BIJVOEGSEL Te: Hauzsnschs Courant Dinsdag 12 December 1899. No. 3854. Gemeenteraad van Ter Neuzen. Vervolg van het Hoofdblad). I s /0,10 I 0,50 I VAN DE VAN Vergadering ran Vrijdag 8 December 1899. De heer Visser oppert het denkbeeld achter in de raadzaal een kamertje te maken of wel een plan te ontwerpen tot Terbouwing van het stadhuis, want dat zal op den duur toch moeten geschieden. De Voorzitter merkt op, dat zulks toch nog met dadelyk kan gebeuren, want er staat geen post voor op de begrooting. De heer VisserDe uitvoering van dat werk zal ook met op de begrooting kunnen gebracht worden, en daarvoor zal wel eene leening moeten gesloten worden. De heer Van der Moer verklaart maar liever in eens het stadhuis te willen verbouwen. De Voorzitter zon dan in overweging geven om te trachten "t stadhuis te verkoopen en een ander terrein te zoeken om een geheel nienw te bouwen. Hier, in de nabijheid eener bakkerij, met een oven die zooveel hitte verspreidt, is het zeer gevaarlijk en als er brand kwam zou door het verlies der arohieven, de schade aanmerkelijk hooger zijn dan de kosten van een nieuw raadhuis. De heer Van der Moer: Reden te meer om te verbouwen, in de raadzaal de secretarie te vestigen en de archieven naar hier over te brengen, dan zijn ze verder van de bakkerij geborgen en in geval van brand ook gemakkelijker te redden. De heer Moes verklaart tegen het plan van den Voorzitter eerst dezelfde bezwaren te hebben gehad als de heer Wieland. Later is hij evenwel gaan bedenken dat bij eventueele ver- andering van het stadhuis het werk toch ten goede komt, en heeft hij ook met het oog op de geringe kosten zich er bij neergelegd. De heer Visser zou het liever op een andere manier in- richten. De kosten zijn b\j hem geen bezwaar. De heer Wieland blijft er bij, dat het geld weggooien is. De heer Moes is dat niet met hem eens, daar het kamertje bij verbonwing van 't stadhuis zijne waarde blijft behouden. Overigens houdt hij wel degelijk rekening met de kosten. De heer Visser: Ik bedoelde met die uitdrukking over de kosten alleen, dat ik er wel 150 voor over heb om het den burgemeester gemakkelijk te maken. De heer Van der Moer: Laten we het besluit nemen om het raadhuis te verbouwen en wel zoo spoedig mogelijk. De heer Van IJsselsteijn verklaart zijne stem te zullen geven aan het voorstel van B. en W., omdat hij het onge- lukkig vindt, dat de burgemeester op het raadhuis geen vaste plaats heeft, waar zooveel menschen hem komen spreken. De Voorzitter't Is al gebeurd dat ik nergens een zitplaats kon krijgen, daar alles bezet was. In stemming gebracht wordt het voorstel om het voorzaaltje In te richten tot burgemeesterskamertje aangenomen met 8 tegen 4 stemmen. Voor stemden de heeren Van der Moer, Dees, Van de Velde, Harte, I.Tsselsteijn, Moes, Van den Hoek en De Koeijer, tegen de heeren De Feijter, Wieland, Visser en Van der Hooft. De Voorzitter dankt de heeren voor hun welwillend besluit. Hij vraagt of de heer Van der Moer nu nog een voorstel omtrent verbouwen ran 't stadhuis wil doen. De heer Van der Moer antwoordt toestemmend er is al lang over gepraat, hij zou wenschen dat er nu eens mee doorgegaan werd. De Voorzitter Dan zal er leeDing noodig zijn en was "t misschien niet kwaad om eens na te gaan of er ook nog andere zaken zijn, die niet kunnen geschieden, zonder dat er eene leening voor gesloten wordt. De heer MoesIk zou nu nog maar eens een jaar willen wachtennu is het toch zoo hard niet meer noodig. De heer DeesAls ik dat tenminsto geweten had, zou ik mijn stem niet aan dat voorstel hebben gegeven. De VoorzitterAls u wat geweten had U weet nog niets, want er is nog niets verder beslist Waar gesproken wordt van eene