^iumengde berichten Handelsberichten. RECHTSZAKEN. Arrondisseraents-reclitbank te Middelburg. Ook de vrouw werd naar het ziekenhuis ge- voerd en bleek een schot in den linker- en een in den rechterschouder gekregen te hebben. De verwondingeu leveren geen gevaar voor haar leven op. GEMEENTERAAD VAN SAS VAN GENT. Antwerpen, 20 Dec. 1899. fr gistermorgen de romp bijna geheel onder water zat. Een groot deel der kostbare lading, o. a. graan, mats, enz. zal door het water bedorven zijn. De bemanniug is hier gistermorgen geland. Door personen die zich met schuitjes en roei- booten naar het wrak begaven, waren heden reeds een aantal dierenvellen hier aan wal gebracht. 't Is voor hen een mooi buitenkansjeeen schipper bracht in een reis 300 stuks aan. Nu de mist heden wat minder was, heerschte aan de Wests] uis een groote bedrijvigheid, wegens het groot aantal aangekomen stoomschepen. Hoek. Yoor de Nieuwjaarscollecte werd alhier bijeengebracht f 297,35 en ongeveer 30 mud tarwe. Sits Tan Gent, 22 Dec. Heden voormiddag had in het Hotel Rotterdam van den heer N. Acke, de aanbesteding plaats a. Het maken van den bovenbouw der suiker- fabriek op de bestaande fundeering, waarvoor ingeschreven werd als volgt F. de Meijer te Gent voor f 118,750 A, Goedemont te Hansweert voor 116,000 L. Ramackers te Wouw voor f 115,800; E. Claeijssens te Sas van Gent voor 92,900 H. Reulinck te Hulst voor 92,000 P. J. Wisse te Zaamslag voor 91,000 en G. van der Peijl te Ter Neuzen voor 88,679. b. Het uitvoeren van grondwerken op een gedeelte der fabrieksterreinen, waarvoor inschreven werd als volgt H. Klaassen te Zaamslag voor f 3650 P. J. Visser te Hansweert voor f 2890 D. de Doelder te Ter Neuzen voor 2600 A. Tholens te Ter Neuzen voor f 2325 en P. Gilson te Sas van Gent voor f 2295. Perceel a. gegund aan den laagsten inschrijver en perceel b. gegund aan den heer A. Tholens te Ter Neuzen. Middelburg, 22 Dec. Aan het gebouw van het Provinciaal Bestuur alhier, had heden de aanbesteding plaats van het onderhoud van het Nederlandsch gedeelte van het Kanaal van Ter Neuzen met bijbehoorende werken, gedurende drie jaar, ramiug f 27850 per jaar. Hiervoor werd van de 3 inschrijvers het laagst ingeschreven door den heer G. J. Balkenstein te Ter Neuzen, voor f 27892 per jaar. De rechtbank heeft in hare zitting van 22 December de volgende vonnissen uitgesproken J. M., oud 42 j., bierhuishouder te Ter Neuzen, is wegens mishandeling veroordeeld tot 8 boete of 8 dagen hechtenis. P. A. v. H., oud 24 j., workman te Clinge, is wegens mishandeling veroordeeld tot f 5 boete of 5 daaen hecht. C. V., oud 24 j., schipper te Philippine, is wegens diefstal veroordeeld tot f 3 boete of 3 dagen hecht. Nadat Dinsdagochtend omstreeks twaalf uren te Vlissingen het nieuw gebouwde schip Sindoro, van de Koninklijke maatschappij de Schelde, door het Marinedok was verhaald en in een breeder gedeelte van het kanaal was wgezwaaid", werd bij het terugkeeren naar het werfterrein de nieuwe kanaalbrug door het vaartuig aangevaren, waardoor deze werd ontzet en niet meer geheel gesloten kon worden. Het verkeer voor rijtuigen was gestremd men is evenwel dadelijk begonnen de aangerichte schade te herstellen door een der reserve- schuitjes onder de brug te brengen. Erger werd evenwel vervolgens de Tonnenbrug geraakt, waartegen het achterschip van de Sindoro met kracht aansloeg. Het horizontale deel en het schuinliggeude gedeelte van deze brug werden daardoor aan eene zijde geheel weggeslagen en zwaar beschadigd. Natuurlijk is ook deze brug voor alien toegang gesloten. Een ooggetuige verhaalde aan de Utr. Ct. het volgende staaltje van paardeuinstinct Elken morgen omstreeks half 11 komt de asch- karman