A1 g em e e n
Nieows- en Advertentieblad
voor
Zeenwscfa-Ylaanderea,
No. 3849.
HINDERWET.
lAflOIALE ilLITII.
England en de I.-A. Republiek.
Donderdag 30 November 1899.
39e Jaargangr.
Voorwaardelijk Ontslagen.
Binnenland.
Inzendincf van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
F EUJLLLETON
TER HEIIZEISCRE COIIRANT
ABONNEMENT:
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,—franco per post;
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
AD VEETENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prija
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
3Bit bl»d versciiijnt «»R-, Wnensdajj- en Vrijdagavond, ni^e?"i>il«^rtl "I* CMMI-T
VAM DK 8.«» DK te Ter Henzen.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
gelct op artikel 8 der hinderwet, doen te weten
dat vergunning is verleend aan de »Societe Anonyme des
Eorges et Acieries Neerlandaises a Ter Neuzen" en hare
rechtverkrijgenden tot het oprichten eener tijdelijke inrichting
voor de electrische verlichting voor de door haar te maken
werken op het perceel kadastraal bekend sectie F no. 312
dezer gemeente.
Ter Neuzen, 28 November 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. WISKERKE, Secretaris.
ZITTING TAN DEN MILITIERAAD.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
brengen ter kennis van de lotelingen dezer gemeente, be-
hoorende tot de lichting van het jaar 1900, dat de zitting
van den Militieraad zal worden gehouden te HULST, in het
gemeentehuis, op ^^oensd&gj^ 20 Meceinber 1899*
's voormiddags te 9 our.
Wanneer een loteling, uithoofde van zieJcte of gebreken
buiten staat is voor den Militieraad te verschijnen, moet
daarvan eene ongezegelde geneeskundige verklaring worden
overgelegd.
Deze verklaring moet de opgave bevatten van de woonplaats
van dien loteling en zoo die woonplaats buiten de kom der
gemeente is gelegen, van de wijk, buurt of gehucht, waar
hij te vinden is, en moet, door bemiddeling van den Burge
meester, tijdig aan den Militieraad worden ingezonden.
Ter Neuzen, 29 November 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. WISKERKE, Secretaris.
De Engelschen zullen wel een zeer bijzonder
denkbeeld krijgen van de talenten van generaal
Buller. Hij is nauwelijks te Pieter Maritzburg
of de Boeren trekken terug. Om welke redenen
Joubert hiertoe is overgegaan, knnnen we niet
met zekerheid zeggen. Te Estcourt hebben zich,
volgens de Daily Tel." 50 Boeren overgegeven
eu dezen zouden een zeer treurig beeld hebben opge-
hangen van de Boeren in Natal, die omkwamen
var. den honger, zoodat velen zich maar liefst
krijgsgevangen zouden willen geven. Het is dus
mogelijk, dat Joubert geen kans zag, zijn troepen
over een zoo groote uitgestrektheid behoorlijk van
proviand te voorzien, en dat hij daarom liever
terugtrok.
Terwijl zij even stond te denken, eenigszins ver-
legen, wat te doen, kwam haastig een man naar
binnen loosenhij keek zoekend rond, merkte
haar op en snelde naar haar toe.
Zeer beleefd sprak hij in 't Duitsch
Vergeef mij, juffrouw, dat ik zoo laat kom
ik kon moeilijk weg.
Dat begrijp ik, beste Otto, antwoordde zij
zacht't is heel vriendelijk, dat je gekomen
bent. Ik ben zoo lang van Louden weg geweest,
en ik wist op 't oogenblik niet, waar ik een goede
kamer zou kunnen krijgen. Daarom nam ik maar
de vrijbeid, je te schrijven aan 't adres van de
club, dat je bad opgegeven.
Ja, juffrouw, dat was heel goed. Tk heb
naar kamers rondgezien op een vrijen namiddag.
Ik vrees, dat ik je veel last hebt veroor-
zaakf, Otto.