verdieping op te bouwen en boven de raadzaal in te richten, zegt de heer Wieland dat wel een goed idee te vinden, als 't kan geschieden. De Voorzitter deelt mede dat door den inspecteur overde gevangenissen aan hem verzocht is een voorstel te doen om het hnis van bewaring, cipierswoning en kantongerecht maar op te doeken, er schenen dan reeds plannen voor nieuwe in- richtingen te bestaan. Spreker heeft evenwel geantwoord, dat van hem nimmer een voorstel te verwachten was, waardoor de gemeente een bate van f 500 wat zij van die inrichtingen geniet zou derven. Waar er nu een voornemen schijnt te bestaan om die genoemde lokalen te ontruimen, was het misschien beter nog eens wat te wachten en zouden, wanneer die vrij komen, andere plannen kunnen gemaakt worden. De heer Wieland hoopt dat de heer Moes nu maar zal blijven aan zijn meening dat verandering nu niet meer zoo noodig is, en hij niet zal meedoen aan voorstellen om nu dadelijk het stadhuis te verbouwen. De heer Moes merkt op dat hij wel degelijk de zaak goed heeft overwogen eer hij er in heeft toegestemd. De heer WielandWe moeten er ons nu aan vasthouden dat men vooreerst geen verandering moet maken. De heer Van der Moer zou hebben gewenscht dat er twee verschillende plannen werden gemaaktdat bindt tot niets en de Raad kon dan altijd nog zien. Het schijnt echter dat de leden er groote bezwaren tegen hebben, waarom hij van het doen van een voorstel maar zal atzien. De heer Van den Hoek deelt nog mede dat er een plan is gemaakt, begroot op 8000. Dan werd het echter een zeer leelijk gebouw, daar de onderbouw zich niet leent om er een verdieping op te zetten. Wel zijn de muren stevig genoeg, maur de ramen te laag. m- De Voorzitter doet mededeeling van een voorstel ran den heer Van der Moer tot wijziging der verordening op de honden, d.d. 9 April 1880, en wel daaraan het volgende artikel toe te voegen Art. 5. De eigenaar, gebruiker of houder van een hond welke, binnen de kom der gemeente, op de openbare straat, op een al of niet bij een gebouw behoorend erf of buiten het bewoonde gedeelte van een gebouw of vaartuig verblijvende, door herhaald huilen, janken of blaffen hinderlijk is, wordt gestraft met eene boete van ten hoogste vijftien gulden. By dit voorstel is gevoegd de volgonde toelichting: Verschillende personen begrijpen niet of willen niet be- grijpen, dat het wonen in de kom eener plaats, vooral eene plaats, zoo aan- en ineen-gebouwd als Ter Neuzen, voor ieder verplichtingen medebrengt tegenover zijne buren. Zulke personen dienen wel door strenge mdfctregelen tot een juist begrip hunner verplichtingen te worden gebracht. Het is bekend, dat in het bijzonder vele hondenhouders al heel weinig zorg voor hunne dieren hebben en dat veelal de buren daarvan niets dan last en hinder ondervinden. Bij uitstek hinderlijk is het telkens en telkens huilen enz. van een hond, vooral als dit des nachts geschiedt. Ieder zal dit toestemmen. En dat nn komt jnist dikwijls voor. Een enkele hond kan door zijn ellendig gehuil tal van personen van de zoo noodige nachtrust berooven. Te trachten dien last en hinder te voorkomen ligt zeer zeker op den weg van een gemeentobestuur. De Voorzitter: Met het oog op de tegenwoordige werk- zaamheid en de vele verordeningen die in behandeling zijn, wenscht het Dag. Best, in overweging te geven deze wijziging •an te houden tot de verordening op de honden geheel herzien wordt. Ik kan er bij voegen dat er bij mij ook nog geen klachten zijn ingekomeu. De heer Van der MoerIk heb er meermalen over moeten klagen, ik heb het tegen den inspecteur van politie wel eens gezegd. Ik ben op het denkbeeld gekomen om die bopaling voor te stellen omdat ik hoorde dat eene