met zijn bespanning door de Muntstraat (te Utrecht) de vuilnis ophalen. Bij perceel no. 1 gekomen, gaat het paard op den stoep staan de bestuurder zorgt er voor dat het hoofd van het dier ter hoogte der belknop komt. Hierna pakt het dier deze in den bek en trekt tot een flink geschel aan de binnenzijde weerklinkt. Even daarua komt een der in het huis wonende dames met een hoeveelheid oud brood enz. Het paard eet nu den voorraad uit hare hand met smaak op en laat zich dan, blijkbaar tevreden, door zijn vriendelijke voedster over den kop strijken. Het dier is aan deze onderbreking van zijn dagelijkschen tocht zoo gewoon, dat zelfs, al wilde men dwang gebruiken, het niet van zijn plaats te kiijgen zou zijn, voor het zijn extra-rantsoen heeft ontvangen. Eerst daarna vervolgt het ge- willig zijn weg. Het aardigste van de geheele zaak is zeker wel het trekken aan den schelknop. Een lange reeks telegrammen in de Frankf. Z. maakt melding van een aardbeving, welke Dinsdagochtend in het gebied van den Middel Rijn plaats had. De schokken waren vrij hevig werden omstreeks 8.50 in den ochtend waar- genomen. De dunr was 2 seconden. Er optstond wel ontsteltenis, maar geen ongelukken of schade. Het verschijnsel deed zich voor in dezelfde streek, waar het ook in 1869 en 1872 werd waar- genomen. Te Rotterdam is Dinsdagnamiddag door een Duitscher, die sedert een maand of drie gescheiden van zijn vrouw leefde, op deze een moordaanslag beproefd. De vrouw begaf zich met een anderen man uit een bierhuis op den Botersloot naar een cafe in de Eerste Lombardstraat. Het paar werd gevolgd door den wettigen man, die reeds meermalen zijn vrouw verzocht had bij hem terug te komen en haar zelfs met moord had bedreigd, indien zij aan zijn verzoek geen gevolg gaf. Hij was Dinsdag ook uit Amsterdam, waar hij woonde, overgekomen om haar te ontmoeten. Na het verlaten van het cafe in de Lombard straat sloeg het tweetal den weg in naar de woning der ouders van de vrouw, weder door den wettigen man gevolgd. Deze loste op den hoek van den Oppert een viertal schoten, waardoor de vrouw gewond werd. De Duitscher, meenende zijn vrouw doodelijk getroffen te hebben, zette de revolver, waarmede hij geschoten had, tegen het hoofd en joeg zich boven het rechteroog een kogel daarin. Rugge- liugs viel hij neer, richtte zich met moeite nog eeumaal op en lostte andermaal een schot op zichzelf, dat miste. De man werd opgenomen en naar het ziekenhuis vervoerd, doch toen hij daar aankwam bleek hij reeds overleden te zijn. Dinsdag is J. Zeegers, vroeger wonende te Harscamp, die wegens vergiftiging zijner vrouw tot levenslange gevangenisstraf is veroordeeld, uit de gevangenis te Arnhem ontvlucht. De vrouw te's Gravenhage, die onlangs onder verdachte omstandigheden overleed, is, naar de gerechtelijke schouwing aan het licht bracht, een natuurlijken dood gestorven. Een der Haagsche bladen stelde voor het ontworpen pleintje bij de gedempte Elandssloot te noemen Elandslaagte. Jammer dat Elands- hoogte toepasselijker zou zijn, merkte Het Vad. op. Maar men zal, als er een vluchthoogtetje in 't midden is, dit, altijd volgens hetzelfde blad, Stormberg kunnen noemen. En het daaronder stroomende water Modderrivier. In dien trant doorgaande zou men het kunstproduct, dat het Binnenhof versiert, met den naam Magerfontein kunnen vereeren. Omdat het gerechtshof te Arnhem een vonnis vernietigd heeft van de rechtbank te Almeloo, waarbij een wielrijder, die een op post staand schutter omver reed, die hem doorgang weigerde naar een brand, tot drie weken gevangenisstraf veroordeeld werd, hebben de kapitein-commandant en de officieren der d.d. schutterij te Oldenzaal ontslag aangevraagd. Men schrijft