Nieuws
Algemeen
en Advertentieblad
voor
Zeenwseh-Vlaandere
No. 3850.
Zaterdag 2 December 1899.
39e Jaargang.
IMEBNTEBAAB.
abonnement
8ste VOLKSTELLING.
Veeartsenijkundig Staatstoezicht.
Binnenland.
Voorwaardelijk Ontslagen.
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amenka 1,32J.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
hU!k",d"!" fining van advertentiita v6or 3 uren op den dag der uitgave
advertentiEn
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pnjs
slechts tw eemasl berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij deze courant belioort een bijvoegsel.
(Wet van 22 April 1879, Staatsblad n°. 68.)
(Koninklijk besl. van 2 Mei 1899 Staatsblad n°. 113.)
FEU1LLETOIS
De Duitsche Keizer en Keizerin te Vlissingen.
Reeds lang vdor den aangekondigden tijd stond
Woensdag eene coinpacte menschenmeuigte te Vlis
singen aan de haven opeengepakt, om tegenwoordig
te zijn bij de aankomst van het Duitsche Keizer-
paar. Het was prachtig herfstweder, en een vroolijk
zonnetje verhelderde het drukke en woelige tooneel,
dat niets anders le zien gaf dan menseheuhoofden,
dicht tegen elkaar aangedrukt, en op de afgezette
ruimte eene of andere autonteit zenuwachtig op
en neer stappende. Eindelijk, tegen drie uur,
klonk het eerste saluutscliot, ten teeken dat de
Hohenzollern ter reede was aangekomen, en een
daverend hoezee-geroep klonk uit duizenden kelen.
Op den ponton was niemand toegelaten dan de
eerewacht, en langs het plankier bij de goederenlial
stonden de bevoorrechte heeren en dames.
Op den ponton hadden zich opgesteld De
Duitsche consul te Vlissingen, de heer Gruber,
met zijn dochtertje, dat een bouquet zou aanbieden
de generaal-majoor der derde militaire afdeeling
te Breda, De Petiteen te Middelburg gevestigd
Duitsche industrieel Salberg, wiens dochtertje even-
eens een bouquet zou overhandigenverder tal
van anderen.
De Duitsche gezant met zijn militairen attache
waren Zijne Majesteit in een stoomsloep tegemoet
gevaren.
Vijf minuten voor drie was de ^Hohenzollern"
in zicht achter den havendijk. Het schip bleef
daar liggen, voerende de Nederlandsche vlag in
den fokkemast, den keizerlijken standaard in den
grooten mast.
Op het perron, belegd met loopers van de maat-
schappij ,/Zeeland", waren aanwezig jonkheer Van
der Staal, baron Clifford, graaf Bentinck, de griffier
der Staten Pol man Kruseman, de commissaris der
Koningin in Zeeland jhr. Roest, de burgemeester
van Vlissingen jonkheer Van Doorn van Koude-
kerke, kapt. Zegers Veekens, commandant der
marine-directe Hellevoetsluis, de minister van
buitenlandsehe zaken, en heer Cluysenaar, directeur
der Staatsspoorwegen, de heeren Van Woelderen
en Bakker, directeuren der Maatschappij /Zee-
land", enz.
Te half vier kwam de trein van Het Loo aan.
De muziek van het derde regiment speelde het
vWilhelmus", de wacht presenteerde het geweer.
De Koninginnen werden ontvangen door den
commissaris der Koningin en den burgemeester.
Koningin Wilhelmina droeg een donker blauw
fluweelen kleed met een zwarten mantel en een
blauw hoedje met witte veerende Koningin-moeder
was in het zwart.
Nadat de eerewacht ge'inspecteerd was, begaven
Hare Majesteiten met het gevolg zich naar de
aanlegplaats, onder het gedreun van de saluut-
schoten van de Kortenaer.
De Keizer liet echter nog op zich wachten
de inspectie van het Duitsche oorlogschip duurde
langer dan men verwacht had. Het publiek amu-
seerde zich evenwel met de aankomst van de bagage
der vorstelijke reizigers, die met gejuich werd be-
groet.
Het geduld der menschen, die al zoo lang buiten
gestaan hadden om de zoo zeldzame gebeurtenis
te aanschouwen, werd wel op de proef gesteld.
Doch aan alles komt een einde, en ook aan het
wachten. Eindelijk, om vier uur, kwam destoom-
barkas, waarmede de hooge reizigers zouden landen,
in het gezicht, een vlug, slank scheepje, over de
golfjes dansende als een groote zeevogel. Snel
naderde de sloep en te kwart over vieren stapten
de vorstelijke reizigers aan wal.