dergelijke bepaling te Leeuwarden bestond, en nadat mij kort geleden gebleken is dat ik lang niet de eenige ben die ernstige klachten kan uitbrengen over verstoring der nachtrust door het geblaf en gehuil van honden van buren. Dit laatste gat mij juist aan- leiding om eindelijk een voorstel te doen tot het nemen van een besluit, waardoor men min of meer gewapend is. Ik liet het tot hiertoe na, uithoofde het den schijn van een persoon- lijke zaak zou geven. Ik vindt het vreeselijk dat men zijne nachtrust nog niet genieten kan, de eigenaars dienen daarvoor te waken. Voor een dag of 14 heb ik nog gevraagd een persoon te waarschuwen wiens hond 'a nachts ook zoo vreeselijk huilde, en ook nog deze week is het voorgekomen dat een hond den geheelen nacht een groot rumoer maakte. De vraag of het stratbaar is volgens het Wetboek van Strafrecht schijnt ontkennend beantwoord te moeten worden. Of het gemeente- bestuur het recht heeft een dergelijke aangelegenheid te regelen weet ik niet, daarover heb ik reeds vroeger ook wel eens met den vorigen burgemeester gesprokenmaar nu zoo'n bepaling op eene andere plaats bestaat, konden we't ook wel doen. 't Is toch een groote overlast, die men in een zoo dicht bebouwde bunrt zijn buren niet mag aandoen. De sair.enleving stelt toch ook eischen. De VoorzitterIk vindt het ook verschrikkelijk, als men zoo'n overlast ondervindt, maar er zijn bij mij nog geen klachten ingekomen. De heer Van der Moer: Men zegt zoo iets niet of't moet pas geven. Vier jaar lang hebben wij er in onze buurt in de nachten van Zaterdag op Zondag en van Zondag op Maandag van geprofiteerd. De VoorzitterWe willen het voorstel niet van de baan schuiven, maar het nog aanhouden. De heer Vnn der Moer Waarvoor is dat noodig De verordening is nog van kracht en er is toch geen bezwaar om er eene wijziging in te maken Als men 't aanhoudt, blijft het weer loopen. De heer Van IJsselsteijn verklaart dat men er in zijne buurt ook meermalen overlast van heeft. De heer Van de Velde: Dat heeft men ook van 'tfluiten der groote booten en dat wordt dan nog door menschen aangedaan. De heeren Van IJsselsteijn en Van der Moer weten daar over ook mee te spreken en ook de heer Van den Hoek be- spreekt den overlast daarvan. De heer Van der Moer zegt dat men hem heeft opmerk- zaam gemaakt dat in zijn voorstel een uitzondering zou dienen gemaakt te worden met honden die op een schip verblijven, omdat de schippers hunne honden als ze van boord gaan als wakers achterlaten. De Voorzitter merkt op dat zoo'n keffer toch ook veel last kan veroorzaken, als zoo'n schip tegenover eon huis ligt. De heer Van der Moer stemt dat toe en is van meening dat men dan maar andere maatregelen voor bewaking moet nemen, zonder een ander overlast aan te doen. De heer Dees is het er volkomen mee eens dat het erg is, het is meer dan erg zelfs. Voor luxe honden heeft hij geen bezwaar tegen de bepaling, maar wanneer het menschen betreft, die hun brood moeten verdienen met een hond, is de bepaling nogal ingrijpend. Last verooraaakt het, dat is waar, maar dat doen schreiende kinderen ook. Opgemerkt wordt dat van eigen kinderen den last zoo niet gevoeld wordt en dat zulks misschien met houden ook het geval is. De heer Moes Er is tegen mij dezer dagen ook geklaagd dat er bij concerten zoo laat gedanst wordt. De heer Van der Moer: Dat maakt een verschlldat valt eens een enkele maal voor, maar van honden kan je aanhoudend last hebben. De heer Dees wil helpen om de bepaling aan te nemen als de heer Van der Moer een middel aangeeft om het huilen der honden te voorkomen. De heer Van der Moer antwoordt dat de eigenaars de honden dan binnen moeten houden, dan is het gehuil toch zeker