uit Bennekom Dinsdagmiddag hebben jongens, die hout sprok- kelden in het bosch bij deze gemeente, op een eenzame plek een man bewusteloos midden op den weg gevonden. Zij waarschuwden arbeiders, die in het bosch werkten. Deze hebben den man op een kar naar Bennekom vervoerd. Bij onderzoek bleek dat hij in elken pols een diepe wond had, die daarop door een dokter zijn verbonden. Per rijtuig naar het ziekenhuis te Wageningen vervoerd, overleed de onbekende daar na korten tijd. De man was naar schatting 40 jaar oud en droeg een rossigen knevel. Hij was slechts gekleed in flauellen hetnd en broek. Zijn voeten waren in stukken van een zakdoek gewikkeld schoenen had hij aan. Woensdagnacht had er te Tiel een brutale aanranding plaats. Om half twaalf werd er hard aan de deur van den groenteboer P. J. v. E. geruggeld en toen hij daarop buiten kwam, kreeg lij een slag met een stok en eene lange en diepe snede over het hoofd. Een dokter verbond den gewonde. De daders zijn bekend. Eergisternacht heeft op de grens van Bergum en Bergumerheide een vreeselijke moord plaats gehad. Wanneer de grond met sneeuw bedekt is, houden sommige personen in die streken zich bezig met de bunzingvangst. Zoo waren dezen nacht drie van zulke personen nl. twee van Twijzelerheide en een van Zwaagwesteinde samen naar Bergum afgezakt. Daar ontmoette dit drietal twee andere bunzingvangers. Spoedig ontstond er twist tus- schenhet drietal en het tweetal, het begon met een gevecht tusschen de honden die op deze jacht gebruikt worden en het eindigde met geweerschoten. Een van het tweetal loste nl. ten slotte eenige geweerschoten op het drietal, met dit gevolg, dat een dadelijk dood was en een tweede vreeselijk zwaar gewond. De derde is ongedeerd. De doode en de gewonde zijn beide in het onderlijf getroffen. De schoten werden van zoo nabij gelost, dat de getroffenen als 't ware in brand geraakten. De justitie was gistermorgen dadelijk ter plaatse. De vermoedelijke dader is gevat, hij kwam eens kijken met andere menschen naar hetgeen gebeurd was, dadelijk werd hij toen gevangen genomen. De verdachte staat bekend als een groot strooper en anarchist. Te Elsegem is in een gevecht met stroopers een jachtopziener door een geweerschot gedood, terwijl zijn broer doodelijk werd gekwetst. Vrijdagavond waren door een gebrek aan de electrische geleiding, veroorzaakt door een grondverzakking, alle Parijsche boulevards van af de Place de l'Opera tot aan de Rue Mont- martre in diepe duisternis gehuld. Alle voor- stellingen in de daar gelegen opera's, cafe-chantants, theaters enz., moesten bij kaars- en lamplicht worden ten einde gebracht. Ook de talijke cafe's moesten zich op die wijze behelpen. INGEZONDEN STUKKEN. Ter Nebzen, den 21 December 1899. Geachte Redactie Ik moet beginnen met even terug te komen op de oorzaak der verwarring. Deze ik zeide het wel niet nitdrnkkelijkmaar het is toch uit mijn vorig schrijven op te maken is door Diets anders veroorzaakt dan dat men te veel heeft willen >schipperen" zooals men dat noemt. Men sprak over »verkregen rechten", zonder dat men wist wanneer men een verkregen reeht heeft! men wierp de billijkheid tegen het recht in de schaal, zonder dat men wist wat in deze recht, d. w. z. het recht was. Men redeneerde veel over »niet te pas komen", over .groote on- rechtvnardigheid", zelf zou men voor dit en voor dat bedankeu enz. enz. Men kon zich klaarblijkeljjk den toestand niet goed voorstellen. Toch was het eenvoudig. Men had zich eenvoudig moeten voorstellen dat er nooit een brandweer was geweest, dat de zaak iets geheel nieuws was. Ware de verordening, zooals zij in Augustas 1898 is aan- genomen, zonder schroom, zonder angst voor allerlei