken aan de behandeling der vrijstellingen.
Toen in het voorjaar bleek dat de op voorstel van den heer
Van den Hoek aangenomen wijziging onhoudbaar was, ging
de gemeenteraad in de vergadering van 9 Maart, op voorstel
van het Dagelijksch Bestuur, over tot een nieuwe wijziging,
welke vrijwel overeenkwam met de bepaling, zooals die
oorspronkelijk was vastgesteld.
De gemeenteraad stelde toen vast dat alle mannelijke
ingezetenen van zekeren leeftyd in «le hum wonende
zouden dienstplichtig zijn.
Ik wil mij thans niet verdiepen in de vraag of de gemeen
teraad den dienstplicht mag beperken tot de kom. M. i.
welmaar het doet voor 't oogenblik niet ter zake. De
gemeenteraad had in ieder geval zoo en niet anders besloten.
In de afkondiging van het besluit lieten B. en W. weg de
woorden in de kom.
Ik wil die handelwijze niet in het breede critiseeren. Evenmin
wil ik bespreken de gevolgen, welke daaruit voor de betrokken
personen ook met het oog op de notulen zouden
hebben kunnen voortvloeien.
Maar ik moet toch epmerken dat B. en W. geheel o»be-
voegd waren zoo iets te doen. In een schrijven dd. 25 Maart
1899 aan de raadsleden heb ik daarop gewezen.
Waar zou het heen als B. en W. bevoegd warta een
besluit van den Raad te wijzigen naar hun inzicht Acht
men een besluit in strijd met de wet, welnu de uitvoering
kan worden geweigerd. De gemeentewet geeft den in dergelijk
geval te bewandelen weg aan.
Het besluit, zooals dat door den Raad is genomen is nooit
afgekondigd. Het mist dus bindende kracht.
Wel is er een besluit afgekondigd; maar dat was een
beslutt van B. en IF. en ook dat heeft al even weinig kracht.
Toch is men voortgegaan alsof dit niet zoo was, alsof er
volkomen naar de wet was gehandeld.
Men zal begrijpen dat dit mij meer en meer tegenstond
en daar ik begreep, dat door het behandelen tier vrijstellingen,
de gemeenteraad de handelwijze van B. en W. vrij wel zou
goedkepren, hetgeen ik onmogelijk kon doen, heb ik my
aan de behandeling onttrokken.
Ik zeg zou .goedkeuren". Dat wil natunrlijk nietzeggen
dat ik aan die goedkeuring tegenover de wet iets hecht.
Doch ook de vrijstellingen zelf waren voor mij een reden
van onthouding.
Ik had namelijk een sterk vermoeden dat men zou trachten
het besluit, zooals het door B. en IF. is afgekondigdten
opzichte der buitenv/omsn&cn geheel buiten effect te stellen.
Dit is dan ook gebeurd. Nu is tweeerlei mogelijk.
Men kan aannemen, hetgeen de gemeenteraad schijnt te
doen, dat de bepaling omtrent den dienstplicht, zooals die
door den Raad wel niet is gegeven, doch door B. en W. is
afgekondigd, volkomen rechtsgeldig is.
Of men kan aannemen dat die bepaling geen rechtskracht
heeft.
Is dit laatste waar en mij dunkt het moet waar zijn
dan kwam vrijstelling der buitenwonenden heelemaal niet te
pas, eenvoudig omdat zij dan niet dienstplichtig waren en
dus ook niet vrijge-teld b'ehoefden te worden.
Is het eerste waar wel dan is de vrijstelling m. i. niet
te verdedigen.
De gronden der vrijstellingen geeft de verordening aan.
Daarbuiten kan en mag de gemeenteraad niet gaan.
Men had te kiezen tusschen de gronden van vrijstelling
en ontslag in art. 10 1 gegeven.
Dit artikel luidt:
Van den dlenst bij de brandweer worden vrijgesteld
of daaruit, wanneer de inlijving reeds is geschied,
ontslag en
a. zij, die andere plichten in het openbaar belang
hebben te vervullen, welke hen verhinderen zich van de
gevorderde persoonlijke diensten te kwijten
b. zij, die volgens eene verklaring, afgegeven door
een gemeente-geneeskundige, door zickelijkheid of eenig
ziels- of lichaamsgebrek voor den dienst bij de brandweer
ongeschikt zijn
c. zij, wier dienen bij de brandweer door den ge
meenteraad, na onderzoek door Burg, en Weth. schadelijk
wordt geacht voor het algemeen belang.