De Keizer was gekleed in een eenvoudige ad'
miraals-uniform, en was door den afstand, waarop
het publiek (en de verslaggevers) gehouden werd,
niet dadelijk herkenbaar. Doch toen trad hij
vooruit met de Keizerin en de twee prinsen, en
begroette onze Koninginnen met een hartelijken
handdruk. Daarna bood hij Koningin Wilhelmina
den arm, terwijl de Keizerin met de Koningin-
Moeder volgde. Daarachter volgden de prinsen
en het schitterende gevolg der vorstelijke perso-
nen. De eerewacht passeerende, salueerde de
Keizer, waarna het gezelschap zich naar de rijk
versierde ontvangst-salon en het station begaf,
waar eenige ververschingen werden gebruikt. Daar
onderhielden zich de vorsten eenigen tijd met
elkaar.
Tegen vijf uur begaf het Keizerpaar zich naar
den trein, die hen weer naar Duitschland zou
brengen. De trein was samengesteld uit 9 wagens,
waaronder een salon-rijtuig voor den Keizer, een
voor de Keizerin en drie voor het gevolg. Verder
een restauratie-wagen en drie bagage-wagens.
Met een handkus namen de Keizer en de
Keizerin van onze Koninginnen afscheid, en bleven
tot dat de trein zich onder het hoerageroep der
menigte in bewegiug zette, met Haar in ge-
sprek.
Op het perron had zich eene groote menschen-
massa toegang weten te verschalfen, door een-
voudig de primitieve planken afscheiding te ver-
nielen, toen de gewone toegang afgesloten was.
Zoo iets is laakbaar, doch het is te verklaren.
Iedereen wilde natuurlijk zoo lang en zoo goed
mogelijk de vorstelijke personen zien. De schuld
ligt niet bij het publiek, doch bij de autoriteiten,
die niet voor behoorlijk politie-toezicht gezorgd
hadden. Reeds toen de Vorsten zich van den
ponton naar de wachtkamer begaven, door de
goederenloods en den overdekten gang, drong
dadelijk achter het gevolg het publiek aan. Men
wist den stroom toen te keeren door de deuren
te sluiten, doch toen werden de personen, die
wel toegang tot htft perron hadden, officieren en
verslaggevers, die er in elk geval bij moesten
zijn, wilden zij hnnne lezers niet teleur stellen,
ook buitengesloten. Door aan den anderen kant
van het station toen een doorgang te maken,
kwamen de menschen toch waar zij wilden wezen.
Maar overigens werd op het perron zelf de
orde niet gestoord.
Eindelijk dan vertrok de keizerlijke trein.
Spoedig daarna vertrokken ook de Koninginnen
weder, eveneens onder het gejuich der menigte.
Langzaam reed de trein weg, terwijl het oude
Wilhelmus weerklonk. De Koningin wuifde haar
zakdoek ten afscheid daarna verdween de
trein in het duister.
En Vlissingeu, waar door dat zeldzame bezoek
leven en gloed gewekt was, keerde weer terug
tot den onden sleur der alledaagschheid. Het was
eene schoone dag, die in herinnering zal blijven
roortleven.
Vermeld dient te worden, dat zoowel de wacht-
salons als de weg, waarlangs de Vorstelijke per
sonen zich van de landingsplaats moesten bewegen
smaakvol versierd waren.
De Hohenzollern" met de oorlogsschepen
/Kaiser Friedrieh" en //Hela" alsmede de //Kor
tenaer" verlieten onmiddelijk na het vertrek der
Vorsten Vlissingen en zetten koers, de Duitsche
schepen naar Kiel de Kortenaer naar Nieuwe
diep.
50)
Darvell en Gaygold hadden geaasd op het
geld van de verzekering, en de brutale manier,
waarop aan Charlton's leven een eind was gemaakt
had de zaak //bedorven", zooals Gaygold het
noemde.
De detective rapporteerde aan zijne chefs. Men
oordeelde bet echter niet politiek, Darvell nu
reeds te arresteeren. Het was beter sterker be-
wijzen te hebben dan het getuigenis van een kuaap,
die aan de deur geluisterd had. Er werd last
gegeven, goed op Darvell's bewegingen te let-
ten, en te verhinderen, dat hij 't land verliet.
Toen Verity aan Gannett meedeelde, wat hij
had vernomen, glimlachle deze medelijdend.
Is dat alles, William Dan heb je niet
veel uitgevoerd Ik heb er van den beginne af
geen oogenblik aan getwijfeld, dat Darvell er
bij behoorde. Ik ben heel wat anders op 't
spoor.