zoo erg niet meermaar in de meeste gevallen doen de dieren het nit gebrek. Hij haalt een voorbeeld aan dat men van iemund die 2 honden bezit de dieren nooit hoort, wel van anderen die er maar een hebben. De heer De KoeijerMaar hoe moet uitgemaakt worden of het gehuil erg is. De heer Van der Moer Wanneer er over geklaagd wordt. t Ligt niet in mijne bedoeling om dadelijk proces-verbnal op te maken, maar om de ingezetenen een recht te verzekeren dat aan hun verzoek om dergelijke storing der nachtrust te voorkomen, gevolg zal worden gegeven. Eerst wanneer aan het verzoek niet wordt voldaan zou proces-vorbaal moeten volgen. Als iemand na 10 uur rumoer maakt, kan hij straf beloopen, en tegen de besproken toestanden staat men thans machteloos 1 Waar de heer Van der Moer bij zijn voorstel blijlt, zal de Voorzitter het in stemming brengen. De heer Moes is er tegen nu zoo dadelijk te beslissen Hij had het voorstel wel willen overwegen. In stemming gebracht, stemmen voor de heeren Van der Moer, De Feijter, Wieland, Visser, Van der Hooft en Van IJsselsteijn, tegen de heeren Dees, Van de Velde, Harte, Moes, Van den Hoek en De Koeijer, zoodat de stemmen staken met 6 tegen 6, en de beslisslng in een volgende ver gadering moet plaats hebben. 3. Vaststelliny belastingverordeningen. De Voorzitter deelt mede dat er reeds twee circulairc's be staan, waarbij de gemeenten worden verzocht met 1900 alle belastingverordeningen te herzien. Daaronder worden ook de schoolgelden gerekend. Na verschillende berekeningen en over- wegingen is het Dag. Best, het in boofdzaak eens geworden over het voorstel dat thans wordt overgelegd, behoudens dat daarop nog een amendement is ingediend door den heer Moes, die mecnt voor hoogstaangeslageuen rednctie voor meerdere kinderen g heel te kunnen laten vervallen. Er is thans in ieder geval rekening gehonden met de drasgkracht van ver schillende personen, wat vroeger niet zoo het geval was, daar er slechts twee klassen bestonden. Verder wordt de toepassing van de heffingdie vroeger bij het Dag. Best, berustte, in het voorstel bij den Raad gebracht, die de kohieren moet vast- stellen. De nitkomst verkregen met dc bestaande gegevens is volgens de bestaande regeling f 1954,80 uls jaarlijksche op- brengstvolgens het voorstel van Burg, en Weth. zou de opbrengst zijn 2113,92 en volgens 't voorstel vau den heer Moes nog circa f 100 meer. (De berekening der schoolgelden geschiedt volgens 't voorstel van het Dag. Best, als volgt (In het voorstel van den heer Moes worden aan vorenstaande klassen nog toegevoegd Naar een inkomen van lste 1100—1200 1,00 1200- 1400 1,00 1400—. 1050 1,00 1650 en hoager 1,00 zoodat voor inkomens boven 2de f 1,70 1.80 1.90 2,00 1100 8de 2,30 2,50 2,70 3,00 volgens 4de kind. f 2,80 3,10 3,40 4,00 dit voorstel reductie geleidelijk vermindert en boven f 1650 geheel vervalt.) De heer Moes zegt dat de opbrengst volgens zijn voorstel even hoog is als een jaar of 7 geleden. De heer Visser kan met geen der beide voorstellen meegaan Het schoolgeld is al hoog genoeg, in geen enkele gemeente deze zijde der Schelde is het zoo hoog. Hij zal daarom tegen beide voorstellen stemmen. En als men dan toch een der voorstellen aanneerat, zou hij zeker wenschen dat begonnen werd met van inkomens van f 600 30 cent te heffen. Menschen met inkomens beneden f 600 hebben z. i. te weinig om daarvan schoolgeld te betalen. Bij de bedrijfsbelasting begint men ook pas met f 600. De heer Moes herinnert dat de voorstellen van hem, den Voorzitter en de heer Van den Hoek nogal uiteenloopen. Ik heb gemcend dat een geleidelijke verhooging de beste regeling was, maar dat voor inkomens boven een zeker bedrag geen reductie meer noodig