mogclijk- heden en zonder al dat geschipper uitgevoerd, zooals toch inderdaad had moeten geschieden, dan zou het gemeente bestnur vast in zijne schoenen hebben gestaan. Ik zelf ik beken het heb aan dat geschipper nice- gedaan, ofschoon het raij tegenstond. Ik heb er dan ook ten slotte genoeg, meer dan genoeg van gekregen. Voor zoover dit niet reeds nit het bovenstaande blijkt wil ik mededeelen omdat er my naar gevraagd werd waarom ik mij in de vergadering van 14 December heb onttrokken aan de behandeling der vrijstellingen. Toen in het voorjaar bleek dat de op voorstel van den heer Van den Hoek aangenomen wijziging onhoudbaar was, ging de gemeenteraad in de vergadering van 9 Maart, op voorstel van het Dagelijksch Bestuur, over tot een nieuwe wijziging, welke vrijwel overeenkwam met de bepaling, zooals die oorspronkelijk was vastgesteld. De gemeenteraad stelde toen vast dat alle mannelijke ingezetenen van zekeren leeftyd in «le hum wonende zouden dienstplichtig zijn. Ik wil mij thans niet verdiepen in de vraag of de gemeen teraad den dienstplicht mag beperken tot de kom. M. i. welmaar het doet voor 't oogenblik niet ter zake. De gemeenteraad had in ieder geval zoo en niet anders besloten. In de afkondiging van het besluit lieten B. en W. weg de woorden in de kom. Ik wil die handelwijze niet in het breede critiseeren. Evenmin wil ik bespreken de gevolgen, welke daaruit voor de betrokken personen ook met het oog op de notulen zouden hebben kunnen voortvloeien. Maar ik moet toch epmerken dat B. en W. geheel o»be- voegd waren zoo iets te doen. In een schrijven dd. 25 Maart 1899 aan de raadsleden heb ik daarop gewezen. Waar zou het heen als B. en W. bevoegd warta een besluit van den Raad te wijzigen naar hun inzicht Acht men een besluit in strijd met de wet, welnu de uitvoering kan worden geweigerd. De gemeentewet geeft den in dergelijk geval te bewandelen weg aan. Het besluit, zooals dat door den Raad is genomen is nooit afgekondigd. Het mist dus bindende kracht. Wel is er een besluit afgekondigd; maar dat was een beslutt van B. en IF. en ook dat heeft al even weinig kracht. Toch is men voortgegaan alsof dit niet zoo was, alsof er volkomen naar de wet was gehandeld. Men zal begrijpen dat dit mij meer en meer tegenstond en daar ik begreep, dat door het behandelen tier vrijstellingen, de gemeenteraad de handelwijze van B. en W. vrij wel zou goedkepren, hetgeen ik onmogelijk kon doen, heb ik my aan de behandeling onttrokken. Ik zeg zou .goedkeuren". Dat wil natunrlijk nietzeggen dat ik aan die goedkeuring tegenover de wet iets hecht. Doch ook de vrijstellingen zelf waren voor mij een reden van onthouding. Ik had namelijk een sterk vermoeden dat men zou trachten het besluit, zooals het door B. en IF. is afgekondigdten opzichte der buitenv/omsn&cn geheel buiten effect te stellen. Dit is dan ook gebeurd. Nu is tweeerlei mogelijk. Men kan aannemen, hetgeen de gemeenteraad schijnt te doen, dat de bepaling omtrent den dienstplicht, zooals die door den Raad wel niet is gegeven, doch door B. en W. is afgekondigd, volkomen rechtsgeldig is. Of men kan aannemen dat die bepaling geen rechtskracht heeft. Is dit laatste waar en mij dunkt het moet waar zijn dan kwam vrijstelling der buitenwonenden heelemaal niet te pas, eenvoudig omdat zij dan niet dienstplichtig waren en dus ook niet vrijge-teld b'ehoefden te worden. Is het eerste waar wel dan is de vrijstelling m. i. niet te verdedigen. De gronden der vrijstellingen geeft de verordening aan. Daarbuiten kan en mag de gemeenteraad niet gaan. Men had te kiezen tusschen de gronden van vrijstelling en ontslag in art. 10 1 gegeven. Dit artikel luidt: Van den dlenst bij de brandweer worden vrijgesteld