De flesch vroeg Verity nieuwsgierig.
Ten naastenbij. Ik geloof nu te weten, wie
de man was, die Stephen Alison dien avond een
bezoek bracht.
Wat zeg je
Ja. Ik zal 'tje vertellen. De lui uit die
kroeg hebben gebabbeld en de geschiedenis
van de brandewijnflesch is in de kranten geraakt.
Ik heb 't gelezen. Ja, Jack, de pers is een
prachtige instelling, maar ze maakt ons werk
dikwijls buitengewoon moeilijk.
Nu, ditmaal liep 't niet slecht af. Het ar
tikel trok de aandacht van Weston, je weet wel
die er een particulier informatiebnreau op na houdt
hij is een oudkameraad van mij. Hij sluurde mij
een briefje, ik ging naar hem toe, en hij gaf mij
een aardig nieuwtje.
En dat is
Daags voor Alison's dood kwam bij Weston
een groote meneer, die iemand zocht. Mijn vriend
deed onderzoek en vond heel spoedig den man
Het was
Stephen Alison.
Dus je denkt, dat de man, die naar Stephen
informeerde, hem dien avond een bezoek bracht
Precies.
Hoe heette hij
Hij wilde zijn naam niet noemenmaar
Weston heeft mij een uitstekende beschrijving van
hem gegeven. Ga jij nu maar je gang, William
ik volg mijn eigen weg. Ik heb een aardigen
troef in de hand, en als ik dien uitspeel, zal je
staan kijken.
Toen Weston, zoo kort nadat hij dien man had
moeten opsporen, Stephen Alison vermeld vond
in de kranten, als verdacht van den moord op
lord Charlton, trof hem dat zeer. Hij zond een
briefje aan Gannett en vertelde dezen, wat hij wist.
De detective luislerde aandachtig, vooral toen Wes
ton hem het uiterlijk beschreef van den man, die
naar Stephen had ge'informeerd. Gannett verzocht
hem voorloopig niemand anders er over te spreken.
De detective begon nu dadelijk de familierelatien
van Stephen Alison na te speuren, en hij vernam,
dat Stephen ten val was gebracht door fraudileuze
handelingen van zijn broeder John, die daarna
verdwenen was*
Aan het einde van zijn onderzoek gekomen
was Gannett vast overtuigd, dat Weston's ge-
heimziunige client niemand anders was dan John
Alison, en dat deze zijn broer Stephen had op-
gezocht aan het verkregen adres.
HOOFDSTUK XLI.
Yader en zoou.
Het nieuws, dat haar man gestorven was, onder
zulke verschrikkelijke omstandigheden, had me-
vrouw Alison zwaar getroffen. Een oogenblik
scheen het, of zij den slag niet zou overleven.
Uit hoofde van den treurigen toestand, waarin zij
zich bevond, werd haar de beproeving bespaard,
te worden geconfronteerd met het lijk en te moeten
verklaren, dat het haar man was.
May had in den beginne nauwelijks de betee-
kenis kunnen valten van het vreeselijke verhaal,
dat zij in de kranten las.
Zij had altijd in 't geloof verkeerd, dat haar
vader dood was, en haar eerste indrnk was dus,
dat er een groote vergissing werd begaan. Toen
zij de geheele droevige waarheid vernam, gevoelde
zij een zekere verlichting bij de gedachte, dat haar
vader door den dood gelukkig was outsnapt aan
de gevolgen van zulk een zware verdenking. Later
begreep zij ten voile, wat dit alles zeggen wilde
voor haar moeder en haar. Hare namen zouden
voor altijd genoemd worden in verband met een
misdaad, waarvan heel Engelaud gegruwd had.
May's onzelfzuchtige natuur deed haar eigen
leed terzijde stellen, om alleen te denken aan
haar moeder, die ziek was en al haar liefde en
zorg behoefde. Aan het bed der ongelukkige
vrouw gezeten, wist May zich uitstekend te be-
dwingenal hare gedachten golden de iijderes,
en mevrouw Alison vond haar eenigen aardschen
troost in de opofferende toewijding van haar
kind.
Dennis Avory kreeg enkel den kapitein te zien
toen hij een bezoek bracht. Hij had zoo gaarne
May ontmoet, om haar te zeggen, hoe groot zijn
deelneming was in hun leed maar hij wist, dat
deze beproeving te groot zou zijn dat May zelve
er voor terugdeinzen zou. Hij hoopte van gan-
scher harte, dat er nog iets ontdekt zou worden,
dat de gedachtenis van haar vader kon zuiveren
van de zwaarste srnet, en in zijn gesprek met
den kapitein deed bij zijn best, goeden moed te
toonen.