was. De Voorzitter had in zijn voorstel reeds bij f 1200 daarmede opgehouden. Ten slotte heeft de Voorzitter het idee vau den heer Van den Hoek aangenomen. en heeft spreker zich om een eind aan de zaak te maken. daar gedeeltelijk bij neergelegd Oorspronkelijk had hij willen be- ginnen met inkomens van f 500. De heer Van den Hoek merkt op dat het van Burg, en Weth. uitgaande voorstel in het geheel niet met zijn oorspronkelijk voorstel overeenkomt; zijn voorstel zag er g. heel anders uit. De VoorzitterWe moesten wat doen. Er moest een eind n de zaak komen. Achten de leden wijziging van de be- stuande heffing noodig. dan geef ik in overweging uit beide voorstellen eene keuze te doen. De heer Van IJsselsteijn Kan iemand ons ook inlichten hoe de verhouding is van het voorstel met de heffingen der bjjzondere school De heer Moes Ja, 't is mij gebleken dat men daar nu juist bij personen er een schreefje had laten doorloopcn, wat ik van het bestnur der school niet begrijp en ik heb hun dan ook gezegd dat ze dat moesten veranderen, daar ik anders mijn voorstel niet kon handhaven omdat ik niet wil dat er eene concurrentie wordt in het leven geroepen. Ze hebben mij dat toegezegd. 1,20 is daar 't hoogste, verder 1,00, 80 cent, 60 cent enz. Het is dus in de bijzondere school toch nog hooger, terwijl dan ook nog de boeken moeten aangeschaft worden, die hier, tot zelfs de Fransche boeken, gratis gegeven worden. De heer Van den Hoek Ze hebben u gezegd het te zullen doen, maar wie waarborgt ons dat het bestnur der school zijne belofte zal houden, maar wanneer ze nalatig zijn, kunnen wij hen niet dwingen De heer Van der Moer: Hebben we daar wel mee noodig? Men mag wel eens denken dat het schoolgeld der bijzondere school verband houdt met dat van de openbare school, maar dat kan toch geen punt van debat uitmaken. De Voorzitter is het dnarmee eens. De heer Van der Moer zon wel met het voorstel-Moes kunnen meegaan, indien de twee laagste klassen vervallen en er dan in de hoogste klassen twee worden bijgevoegd. De heer DeesHet doet mij bepaald genoegen, dat van het Dag Best, een zoodanig voors'el gekomen is en dat er stemmen opgaan, die van tocnadering doen blijken. Twee jaren geleden was het hoofdzakelijk dezelfde kwestie, maar toen werd er gezegd dat er niets van komen kon en dat het een te grooten druk was voor den minderen man. Het doet me ge noegen dat Burg, en Weth. het over de lagere klassen eens zijn geworden. En wat nu de hoogere klassen betreft. zij die betalen kunnen, het is toch niets meer dan billijk dan dat zij den kostenden prijs betalen en zij behoeveu geene reductie te genieten. Om de lagere klassen er af te voeren, daar zou ik met kunnen meegaan omdat ik 't van den minderen man niet wil hebben. Ik betwist den heer Visser dat er in Zei-land geen hooger schoolgeld zou geheven worden, dit is wel degelijk het geval, b.v. in Middelburg, Goes, Arncmuidcn en andere gemeenten door spreker genoemd). plaatsen die, wat bevolking en school gaande kinderen betreft, naar evenredigheid met Ter Neuzen gelijk staan. De heer VisserIk zeide ookplaatsen aan deze zijde der Schelde. Zie eens naar Graauw en Hontenisse b. v. De heer Wieland Zekerzekerwat is daarvan de oorzaak De heer DeesLaat ons blij zijn dat we kunnen voorgaan. De heer van IJsselsteijn sprak vroeger wel van 1,50 per maand. De heer Van IJsselstijn Zeker. maar geef dan waar voor je geld. Ik ben daar nu ook nog voor. maar maak dan een andere regeling van het onderwijs. Nu is de kostende prijs 1,07. De heer DeesDat is de vraag. Als men een matige van het bouwkapitaal berekent, is het wel hooger, zijn de f 100,000 gobleven die Ter Neuzen vroeger INKOMEN. BEDRAG TE BETALEN VOOR: tZ -H •4 s- c twee kinderen per maand. drie kinderen per maand. vier kinderen per maand. voor ieder kind meer per maand. 