O, juffrouw, dat was geen last; het was
mij een genoegen. Zou niet ieder van ons uit
Riidesheim doen wat hij kon voor de dochfer van
onzen ouden dokter, die zoo goed was voor iedereen
veel te goed want anders zou hij wel
wat geld hebben nagelaten en had u niet als gou-
vernante naar Engeland behoeven te gaan
Ja, het viel mij wel bard, de ineuschen te
verlaten, onder wie ik was opgegroeid. En gou-
vernante worden soms minder behandeld dan
«en dienstbode Maar vertel mij eens heb je
nog nieuws gehad uit Riidesheim Ik heb in
geen jaren aan de vrienden daar geschreven. Ik
Een telegram van den gouverneur van Natal
meldt, dat de Engelschen een hoogte drie mijlen
benoorden Mooirivier bezet hadffen en dat de
Boeren die stelling te sterk vonden om er zich
aan te wagen. Misschien ook, dat de Boeren
bericht hebben van een naderende legermachtin
elk geval, zij trekken terug, Mooirivier en Estsourt
aan haar lot overlatend. Volgens den een trekken
zij samen op Ladysmith, volgens den ander op
Grey town of op Weenen, en het doel van dit
achteruitgaan zou wezen, om de Engelschen den
overtocht over de Toegela te betwisten.
Naarmate de Boeren terugtrekken, zijn de
Britsche troepen natuurlijk gevorderd. De tele-
grafische gemeenschap tusschen Pieter Maritzburg
en Estcourt is hersteld, evenals de spoorwegge-
meenschap tusschen Estcourt en Weston. De heele
lijn heet nu vrij tot Erere.
De B-itsche troepen rukken nu noordwaarts op
naar Colenso en Ladysmith; zij moeten 10,000
man sterk zijn. Generaal Barton is van Weston
voortgerukt naar Estcourt.
Het terugtrekken der Boeren is niet het gevolg
van een nederlaag, maar schijnt meer een voor-
zorgsmaatregel.
Uit Mooirivier werd aan de Times gemeld, dat
de Boeren nog altoos sterk zitten tusschen Estcourt
en Pieter Maritzburg. Bij Highlands zijn de
Boeren achterhaald door een vliegend vendel
Engelschen de legermachten zijn op een geweer-
schots afstand van elkaar.
Naar de Daily Mail uit Maritzburg verneemt,
bestaat er vrees dat de Boeren het Natalsche
vrijwilligerskorps, dat de Toegela-drift verdedigt,
afsnijden.
Omtrent den uitval van Hildyard uit Estcourt
op den 23 hebben we nu officieel bericht van sir
Redvets Buller uit Pieter Maritzburg. De brigade
van generaal-majoor Hildyard was den 23 van
Estcourt opgetrokken tegen den vijand, die den
Beaconheuvel bezette, welke Willow Grange be-
heerscht. De Engelsche krijgsverrichtingen hadden
het terugtrekken van den vijand tengevolge. De
Engelsche verliezen warenveertien gesneuvelden
en vijflig gekwetsten. Generaal Hildyard rukte
op naar een stelling bij Erere. Hij hoopt, den
vijand af te snijden, van wien ondersteld wordt,
dat hij zich op Colenso terugtrekt.
lets minder gunstig luidt het verslag van de
/Natal Advertiser." Deze zegt, dat er bij het
treffen van Beaconheuvel 15 Engelschen zijn ge-
uin
deed dat niet meer, sindsZij hield op, en
in een anderen toon vervolgde zij Toe,
vertel mij eens wat van Riidesheim. Hoe maakt
het je vader hij leeft immers nog?
Ja, juffrouw, hij heeft nog het kleine hotel
maar het gaat niet zoo goed meer vader is wat
ouderwetsch, en hij verstaat geen Engelsch. Als
ik terug ga, zal dat beter worden ik weet met
de Engelsche gasten om te springen.
Ach ja Wij Duitschers reizen maar naar
alle deelen der wereld om te leeren. En
sommigen keeren terug om gelukkig te zijn in
het heerlijke vaderland
Heeft u ook geen plan, eens naar Riidesheim
terug te keeren, juffrouw
Neen, ik ga niet meer terug. Maar kom,
ik houd je op. Geef mij het adres van de kamers
alsjeblieft.
Otto Muller, de kellner, haalde een enveloppe
uit zijn zak.
Ik heb het adres hier opgeschreven, juf
frouw 'tis bij een Duitsche dame, die blij is,
als er landslui bij haar konen. 'tis er netjes en
goedkoopik geloof wel, dat ge er op uw gemak
zult zijn. Wil ik een cab aanroepeu en uw ba-
gage er op brengen
Neen, doe geen verdere moeiteik weet,
dat je niet veel tijd hebt. Is 't niet
Ja, het kostte moeite om weg te komen.
Als u 'tdus niet kwalijk neemt, ga ik maar terug.