of daaruit, wanneer de inlijving reeds is geschied, ontslag en a. zij, die andere plichten in het openbaar belang hebben te vervullen, welke hen verhinderen zich van de gevorderde persoonlijke diensten te kwijten b. zij, die volgens eene verklaring, afgegeven door een gemeente-geneeskundige, door zickelijkheid of eenig ziels- of lichaamsgebrek voor den dienst bij de brandweer ongeschikt zijn c. zij, wier dienen bij de brandweer door den ge meenteraad, na onderzoek door Burg, en Weth. schadelijk wordt geacht voor het algemeen belang. Dat het sub e genoemde geen reden van vrijstelling kan zijn is m. i duidelijk Het kan niet anders zijn dan ren reden voor ontslageen reden dus voor verwijdering uit de gelederen van een reeds dienende. Wat toch is de grond of zooals het in de rechtstaal luidt de ratio legis. Men is van de onderstelling uitgegaan, zeker te recht, dat wel eens een minder brave jongen zou kunnen worden ingelijfd, Wanneer men beweert dat de gemeenteraad die notnlen heeft goedgekeurd, dan wil ik opmerken dat de genomen bcsluiten ill den regel niet worden voorgelezen Men ver- trnuwt toch dat die besluiten zijn opgenomen zooals ze genomen zijn. die byvoorbeeld, door zich herhaaldelijk te misdrngen aan- letding kan geven tot verwarring of, die door zich herhaal- delyk tegen bevelen te verzetten, ook wellicht anderen tot msubordinatie kon verleiden. Er moest natuurlijk een middel zijn om zoo'n persoon te verwijdercn. r Van daar de bepaling sub c. Dat dit verwijderen niet willekeurig mocht geschieden spreekt van zelf. I en eerste omdat door ontslag van een dienende een ander m ztjne plaats moet komen. Ten tweede omdat het verwijderen op die wijze alles benalve eervol is. Daarom werd bepaald, dat vddr de gemeenteraad de ver- wydermg uitsprak, Burg, en Weth. een onderzoek moesten mstellen. Is het niet te begrijpen dat door het vrijstellen en bloc van alle buitenwonenden op grond van art. 10 5 lc bij ieder die eenig begrip heeft van wetsuitleg en wetstoepassing, de naren te berge njzen we En al neemt men aan dat het sub c bepaaldo ook een reden van vrijstelling kan zijn, dan blijft het vrijstellen van al die buitenmenschen toch al even ongerijmd. Ik hoop niet dat een of ander verstandig lezer uit het bovenstaande zal afleiden dat ik er zoo op gesteld ben om alle buitenwonenden bij de brandweer te hebben. Het tegendeel, zooals men, hoop ik, zal begrijpen. Ik heb slechts willen duidelijk maken, dat, aangenomen, zooals de Raad heeft moeten doen (ware het anders, het zou! zoo mogelijk, nog gekker zijn) de rechtsgeldigheid der be paling omtrent dienstplicht, zooals die is afgekondigd,dat dan het vrijstellen van alle buitenlui eene ongerijmdheid is. Er komt nog iets bij. Art. 4 der verordening luidt: Zij, die verzuimen de in art. 2 bedoelde aangifte te doen, worden zonder loting bij het personeel der brand weer ingelijfd." Dat is een straf, zooals trouwens ook voldoende blijkt uit de beraadslagingen. Juist omdat het een straf is, werd toen voorgesteld de boete op het verzuim gesteld te laten vervallende straf van inlijving was al zwaar genoeg, meende men. Nu hebben 409 personen zich niet aangegeven, waartoe ook ik behoor en waaronder zeker wel de meeste buitenlui zullen behooren. Die 409 recaleitranten altijd van het standpunt, door den Raad ingenomen, geredencerd moesten dus zonder twijfel zijn ingelijfd, zonder loting zelfs. Ilet voorschrift is imperatief. De Raad moet zich daaraan even goed als ieder ander onderwerpen en nergens is aan den Raad de bevoegdheid gegeven de straf door art. 4 onge- legd, opteheffen. Ware art. 4 toegepast, zooals had moeten geschieden, dan zouden alien, die aangifte hebben gedaan, die dus hunne