400 450 f 0,20 f 0,34 f 0,46 f 0,56 450 500 0,3O 0,51 0,69 0,84 0,15 1 500 600 0,40 0,68 0,92 1,12 0,20 I 600 700 0,50 0,85 1,15 1,40 0,25 1 700 800 0,60 1,02 1,88 1,68 0,30 I 800 900 0,70 1,19 1,61 1,96 0,35 1 900 1000 0,80 1,36 1,84 2,24 0,40 1 1000 1100 0,90 1,53 2,07 2,52 0,45 I 1100 en daarboven 1 1,70 2,30 2,80 Voor het 2a kind wordt 30 pet., voor het 3e kind 40 pet., voor het 4. kind 50 pet. en voor ieder kind meer 50 pet. minder betaald van het bedrag dat voor het la kind betaald wordt). rente Waar bezat. De heer Van IJsselsteijnDie zijn niet in de scholen maar grootendeels in de straten verdwenen. De heer Dees Wanneer er beter betaald wordt, zal ook misschien het onderwijs beter worden, daar dan de belangstelling grooter is. De heer Moes vraagt wat de heer Van IJsselsteijn bedoelt met eene andere regeling van het onderwijs, waarop deze antwoordt: het inrichten van een school voor meer uitgebreid lager onderwijs, zooals 'took oorspronkelijk het plan was om van school B te maken. Er kwam echter zoo'n toevloed niet-betalende kinderen, die toch geen plan hebben om zoolang het onderwijs te volgen, dat men het plan moest laten varen en het eene gewone lagere school werd. Nn kan men zijne kinderen hier niet laten leeren om ze rechtstreeks naar eene hoogere burgerschool te zenden, daar 't onderwijs alhier, daar niet bij aansluit. De heer Moes is van meening dat er geen leerlingen waren voor een school met meer uitgebreid lager onderwijs, en vraagt of er nu zouden zijn. De heer Dees acht het onbillijk dat de gegoeden een cadeau krijgen uit de gemeentekas. Neem aan dat het onderwijs werkelijk f 1,07 kost, dan krijgt zoo iemand wanneer hij voor zijn tweede kind maar 70 cent betaald 37 cent cadeau. De heer Van den Hoek vraagt of het wel recht is om de een reductie te geven en de ander niet. De Voorzitter meent van wel, daar de wet zegt dat bij het heffen van schoolgeld, met on- en minvermogen der ouders rekening gehouden kan worden. Naar zijn ides gevraagd, zegt de heer Van der Moer dat hij de twee laagste klassen zou willen laten vervallen, en dan alien laten opschuiven, en alzoo by 500 met 20 cent beginnen. De heeren Moes en Dees zijn het danrmee niet eens. De heer WielandIk zou het maar zoo laten als 't is voorgesteldwe laten er bij den hoofdelijken omslag toch ook al een schaafje doorloopen. Geen workman die vandaag werkt en morgen leeg loopt komt op 'tkohier voor, alleen zij die gercgeld werk hebben. De heer Moes stelt voor om de zaak aan te houden, ten- einde de gevolgen van 't voorstelVan der Moer te kunnen nagaan. De heer Van der Moer vindt die gevolgen niet ter zake doende. Het is z. i. alleen de vraag wat billijk is. De Voorzitter Dan meen ik dat 't billijk is dat begonnen wordt met van ieder die in den hoofdelijken omslag is aan- geslagen betaling te vorderen. De heer Van der Moer: Laat ons dan ook alien aanslaan die aangeslagen zouden moeten worden. Er blijven er nu veel van de lijst, die wel f 400 inkomen hebben. De Voorzitter weet dit niet; hij houdt zich voor inlichtingen van de leden nanbevolen. Het voorstel van den heer Moes, om de zaak aan te houden, wordt in stemming gebracht en blijken de stemmen te staken met 6 tegen 6. Tengevolge deze stemming moet in een volgende vergadering over dit voorstel worden beslist en blijft de zaak dus aan- gehouden Alsnu komt aan de orde de verordening tot heffing van een recht voor tijdelijke ingebruikneming van eenig gedeelte van de markt of van den openbaren weg. De Voorzitter zegt, dat daarin geen ingrijpende verande- ringen zijn aangebracht, als dat betreffende