Dat het sub e genoemde geen reden van vrijstelling kan
zijn is m. i duidelijk Het kan niet anders zijn dan ren
reden voor ontslageen reden dus voor verwijdering uit de
gelederen van een reeds dienende.
Wat toch is de grond of zooals het in de rechtstaal
luidt de ratio legis.
Men is van de onderstelling uitgegaan, zeker te recht, dat
wel eens een minder brave jongen zou kunnen worden ingelijfd,
Wanneer men beweert dat de gemeenteraad die notnlen
heeft goedgekeurd, dan wil ik opmerken dat de genomen
bcsluiten ill den regel niet worden voorgelezen Men ver-
trnuwt toch dat die besluiten zijn opgenomen zooals ze
genomen zijn.
die byvoorbeeld, door zich herhaaldelijk te misdrngen aan-
letding kan geven tot verwarring of, die door zich herhaal-
delyk tegen bevelen te verzetten, ook wellicht anderen tot
msubordinatie kon verleiden.
Er moest natuurlijk een middel zijn om zoo'n persoon te
verwijdercn. r
Van daar de bepaling sub c.
Dat dit verwijderen niet willekeurig mocht geschieden
spreekt van zelf.
I en eerste omdat door ontslag van een dienende een ander
m ztjne plaats moet komen.
Ten tweede omdat het verwijderen op die wijze alles
benalve eervol is.
Daarom werd bepaald, dat vddr de gemeenteraad de ver-
wydermg uitsprak, Burg, en Weth. een onderzoek moesten
mstellen.
Is het niet te begrijpen dat door het vrijstellen en bloc
van alle buitenwonenden op grond van art. 10 5 lc bij ieder
die eenig begrip heeft van wetsuitleg en wetstoepassing, de
naren te berge njzen we
En al neemt men aan dat het sub c bepaaldo ook een
reden van vrijstelling kan zijn, dan blijft het vrijstellen van
al die buitenmenschen toch al even ongerijmd.
Ik hoop niet dat een of ander verstandig lezer uit het
bovenstaande zal afleiden dat ik er zoo op gesteld ben om
alle buitenwonenden bij de brandweer te hebben.
Het tegendeel, zooals men, hoop ik, zal begrijpen.
Ik heb slechts willen duidelijk maken, dat, aangenomen,
zooals de Raad heeft moeten doen (ware het anders, het zou!
zoo mogelijk, nog gekker zijn) de rechtsgeldigheid der be
paling omtrent dienstplicht, zooals die is afgekondigd,dat
dan het vrijstellen van alle buitenlui eene ongerijmdheid is.
Er komt nog iets bij.
Art. 4 der verordening luidt:
Zij, die verzuimen de in art. 2 bedoelde aangifte te
doen, worden zonder loting bij het personeel der brand
weer ingelijfd."
Dat is een straf, zooals trouwens ook voldoende blijkt uit
de beraadslagingen.
Juist omdat het een straf is, werd toen voorgesteld de
boete op het verzuim gesteld te laten vervallende straf
van inlijving was al zwaar genoeg, meende men.
Nu hebben 409 personen zich niet aangegeven, waartoe
ook ik behoor en waaronder zeker wel de meeste buitenlui
zullen behooren.
Die 409 recaleitranten altijd van het standpunt, door
den Raad ingenomen, geredencerd moesten dus zonder
twijfel zijn ingelijfd, zonder loting zelfs.
Ilet voorschrift is imperatief. De Raad moet zich daaraan
even goed als ieder ander onderwerpen en nergens is aan
den Raad de bevoegdheid gegeven de straf door art. 4 onge-
legd, opteheffen.
Ware art. 4 toegepast, zooals had moeten geschieden, dan
zouden alien, die aangifte hebben gedaan, die dus hunne
verplichting ik stel mij op het standpunt van den Raad
zijn nagekomen, geheel vrij moeten zijn.
Men zal wellicht zeggenge hadt met die bezwaren in de
raadsvergadering voor den dag kunnen komen. Zeer waar.