Nu eerst, nu hij May niet meer kon zien
en het hopeloos scheen, dat hij haar ooit ten
huwelijk zou kunnen vragen, gevoelde hij, hoe
diep de liefde voor het mooie en lieve meisje in
zijn hart was geworteld. Die liefde dreef hem,
den kapitein te gaan opzoeken, zoo dikwijls hij
maar een voorwendsel kon vinden. Zag hij May
al niet, hij kon toch naar haar vragen; hij kon
haar naam noemen en dien door anderen hooren
uitspreken.
Hij was blij, dat hij gelegeuheid had gehad,
Cecil Halford in aanraking te brengen met Clement
Hansellhij deed nu althaus iets voor de zwaar-
beproefde familie.
Zoo dikwijls hij den kapitein sprak over Ilan-
e
TER IEUZENSCHE COIIRMT
Ta
*Jit,
Uit bl»«I verHchiJnt tlamidag-. Woenstlag- en V
rllilagavond. op Fee»t.l»gen, bij den nHgevetr P. J. ,ASPK «C Ter
i'eazen.
De burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat Openbare V e r g a d e r i n g van den
Gemeenteraad is belegd tegen Vrij(lag den 8 December
189!), des voormiddags ten 10 uren.
Ter Neuzen, den 1 December 1899.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
Burgemeester en Wetbouders van TER NEUZEN brengen
ter algemeene kennis, dat dit jaar zal gehouden worden de
8»'« algemeene tienjaarlijksehe volkstelling.
Deze heeft ten doel de aanwijzing van alien die te midder-
nacht tusschen 31 December 1899 en 1 Jannari 1900hunne
werkelijke woonplaau binnen Nederland hebben.
Deze alien worden aangewezcn, onverschillig of zij op
genoemd tijdstip in hnnne woning al dan niet aanwezig zijn.
Ook worden aangewezen zij die, zonder werkelijke woonplaats
binnen Nederland te hebben, op genoemd tijdstip aldaar
aanwezig zijn.
Omtrent deze alien moeten de opgaven verstrekt worden,
die gevraagd worden op kaarten, die tusschen 26 December
1899 en 1 Januari 1900 zullen worden rondbezorgd en dadelijk
na Nieuwjaar zullen worden teruggehaald.
Door of voor ieder moet aan zijne woning worden ingevuld
eene BLAUWE KAART (voor een man of jongen) of
eene WITTE KAART (voor eene vrouw of meisje).
Bovendien moet door of voor ieder aan de woning waar
hij iydetijk aanwezig is ingevuld worden
eene ORANJE KAART (voor een tijdelijke aanwezigen
man of jongen) of oene ROSE KAART (voor eene
tijdelijk aanwezige vrouw of meisje).
Het hoofd van ieder gezin of de bestuurder van iedere in-
atelling, gebouw, gesticht of schip, waar de kaarten worden
bezorgd. is verplicht voor de behoorlijke invulling zorg te
dragen.
Deze zorge er dus voor, dat aan den teller, wanneer hij
de kaarten bezorgt, worde opgegeven hoeveel blauwe, witte
oranje en rose kaarten er in de woning noodig zijn.
Overtreding van de voorschriflen betreffende de volkstelling
wordt krachtens arlikel 20 der wet van 15 April 1886 (Staats-
hlad no. 64gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien
dagen of geldboete van ten hoogste honderd gulden.
De nauwkeurige, door de volkstelling te verkrijgeu kennis
der bevolking is eene zaak van algemeen belang. Tot het
verkrijgen dier kennis is noodig, dat alle vragen opelkekaart
met de meest mogelijke nauwkeurigheid en volledigheid worden
beantwoord.
Op verzoek der Regeering noodigen Burgemeester en
Wethouders alien met aandrang uit, door nauwkeurige
en volledige invulling der kaarten tot het welslagen der
volkstelling mede te werken.
Ter Nenzen, 1 December 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. A. P. GEILL, Burgemeester,
J. W1SKERKE, Secretaris,
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt bij deze ter
kennis van belangstellenden dat, blijkens bericht van H. M.
Gezant te Brussel aan Zijne Excellence den Minister van
Buitenlandsehe Zaken, de invoer van Nederlandsch melkvee
in Belgie langs het grenskantoor Santvliet van heden af weder
is geoorloofd.
Ter Neuzen, I Dec. 1899.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.