de huur van het plaatsen van rijtuigen en voorwerpen voor vervoer bestemd op de kade ad 15 cent per vierkante meter en per jaar. De heer Wieland meent dat het voor hen die een afspanning houden nogal bezwarend zal zijn om geld uit te geven voor het terrein tot het plaatsen der rijtuigen. Als het hun goed gaat in hunne zaken, laat men hen dan bij den hoofdelijken omslag treffen. Ook de heeren Harte en Dees verklaren zich tegen zoo'n bepaling. De heer Van der Moer maakt de opmerking dat een ander toch ook zoo maar geen voorwerpen op den openbaren weg mag plaatsen, en zij die van de openbare straat gebruik maken, hebben een voordeel boven hen, die een eigen remise bezitten, daar die dan hun terrein wel konden verkoopen. De Voorzitter zegt dat er meermalen klachten zijn inge komen over al te vrij gebrnik van de Markt. door het ver- sperren van de Markt en het plaatsen van rijtuigen voor de deur van een collega Wordt het voorstel aangenomen dan wordt ieder het terrein aangewezen waarover h(j kan be- schikken en omdat men er voor betaalt, heeft men dan ook, met uitzondering tijdens de kermis, het recht daarop. De heer Van der Moer noemt het een gevaarlijk punt, als men door het verhuren een recht op de openbare straat verleend. Men kan er dan ook 's nachts voorwerpen zetten en dat is onraadzaam, hoewel het wel een-< een enkele masl kan voorkomen dat er ook 's nachts een rijtuig moet worden uitgespannen. Zou men er ook geen tent op kunnen plaatsen De Voorzitter merkt op dat het natuurlijk de bedoeling ii om gelegenheid te geven tot het plaatsen van rijtuigen bij de afspanningen, in ieder geval is volgens de politieverordening toch vergunning noodig van Burg, en Weth. voor het plaatsen van voorwerpen op den openbaren weg. Een tent plaatsen zou blijkens de redactie der verordening niet kunnen geschieden. De heer Van den HoekDan is het een gebouw en om dat te plaatsen is goedkeuring van Burg, en Weth. noodig. De heer Van der Moer noemt het een zwak punt. Een losse tent is geen gebouw. De Voorzitter acht de ornschrijving voldoende, doch misschien wil de Raad 't wel overlaten aan Burg, en Weth. om zoo mogelijk eene redactie te maken, waaruit nog duidelijker dc bedoeling blijkt. Na nog eenige discussie wordt met 8 tegen 4 stemmen, die der heeren De Feijter, Visser, Van der Hooft en De Koeijer besloten voor het eebruik een recht te heffen. De heer De Feijter stelt nu voor een recht te heffen van 5 cent per M3. en per jaar. De heer De Koeijer zou 't nog wel lager willen stellen. De heer Wieland ook, als 't niet belachelijk werd. De heer Van IJsselsteijn verlaat de vergadering. De Voorzitter deelt mede dat het Dag. Best, het voorstel De Feijter overneemt, waarop het voorstel met algemeene stemmen wordt aangenomen. De heer De Koeijer wa? bij de stemming afwezig. De verordening op de invordering wordt hierna met alg. stemmen op den na, die van den heer De Koeijer, aangenomen Belasting op de honden. De Voorzitter deelt mede dat hierin deze wijziging is ge bracht dat voor luxe honden, hooger dan 4 decimeter, dubbele belasting, dus 8 is verschuldigd. De heer De Koeijer Voor jachthonden ook De VoorzitterDat zijn ook luxe honden. De heer Van der Moer vindt het zeer goed, hij had het vroeger reeds willen voorstellen, al was 'tnog hooger. De verordening wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Heffing van begrafenisrechten. De heffing wordt voorgesteld overeenkomstig de bestaande tarieven, doch buitendienora voor begraven buiten de gewone uren (7 uur voorm.4 uur nam.) 10 te vorderen, voor het luiden der klok van de burgerlijke gemeente ge- durende de begrafenis wanneer zulks verlangd wordt f 10 per uur; voor het plaatsen op een