Zeker; houdt je niet langer op. Misschien
kom je wel eens op een avond, als je vrij hebt
Ik spreek zoo graag over Riidesheim en de oude
vrienden.
Ja, juffrouw, ik zal bepaald komen.
O, dat vergat ik haastIk moet u iets vreemds
vertellen ik hoop niet, dat het u zeer zal doen.
sneuveld en 72 gekwetst. Het West-Yorkshire
regiment heeft duchtig geleden. Majoor Hobbs
was gevangen genomen, verscheidene minderen
worden vermist.
De sterkte der Boeren te Willow Grange was,
volgens de Engelschen, 6000 man met 6 Hotchkiss-
kanonnen.
In de Kaapkolonie is weinig verandering geko
men. Waarschijnlijk hebben de Boeren, d. w. z.
de Afrikaanders, die de Boeren bijvallen, de lijn
Port ElisabethNaauwpoortColesberg, in de
buurt van Rosmead Junction, vernield. Daardoor
zou bereikt zijn vooreerst afsnijding van toevoer
uit Port Elisabeth ten tweede zouden de opstan-
delingen den Engelschen te Naauwpoort in den
rug komen.
Ook meldt de //Daily News" uit Queenstown,
dat Kaapsche Boeren de telegrafische en de spoor-
weggemeenschap met Kaapstad schijnen te hebben
afgesueden. Het heet, dat de Boeren Jamestown
ontruimen en terugtrekken naar Aliwal Noord.
In den ochtend van den 25 hebben de Engelschen
van Naauwpoort uit weer een verkenning in de
richting van Colesberg gedaan. Men ontdekte,
dat de Boeren nog dezelfde stelling bezet hielden.
Zij vuurden op de rechterflank van de Engelschen,
en schoven patrouilles vooruit, maar de Engelschen
kregen geen dooden.
Vermoedelijk zal bij Naauwpoort slag geleverd
worden.
Generaal Methuen schijnt te Belmont succes te
hebben. Hij heeft de Honeynestkloof, ten noorden
van Graspan, veroverd en daarmee twee millioen
geweerpatronen hebben buitgemaakt. Het heet,
dat hij deze week Modderrivier zal bereiken.
De Engelsche mariniers hebben bij Belmont 14
dooden en 96 gekwetsten verloren. In het jongste
gevecht bij Graspan zijn, volgens een telegram
van den schout-bij-nacht sir R. Harris, gevallen
de volgende zee-officieren Ethelston, kommandant
van de //Powerfull"majoor Plumbe, behoorende
tot de mariniers van de//Doris" kapitein Senior,
van de marine-artillerie van de //Monarch." Verder
zijn nog twee officieren van de //Doris" gekwetst,
een hunner ernstig.
De yTemps" verneemt uit Londen, dat men
daar ougerust zou ziju over het ontbreken van
berichten betreffende den uitslag van de manoeuvre
van het 9at regiment lanciers te Graspan.
Bij een gevangen Boer zijn depeches van Kriiger
aan Joubert gevonden, waarin gemeld wordt dat
MgBBgggBEa—^
O, niets meer kan mij zeer doen, zei Catherine
Weber, en er kwam een oneindige droefheid in
de blauwe oogen. Wat voor nieuws had je? Is
er ieinand gestorven te Riidesheim
Neen, juffrouw, dat niet. Ik wou u enkel
maar vertellen, dat ik laatst in ons hotel den man
heb ontmoet, met wien ineneer Freiligrath in
Zuid-Afrika samen was, toen het ongeluk ge-
beurde.
Catherina Weber zag hem ernstig aan, maar
haar gelaat veranderde niet, en haar stem bleef
zacht en klaar.
De man, met wien Ereiligrath in Zuid-Afrika
was Bedoel je Clement Hansell
Ja... ik herinnerde mij den naam wij
kenden dien te Riidesheim want ieder had mede-
lijden met u, toen wij de geschiedenis veruamen
en hoorden, dat uw verloofde dood was.
Dus Clement Hansell was in je hotel zei
Catherina kalm. Is hij daar nog?
Neen. Hij is heel rijk, naar het schijnt;
hij blijft te Londen wonen en heeft een groot
huis genomen in Grosvenor-Place'tis diclit bij
Hydepark. 'n Prachtig huis, geloof ik.
Dank-je, Otto. Ik ben blij, dat ik't
weet. Ik heb eindelijk geleerd, aan 't verleden
te denken zonder tranen. Maar houd je nu niet
langer op. Ik zal er wel komen. Spoedig hoop
ik je eens te zien.