verplichting ik stel mij op het standpunt van den Raad zijn nagekomen, geheel vrij moeten zijn. Men zal wellicht zeggenge hadt met die bezwaren in de raadsvergadering voor den dag kunnen komen. Zeer waar. Maar de ondervinding door mij in den laatsten tijd opgedaan, deed raij vermoeden, dat de gemeenteraad wel niet veel zou gevoelen voor mijne bezwaren. Bovendien wat zou ik gaan zitten beraadslagen over toe- passing van bepalingen, waarvau m. i. het fundament niet dengt Er is, naar mijne meening, geen ander middel om uit de impasse te geraken dan de verordening, zooals die oorspronke lijk is vastgesteld, op enkele punten gewijzigd, zonder vrees uit te voeren bf wel die verordening te wijzigen, zooals ik, in het voorjaar heb voorgesteld en door welke wijziging zoowel aangifte als loting geheel zouden vervallen, waardoor de diensttijd tot misschien 10 jaar zou worden ingekrompen en waardoor er een werkelijk algemeene dienstplicht zou zijn in overeenstemming met de bedoeiing der gemeentewet. Ik ben nog altijd niet aan de geschiedenis der zaak, geachte redactie. Maar ik meende eenige verklaring te moeten geven van mijn niet-deelnemen aan de behandeling der vrijstellingen. Ook kan men in het medegedeelde gedeeltelijk de redenen vinden van mijn ontslagnemen als lid van den Raad. Die redenen uitvoerig mede te deelen daartoe gevoel ik voorloopig geen lust. Mij dunkt dat mijn ontslagnemen voor velen volstrekt niet onbegrijpelijk zal zijn. Over de .geschiedenis", als u het toestaat, een andere maal. Achtend, Uw dw. dr., Van der Moer. Zitting van 21 Dec. 1899. Voorzitter de heer Joh. Verschaffel, burgemeester. Tegenwoordig de heeren Hamelynek, Verhaak, Wauters, Van den Berg en den Secretaris. Afwezig de heeren Malotaux en Oole (een vacature.) De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd vastgesteld. 1. Ingekomen stukken. a. Schrijven van Ged. Staten, houdende goedkeuring snppletoir kohier van den hoofdelijken omslag. b. Idem, houdende kennisgeving, dat aan den Minister is verzonden, om ter vernietiging te worden voorgedragen, de algemeene politieverordening voor deze gemeente. c. Idem, houdende goedkeuring der verleende subsidie aan het burgerlijk armbestuur. d. Rapport kasopname van den gemeente-ontvanger. Worden alien voor kennisgeving aangenomen. 2. Staat van te assureeren gemeente-gebouwen. Deze wordt, zooals ze is opgemaakt door het Dag. Best- tot een gezamenlijk bedrag van f 48000 goedgekeurd. 3. Schrijven omtrent regeling met het rijk overdracht gronden. Wordt besloten het contract aangevukl met de voorgestelde wijzigingen van den heer Wauters, terug te zenden, alsmede op voorstel van den heer Hamelynek een schrijven er aan toe te voegen, omtrent de wenschelijkheid ter verkryging eener leuning aan het kanaal binnen de kom der gemeente. 4. Jaarwedde marktmeester en marktdienaar Daar dit niet op de convocatie staat, wordt besloten dit voor de volgende vergadering daarop te plaatsen en alsdan te behandelen. 5. Gewone omvraag. De heer Verhaak doet een voorstel tot samenstelling eener nieuwjaars-commissie. De leden hier niet toe genegen zijnde wordt besloten vestinggronden te laten afvoeren tot een som van f 200. Daarna sluit de Voorzitter de vergadering. Chilisalpeter (Soda-Nitraat) 15£ a 16 stikstof, heschikbaar fr. 18,25 per 100 kilo. Zwavelzure Ammoniak (Sulfaat van Ammoniak) 20 a 21 stikstof, beschikbaar fr. 29,per 100 kilo. Gewoon Superphosphaat, 12 S. 14%phosphor- zuur, per percent phosphorzuur fr. 0,38, zegge 5,per 100 kilo. Thomasphosphaat (Metaalslakken), 15 si 17 rhosphorzuur, 75 fijnheid, per percent phosphor zuur fr. 0,26, zegge fr. 4,20 per 100 kilo.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 2