graf van een zerk, gedenkteeken of kruis f 2.50 en voor het plaatsen van boomen, struiken en kransen f 1,Het onderhoud der graven enz. kan worden afgekocht voor een door Burg, en Weth. te schatten bedrag doch minstens 2,50's jaars voor den jaar, doch ook voor 10 jaren tegelijk, tegen betaling van het lOvoud van het geschatte bedrag. De heer Van der Moer zou de rechten heelemaal willen afschaffen, behalve voor 't koopen van een eigen graf, maar dit dan hooger stellen. De klassen vervallen dan ook, maar 't is niet noodig ook nog na den dood scheiding van standen te makenwaarom moeten de arme menschen in een af- gelegen hoek begraven worden Hij heeft zich er nooit mee knnnen vereenigen om de begraafplaats tot een voorwerp van belasting te maken. De heer Visser stemt met dat denkbeeld in. De Voorzitter waarschuwt de bate te laten vervsllen. Het onderhoud kost geld. Er is nog een jaar geweest dat de rechten f 500 opbrachten. anders f 200 h 300. Moet men dat missen dan zal de hoofdelijke omslag verhoogd moeten worden. Het is nu wel een wissel trekken op de menschelijke ijdelheid, maar dat moeten de menschen toch zelf weten. De heer Moes is er tegen de klassen op te heffen. In stemming gebracht verklaart de heer Van der Moer zich er dan inaar bij neer Ie zullen leggen en wordt de heffing met alg. stemmen op ddn na, die van den heer Visser, goedgekeurd Schoolgeld voor onderwiji in rechtlijnig teekenen. Dit wordt overeenkomstig 't voorstel evenals vroeger be paald op 1,50 per maand, minvermogenden twee derde of een derde van het bedrag, onvermogenden gratis. Verordening op de heffing van leges ter secretarie en van rechlen wegens de verrichtingen van den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand. Verordening op de heffing van leges ter secretarie tn van rechten wegens de verrichtingen van den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand. Hierin wordt het tarief vastgesteld voor verschillende door de secretarie te leveren stnkken. Voor het trouwen op de bepaalde dagen, maar buiten de gestelde uren, wordt een recht voorgesteld van 2,50 en voor trouwen buiten de gestelde dagen 5. Eenige leden zouden voor trouwen buiten de gestelde dagen, als zijnde luxe, een hooger recht willen heffen, doch anderen merken op, dat het hier niet altijd luxe geldt, maar ook wel schepelingen, die op de bepaalde dagen afwezig zijn en f 5 dan wel voldoende geacht mag worden. Z. h. 8. wordt de verordening goedgekeurd. Eveneens werden de verschillende verordeningen op de in vordering der belastingen goedgekeurd. De heer Van der Moer verlaat de vergadering. 3. Benoemen lid Burgerlijk Armbestuur. In plaats van den heer C. L. van den Bent die voor de benoeming bedankt heeft, worden door het college aanbevolen de heeren M. Verbrugge en B. van Eck. De heer Verbrugge wordt benoemd met 9 stemmen, de heer P. M. C. van Sprang verkreeg 1 stem. 41. Benoemen voorzitter Nieuwjaars-commisste. Met 8 stemmen wordt benoemd de heer P. A. van de Veldede heer Wieland verkreeg 1 stem en 1 briefje was bianco. De heer Van de Velde verklaart zijne belofte te houden en de benoeming aan te nemen. 5. Besluit tot uitgifte grand in erfpacht. Op voorstel van het Dag. Best, wordt besloten de door A. van Overbeeke naast zijn huis aan de Dijkstraat gevraagde strook grond aan den publieken dienst te onttrekken en aan hem in erfpacht uit te geven tegen den prijs van Scent per MS. 6. Vrijstellingen brandweer. Door Burg, en Weth. worden overgelegd de gegevens noodig voor de samenstelling van het personeel der brandweer voor 1900, welke binnen 14 dagen moeten behandeld worden, Hierna wordt de vergadering gesloten.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 5