De kellner nam beleefd den hoed af, vatte de
hem toegestoken hand, die hij eerbiedig drukte,
en ging heen.
Catherina Weber bleef nog even toeven, riep
toen een koetsier en liet zich naar het gegeven
in het gevecht bij Belmont tien Boeren zijn ge-
sneuveld en veertig gewond. Om de burgers gerust
te stellen, werd het noodig geacht, terug te trekken
naar Warrenton.
Wat dit laatste beteekent is niet duidelijk
Warrenton ligt aan de Vaalrivier, ten noorden
van Kimberlev.
De gezondheid van Kriiger, die aan een uier-
kwaal lijdt wordt zorgwekkend genoemd.
Sir Charles Warren, de bevelhebber van de vijfde
divisie in Zuid-Afrika, is Zaterdagavond met de
z/Norham Castle" van Southampthon vertrokken.
Dit sckip heeft verder 350 ton lyddiet meege-
nomen.
Een landingsdivisie van het Engelsche oorlogs-
schip //Terrible" is Zondag met een aantal kauonnen
naar het oorlogsterrein vertrokken.
Het Indisch gouvernement heeft gelden be-
schikbaar gesteld om een gedenkteeken op te
richten voor den gesneuvelden en dit te plaatsen
op Lombok. Dit monument is van Amsterdam
per stoomschip Prins Hendrik Zaterdag verzonden.
Het voetsluk bestaat uit 3 treden ter gezamen-
lijke hoogte van 1 meter en gemaakt van Belgische
blauwe hardsteen. Daarop is geplaatst een basement
van gepolijst donkerrood graniet, met een voetstuk
van gepolijst donkergrijs graniet, ter hoogte van
2 meter. In de voorzijde zijn met groote ver-
gulde letters de volgende woorden aangebracht
E e r e
den gevallenen
in den strijd
op Lombok
1 8 9 4.
Aan de beide zijden van dit basement en aan de
achterzijde zijn groote, geheel bronzen platen
geplaatst, waarop de namen der gesneuvelden
geelst zijn.
Op dit basement verneft zich een gepolijst
granieten obelisk uit een stuk en van lichtgrijze
kleur, ter hoogte van 4 meter en versierd met
een bronzen lauwertak en krans, terwijl zich op
den top het Lombokkruis van brons bevindt.
Het geheele monument is zeven meter hoog en
is uitgevoerd en geleverd door de firma G. S. Serl<i
te Amsterdam.
adres brengen, waar zij alles vond, zooals Otto
het had geschreven. De hospita, een moederlijke
Duitsche vrouw, scheen terstond zeer ingenomen
met de nieuwe gast, en het duurde geen uur, of
juffrouw Weber was op de hoogte met de geheele
familiegeschiedenis van de weduwe Bernstein.
Catherina gaf echter geen gehoor aan de vrij
duidelijke uitnoodiging om ook eens haar hart
uit te storten. Zij bad geduldig, al was het ook
met inspanning, geluisterd maar toen er gevraagd
werd naar haar eigen geschiedenis, glimlachte zij
en verzekerde, dat ze er geene had.
Ik ben gouvernante. Ik verliet mijn woon
plaats, toen mijn vader stierf en ik zelf voor mijn
onderhoud moest zorgen. Ik heb verscheidene
betrekkingen gehad, nu het laatst in Schotland,
waar ik drie jaar ben geweest.
Juffrouw Weber antwoordde niet, en juffrouw
Bernstein, die begreep, dat ze moe was en naar
rust verlangde, verliet haar met den wensch, dat
ze tevreden mocht zijn met de slaapkamer en
het bed.
Catherina zat nog een poos bij den haard,
droomeud en starend't scheen echter, of hare
oogen nu gericht waren op iets, dat niet meer in
in de verte lag, maar dichtbij.
Plotseling stond zij op en ging haar koffer
openen. Zij haalde er een kleine schrijfnecessaire
uit. Daarin lag, onder een pak met een zwart
lint saamgebonden brieven, een enveloppe, die ze
opende met een zucht.
De enveloppe bevatte een portret, de beeltenis
van een knappen, flinken jongeling, met een on-
miskenbaar Duitsch voorkomen.
Catherina tuurde een poos op het portret en
bracht het toen aan hare lippen om het eerbiedig
te kussen.