Maar de ondervinding door mij in den laatsten tijd
opgedaan, deed raij vermoeden, dat de gemeenteraad wel niet
veel zou gevoelen voor mijne bezwaren.
Bovendien wat zou ik gaan zitten beraadslagen over toe-
passing van bepalingen, waarvau m. i. het fundament niet
dengt
Er is, naar mijne meening, geen ander middel om uit de
impasse te geraken dan de verordening, zooals die oorspronke
lijk is vastgesteld, op enkele punten gewijzigd, zonder vrees
uit te voeren bf wel die verordening te wijzigen, zooals ik,
in het voorjaar heb voorgesteld en door welke wijziging
zoowel aangifte als loting geheel zouden vervallen, waardoor
de diensttijd tot misschien 10 jaar zou worden ingekrompen
en waardoor er een werkelijk algemeene dienstplicht zou zijn
in overeenstemming met de bedoeiing der gemeentewet.
Ik ben nog altijd niet aan de geschiedenis der zaak, geachte
redactie. Maar ik meende eenige verklaring te moeten geven
van mijn niet-deelnemen aan de behandeling der vrijstellingen.
Ook kan men in het medegedeelde gedeeltelijk de redenen
vinden van mijn ontslagnemen als lid van den Raad.
Die redenen uitvoerig mede te deelen daartoe gevoel
ik voorloopig geen lust.
Mij dunkt dat mijn ontslagnemen voor velen volstrekt niet
onbegrijpelijk zal zijn.
Over de .geschiedenis", als u het toestaat, een andere maal.
Achtend,
Uw dw. dr.,
Van der Moer.
Zitting van 21 Dec. 1899.
Voorzitter de heer Joh. Verschaffel, burgemeester.
Tegenwoordig de heeren Hamelynek, Verhaak, Wauters,
Van den Berg en den Secretaris.
Afwezig de heeren Malotaux en Oole (een vacature.)
De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing
onveranderd vastgesteld.
1. Ingekomen stukken.
a. Schrijven van Ged. Staten, houdende goedkeuring
snppletoir kohier van den hoofdelijken omslag.
b. Idem, houdende kennisgeving, dat aan den Minister is
verzonden, om ter vernietiging te worden voorgedragen, de
algemeene politieverordening voor deze gemeente.
c. Idem, houdende goedkeuring der verleende subsidie aan
het burgerlijk armbestuur.
d. Rapport kasopname van den gemeente-ontvanger.
Worden alien voor kennisgeving aangenomen.
2. Staat van te assureeren gemeente-gebouwen.
Deze wordt, zooals ze is opgemaakt door het Dag. Best-
tot een gezamenlijk bedrag van f 48000 goedgekeurd.
3. Schrijven omtrent regeling met het rijk overdracht
gronden.
Wordt besloten het contract aangevukl met de voorgestelde
wijzigingen van den heer Wauters, terug te zenden, alsmede
op voorstel van den heer Hamelynek een schrijven er aan toe
te voegen, omtrent de wenschelijkheid ter verkryging eener
leuning aan het kanaal binnen de kom der gemeente.
4. Jaarwedde marktmeester en marktdienaar
Daar dit niet op de convocatie staat, wordt besloten dit
voor de volgende vergadering daarop te plaatsen en alsdan
te behandelen.
5. Gewone omvraag.
De heer Verhaak doet een voorstel tot samenstelling eener
nieuwjaars-commissie.
De leden hier niet toe genegen zijnde wordt besloten
vestinggronden te laten afvoeren tot een som van f 200.
Daarna sluit de Voorzitter de vergadering.
Chilisalpeter (Soda-Nitraat) 15£ a 16 stikstof,
heschikbaar fr. 18,25 per 100 kilo.
Zwavelzure Ammoniak (Sulfaat van Ammoniak)
20 a 21 stikstof, beschikbaar fr. 29,per
100 kilo.
Gewoon Superphosphaat, 12 S. 14%phosphor-
zuur, per percent phosphorzuur fr. 0,38, zegge
5,per 100 kilo.
Thomasphosphaat (Metaalslakken), 15 si 17
rhosphorzuur, 75 fijnheid, per percent phosphor
zuur fr. 0,26, zegge fr. 4,20 per 100 kilo.